Vragen van het lid Van der Steenhoven aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over de bouw van een woonwijk binnen de 800-metergrens van een vuurwerkopslagplaats in Enschede.

De voorzitter:

Ik deel mee dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op dit moment aan de overzijde zijn begroting verdedigt. Hij kan op dit moment dus hier niet aanwezig zijn.

De heer Van der Steenhoven (GroenLinks):

Mevrouw de voorzitter! Afgelopen vrijdag berichtte Netwerk over de bouw van een woonwijk in Enschede, op 600 meter afstand van een vuurwerkfabriek. In november heeft minister Pronk een richtlijn naar de Kamer, maar ook het land in gestuurd, dat je binnen 800 meter van een vuurwerkopslagplaats geen woningen zou moeten bouwen of activiteiten zou moeten organiseren. GroenLinks vindt het dan ook onverantwoordelijk en onbegrijpelijk dat dat nota bene in Enschede toch het geval is. Dat heeft met name te maken met de situatie, dat bij de ontploffing van de vuurwerkopslagplaats grote brokstukken tot op afstanden van 800 meter zijn weggeslingerd. Het zwartepieten in Enschede is begonnen: de woningbouwvereniging weet van niets en geeft de gemeente de schuld, de wethouder geeft "Den Haag" de schuld en de eigenaar geeft de gemeente de schuld. Dat is een bijzonder betreurenswaardige situatie, waarop eigenlijk onmiddellijk actie moet worden ondernomen. Is de minister met ons van mening dat de uitgevaardigde richtlijn, die wel degelijk hout snijdt, onverkort moet worden nageleefd? Kon de gemeente Enschede in september, toen toestemming werd gegeven voor de bouw van de 100 huizen, weten dat deze richtlijn eraan zou komen? Dit nog los van het feit dat je na zo'n ramp misschien zelf na zou kunnen denken over de consequenties die dat zou kunnen hebben. Vindt de minister dat deze bouw gestopt zou moeten worden, en welke instrumenten heeft hij tot zijn beschikking om dat te doen? Er is een nieuwe wet in aantocht, die al aanstaande vrijdag in het kabinet zou komen. Klopt dat? Komen er ook financiële middelen ter beschikking om dit soort situaties op te lossen? Wie er ook verantwoordelijk is, het gaat geld kosten om dit beleid uit te voeren. Wij hebben al horen spreken over een bedrag van 300 mln. dat noodzakelijk zou kunnen zijn.

Minister Pronk:

Voorzitter! Op 30 juni vorig jaar heeft het kabinet meegedeeld, na de desbetreffende ministerraadsvergadering, dat er een nieuwe regeling zou komen, met onder andere nieuwe veiligheidsafstanden tussen vuurwerkinrichtingen en bebouwing. Op 8 november jongstleden heb ik een adviesregeling gepubliceerd – die is aan de Kamer toegezonden – waarin is opgenomen dat er voor nieuwe plannen en nieuwe inrichtingen een afstand van 800 meter in acht zou moeten worden genomen. Het is weliswaar een advies, maar dit weegt zeer zwaar. Het leidt ook tot een bewijslast bij de gemeente als zij daarvan wil afwijken. Ik heb toen ook meegedeeld dat een definitief vuurwerkbesluit, waar enige tijd mee zou zijn gemoeid, zou worden gebaseerd op de inhoud van de adviesregeling. Ik heb dat besluit inmiddels toegestuurd aan het kabinet. Het is al besproken in het politieke overleg en in onderraden. Het besluit wordt vrijdag besproken in de ministerraad. Of er dan overeenstemming wordt bereikt, is mij niet bij voorbaat bekend, maar het besluit is gebaseerd op de adviesrichtlijn. De gemeente kon dit dus weten.

Dient de bouw te worden gestopt? Er is sprake van een adviesrichtlijn, dus het is niet aan mij om dat te stellen. Voorts waren er al plannen. De bouwvergunning was ook al aangevraagd. Als de gemeente zegt dat deze kwestie niet nieuw is, dan is dat niet onjuist.

Als de regering beslist over het Vuurwerkbesluit, dan is het haar bekend dat er waarschijnlijk in maart ook besluitvorming zal moeten volgen over het ter beschikking stellen van financiële middelen voor het helpen van gemeenten bij de sanering van oude installaties, op basis van nader vast te stellen prioriteiten. Ik kan al wel meedelen dat de gemeente Enschede ervan is verwittigd dat, als er middelen komen, Enschede de eerste is die ervoor in aanmerking komt.

De heer Van der Steenhoven (GroenLinks):

Voorzitter! Ik dank de minister voor de beantwoording van de vragen. De minister zegt dat de gemeente Enschede het had kunnen weten. Wat vindt hij van de reactie van de desbetreffende wethouder? Deze zegt eigenlijk dat het kabinet en minister Pronk zeer onduidelijk zijn geweest over het beleid in dezen en dat de verantwoordelijkheid voor de ontstane situatie bij het kabinet ligt. Vindt de minister ook niet, gezien de veiligheid en de ervaringen, dat het bouwen in Enschede binnen de grens van 800 meter, onverantwoordelijk is en dat het kabinet pogingen moet doen daarvoor op korte termijn een oplossing te vinden?

Minister Pronk:

Voorzitter! In deze moeilijke situatie na Enschede gaat het er niet om elkaar verantwoordelijk of schuldig te verklaren. Ik stel alleen vast dat wij onze uiterste best hebben gedaan om direct na de ramp mededeling te doen van onze voornemens. Dat is eind juni vorig jaar gebeurd. Vooruitlopend op de inhoud van de nieuwe plannen – ik heb destijds al gezegd dat dit een dik halfjaar zou kosten – is een zeer gedetailleerde adviesregeling bekend gemaakt, naast de mededeling dat de inhoud van de definitieve regeling zeer sterk zou lijken op de adviesregeling. Die is dus bekend. Nieuw beleid, een nieuw plan, of een nieuwe vergunning, of daarvan sprake is, is echter altijd moeilijk vast stellen, want daarbij spelen data een rol. Bovendien heeft de gemeente Enschede gelijk als zij zegt dat er onzekerheid bestaat over de definitieve besluitvorming. Ik heb wel voorstellen gedaan aan het kabinet, maar het kabinet moet nog beslissen en daar is discussie over. Dit is dus een moeilijke overgangsperiode tussen de ramp en de definitieve vaststelling van het vuurwerkbesluit door het kabinet. Er is zeer hard aan het besluit gewerkt en daarvan is regelmatig uitgebreid kond gedaan aan de Kamer, de gemeenten, de medeoverheden en het bedrijfsleven.

De heer Van der Steenhoven (GroenLinks):

U heeft echter al in juni duidelijk gemaakt dat er binnen een veiligheidszone van 800 meter niet gebouwd zou moeten worden, terwijl er toch in september een bouwvergunning is verstrekt binnen die 800 meter. De vraag blijft hoe we op korte termijn iets aan die situatie kunnen doen. Er worden nu 100 huizen gebouwd die op een gevaarlijke plek staan. Er is daar overigens ook een woonwagenkamp dat er al stond voordat de vuurwerkopslag er kwam. Die mensen willen ook dat er actie wordt ondernomen. Wat zijn de mogelijkheden van het kabinet, respectievelijk de minister van VROM om door middel van een aanwijzing iets te doen aan de situatie?

Minister Pronk:

Voorzitter! We moeten eerlijk zijn. Ik heb in juni geen afstand genoemd. Ik heb gezegd dat er een besluit over de afstand zou komen en dat die afstand groot zou worden. De specifieke afstand van 800 meter is door mij pas bekendgemaakt op 8 november van het vorig jaar. Dat kon niet eerder. Er waren dus al plannen aan de orde in Enschede. Ik ben van mening dat er een oplossing moet worden gevonden voor die situatie. Dat houdt naar mijn mening in dat het desbetreffende vuurwerkbedrijf als een van de eersten in aanmerking zal moeten worden gebracht voor verplaatsing. Dat betekent dat Enschede, wanneer daar middelen voor ter beschikking worden gesteld, als een van de eersten – wat mij betreft als eerste – daarop zal moeten kunnen trekken. Dat is de toezegging die ik heb gedaan.

De heer Van der Steenhoven (GroenLinks):

Tot slot, mevrouw de voorzitter! Er wordt gesproken over een bedrag van 300 mln. dat nodig zou zijn om in dit soort situaties gevaarlijke opslag van spullen verder van woonwijken af te kunnen situeren. Heeft de minister dat bedrag ook gehoord? Denkt hij inderdaad dat een bedrag van die omvang noodzakelijk is? En zo ja, gaat het kabinet dat bedrag ter beschikking stellen bij de behandeling van het wetsontwerp?

Minister Pronk:

Mevrouw de voorzitter! Het saneren van alle gevaarlijke vuurwerkbedrijven zal tijd en heel veel geld kosten. Ik laat me over de omvang en de periode op dit moment niet uit. Dat hangt mede samen met de inhoud van het definitief door het kabinet vast te stellen vuurwerkbesluit. Ik voeg daaraan toe dat een en ander ook samenhangt met de vraag in hoeverre bedrijven bona fide zijn opgetreden. Alle vuurwerkbedrijven in Nederland zijn bezocht. Mijn milieu-inspectie heeft vastgesteld dat heel veel bedrijven tegen de regels in, ook in strijd met datgene wat op de verpakking stond vermeld, vuurwerk hebben neergelegd. Dat gedrag zal mede een factor zijn bij de uiteindelijke middelentoewijzing.

De voorzitter:

Gezien de tijd en het feit dat verschillende fracties mij herhaaldelijk erop gewezen hebben dat het vragenuur een uur dient te duren – wat we vandaag niet helemaal gehaald hebben – geef ik de heer Wilders aan dat hij zijn vragen schriftelijk kan stellen.

De heer Wilders (VVD):

Dat is jammer, voorzitter, maar regels zijn regels. Ik zal een andere manier proberen te vinden om deze vragen toch nog op een bepaalde wijze te kunnen stellen.

De voorzitter:

Ik reken op uw creativiteit in dezen.

Naar boven