Aan de orde zijn de stemmingen over twee moties, ingediend tijdens het debat over het bordeelverbod, te weten:

- de motie Barth over toepassing van de Arbeidsomstandighedenwet (25437, nr. 21);

- de motie-Van der Staaij over het toelatingsverbod voor niet-EU/EER-onderdanen (25437, nr. 22).

(Zie vergadering van 3 februari 2000.)

De voorzitter:

De motie-Van der Staaij (25437, nr. 22) is in die zin gewijzigd, dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat het ook na inwerkingtreding van de Wet opheffing algemeen bordeelverbod (Stb. 1999, 464) juridisch mogelijk blijft het toelatingsverbod voor niet-EU/EER-onderdanen ten behoeve van de prostitutie in Nederland te laten voortduren;

voorts overwegende, dat de handhaving van dit toelatingsverbod ook beleidsmatig wenselijk is, onder meer omdat dit in de praktijk een belangrijk instrument is om vrouwenhandel tegen te gaan;

van oordeel, dat er onverlet de geplande evaluatie over twee jaar, geen noodzaak is om dit toelatingsverbod op voorhand aan een beperkte periode (in principe twee jaar) te binden;

verzoekt de regering de evaluatie zoals afgesproken te laten plaatsvinden, maar de aangekondigde hernieuwde vaststelling van artikel 3 van het Besluit ter uitvoering van de Wet arbeid vreemdelingen geen voorlopig karakter te geven, en dus uit te gaan van een onbeperkte geldingsduur,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is voorgesteld door de leden Van der Staaij en Nicolaï. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 23 (25437).

De motie is rondgedeeld. Ik neem aan, dat wij er thans over kunnen stemmen.

In stemming komt de motie-Barth (25437, nr. 21).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA en het CDA voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van der Staaij/Nicolaï (25437, nr. 23).

De voorzitter:

Wij zullen hoofdelijk over deze gewijzigde motie moeten stemmen, omdat de uitslag onduidelijk is.

Tegen stemmen de leden: Hoekema, Kalsbeek, Kant, Karimi, Koenders, Kortram, Kuijper, Lambrechts, Marijnissen, Melkert, Middel, Van Nieuwenhoven, Noorman-den Uyl, Oedayraj Singh Varma, Oudkerk, Van Oven, Poppe, Rabbae, Ravestein, Rehwinkel, Van 't Riet, Rosenmöller, Santi, Scheltema-de Nie, Schimmel, Schoenmakers, Smits, Spoelman, Van der Steenhoven, Swildens-Rozendaal, Timmermans, Valk, Ter Veer, Vendrik, Van Vliet, M.B. Vos, Wagenaar, Van Walsem, De Wit, Witteveen-Hevinga, Van Zijl, Zijlstra, Van Zuijlen, Albayrak, Apostolou, Arib, Augusteijn-Esser, Bakker, Barth, Belinfante, De Boer, Van Bommel, Bos, Bussemaker, De Cloe, Crone, Dijksma, Dittrich, Duivesteijn, Duijkers, Feenstra, Van Gent, Van Gijzel, Giskes, Gortzak, De Graaf, Halsema, Hamer, Harrewijn, Van Heemst, Hermann, Herrebrugh, Hindriks en Van der Hoek.

Voor stemmen de leden: Van der Hoeven, Hofstra, De Hoop Scheffer, Kamp, Klein Molekamp, Van der Knaap, Leers, Luchtenveld, E. Meijer, Th.A.M. Meijer, Van Middelkoop, Mosterd, Nicolaï, Niederer, Oplaat, Passtoors, Patijn, Reitsma, Remak, Rietkerk, Rijpstra, Ross-van Dorp, Rouvoet, Schreijer-Pierik, Schutte, Snijder, Van der Staaij, Stellingwerf, Stroeken, Terpstra, Udo, Te Veldhuis, Verbugt, Verburg, Verhagen, Van der Vlies, O.P.G. Vos, Voûte-Droste, De Vries, Weisglas, Wijn, Van den Akker, Van Ardenne-van der Hoeven, Atsma, Van Baalen, Balkenende, Van Beek, Van den Berg, Biesheuvel, Bijleveld-Schouten, Blaauw, Van Blerck-Woerdman, Blok, Brood, Buijs, Van de Camp, Cherribi, Cornielje, Dankers, Van Dijke, Dijkstal, Van den Doel, Essers, Eurlings, Geluk, De Haan, Hessing en Hillen.

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze gewijzigde motie met 74 tegen 68 stemmen is verworpen.

Naar boven