Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het voorstel van rijkswet Goedkeuring van het op 10 september 1996 te New York tot stand gekomen Verdrag inzake het alomvattend verbod op kernproeven (Trb. 1997, 62) (25728, R1602), en over:

- de motie-Hoekema c.s. over onderhandelingen ter vermindering van de kernwapenarsenalen (25728, R1602, nr. 6).

(Zie vergadering van 30 september 1998.)

De voorzitter:

De motie-Hoekema c.s. (25728, R1602, nr. 6) is in die zin gewijzigd, dat het oordeel thans luidt:

'van oordeel, dat het wenselijk is dat reducties van de arsenalen van alle kernwapenstaten met kracht worden voortgezet;'.

Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 7 (25728, R1602).

De artikelen 1 en 2 en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het voorstel van rijkswet.

De voorzitter:

Ik constateer, dat het voorstel van rijkswet met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Hoekema c.s. (25728, R1602, nr. 7).

De heer Van den Doel (VVD):

Mevrouw de voorzitter! De VVD stelt het oordeel van de regering op prijs over deze aan het begin van de middag rondgedeelde gewijzigde motie. Ik constateer dat vak K leeg is, zodat ons voorstel is, deze motie volgende week in stemming te brengen.

De voorzitter:

Ik neem aan dat daartegen geen bezwaar bestaat bij de rest van de Kamer. Ik stel daarom voor, het voorstel van de heer Van den Doel over te nemen.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

Naar boven