Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Justitie (VI) voor 1997 (25000 VI).

(Zie vergadering van 21 november 1996 en het notaoverleg van 2 december 1996.)

De voorzitter:

De amendementen-Van de Camp (stuk nrs. 9 en 10) zijn ingetrokken.

De artikelen 1 t/m 4 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van de Camp (stuk nr. 8).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de CD en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-M.M. van der Burg/Dittrich (stuk nr. 27, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, D66, GroenLinks, de SP, de RPF, het GPV, de SGP, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de Unie 55+ en het lid Hendriks voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement de andere op stuk nr. 27 voorkomende gewijzigde amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

Artikel 01.01 van de begrotingsstaat, onderdeel uitgaven en verplichtingen, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-M.M. van der Burg/Dittrich (stuk nr. 27, I), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 01.03 t/m 04.01 worden zonder stemming aangenomen.

Artikel 04.03, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-M.M. van der Burg/Dittrich (stuk nr. 27, II), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 04.04 t/m 05.04 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-O.P.G. Vos (stuk nr. 15, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, de RPF, GroenLinks en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 15 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

Artikel 06.01 wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 06.03, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-M.M. van der Burg/Dittrich (stuk nr. 27, III), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 06.04 wordt zonder stemming aangenomen.

De gewijzigde begrotingsstaat, onderdeel uitgaven en verplichtingen, wordt zonder stemming aangenomen.

De begrotingsstaat, onderdeel ontvangsten, de begrotingsstaat, onderdeel agentschappen, en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat behoudens het lid Hendriks de aanwezige leden van alle fracties voor het wetsvoorstel hebben gestemd, zodat het is aangenomen.

Naar boven