Vragen van het lid De Koning aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, de heer Nuis, over Sport 7.

De voorzitter:

Ik vraag de collega's om bij dit agendapunt de nodige soberheid te betrachten in het woordgebruik – en dan heb ik het niet over de kwaliteit, maar over de kwantiteit – zodat wij alle mondelinge vragen binnen het daarvoor gestelde uur kunnen afwerken.

Mevrouw De Koning (D66):

Mijnheer de voorzitter! Het kan niemand zijn ontgaan: Sport 7 bestaat niet meer. Bij de geboorte van de sportzender dacht de KNVB nog ruim 2 mln. winst per jaar te zullen boeken, inmiddels blijken de verliezen het vijftigvoudige daarvan. De juridische strijd is op alle fronten in volle gang. Het gaat vooral om deze vragen: wie had, wie heeft en wie krijgt waar recht op. Alle middelen worden ingezet, inclusief een mogelijk tussentijdse statutenwijziging van de KNVB. Ook de NOS staat middenin deze discussie.

De staatssecretaris heeft in zijn brief van 19 februari over de sportzender gesteld dat het wezenlijk is dat op de open netten de actuele verslaggeving van de nationale competities en interlands op adequate wijze wordt voortgezet. Hierover heb ik enkele vragen aan de staatssecretaris, voor de korte termijn.

1. Kan de staatssecretaris de Kamer inzicht geven over de vraag of met de licentie aan Sport 7 ook de sublicenties van de NOS zijn vervallen, waarvoor reeds 25 mln. geheel is betaald?

2. Zijn er voor de staatssecretaris grenzen aan de bedragen die de NOS bij de eventuele nieuwe onderhandelingen over de televisierechten mag bieden, gezien de weinig zonnige financiële vooruitzichten van de NOS en de inzet van publieke middelen daarbij?

3. In de eerdergenoemde brief van 19 februari stelt de staatssecretaris dat de publieke omroep altijd in staat gesteld moet worden aandacht te schenken aan actuele sportverslaglegging. Hoe denkt hij dit te bevorderen als er een patstelling in de onderhandelingen ontstaat en wij eventueel een tijdperk zonder voetbaluitzendingen ingaan? Ziet hij een rol als bemiddelaar voor zichzelf?

4. Hoe beoordeelt staatssecretaris Nuis de mogelijkheid van het overgaan van de voetbalrechten in buitenlandse handen?

Staatssecretaris Nuis:

Mijnheer de voorzitter! De feiten over Sport 7 zijn duidelijk. Sport 7 bestaat niet meer. De onderneming is mislukt. Er staat een aantal mensen op straat. Dat zijn de harde feiten.

Niet zo duidelijk is de juridische situatie, zoals mevrouw De Koning al zei. Ik heb geprobeerd een aantal dingen die in de krant staan te verifiëren. Er zal surseance van betaling worden aangevraagd, maar het is mij nog niet duidelijk of dat is gebeurd en of er een bewindvoerder is aangesteld. Er staan berichten in de krant dat vóór de surseance van betaling het contract zou zijn opgezegd, maar er is onduidelijkheid over de vraag of dat wel of niet eenzijdig is. Dat is wel begrijpelijk, want er wordt juridisch positie gezocht. Daardoor blijven die dingen nog even in het vage.

Mevrouw De Koning heeft een aantal concrete vragen gesteld. Zij vroeg onder andere naar de korte termijn. Volgende week wordt een interland gespeeld en daar is geen probleem mee. Die werd immers al uitgezonden door de NOS. Het gaat dus om de samenvattingen van de wedstrijden die worden gespeeld in het weekend voor de winterstop. Dat is de korte termijn.

Zij heeft voorts gevraagd of de licenties nog gelden. Dat is mede afhankelijk van de juridische positie, van de vraag of er nu wel of niet een bewindvoerder is. Op die vraag is op dit moment niet precies antwoord te geven. Ik denk dat de vraag die daarachter zit, luidt: betekent dit dat de NOS het geld kwijt is? Dat is niet het geval, want het nog niet voltooide deel daarvan blijft natuurlijk een claim bij nieuwe onderhandelingen. Dat zal een bedrag zijn van zo'n 10 mln. De ene helft is voldaan en de andere helft niet. Verder zou dat kunnen helpen bij dat weekend voor de winterstop.

Hoe het ook zij met de juridische positie van de licentie, ik heb in ieder geval goede hoop dat die wedstrijden wel verslagen zullen worden. Immers, wie ook de rechthebbende is, iedereen in dit spel heeft er belang bij dat die uitzending totstandkomt en dat daarvoor betaald wordt. Ik denk dus dat er een goede kans is dat wij het ook voor dat weekend wel redden. Dat is dus niet het aanstaande maar het daaropvolgende weekend.

Mevrouw De Koning vroeg of ik de patstelling zou willen doorbreken. Voor je het weet, is dat politieke druk. Dat heb ik tenminste geleerd. Dit is een onderhandeling tussen marktpartijen. Ik denk dat het niet verstandig is als de regering al bij voorbaat zou gaan roepen dat zij het wel even zal regelen als de marktpartijen er niet uitkomen. Bovendien denk ik dat ze er wel uitkomen. Er is op dit moment ook geen sprake van een impasse, maar er is sprake van koortsachtige bedrijvigheid.

Er moeten even een paar dingen na elkaar gebeuren. Allereerst moet de KNVB intern duidelijkheid krijgen over wat hij eigenlijk in de winkel heeft, wat hij kan aanbieden. Daar hebben alle clubs in die KNVB belang bij. Ik reken er dus op dat er een soort overeenstemming uitrolt over wat de KNVB en de clubs nu eigenlijk in de aanbieding hebben. Het is vervolgens duidelijk geworden dat een aantal partijen interesse in die rechten heeft. De onderhandelingen kunnen dus goed op gang komen en ook heel snel hun beslag krijgen. Er is dus geen sprake van een patstelling. Ik zal mij derhalve ook maar niet verdiepen in de academische vraag wat er zal gebeuren als die patstelling toch zou ontstaan.

Een andere vraag van mevrouw De Koning luidt: zijn er grenzen aan wat de NOS mag uitgeven? Jawel, want onderin die portemonnee houdt dat op. Maar ook wat dit betreft denk ik dat wij in een veel gunstiger situatie zitten dan het geval was toen ik de Kamer in februari berichtte. Alle deskundigen melden mij dat de prijzen van die voetbalrechten waarschijnlijk omlaag zullen gaan. Er is bovendien van verschillende kanten vraag naar. Niemand wil de hele koek. Ik heb derhalve geen enkele reden om aan te nemen dat de NOS teveel geld zal uitgeven als gevolg van een nervositeit of zij wel voldoende krijgt. Ik proef dat namelijk een beetje achter de vraagstelling van mevrouw De Koning. Ik denk dat dit niet het geval zal zijn. Er zijn in mijn ogen echter wel degelijk grenzen aan wat de publieke omroep niet alleen moet betalen voor voetbal, maar ook aan wat hij moet uitzenden aan voetbal. Daar is een grens aan.

Ten slotte wil ik nog iets zeggen over de kwestie van buitenlandse deelneming. Ik wijs erop dat zodra commerciële partijen meebieden, daar ook buitenlands geld bij betrokken is. Dat geldt voor de HMG, voor SBS 6, voor bijna iedereen. Ik maak geen onderscheid tussen een binnenlandse en een buitenlandse aandeelhouder. Ik acht dat niet mijn taak. Als mevrouw De Koning bedoelt dat er als het ware een geheel buitenlandse agent zou kunnen zijn die de rechten van NEC-NAC wil opkopen om in Oregon uit te zenden, dan hebben wij misschien een probleem. Maar, eerlijk gezegd, lijkt mij dat niet echt aan de orde. Als er iemand is die de rechten wil opkopen om ze weer te verkopen aan een Nederlandse zender – dat is immers de enige manier om er geld mee te verdienen – dan zal hij dat geld toch van die Nederlandse zender moeten krijgen. Hij kan dus nooit meer bieden dan die zender zelf zou doen. Ik ben blij dat de vraag gesteld is, maar ik denk dat daar niet onmiddellijk zorg over hoeft te bestaan.

Mevrouw De Koning (D66):

Voorzitter! De staatssecretaris neemt mijn opvatting van de korte termijn wat te nauw. Ik bedoelde daarmee een iets langere termijn dan alleen het komende weekend. Ik wilde daarmee bovendien aangeven dat deze hele problematiek niet alleen langer duurt, maar ook in een veel weidser scala hoort, waarin ook het probleem van de decoders een plaats zal krijgen. Dat laatste probleem hebben wij nu bewust even buiten schot gelaten.

De antwoorden van de staatssecretaris hebben betrekking op de korte termijn. Daar heeft hij groot gelijk in. Als hij zegt dat het eigenlijk alleen maar goedkoper wordt, is ook dat alleen geldig voor de korte termijn. Het wordt natuurlijk alleen maar duurder. De tijd dat voetbal gratis waarneembaar is, is goed voorbij. Ik neem tenminste aan dat wij dit met zijn allen kunnen concluderen.

Mijn opmerking over grenzen van betaling aan de NOS bedoelde ik niet letterlijk. Ik snap heus wel dat de staatssecretaris zijn positie hierin niet duidelijk zal maken. De vraag is echter of de NOS aan de ene kant op het Jeugdjournaal moet bezuinigen en aan de andere kant juist meer geld aan het voetbal moet uitgeven. De genoemde bezuiniging is overigens alweer teruggedraaid. Het was echter meer in die zin dat ik mijn opmerking maakte.

Ik wil de staatssecretaris vragen wat zijn visie is op de situatie en de positie van het amateurvoetbal. Die hebben zich in de hele zaak gesteld met de opvatting dat het hun ook aangaat. Dit zijn degenen die echt de dupe kunnen worden.

Maar goed, ik zal mij beperken. De voorzitter wil dat. Ik hoor het hem denken. Ik wil de staatssecretaris vragen om, als hij de duidelijkheid nu nog niet kan geven, hierover later een brief aan de Kamer te sturen.

Staatssecretaris Nuis:

Voorzitter! Ik begrijp dat ik de andere vragen als een inleiding op de laatste vraag moet behandelen. Ik zal de Kamer echter graag op de hoogte houden van de wederwaardigheden rond de voetbalrechten in de komende week.

De heer Beinema (CDA):

Voorzitter! De NOS beschikt of beschikte tot voor kort over sublicenties voor het uitzenden van reportages van voetbalwedstrijden. Dat is niet helemaal duidelijk. Beschouwt de staatssecretaris het pakket aan sublicenties dat de NOS nu heeft of tot voor kort had, als een minimumpakket voor nu en de toekomst, gezien de wettelijke taak van de NOS in dit opzicht?

Staatssecretaris Nuis:

Voorzitter! Ik heb de indruk dat de sublicenties zoals de NOS die nu verworven heeft, een redelijk goede oplossing van het probleem waren en dat ook blijven. Dat laat onverlet dat er natuurlijk wijzigingen kunnen optreden bij een andere verdeling van de rechten over de delen van de avond waarop de zaken worden uitgezonden. Ik herhaal echter wat ik in mijn brief van februari heb geschreven en dat is dat ik het belangrijk vind dat de publieke omroep, het meest open net dat wij hebben, behoorlijk verslag doet van de competitie in samenvattingen en dat bovendien wedstrijden waar het hele land naar wil kijken, voor iedereen toegankelijk moeten zijn. Ook daarin speelt de publieke omroep een rol, wellicht naast enkele andere brede commerciële zenders. Dat is de doelstelling. Die was bereikt en ik ga ervan uit dat die ook in de nieuwe situatie bereikt zal worden. Ik heb ook goede hoop dat dit gebeurt. Ik heb niet veel redenen om daaraan te twijfelen. In die zin kan men ongeveer van een minimumpakket spreken. Het ligt ook in de buurt van een maximumpakket. Dat is een antwoord op de vraag van mevrouw De Koning. Wij hoeven niet alles wat voetbal is op onze publieke zenders uit te zenden. Als men ervoor betaald heeft, moet men echter uitzenden.

De heer Poppe (SP):

Voorzitter! Ik ben blij dat het Nederlandse volk vrijwel unaniem te kennen heeft gegeven niet gediend te zijn van gesjacher met de nationale sport. Sport 7 is dus verdwenen. De staatssecretaris laat het wel erg ruim aan de marktpartijen over. Mijn vraag aan de staatssecretaris is waar voor hem de grenzen liggen bij het mogelijk voortgaan van gesjacher met ons voetbal. Wat zijn de criteria voor de minister om zodanig in te grijpen dat er een garantie komt dat de competitie op het beeld zichtbaar is zonder extra kosten voor de kijker?

Staatssecretaris Nuis:

Voorzitter! Ik herinner wederom aan mijn brief van februari. Er is immers merkwaardig genoeg in mijn standpunt niet zoveel veranderd. De werkelijkheid is veranderd, mijn standpunt niet. In februari heb ik de Kamer gemeld dat ik in een eerste ronde gesproken had met de betrokkenen: de KNVB, Sport 7, en iedereen die er verder mee te maken had. Toen heb ik het volgende uitgangspunt weergegeven. Het lijkt mij zeer onwaarschijnlijk en ook niet wenselijk dat elk gezin in Nederland een bepaald bedrag extra zou moeten betalen om voetbal te kunnen zien. Het gaat niet alleen om die twee gulden, maar er kan dan ook een volgende komen en een cumulatie ontstaan. Dat heb ik duidelijk onder de aandacht gebracht en het is ook duidelijk geworden. Maar als er kan worden gekozen, is het een ander verhaal, zo heb ik verder gezegd; dan kunnen sommige zaken achter de decoder worden gebracht, zoals het geval is met pay-tv ofwel abonneetelevisie.

Als de decoder in het spel komt, vind ik het van groot belang dat er een redelijke mate van algemene sportverslaggeving in het open net komt, dus vóór de decoder, plus een aantal wedstrijden waar heel Nederland naar wil kijken. Dat heb ik toen gezegd. Ik herhaal het nu en ik zal proberen te voorkomen dat daar inbreuk op wordt gemaakt, maar ik kan het nu op een aanzienlijk ontspannener toon zeggen dan in februari, want toen leek dat uitgangspunt bedreigd te worden. In de huidige situatie worden deze desiderata veel minder bedreigd. Overigens blijf ik er natuurlijk op toezien.

Naar boven