Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Gisteren is bij de stemmingen verzuimd te stemmen over de motie-Kalsbeek-Jasperse (25600-VI, nr. 27) over de derde fase herziening rechterlijke organisatie. Mijn excuses.

Ik stel voor, deze stemming toe te voegen aan de stemmingslijst voor donderdag.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik heb vanmorgen persoonlijk contact gehad met collega Rita Süssmuth van de Bondsdag in Bonn. Na herhaalde pogingen om een behoorlijke delegatie af te vaardigen naar Rotterdam voor het bilaterale contact voor vrijdag en zaterdag, is zij daarin niet geslaagd. Er zijn maximaal tien collega's van de Bondsdag beschikbaar. Dat wijst al op weinig enthousiasme. Het leidt vermoedelijk tot een verdere afbrokkeling. Wij kwamen samen tot de conclusie dat het onder deze omstandigheden beter is om deze activiteit af te blazen, hoe vervelend dat ook is. Er is een groentje rondgegaan naar de verschillende fracties. Degenen die zich hadden opgegeven, zijn telefonisch verwittigd.

Het woord is aan mevrouw Sipkes.

Mevrouw Sipkes (GroenLinks):

Voorzitter! Enige weken geleden heeft mijn collega Marijke Vos mondelinge vragen gesteld aan minister Van Aartsen over de kritiek van de Europese Unie op de Nederlandse aanpak van de varkenspest. Minister Van Aartsen heeft gezegd dat de kritiek aanleiding zou zijn tot substantiële wijzigingen. Inmiddels heeft de Europese inspectie gezegd dat de ergste kritiek – Nederland heeft zich te veel laten leiden door financiële overwegingen – overeind blijft. Wij willen van minister Van Aartsen een reactie hebben op deze laatste ontwikkelingen. Ik vraag met spoed een brief van hem.

De voorzitter:

Het knikken vertaal ik als instemming. Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Bijleveld-Schouten.

Mevrouw Bijleveld-Schouten (CDA):

Voorzitter! In het Algemeen Dagblad van vanmorgen stond een bericht over het paspoort en de fraudebestendigheid ervan. Wij hebben nog niet zo lang geleden van staatssecretaris Kohnstamm een brief gehad – 30 september – waarin hij ons liet weten dat naar zijn oordeel de aangepaste reisdocumenten toch echt aanzienlijk moeilijker te vervalsen waren. Nu blijkt dat dit toch niet het geval is. Hij heeft rapporten en adviezen gehad waaruit dat zou blijken. Ik zou de staatssecretaris om een brief willen vragen waarin hij de situatie precies uitlegt, aangeeft wat er in de rapporten staat en aangeeft wanneer hij daarvan op de hoogte was, zodat wij er hier op niet al te lange termijn over kunnen spreken.

De voorzitter:

Ik denk dat het een lustrumviering wordt.

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Rijpstra.

De heer Rijpstra (VVD):

Mijnheer de voorzitter! De vorige week heeft de Kamer over de begroting van VWS gesproken. Daarbij is onder andere het overleg over de sport tussen het ministerie van VWS, NOC-NSF en de Landelijke contactraad aan de orde gekomen. De regiefunctie van het departement is ter sprake gekomen en vooral het belang van coördinatie en aansturing van het sportbeleid.

Tot onze verbazing heeft NOC-NSF een brief aan alle Nederlandse gemeenten gestuurd waarin min of meer de regiefunctie wordt geclaimd, dit tegen de afspraken met het ministerie en de Landelijke contactraad in. Mede namens de fracties van PvdA, D66 en het CDA vraagt de VVD-fractie via u aan de staatssecretaris van VWS op zeer korte termijn met NOC-NSF en de Landelijke contactraad te overleggen en de uitkomsten van dit beraad aan de Kamer te doen toekomen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Stellingwerf.

De heer Stellingwerf (RPF):

Voorzitter! Ik wil twee punten aan de orde stellen.

Ik begin met een vraag aan u over het wetsvoorstel inzake onderwijs in allochtone levende talen. Dat is gisteren van de agenda afgevoerd. U hebt gezegd te willen proberen het vandaag nog op de agenda te plaatsen. Gezien de tijdsdruk van vandaag dring ik erop aan het wetsvoorstel op een ander moment te behandelen. Wat mij betreft is er helemaal geen haast mee en zou het zelfs wel over het kerstreces heengetild kunnen worden. Ik verzoek u op z'n minst dat in uw overwegingen te betrekken.

Een tweede punt is dat wij vanochtend te horen hebben gekregen dat een overleg over de octrooieerbaarheid van dieren en planten vanmiddag komt te vervallen. De redenen weet ik niet precies, maar morgen zal er op Europees niveau besluitvorming plaatsvinden. De Kamer kan nu niet meer over dit fundamentele onderwerp discussiëren. Dit lijkt mij toch bitter hard noodzakelijk. Ik weet niet precies welke procedure precies gevolgd kan worden.

De heer Ten Hoopen (CDA):

Dat is gisteren in een procedurevergadering aan de orde geweest. Daar zijn afspraken gemaakt.

De heer Stellingwerf (RPF):

Wij zijn er in ieder geval niet van op de hoogte of de besluitvorming op Europees niveau nu doorgaat of niet. Ik heb er dringend behoefte aan nog een keer over dit onderwerp te praten. Dat zou betekenen dat er morgen wat Nederland betreft geen definitief besluit kan worden genomen. Ik zou u willen verzoeken dat aan de staatssecretaris mee te geven. In ieder geval mijn fractie en naar ik aanneem meer fracties hebben de behoefte er inhoudelijk nog diepgaand over te praten.

De voorzitter:

Gisteren hadden wij geen tijd meer om het wetsvoorstel allochtone levende talen te bespreken. Ik wil mijn uiterste best doen om dat vandaag nog te doen. Het staat op de agenda. Mogelijkerwijs hebben wij aan het eind van de middag tot aan het begin van de avond even ruimte om het wetsvoorstel te behandelen.Voorzitter Ik wil daar toch graag aan vasthouden. Dat doe ik niet om de spanning erin te houden, want wij hebben genoeg te doen, maar het staat niet voor niets geagendeerd. Ik wil proberen daarvoor aan het eind van de middag ruimte te scheppen.

De heer Van Boxtel (D66):

Mag ik misschien daarbij helpen? Het verzoek van de heer Stellingwerf overvalt mij en waarschijnlijk ook mijn fractie. Er is gewoon gerekend op een debat vandaag. Ik kan mij voorstellen dat u met de voorzitter van de vaste commissie nog even bij de woordvoerders checkt of iedereen dat gevoelen deelt of niet. Ik vind het een beetje raar om dit hier uit te discussiëren, terwijl een heleboel fracties nu niet aanwezig zijn. Wij kunnen niet weten of zij niet toch willen doorzetten.

De voorzitter:

Mij heeft geen enkel geluid bereikt van de strekking dat dit naar een later tijdstip moet worden verschoven. Integendeel, van de kant van de regering heeft men gezegd: hoe eerder, hoe beter; dit geldt eigenlijk altijd.

De heer Lilipaly (PvdA):

De commissie zelf heeft u gevraagd het wetsvoorstel zo snel mogelijk te laten behandelen, zo mogelijk deze week. Ik steun dus uw voorstel.

De heer Rabbae (GroenLinks):

Waarschijnlijk maak ik de discussie nog verwarrender, voorzitter. Als ik het goed heb beluisterd, zegt u dat u een poging doet om het vanmiddag nog aan de orde te stellen, maar dat hierover geen zekerheid is. In dat geval moeten wij een beetje blijven rondhangen in dit gebouw.

De voorzitter:

Ik zeg erbij dat woensdag een normale Kamerdag is. Wij hebben een geweldig zwaar programma en ik vind dat wij onder dit soort omstandigheden de agenda niet moeten ontlasten met het risico dat wij onze tijd niet efficiënt gebruiken. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is pas weer om half zeven beschikbaar. De tussentijd zou zeer geschikt zijn om dit wetsvoorstel te behandelen en ik hecht eraan om hieraan vast te houden.

De heer Rabbae (GroenLinks):

Het gaat ook om onze programma's. Als wij hier blijven en de behandeling gaat door, is het natuurlijk prima, al ben ik geneigd tot steun aan het voorstel van de heer Stellingwerf. Als wij hier tot middernacht blijven hangen en het niet aan de orde komt, verspillen wij echter onze tijd.

De voorzitter:

Het wordt niet op de lange baan geschoven. Als wij rond vijf uur, half zes geen ruimte hebben, houd ik de volgorde zoals die is. Dan is er voor een aantal woordvoerders wellicht een aantrekkelijk alternatief als tijdsbesteding voor de woensdagavond. Ik vind niet dat ik dit nu al kan zeggen.

Voor het tweede punt, de biotechnologie, waren de heer Ten Hoopen en de heer Van Boxtel naar de interruptiemicrofoon gesneld.

De heer Ten Hoopen (CDA):

Ik zei al tegen de heer Van Boxtel dat dit onderwerp gisteren in de procedurevergadering van de vaste commissie voor Economische Zaken aan de orde is geweest. Toen hebben de vier grote fracties gezegd dat het van de agenda kan worden afgevoerd. Dit is ook mijn antwoord aan de heer Van Boxtel.

De heer Boxtel (D66):

Ik vind het prima, want ik schik mij graag naar andere commissies. Het enige wat ik nog tegen de heer Stellingwerf wil zeggen, is dat er bij mijn weten morgen een uitgebreid algemeen overleg met diverse bewindslieden over de agenda van de eerstkomende EU-raad is. Daar kan hij altijd zijn opwachting maken.

De heer Stellingwerf (RPF):

Ik betreur het dat het specifieke onderwerp van de agenda af is en dat het niet belangrijk genoeg meer gevonden wordt om het apart te bespreken. Dan moeten wij het morgen aan de orde stellen.

De voorzitter:

Uitstekend.

Naar mij blijkt, zijn er geen andere collega's die bij de regeling van werkzaamheden het woord wensen. Dan schors ik de vergadering totdat de staatssecretaris van Financiën weer in ons midden is.

De vergadering wordt enkele minuten geschorst.

Naar boven