Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de vaste commissies voor Justitie en voor Binnenlandse Zaken stel ik voor, de wens te kennen te geven dat de bij brief van de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken d.d. 13 november 1996 overgelegde ontwerpbesluiten Unie-verdragen (23490, nr. 57) de uitdrukkelijke instemming van de Staten-Generaal behoeven.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda voor volgende week:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van enkele andere fiscale wetten in verband met de openstelling van bezwaar en beroep tegen een aantal fiscale beschikkingen (24868);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de inkomensgrens ziekenfondsverzekering voor AOW-gerechtigden (25062);

  • - het wetsvoorstel Instelling van de Waddenadviesraad (Wet op de Waddenadviesraad) (24704);

  • - het wetsvoorstel Instelling van een Raad voor de financiële verhoudingen (Wet op de Raad voor de financiële verhoudingen) (24781);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Overgangswet verzorgingshuizen voor de situaties waarin niet tijdig een plan op grond van de Wet op de bejaardenoorden is vastgesteld (25104);

  • - het wetsvoorstel Aanpassing van de loon- en inkomstenbelasting c.a., met het oog op vereenvoudiging van de wetgeving en vermindering van de administratieve lasten van het bedrijfsleven (Wet aanpassing loon- en inkomstenbelasting c.a. 1997) (25051);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen en de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (uitbreiding definitie speur- en ontwikkelingswerk en verlaging urennorm in de zelfstandigenaftrek in verband met speur- en ontwikkelingswerk) (25076);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 en de Wet op de loonbelasting 1964 (beperking aftrekbare kosten terzake van criminele activiteiten) (25019);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Gemeentewet, houdende opneming daarin van de bevoegdheid van de burgemeester om woningen, niet voor het publiek toegankelijke lokalen of bij die woningen of lokalen behorende erven te sluiten bij verstoring van de openbare orde (24699);

  • - het wetsvoorstel Verlenging van de werkingsduur van enkele onderdelen van de wet van 28 september 1988, Stb. 440 (verlenging van het experiment budgetfinanciering, decentralisatie en deregulering van de Wet sociale werkvoorziening) (25048);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (bevordering van de werkgelegenheid in aangewezen gebieden) (24880).

(Voor alle wetsvoorstellen geldt: voorzover de voorbereiding zal zijn voltooid.)

Ik ga er hierbij van uit dat het hamerstukken betreft dan wel een uiterst korte plenaire afronding.

Ik stel voor, aan de orde te stellen op dinsdag 3 december bij het begin van de vergadering:

  • - de vervulling van de vacature in de Hoge Raad (25105).

Ik stel voor, dinsdag 26 november te stemmen over:

a. de moties voorgesteld bij de begrotingsbehandeling van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, te weten:

  • - de motie-Van der Linden over versterking van de concurrentiepositie van alle agrarische bedrijfstakken (25000-XIV, nr. 11);

  • - de motie-Van der Linden over uitvoering van het Natuurbeleidsplan (25000-XIV, nr. 12);

  • - de motie-Huys/Swildens-Rozendaal over de uitbouw van het kenniscentrum Wageningen (25000-XIV, nr. 13);

  • - de motie-M.B. Vos over versterking van de natuurkwaliteit zowel binnen als buiten de ecologische hoofdstructuur (25000-XIV, nr. 14);

  • - de motie-Blauw over de gevolgen van de opheffing van het Landbouwschap (25000-XIV, nr. 15);

  • - de motie-Keur c.s. over het verbouwen en vernietigen van landbouwproducten (25000-XIV, nr. 16);

  • - de motie-Augusteijn-Esser c.s. over aankoop en beheer van natuurgebieden (25000-XIV, nr. 17);

  • - de motie-Van der Vlies over het fusieproces LUW-DLO (25000-XIV, nr. 18);

  • - de motie-Smits over veiligheidsonderwijs voor opvarenden van zeevisserijschepen (25000-XIV, nr. 25);

  • - de motie-Smits over een beroepsopleiding voor visverwerking en kwaliteitsleer (25000-XIV, nr. 26);

  • - de motie-M.B. Vos over milieu- en sociale effecten van akkoorden met ontwikkelingslanden (25000-XIV, nr. 27);

  • - de motie-Stellingwerf/Van der Vlies over overleg over adviezen van de ICES en de quoteringsvoorstellen van de Europese Commissie (25000-XIV, nr. 28);

  • - de motie-Stellingwerf c.s. over controle op de visquota (25000-XIV, nr. 29);

  • - de motie-Van Waning over een structureel adequate financiering van het nationale visserijonderzoek (25000-XIV, nr. 30).

b. de moties voorgesteld bij de begrotingsbehandeling van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, te weten:

  • - de motie-Ten Hoopen c.s. over het prognosemodel in de volkshuisvesting (25000-XI, nr. 19);

  • - de motie-Ten Hoopen/Duivesteijn over een wettelijke regeling voor huurdersorganisaties (25000-XI, nr. 20);

  • - de motie-Duivesteijn c.s. over het eigenwoningbezit onder lagere-inkomensgroepen (25000-XI, nr. 23);

  • - de motie-Duivesteijn over de bespreking van de jaarlijkse huurbrief (25000-XI, nr. 24);

  • - de motie-M.B. Vos/Assen over de experimentenregeling duurzaam bouwen (25000-XI, nr. 26);

  • - de motie-Hofstra c.s. over de besluitenregeling voor grote projecten (25000-XI, nr. 28);

  • - de motie-Hofstra c.s. over een totaalregeling voor de volkshuisvestingssubsidies (25000-XI, nr. 29);

  • - de motie-Hofstra c.s. over het eigenwoningbezit van midden- en lagere-inkomensgroepen (25000-XI, nr. 30);

  • - de motie-Jeekel c.s. over het huurbeleid voor het komend jaar (25000-XI, nr. 33).

Ik stel voor, donderdag aanstaande om 11.15 uur te stemmen over de op dat moment afgeronde onderwerpen.

Ik stel voor, de stukken 21517, nr. 28, 21860, nrs. 46 en 47, 22112, nr. 70, 24034, nr. 16, en 25000-XIII, nr. 28 voor kennisgeving aan te nemen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer De Cloe.

De heer De Cloe (PvdA):

Voorzitter! Heeft u voor volgende week ook de brief van het kabinet over de stadsprovincie Rotterdam geagendeerd?

De voorzitter:

Dat punt is bij een eerdere regeling reeds op de agenda geplaatst. Pas later op de dag zal ik kunnen vaststellen of het lukt. Mijn inspanningen zijn er wel op gericht, maar ook de Kamer zal zich hiervoor moeten inspannen. Ik weet niet hoe de vergadering vandaag zal verlopen. Door het verloop van de vergadering van gisteren is de agenda in ieder geval weer extra belast. U weet wat het probleem is: wij moeten volgende week een groot aantal financiële wetsvoorstellen en wetsvoorstellen op het gebied van Sociale Zaken behandelen. Als het enigszins kan, wordt dit punt volgende week behandeld.

De heer De Cloe (PvdA):

Ik kan u melden dat de leden van de commissie op dinsdag, woensdag en donderdagochtend beschikbaar zijn.

De voorzitter:

Dank u wel!

Het woord is aan de heer Van Gelder.

De heer Van Gelder (PvdA):

Voorzitter! Er ligt een wijziging van de Mediawet voor in verband met het vormen van een zelfstandig bestuursorgaan voor de Dienst omroepbijdragen (24648). Essentieel onderdeel hiervan is het voorstel om provincies de bevoegdheid te geven, een provinciale opslag op de omroepbijdragen te heffen om het mogelijk te maken dat zij voortgang boeken met de provinciale tv-omroepen. De vraag van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is of het mogelijk is om dit wetsvoorstel volgende week af te handelen, omdat anders de provincies in grote moeilijkheden komen. De commissie is zich bewust van de drukte op de agenda en zal zich weten te beperken tot een tweeminutendebatje, als u erin bewilligt dat het volgende week afgehandeld kan worden.

De voorzitter:

Dat wordt dan een debat in één termijn met een spreektijd van twee minuten per fractie en zonder interrupties.

De heer Van Gelder (PvdA):

Ja, zo kunnen wij dat afspreken.

Aldus wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Gabor.

De heer Gabor (CDA):

Voorzitter! Gisteren heeft Amnesty International een rapport uitgebracht over mishandeling, seksuele intimidatie, moord, verdwijning en foltering van minderjarige kinderen in Turkije. Soms zijn deze kinderen nog maar 12 jaar; het is dus een walgelijke zaak. Mijn verzoek is om de minister van Buitenlandse Zaken te vragen de Kamer door middel van een brief te informeren over zijn opstelling in dezen en met name over de wijze waarop hij in Europees verband een breed draagvlak zal organiseren om in ieder geval een krachtige demarche bij de Turkse regering te ondernemen. Ik zou het bijzonder op prijs stellen als die brief nog voor het bezoek van de minister van Buitenlandse Zaken van Turkije, mevrouw Çiller, in ons midden kan zijn.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven