Aan de orde is de behandeling van het wetsvoorstel:

Wijziging van enkele wetten in verband met de herziening van het stelsel van bestuurlijke boeten en van het fiscale strafrecht (Invoeringswet bestuurlijke boeten) (24800).

De algemene beraadslaging wordt geopend.

Mevrouw B.M. de Vries (VVD):

Voorzitter! Op dit punt zullen wij u tegemoetkomen door zeer kort te spreken. Ik zou twee kleine punten naar voren willen brengen.

Eerst het punt waarop ik samen met de andere coalitiepartijen en het CDA een amendement heb ingediend. Als je met een briefje aan de belastingdienst bezwaar maakt tegen een aanslag met een boete, geldt dat bezwaar met ons amendement meteen ook voor de boete. Het is zeer pragmatisch. De staatssecretaris gaf in de schriftelijke gedachtewisseling aan dat hij nog niet wist of hij er wel zo'n behoefte aan had, maar ik ben ervan overtuigd dat hij dit amendement, nu hij ziet dat het zo breed steun ondervindt, ruimhartig zal omarmen.

Het tweede punt vraagt een zekere evaluatie. Het gaat om het flinterdunne verschil tussen grove of voorwaardelijke opzet en grove schuld. Bij voorwaardelijke opzet krijg je wel een boete, bij grove schuld niet. De Hoge Raad heeft aangegeven dat dit verschil inderdaad ontzettend dun is. Onze fractie wil voorkomen dat belastingplichtigen bij twijfel of onduidelijkheden altijd de voor hen meest nadelige positie bij het doen van aangifte moeten kiezen, op straffe van een boete. Daarbij teken ik aan dat de belastingdienst natuurlijk een machtspositie heeft tegenover de belastingplichtige, als de zaak scherp wordt gespeeld. Die situatie willen wij voorkomen. Wij vragen de staatssecretaris dan ook of hij bereid is de dienst te berichten dat hiermee mild moet worden omgegaan, opdat er geen onnodige jurisprudentie wordt gecreëerd en niet alles op het scherp van de snede wordt uitgevochten. Het zou plezierig zijn als hij ons over twee jaar in een brief kon rapporteren wat dan de ontwikkelingen op dit punt zijn geweest.

Mevrouw Giskes (D66):

Voorzitter! Onze fractie is er tevreden over dat het verschijnsel boete-inspecteur weer verdwenen is. Voor het overige is dit wetsvoorstel in de schriftelijke ronde voldoende behandeld.

Staatssecretaris Vermeend:

Voorzitter! Ik dank de leden voor hun schriftelijke inbreng en voor hun steun.

Het amendement van mevrouw De Vries is een goed amendement, heel pragmatisch. Ik ben zelfs bereid om het over te nemen, maar er mag wat mij betreft ook over gestemd worden.

Wat het flinterdunne verschil betreft, ik ben bereid tot de gevraagde evaluatie. Ik zal ook met mijn medewerkers overleggen over de wijze waarop hiermee in de praktijk zal worden omgegaan, opdat er een uniform beleid zal worden gevoerd en er geen overbodige conflicten ontstaan. Per slot van rekening is klantvriendelijkheid ook een van de opdrachten aan de dienst. Ik zal bekijken hoe wij kunnen voorkomen dat nodeloos boetes worden uitgedeeld.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, morgen te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Hiermee zijn wij gekomen aan het einde van de behandeling van een groot aantal fiscale wetsvoorstellen. Ik dank de leden voor hun medewerking en hun uithoudingsvermogen.

De vergadering wordt enkele minuten geschorst.

Naar boven