Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Aangezien de voorbereiding nog niet is voltooid, stel ik voor, wetsvoorstel 21195 (Wet op de waterkering) van de agenda af te voeren.

Voorts stel ik voor, toe te voegen aan de agenda van 24, 25 en 26 oktober:

  • - het wetsvoorstel Goedkeuring van het op 9 februari 1994 te Brussel tot stand gekomen verdrag inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens alsmede invoering van een belasting met betrekking tot zware motorrijtuigen (Wet belasting zware motorrijtuigen) (24070);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de accijns, de Wet op belastingen van rechtsverkeer en enkele andere belastingwetten in verband met het reëel constant houden van de accijns van motorbrandstoffen, de invoering van een fiscaal vertegenwoordiger voor de assurantiebelasting en een aantal technische aanpassingen (24334).

Verder stel ik voor, aan de orde te stellen in de vergaderingen van 31 oktober en 1 en 2 november:

de gezamenlijke behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen voor het jaar 1996 (24400-VIII);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van hoofdstuk VIII (Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen) van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten voor het jaar 1994 (slotwet/rekening) (24302).

Ik stel voor, in dezelfde week te behandelen:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting in verband met de invoering van een regulerende energiebelasting (24344);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van enige andere wetten in verband met de invoering van de mogelijkheid tot het doen van aangifte op elektronische wijze (elektronische aangifte) (24341);

  • - het wetsvoorstel Opheffing van het adviesstelsel in zaken van algemeen verbindende voorschriften en beleid van het Rijk (Herzieningswet adviesstelsel) (24232).

Ik stel voor, de brief van de Algemene Rekenkamer inzake de vacature voor een derde lid in buitengewone dienst (24432, nr. 1) voor kennisgeving aan te nemen.

Aangezien voor de stukken gedrukt onder de nummers 24282, 24293 (R1542) en 24327 (R1543) de termijnen zijn verstreken, stel ik voor dat, wat deze Kamer betreft, de daarbij ter stilzwijgende goedkeuring overgelegde stukken zijn goedgekeurd.

Ik stel voor, deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.

Aangezien voor stuk 24342, nr. 1, de termijn is verstreken, stel ik voor, dit stuk voor kennisgeving aan te nemen.

Ik stel voor, de stukken 23900-VIII, nr. 128, 23900-VI, nrs. 34 en 35, en 22999, nr. 30, voor kennisgeving aan te nemen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Soutendijk-van Appeldoorn.

Mevrouw Soutendijk-van Appeldoorn (CDA):

Mijnheer de voorzitter! Gisteren hebben ons berichten bereikt over de toepassing van prenatale diagnostiek die ertoe leidt dat kan worden vastgesteld of een kind blind geboren zal worden of niet. Dit heeft tot gevolg dat er abortussen worden gepleegd. Ik zou de minister van Volksgezondheid willen vragen, de Kamer een brief te zenden waarin zij opheldering geeft over deze zaak en aangeeft welke criteria er thans gelden voor de toepassing van de prenatale diagnostiek. Voorts zou ik graag de visie van de minister vernemen op het feit dat in deze gevallen de Wet afbreking zwangerschap wordt toegepast.

De heer Schutte (GPV):

Mijnheer de voorzitter! Ik wil het verzoek van mevrouw Soutendijk graag ondersteunen en ook aanvullen. Als het gaat om de criteria voor prenataal onderzoek, zou ook de vraag aan de orde kunnen worden gesteld of in bepaalde gevallen tot een wettelijke regeling of een wettelijk verbod zou kunnen en mogen worden overgegaan. Ik denk hierbij aan de situaties waarbij uit het onderzoek slechts de conclusie voortkomt dat er geen hulp kan worden verleend en de keuze is: kan het kind geboren worden of niet.

De heer Van der Vlies (SGP):

Mijnheer de voorzitter! Ook de fractie van de SGP sluit zich bij het verzoek van mevrouw Soutendijk aan.

Mevrouw Kamp (VVD):

Mijnheer de voorzitter! Aan het verzoek van mevrouw Soutendijk wil ik graag ons verlangen toevoegen dat de minister ons op de hoogte stelt van de stand van de wetenschap van de Gezondheidsraad waar het gaat om prenataal onderzoek.

De heer Van Dijke (RPF):

Voorzitter! Ook ik sluit mij bij het verzoek van mevrouw Soutendijk aan en onderstreep de aanvulling van de heer Schutte. Het is erg belangrijk dat wij op korte termijn daarover van gedachten kunnen wisselen.

De heer Hendriks:

Voorzitter! Ook ik steun volmondig de vraag van het geachte kamerlid mevrouw Soutendijk.

De heer Van Boxtel (D66):

Ik sluit mij aan bij het verzoek van mevrouw Kamp om ook de laatste stand van de medische wetenschap erbij te betrekken.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven