Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Regeling van een tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten (Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten) (31706), en over:

- de motie-Meurs c.s. over een onderzoek naar de consequenties voor groepen burgers die voor een tegemoetkoming of compensatie een beroep moeten doen op meerdere regelingen (31706, letter I);

- de motie-Klein Breteler c.s. over een onafhankelijke adviescommissie als bedoeld in artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht (31706, letter J);

- de motie-Ten Horn c.s. over een onderzoek naar een inconsistentie in de Wtcg en voorstellen ter verbetering van de positie van visueel beperkten en slechtzienden (31706, letter K).

(Zie vergadering van 16 december 2008.)

De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris van VWS en de minister voor WWI van harte welkom. Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

Mevrouw Dupuis (VVD):

Voorzitter. Wij hebben de brief ontvangen die de staatssecretarissen van Financiën en van VWS ons hadden toegezegd bij het plenaire debat. Wij danken hen daarvoor hartelijk. De brieven waren volkomen duidelijk en stemmen ons tot tevredenheid, omdat nu inderdaad vastligt hoe de aftrekposten geregeld zijn voor verpleging en verzorging thuis. Dat kan onze instemming hebben. Dit geldt overigens niet voor het wetsvoorstel in zijn geheel. Wij vinden het een buitengewoon slordig en onzorgvuldig tot stand gekomen wetsvoorstel. Dit blijkt ook wel doordat in de brief die wij hebben gekregen naar aanleiding van de casus die wij hebben voorgelegd, de staatssecretaris van Financiën toegeeft nieuwe fouten in de wet ontdekt te hebben. Deze zijn inmiddels gecorrigeerd, overigens niet in het voordeel van de chronisch zieken en gehandicapten. Dat zij zo. Het is wel een wijziging die nodig was vanwege de consistentie van de wet. De hele wet vinden wij van dermate lage kwaliteit dat wij tegen de wet zullen stemmen. Dit geldt ook voor de moties. Wij vinden dat deze wet niet te redden valt.

De heer Kuiper (ChristenUnie):

Voorzitter. Onze fractie steunt het wetsvoorstel, aangezien zij kan instemmen met het doel van de regeling. Onze fractie houdt echter wel zorg over de uitvoering van de wet en met name over de inkomenseffecten ervan, in samenhang met andere regelingen, op de lagere inkomensgroepen. Om deze reden zullen wij beide moties, die de positie van chronisch zieken en gehandicapten beogen te versterken, zullen ondersteunen. De motie-Meurs beoogt een onderzoek naar mogelijke negatieve inkomenseffecten en spreekt van noodzakelijke reparatiemaatregelen. Wij nemen ons voor, dit scherp te blijven volgen. Wij zullen de motie-Ten Horn niet steunen, aangezien voor hetgeen de motie beoogt reeds alternatieven bestaan of zullen komen. Wij zien de noodzaak van deze motie dan ook niet.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, de SP, GroenLinks, D66, de OSF, de PvdD, fractie-Yildirim en de SGP tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Ten Hoeve (OSF):

Voorzitter. De fracties van D66 en de OSF hebben het gevoel dat het zojuist aangenomen wetsontwerp ertoe moet strekken dat een eerlijke en juiste compensatie wordt gegeven voor chronisch zieken en gehandicapten. In dat geval kunnen inkomensverschuivingen optreden. Het kan zinvol zijn daarvoor tijdelijke overgangsmaatregelen te treffen. Deze motie heeft een heel ander uitgangspunt omdat zij op individueel niveau de inkomensgevolgen wil meten en dan wil komen tot een consistente en consequente inrichting en uitvoering, in de vorm van structurele maatregelen om daar iets aan te doen. Het lijkt ons dat hierdoor de zaak van de verkeerde kant wordt benaderd. Wij zullen dus tegen de motie stemmen.

In stemming komt de motie-Meurs c.s. (31706, letter I).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, D66 en de OSF tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Klein Breteler (CDA):

Voorzitter. De indieners van de motie en de CDA-fractie danken de staatssecretaris voor de toezegging die zij waargemaakt heeft door binnen een week te reageren op deze motie. Wij hebben overigens de reactie een kwartier geleden in handen gekregen. Niettemin bood dit ons voldoende tijd voor een oordeel. De indieners constateren dat de motie iets verder gaat dan in de reactie staat, met name wat betreft de samenstelling van de commissie. Voor de rest kunnen wij ons overigens wel in de reactie vinden. Niettemin verzoeken wij, de motie in stemming te brengen. De CDA-fractie zal voor stemmen.

De heer Ten Hoeve (OSF):

Voorzitter. Ik spreek opnieuw namens de fracties van D66 en de OSF. Wij denken dat in het algemeen voldoende waarborgen bestaan voor een juiste behandeling van bezwaren. Een nieuwe onafhankelijke adviescommissie betekent alleen maar extra bureaucratie. In het algemeen zijn wij daar niet voor. Wij zullen dus tegen stemmen.

In stemming komt de motie-Klein Breteler c.s. (31706, letter J).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, D66 en de OSF tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Ten Hoeve (OSF):

Voorzitter. Ik spreek opnieuw mede namens de fractie van D66.

Het komt ons voor dat de motie-Ten Horn c.s. een categorie beoogt die de helft van de Nederlandse bevolking betreft. Je kunt dus niet spreken van zodanig specifieke kosten dat die via fiscale middelen gecompenseerd zouden moeten worden. Dat lijkt ons ver buiten proportie. Daarom zullen wij tegenstemmen.

In stemming komt de motie-Ten Horn c.s. (31706, letter K).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de ChristenUnie, D66, de OSF, de PvdA en de VVD tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is verworpen.

Naar boven