94 Stemming Toetreding Finland en Zweden tot de NAVO

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Goedkeuring van de op 5 juli 2022 te Brussel tot stand gekomen Protocollen bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden (Trb. 2022, 58) (36162).

(Zie wetgevingsoverleg van 7 juli 2022.)

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB, JA21 en de PVV voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:

Daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze stemmingen. Voordat u de zaal verlaat, heb ik een zomerspeechje voor u. Ik hoop dat u dat leuk vindt. Het hoort er een beetje bij.

Dank aan de ondersteuning voor het begeleiden bij de stemmingen. Dat is heel fijn.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:

Collega's. Dan is het nu bijna reces, tijd voor slow politics, want we blijven natuurlijk volksvertegenwoordigers, maar dan zonder de dwingende agenda van de Kamer. Na hard rennen kunnen we weer even wandelen, en ik moet zeggen dat we dat ook echt wel een beetje nodig hebben, zeker na deze verhitte eindsprint in een turbulent parlementair jaar.

Elk politiek seizoen heeft zijn vloedgolven, maar dit parlementaire jaar leek geen eb te kennen. Tijd om op adem te komen was er eigenlijk nauwelijks. Corona, de verschrikkelijke oorlog in Oekraïne, de verhoogde energieprijzen, de gasproblematiek in Groningen, de nog steeds bestaande problemen met de toeslagen, de lange formatie en, tot slot, de maatschappelijke onrust rondom stikstof: soms lijkt het erop dat dit jaar alle grote problemen samenkomen, de perfecte storm waarbij alles wat tegen kan zitten ook daadwerkelijk tegenzit, en dat die gebeurtenissen elkaar ook nog eens versterken. Het is traditie om in deze recesspeech het voorbije jaar een beetje luchtig te doorlopen — ik zie inderdaad ook heel veel serieuze gezichten — en dat ga ik vanaf nu ook wel proberen, al sluit ik niet uit dat ik toch nog wel een aantal serieuze woorden ga gebruiken.

Het goede nieuws is dat we inmiddels gewend zijn aan dit nieuwe gebouw. De eerste weken keken we elkaar nog een beetje glazig aan, stapten we de verkeerde lift in, liepen we tegen ramen op en kwamen we elkaar soms tegen in een vreemd trappenhuis, maar nu zijn we redelijk genesteld in onze nieuwe, tijdelijke habitat. Ik kijk ook even naar de heer Graus. Ik weet niet of de heer Graus er nog is. Ja! Ons bijenvolk is er ook weer. Ik kijk ook naar mevrouw Van der Plas. We hebben een heel mooie bijeenkomst gehad toen de bijen terugkeerden. En daarmee heeft nu ook echt iedereen zijn intrek genomen.

Ter voorbereiding op deze toespraak sloeg ik de woorden van mijn voorgangers er ook nog eens op na.

O, ik was de heer Van Campen net vergeten te noemen! Hij was ook bij de net genoemde bijeenkomst.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:

Je moet hier zo passen op je woorden!

Bij de voorbereiding van deze toespraak sloeg ik de woorden van mijn voorgangers er nog even op na, want terugkijken, geschiedenis, relativeert soms. Dat is geen overbodige luxe in het oog van de perfecte storm. Zo las ik bijvoorbeeld dat Frans Weisglas aan de vooravond van een zomerreces intens verzuchtte: "Vaak wordt opgemerkt dat wij zo overduidelijk begrip voor elkaar hebben, begrip voor een minister die geen ijzer met handen kan breken, begrip voor een medelid dat nu eenmaal een motie op zijn naam wil krijgen, ook al is zij geheel overbodig, begrip voor de interruptie die de loop van ons verhaal ontregelt, begrip voor elkaars geweten, begrip voor elkaars hobby's. Wij zouden te aardig voor elkaar zijn en dat zouden de kijkers niet waarderen." Laat ik u één ding zeggen: dat is een probleem dat wij dit jaar niet hebben gehad. Een scherp en stevig debat waarin de uitersten worden uitvergroot, is onmisbaar en heel belangrijk voor een gezond democratisch proces. Daar zijn we het allemaal over eens. Maar soms zijn er ook grenzen aan de omgangsvormen. Daar hebben we het dit jaar ook met elkaar over gehad.

In deze perfecte storm stond ook onze veiligheid zeer groot in de schijnwerpers. Als er iemand is die daar, helaas, al heel lang ervaring mee heeft en last van heeft, dan is dat collega Geert Wilders. Sommigen van u hebben dit jaar voor het eerst ook te maken gehad met bedreigingen. Laat ik zeggen dat wij het als Kamer nooit moeten accepteren dat een Kamerlid bedreigd wordt. Eén voor allen, allen voor één. Ondertussen gaan we hoe dan ook door met ons werk, want dat hoort in een weerbare democratie. We draaien ook aan andere of nieuwe knoppen om problemen op te lossen, buiten het zicht van de camera's. Het is misschien niet al te sexy voor de socials, maar zo van grote waarde voor de kwaliteit van ons werk, want ondanks de perfecte storm zochten we ook elkaar op en werkten we ook samen aan verbetering, waarbij we laten zien dat we samen de schouders eronder kunnen zetten om ons werk beter te doen, los van onze politieke overtuigingen. In dat verband zou ik misschien wel 150 Kamerleden kunnen noemen — ik moet oppassen dat ik niemand vergeet — maar ik ga ze toch niet alle 150 noemen. Ik kies er een paar uit, een aantal leden die dit jaar flink onder onze motorkap gewerkt hebben.

De heer Van der Staaij en de leden Kamminga, Leijten, Geurts en Van der Plas. U stelde samen een praktische werkagenda op om onze wetgevende en controlerende taak te versterken.

De leden Belhaj, Van der Woude en Stoffer: u evalueerde voor ons de parlementaire ondervraging, een van de belangrijkste onderzoeksinstrumenten van de Kamer.

En natuurlijk de leden van het Presidium. En ook dank aan alle commissievoorzitters. Maar ook aan de leden Ceder en Tielen, de geestelijke ouders van de Dag van de Publieke Dienstverlening, zodat de Kamer de banden met de uitvoeringsorganisaties kan aanhalen.

Natuurlijk mag u nu eigenlijk best wel even klappen voor uzelf.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:

Natuurlijk is dit ook een moment voor heel veel dank aan onze Kamermedewerkers, die zich dag in, dag uit hebben ingezet voor ons werk.

(Applaus)

De voorzitter:

Zo te horen was u dit jaar extra blij — en terecht denk ik — met onze medewerkers in de Kamerorganisatie!

Ik noem ook de journalisten: onvermoeibaar in het duiden, tegels lichten, spiegels voorhouden; onmisbaar voor het zelfreinigende vermogen van de democratische politiek. Ik zie ook op de publieke tribune zitten Merel en Hannah Warnar, beiden van CBS. Eh, SBS!

(Hilariteit)

De voorzitter:

Het wordt gewaardeerd dat u hier vanavond ook aanwezig bent. We gaan er dus wel van uit dat we allemaal vanavond of morgen bij SBS in het programma zitten.

Ik wil ook iemand memoreren: een van de bekendste Haagse journalisten, die het afgelopen jaar is afgezwaaid. De afgelopen acht jaar duidde hij bijna dagelijks vanaf het dak van de Haagse NOS-redactie de politiek. Op 22 april deed hij dat voor het laatst. Ron Fresen, ik wens je alle goeds.

Ben ik nog iets vergeten? Ja, de lijstjes! Ze zijn er hoor: het aantal moties; de hoeveelheid gedronken cappuccino's, genuttigde vegaburgers, gehaktballetjes; hoelang we bezig zijn geweest. Maar toch sla ik ze dit jaar over. Liever dan met een cijfermatige output, eindig ik met onze gezamenlijke inzet. Een van mijn voorgangers, de heer Kortenhorst, die de recestoespraak als het ware uitvond, zei hierover in 1956: "Het Kamerlidmaatschap eist de gehele mens voor zich op. Het vult niet alleen vele uren en vele jaren van ons leven, maar het wordt geleidelijk aan een integrerend deel van onze geest, onze ziel en ons hart. De toewijding en het verantwoordelijkheidsbesef die aan het goed vervullen van deze taak verbonden zijn, drukken een stempel op onze persoonlijkheid."

En zo is het, in deze tijd ook. We voelen ons allemaal zeer verantwoordelijk. En laten we tijdens de perfecte storm in ieder geval de samenwerking blijven vinden; misschien gaat die storm dan een keer liggen.

Maar nu even rust, geen dwingende Kameragenda — althans, daar gaan we nu even van uit. Ik kijk nu ook even naar een aantal mensen hier. Geniet ervan. Ik wens u gezond weer op. En voordat ik echt afsluit, ik heb iemand wat beloofd. Er is nog een feest in Nieuwspoort, waar iedereen welkom bij is. Daar zijn DJ Jopie Joost, oftewel Joost Eerdmans, en DJ Braille, onze Daan de Kort. Als u daarheen gaat: heel veel plezier!

Ik wens u een goed reces en hoop u over een aantal weken in gezonde toestand weer terug te zien. Dank u wel.

(Geroffel op de bankjes)

Naar boven