8 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Ouwehand stel ik voor, de motie op stuk nr. 31 (32813) opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen.

Het woord is aan de heer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Vorige week werd duidelijk dat ook de PvdA zich weer heeft geschaard in het kamp van tegenstanders van belastingparadijzen, in dit geval Nederland. Ik ben daar heel blij mee. Volgens mij moeten wij heel snel debatteren over de vraag hoe wij ervoor gaan zorgen dat Nederland niet langer een belastingparadijs is.

De voorzitter:

De heer Klaver vraagt om steun voor zijn verzoek om een debat.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Jazeker.

De heer Omtzigt (CDA):

Volgens mij staat er nog een gepland debat op de lijst, namelijk over belasting voor multinationals. Dat gaat ook over belastingparadijzen ... Nee?

De voorzitter:

De lijst is heel lang, dus heb ik hem niet helemaal op mijn netvlies. Het komt ons in ieder geval niet bekend voor. De vraag is of u het verzoek van de heer Klaver steunt of niet. Niet, stel ik vast.

De heer Groot (PvdA):

Het debat zal nog volop gevoerd worden. Wij hebben afgesproken dat wij eerst het onderzoek afwachten van de Stichting Economisch Onderzoek. Dat is slechts een kwestie van weken. Laten wij er dan uitgebreid op terugkomen en alle issues onder ogen zien die zich daarbij voordoen. Op dit moment dus geen steun voor een debat. Wij wachten het onderzoek af.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Geen steun. We wachten het onderzoek af. Bovendien houden wij hier graag bedrijvigheid.

De heer Merkies (SP):

Wel steun voor het verzoek. Het gaat in dit geval niet alleen om brievenbusmaatschappijen in Nederland – daar gaat het SEO-onderzoek over – maar ook over brievenbusmaatschappijen in het buitenland. Het lijkt me dan ook goed om hierover een debat te voeren.

De voorzitter:

Ik zag u verbaasd kijken, mijnheer Koolmees. Maar eerst stond de heer Van Raak bij de interruptiemicrofoon, vandaar dat ik de heer Merkies als eerste het woord gaf.

De heer Koolmees (D66):

Het is een belangrijk onderwerp. Wij moeten er zeker over debatteren, maar ik ben het eens met de heer Groot: wij wachten op het rapport van SEO. Dat komt eind deze maand, geloof ik. Het lijkt mij heel goed om daarna het debat te plannen.

De heer Krol (50PLUS):

Wel steun voor het debat.

De heer Van Vliet (PVV):

Het woord "belastingparadijs" komt mij de neusgaten uit. Ik wil hierover nu eens geen debat; dank u zeer.

De voorzitter:

U hebt geen steun voor een debat, mijnheer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks):

Dat zag ik. Het SEO-onderzoek gaat vooral over de brievenbusfirma's die zich in Nederland vestigen, dus buitenlandse bedrijven die via Nederland belasting ontduiken. Afgelopen week is duidelijk geworden dat juist Nederlandse bedrijven via andere offshoreconstructies de belastingen in Nederland ontwijken. Misschien werpt dat een ander licht op de zaak. Ik zeg dat ook tegen mijn collega van de PvdA. We hoeven dus niet te wachten op het SEO-rapport.

De heer Omtzigt (CDA):

Ik heb het nog even nagekeken. We hebben die discussie gehad naar aanleiding van het debat over het opzeggen van het belastingverdrag met Mongolië. Dat was namelijk het idee van een belastingparadijs. Dit debat staat als tiende op de lijst. Het debat kan dus ongeveer gehouden worden als het SEO-rapport klaar is. Als wij het onderwerp van de heer Klaver aan dit debat toevoegen, kunnen we allemaal een prettig debat hebben.

De voorzitter:

Dat betreft een dertigledendebat. Volgens mij is dat een ander verzoek. U hebt geen steun, mijnheer Klaver.

Het woord is aan de heer Rog.

De heer Rog (CDA):

Voorzitter. Er is veel onrust in het onderwijs over het rapport van de Onderwijsraad, die alle kleine scholen wil sluiten. De onzekerheid bij leraren, schoolleiders en ouders is extra toegenomen in het afgelopen weekend toen de PvdA en de VVD een nieuw plannetje bedachten en stelden dat de kleinescholentoeslag moet worden gestopt. Dit is een zeer ingrijpend voorstel waarvan wij in dit parlement nog met geen woord hebben gerept. Ik wil daarover graag een debat aanvragen.

De heer Beertema (PVV):

Ja, ik wil ook graag een debat daarover.

De voorzitter:

Steun voor het debat.

De heer Van Meenen (D66):

Mijn fractie verleent steun aan het verzoek om een debat.

De heer Jasper van Dijk (SP):

De SP steunt het verzoek om een debat.

Mevrouw Straus (VVD):

Mijn fractie verleent geen steun voor dit debat. Wij hebben in de procedurevergadering verschillende keren hierover gesproken. Wij hebben daarin afgesproken dat wij de beleidsreactie op het advies van de Onderwijsraad zouden afwachten. Die reactie komt binnenkort. Meteen daarna zal een AO worden ingepland. Zo is het afgesproken. Wat mij betreft is dat zo prima.

Mevrouw Ypma (PvdA):

Nu verlenen wij geen steun voor een debat, maar wij willen graag over dit onderwerp in gesprek gaan. Zoals gezegd komt er een brief van het kabinet. Daar willen wij op wachten. Vervolgens zullen wij graag het debat aangaan.

De heer Bisschop (SGP):

Als collega-fracties zich permitteren om buiten alle regels om de publiciteit te zoeken en opnieuw onrust te verwekken in de onderwijswereld, vind ik het van weinig hoffelijkheid ten opzichte van het onderwijsveld en van de collega-fracties getuigen om nu te zeggen: nee, geen debat. Mijn fractie steunt van harte het verzoek om een debat.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Het is een beetje bizar dat de partijen buiten deze Kamer deals sluiten en daarover schrijven in de media, maar niet bereid zijn om nu in te stemmen met een publiek debat. Daarvoor is deze Kamer juist opgericht. Mijn fractie steunt van harte het verzoek om een debat.

De heer Klaver (GroenLinks):

Het is natuurlijk heel raar dat je buiten de Kamer om wel allerlei voorstellen over dit onderwerp weet te roepen, maar dat je zegt dat het prematuur is als daarover een debat wordt aangevraagd. Ik vraag mij af waarom het dan niet prematuur was om deze voorstellen alvast uit de doeken te doen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik wil graag het verzoek ondersteunen.

De voorzitter:

Mijnheer Rog, u hebt geen steun van een meerderheid.

De heer Rog (CDA):

Het is zeer teleurstellend dat de coalitiepartijen in de media hun plannen kenbaar maken en daarmee onrust en onzekerheid in het onderwijsveld bewerkstellingen. Ik vind het een buitengewoon slechte zaak dat wij in het parlement hierover met geen woord hebben gesproken. Ik constateer dat er ruim voldoende, oppositiebrede, steun is voor een dertigledendebat. Ik voeg dat graag toe aan de lijst.

De voorzitter:

Dat kan. Dit dertigledendebat komt onderaan de lijst. De spreektijden zijn drie minuten per fractie.

Ik geef het woord aan de heer Monasch van de Partij van de Arbeid.

De heer Monasch (PvdA):

Voorzitter. Namens de fractie van de PvdA dien ik het verzoek in om de stemmingen over de moties ingediend bij het VAO Woningcorporaties met een week uit te stellen, om iets meer tijd te hebben voor de bestudering van de moties.

De heer Paulus Jansen (SP):

Als dat kan leiden tot voortschrijdend inzicht bij de PvdA-fractie, is de SP daar natuurlijk altijd voor.

De heer Verhoeven (D66):

Ik steun het verzoek van de Partij van de Arbeid.

Mevrouw Visser (VVD):

Ik steun het ook.

De heer Knops (CDA):

Mijn fractie steunt het verzoek.

De voorzitter:

Mijnheer Monasch, u hebt voldoende steun voor het verzoek. Wij zullen die stemmingen volgende week opnieuw op de stemmingslijst plaatsen.

Het woord is aan de heer Van Raak van de SP.

De heer Van Raak (SP):

Voorzitter. Vorige week in het holst van de nacht kregen de leden van de Eerste Kamer van de regering een visiestuk over herindeling: Bestuur in samenhang. Dat stuk had geen visie, geen samenhang en het ging ook niet over bestuur. Het ging over domme bezuinigingen en het afschuiven van verantwoordelijkheden. Op dit moment wordt heel bestuurlijk Nederland op zijn kop gezet. Op dit moment worden allerlei benoemingen gedaan. Er is geen visie en geen idee. De schade is niet te overzien. Daarom wil ik zo snel mogelijk een debat met de minister van Binnenlandse Zaken over zijn visie op de inrichting van het bestuur in Nederland.

De heer Schouw (D66):

Ik wil graag een keer met de heer Van Raak praten over wat nu het holst van de nacht is, want het was gewoon 's avonds om 21.00 uur. Zo "holsterig" was het dus nog niet.

De heer Van Raak (SP):

Bij mij was het al ver voorbij elven, mijnheer Schouw.

De heer Schouw (D66):

Los daarvan, mevrouw de voorzitter, mijn fractie praat heel graag met het kabinet over bestuurlijke vergezichten. Wij zijn het dus van harte eens met dit verzoek.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

We hebben er geen visie in herkend, maar we willen er graag snel over spreken.

De heer Litjens (VVD):

Alhoewel de VVD het wat curieus vindt dat via de Eerste Kamer de werkverschaffing voor de Tweede Kamer wordt geregeld, hebben wij geen enkel bezwaar tegen een debat.

De heer Bisschop (SGP):

Gezien alle ontwikkelingen die gaande zijn, lijkt mij dat er inderdaad met een zekere urgentie een debat over dit onderwerp gevoerd moet worden.

De heer Bosma (PVV):

Steun.

De heer Segers (ChristenUnie):

Er is veel onzekerheid bij gemeenten over wat op hen afkomt. Een debat over visie is dus cruciaal. Ik geef daarom graag steun aan dit debat.

Mevrouw Fokke (PvdA):

De Partij van de Arbeid steunt het debat. Het lijkt mij heel verstandig dat wij eens over het openbaar bestuur spreken. Ik ben ook heel benieuwd naar wat werkelijk de visie van het CDA en de SP, de partijen die het telkens over visies hebben, op het openbaar bestuur is. Ik ben dus heel benieuwd en ik steun het debat.

De heer Van Raak (SP):

Gaan we doen.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Dat komt allemaal in het debat aan de orde dat GroenLinks ook steunt.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor het verzoek.

De heer Krol (50PLUS):

Steun.

De voorzitter:

Mijnheer Van Raak, u hebt ruime steun.

De heer Van Raak (SP):

Ik ben erg blij dat de Tweede Kamer de urgentie van het probleem inziet. Ik hoop dat de Voorzitter ook gezien heeft dat er urgentie bestaat.

De voorzitter:

Ja, net als bij alle andere debatten. Ik ga mijn best doen om het in te plannen, met spreektijden van vier minuten per fractie.

Het woord is aan mevrouw Keijzer van het CDA.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter. Ik vraag uitstel van stemmingen over de wijziging van de Wet maatschappelijke ondersteuning, voor het onderdeel maatschappelijke opvang. Daarmee kan de staatssecretaris in de gelegenheid gesteld worden om te reageren op een amendement dat door mij is ingediend.

De voorzitter:

Het gaat over de punten 22 en 23 van de stemmingslijst, de amendementen en de moties.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ja.

Mevrouw Agema (PVV):

In wezen hebben wij ons stemadvies al zonder een extra brief van de staatssecretaris kunnen bepalen, maar ik wil mijn collega niet in de weg zitten. Daarom steun ik het verzoek.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Namens D66 steun ik het verzoek van het CDA.

Mevrouw Leijten (SP):

Dit wetsvoorstel is drie jaar geleden naar de Kamer gestuurd. Een weekje langer wachten met stemmen is volgens mij dus geen enkel probleem.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ook steun van GroenLinks.

De heer Van Veen (VVD):

Steun.

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Steun.

De voorzitter:

De punten 22 en 23 gaan van de stemmingslijst af en komen er de volgende keer weer op.

Het woord is aan mevrouw Ouwehand namens mevrouw Thieme.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Ik spreek ook namens mezelf. Ik wil graag drie moties aanhouden. Het betreft allereerst een motie onder punt 11 van de stemmingslijst, de gewijzigde motie op stuk nr. 119 (33400-V).

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Ouwehand stel ik voor, de gewijzigde motie-Thieme c.s. (33400-V, nr. 119) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik wil onder punt 5 van de stemmingslijst graag twee moties aanhouden. Het betreft de moties op stukken nrs. 109 en 111 (31389).

De voorzitter:

De moties onder punt 5, op stukken nrs. 109 en 111? Ik heb de motie op stuk nr. 110 doorgekregen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

De motie op stuk nr. 111 wil ik inderdaad aanhouden.

De voorzitter:

Sorry hoor, maar u wilt de motie op stuk nr. 110 dus niet aanhouden?

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik kijk het even na op mijn lijst. Volgens mij had ik het aanhouden van de motie op stuk nr. 110 al doorgegeven en hoefde ik dat niet meer aan de microfoon te zeggen.

De voorzitter:

Nee, het aanhouden van de motie op stuk nr. 110 is niet doorgegeven.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Helemaal goed, u hebt gelijk. De motie op stuk nr. 110 wil ik wel in stemming brengen, maar de moties op stukken nrs. 109 en 111 wil ik graag aanhouden.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Ouwehand stel ik voor, haar moties (31389, nrs. 109 en 111) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Jasper van Dijk.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Graag wil ik onder punt 10 van de stemminglijst mijn motie op stuk nr. 154 (26485) aanhouden.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Jasper van Dijk stel ik voor, zijn motie (26485, nr. 154) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven