7 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van volgende week:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Zorgverzekeringswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten ter uitvoering van het Begrotingsakkoord 2013 (33288);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met de herziening van de definities van gezin en middelen (Wet afschaffing huishoudinkomenstoets) (33277);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Geneesmiddelenwet ter implementatie van Richtlijn 2010/84/EU ter verbetering van de publieke gezondheid door het systeem van de geneesmiddelenbewaking van humane geneesmiddelen efficiënter te maken (33208);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten (Wet uitwerking fiscale maatregelen begrotingsakkoord 2013) (33287) (plenaire afronding in een termijn).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van een van de volgende weken:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek en enkele andere wetten in verband met de implementatie van Richtlijn 2011/7/EU van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2011 betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties (PbEU L48/1) (33171);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Opiumwet en de Wet wapens en munitie in verband met de verruiming van de kring van ambtenaren, belast met de opsporing van de in deze wetten strafbaar gestelde feiten, alsmede van enkele andere wettelijke voorschriften van strafvorderlijke aard (33012);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels in verband met het vaststellen van een veiligheidsnorm en het stellen van regels omtrent het gebruik van gestandaardiseerde uitrustingen en in verband met wijzigingen in het totstandkomingsproces van wegtunnels (33125);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van diverse wetten in verband met de invoering van de verplichting voor bepaalde instanties waar professionals werken en voor bepaalde zelfstandige professionals om te beschikken over een meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling en de kennis en het gebruik daarvan te bevorderen, onderscheidenlijk die meldcode te hanteren (verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling) (33062);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Wet maatschappelijke ondersteuning in verband met invoering van een vermogensinkomensbijtelling voor de vaststelling van de eigen bijdragen voor zorg of voorzieningen op grond van die wetten (33204);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet bodembescherming met het oog op het terugbrengen van de administratieve en bestuurlijke lasten en enkele verbeteringen van de uitvoering (33150).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, dinsdag aanstaande ook te stemmen over de aangehouden motie-Elissen (28638, nr. 61) en de aangehouden motie-Ortega-Martijn/Voordewind (33000-XV, nr. 60).

Op verzoek van de PvdD stel ik voor, de moties 32372, nr. 78, 32372, nr. 76 en 21501-32, nr. 578 opnieuw aan te houden. Op verzoek van de ChristenUnie stel ik voor, de motie 33000-XV, nr. 60 opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, genoemde termijn van twee maanden voor deze moties opnieuw gaat lopen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik stel voor om de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport toestemming te geven voor het houden van een wetgevingsoverleg op maandag 18 juni aanstaande van 10.00 uur tot 24.00 uur over de wijziging van de Zorgverzekeringswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten ter uitvoering van het begrotingsakkoord 2013 (33288).

Voorts stel ik voor om volgende week woensdag en donderdag de vergaderingen te laten aanvangen om 09.00 uur.

Ten slotte stel ik voor, toe te voegen aan de agenda:

  • - het VAO reclassering met als eerste spreker het lid Helder van de PVV;

  • - het VAO persbeleid en lokale publieke omroep met als eerste spreker Jasper van Dijk.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Gerven.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Gisteravond hebben wij kennis kunnen nemen van een onthullende uitzending van Nieuwsuur, waarin duidelijk werd dat de Gezondheidsdienst voor Dieren een Q-koortstest bij geitenhouderijen een halfjaar onder de pet heeft gehouden. Daarbij werd een onverantwoord risico genomen met de volksgezondheid. En dit alles met medeweten van het ministerie van Landbouw! Dit is alle reden voor een nieuw debat met het kabinet, in het bijzonder met de staatssecretaris van EL&I en de minister van VWS.

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter. Ik steun het verzoek. Ik voer dat debat het liefst zo snel mogelijk. Ik hoor echter ook graag een reactie van het kabinet op die uitzending. Daarin werd nogal wat beweerd. Ik hoop dat dat zo snel mogelijk naar de Kamer komt.

De voorzitter:

Dus eerst een brief.

Mevrouw Arib (PvdA):

Ja.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Die reactie had er ook gisteren, voor de uitzending van Nieuwsuur, al kunnen liggen. Wij steunen daarom het verzoek van de SP-fractie.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

Voorzitter. Ook de VVD-fractie steunt dat verzoek, maar zij ontvangt wel graag eerst een brief.

De heer Ormel (CDA):

Voorzitter. Ik steun het verzoek van mevrouw Arib om een brief. Ik voeg daaraan het volgende toe. Volgende week wordt de rapportage van de Nationale ombudsman verwacht over de Q-koorts. Ik hoor daarop graag een reactie van het kabinet, want anders gaan wij eerst praten over een uitzending die een voorbereiding is op het rapport van de Ombudsman. Laten wij dat rapport afwachten en daarover een brief vragen.

Mevrouw Gerbrands (PVV):

Ik steun het verzoek van de heer Van Gerven.

Mevrouw Dijkstra (D66):

Mijn fractie steunt het verzoek om de reactie waar de CDA-fractie om vroeg. Ik vind het vooral van belang dat wordt gekeken naar wat er het snelste kan worden gedaan. Ik nodig de SP-fractie uit om wat ruimte op de plenaire agenda van volgende week vrij te houden.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. Mijn fractie steunt het verzoek van de heer Van Gerven. De onderste steen moet boven komen, dus het debat moet zo snel mogelijk op de plenaire agenda worden gezet.

De voorzitter:

Mijnheer Van Gerven, u hebt steun voor een debat en voor een brief. Men wil daarbij ook een reactie op het rapport van de Ombudsman. Me dunkt dat die voor dinsdag 12.00 uur hier moeten zijn.

De heer Van Gerven (SP):

Dat lijkt mij prima. Wij zijn natuurlijk wel afhankelijk van het moment waarop het rapport van de Ombudsman openbaar wordt.

De voorzitter:

Wanneer wordt dat openbaar, mijnheer Ormel?

De heer Ormel (CDA):

Het rapport van de Ombudsman wordt volgende week dinsdag openbaar gemaakt. Dat is een omvangrijk rapport. Ik krijg liever een gedegen reactie van het kabinet dan een haastklus. Er heerst op dit moment geen Q-koorts dus die reactie gaat meer over wat er in het verleden mis is gegaan. Wij moeten dat zorgvuldig doen.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Ik wil graag dat het debat voor het reces gepland wordt. Daarbij betrek ik graag het rapport van de Ombudsman. Daarvoor moeten wij dan ruim de tijd nemen. Tegen de mensen die de SP vragen om wat tijd in te ruimen, zeg ik: de SP is in staat om 24 uur per dag een debat te voeren. Dit debat kan daar zeker bij.

De voorzitter:

Wij gaan het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Spreektijd per fractie is vier minuten.

Het woord is aan de heer Azmani.

De heer Azmani (VVD):

Voorzitter. Voor vanavond is een debat gepland over de stage van illegalen naar aanleiding van een uitspraak van de rechtbank van 's-Gravenhage van mei dit jaar. De minister heeft gisteravond een brief gestuurd naar de Kamer waarin staat dat hij nog enkele weken nodig heeft om de uitspraak te analyseren. Ik doe daarom het verzoek om dat debat tot nader order uit te stellen.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Voorzitter. De feitelijke situatie is als volgt. De rechter heeft de minister op de vingers getikt en heeft gezegd dat kinderen stage moeten kunnen lopen. Het debat kan dus doorgaan. Ik zie werkelijk waar niet in waarom wij zouden moeten wachten totdat de minister is uitgedacht. De rechter is duidelijk geweest.

De voorzitter:

Mevrouw Koşer Kaya steunt het voorstel niet.

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie):

Voorzitter. Mijn fractie steunt het verzoek, maar wil het debat wel graag voor het zomerreces voeren.

De heer Ulenbelt (SP):

Voorzitter. Mijn fractie steunt het verzoek niet. Die uitspraak van de rechter was juist aanleiding om nu dat debat te voeren. Wij horen vanavond wat de minister daarover te zeggen heeft.

De heer Van Hijum (CDA):

Voorzitter. Ik zeg maar eerlijk dat ik het wel een dilemma vind omdat wij graag het debat met de minister willen voeren, maar dat vanwege de juridische implicaties wel graag zouden doen aan de hand van een brief van de minister waarin hij ingaat op de consequenties van de gerechtelijke uitspraak. Dat is ingewikkeld zat. Dus ik steun het verzoek maar wel onder de voorwaarde dat wij voor de zomer het debat met de minister voeren, want van uitstel mag geen afstel komen.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Voorzitter. Wat ons betreft hoeft het debat niet te worden uitgesteld. Als wij de heer Azmani zodanig kunnen tegemoetkomen dat wij hier de afspraak kunnen maken – maar dan ook echt een afspraak, voorzitter, via u – dat dit debat voor de zomer plaatsvindt, dan ga ik akkoord met het voorstel, maar anders niet.

De voorzitter:

U kent allemaal de druk op de agenda, dus ik kan dat onmogelijk beloven. Dat zeg ik u heel eerlijk.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Voorzitter, wij moeten via u spreken, dus ik wil graag een toezegging van de heer Azmani.

De voorzitter:

Hij gaat er niet over! Daar gaan wij met elkaar over.

De heer Van den Besselaar (PVV):

Wij geven steun aan het verzoek van de heer Azmani, want de brief die wij gisteren hebben ontvangen, was te summier om überhaupt dit debat te kunnen voeren.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. GroenLinks had een soortgelijk voorstel willen doen als de PvdA, maar u hebt helemaal gelijk dat u niets kunt garanderen over de toekomstige agenda, dus dan zullen wij het verzoek toch niet steunen en moet het debat wat ons betreft gewoon doorgaan.

De voorzitter:

Ik heb een meerderheid om het debat af te voeren van de agenda.

De heer Ulenbelt (SP):

Voorzitter. Mag ik dan het voorstel doen om vanavond een dertigledendebat te voeren over dit onderwerp?

De voorzitter:

Ja, dat mag u doen. Ik zal het kort houden. Mijn probleem zit er een beetje in dat wij dit punt al een keer eerder aan de orde hebben gehad. Het was oorspronkelijk een dertigledendebat van mevrouw Koşer Kaya. Dat loopt iedere keer weg. Dat vind ik ook ingewikkeld. Wij moeten minderheden hier ook geven waar zij recht op hebben. Dus ik denk dat ik er dan een dertigledendebat van maak.

De heer Azmani (VVD):

Voorzitter. Als ik daar nog iets op mag zeggen, de minister geeft aan dat hij nog bezig is met het analyseren van de uitspraak. Wij vragen een debat met de minister naar aanleiding van die uitspraak. Dus in hoeverre kunnen wij nu de minister naar de Kamer roepen op het moment dat hij zelf de uitspraak nog niet heeft geanalyseerd? Waarover gaan wij hier dan het debat voeren, zo vraag ik mij dan sterk af.

De voorzitter:

Hij heeft dan nog een paar uur voor die analyse, zou ik zeggen.

De heer Azmani (VVD):

Zo gemakkelijk gaat dat niet.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

De uitspraak ligt er al weer een paar weken. Wij hebben herhaaldelijk en uitgebreid gevraagd naar het standpunt van de minister. Dat is er nog steeds niet. Dus ik geef hem de ruimte om vandaag nog een brief te sturen en anders houden wij vanavond wel dat dertigledendebat.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Ik vind dit een buitengewoon groot dilemma, want ik heb ook geen zin om vanavond in een debat te zitten met een minister die, zoals wij nu al weten, gaat zeggen dat hij geen antwoord heeft. Dat is zonde van ieders tijd en zeker van die van de medewerkers van de Kamer. Dus ik doe het tussenvoorstel dat wij in ieder geval zorgen dat wij voor het zomerreces hierover ofwel in een AO ofwel anderszins met een plenaire afronding praten. Daarvoor verwacht ik steun van een meerderheid van de Kamer.

De heer Azmani (VVD):

Voorzitter. Daartegen zal ik mij ook niet verzetten.

De heer Van Hijum (CDA):

Ik zou graag het voorstel van collega Hamer ondersteunen.

De heer Van den Besselaar (PVV):

Steun voor het laatste voorstel.

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie):

Steun voor het voorstel van mevrouw Hamer.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Geen steun, ik blijf bij mijn verzoek om dit debat vanavond te houden.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Daarbij sluit GroenLinks zich aan.

De heer Ulenbelt (SP):

Dat vind ik ook, maar dan ben ik benieuwd of ik nu 30 leden bij elkaar heb om het debat vanavond wel te houden. Ik geloof het wel. Dan doen wij het vanavond toch?

De voorzitter:

Uw fractie heeft 15 leden, plus 10 van GroenLinks en 10 van D66, dus u hebt er 30.

De heer Ulenbelt (SP):

Dan kan de Kamer vanavond heel mooi de boodschap die breed in de Kamer wordt gedragen aan de minister meegeven en hem een richtwijzer geven voor hoe hij dat vonnis moet bestuderen.

De voorzitter:

Wij kunnen ook altijd nog schorsen na de eerste termijn. Ik heb zo'n volle agenda dat ik geen uren leeg durf te laten terwijl ik weet dat ik op een ander moment dan in problemen zou komen. Aldus besloten, met drie minuten spreektijd per fractie.

Het woord is aan de heer Ulenbelt.

De heer Ulenbelt (SP):

Voorzitter. De sleutelkinderen zijn weer terug, zo berichtte ons vanochtend het Algemeen Dagblad. Ik vraag daarover een brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Mevrouw Berckmoes-Duindam (VVD):

Ook wij hebben dit stukje vanochtend in de krant gelezen. Daarop is meteen een reactie van de minister gekomen. We zien dus niet in waarom een brief dan nog noodzakelijk is. Geen steun dus voor dit voorstel.

De voorzitter:

Het is wel heel gebruikelijk dat we een verzoek om informatie steunen. Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer El Fassed.

De heer El Fassed (GroenLinks):

Voorzitter. Vier Nederlandse financiële instellingen hebben nog steeds geïnvesteerd in de productie van clusterbommen, zo blijkt vandaag uit een rapport. Dit is gebeurd ondanks het feit dat de minister van Financiën eerder dit jaar maatregelen heeft afgekondigd tegen investeringen in clusterbommen. Nederland is partij bij het verdrag waarin een internationaal verbod op clusterbommen is vastgelegd. Met het toestaan van deze investeringen dragen we niet bij aan de uitbanning van dit middel. Bovendien staat dit op gespannen voet met coherentie van beleid. Ik wil graag een brief van de ministers van Financiën en van Buitenlandse Zaken en van de staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking met een reactie op het rapport Worldwide Investments in Cluster Munitions, dat vandaag verscheen. Specifiek wil ik een reactie op de Nederlandse investeringen in clustermunitie en een beschouwing op de gevolgen van het gebruik van clusterbommen en de consequenties daarvan voor de ontwikkeling van postconflictgebieden. Dit verzoek doe ik mede namens de SP-fractie.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Knops.

De heer Knops (CDA):

Voorzitter. Namens de vaste commissie voor Europese Zaken vraag ik de minister van Buitenlandse Zaken om de nota naar aanleiding van het verslag betreffende het voorstel inzake de Goedkeuringswet EU-toetredingsverdrag Kroatië voor aanstaande dinsdag aan de Kamer toe te zenden.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Gisteren verzocht ik uitdrukkelijk om de aanwezigheid van de minister bij het debat over ouderenmishandeling en ondervoeding bij thuiswonende ouderen. Ik heb ook aangegeven waarom. Het bericht is gekomen dat de minister weigert te komen, terwijl een meerderheid dit verzoek steunde. Ik stel voor om het onderwerp "ondervoeding bij thuiswonende ouderen" uit het debat van vanmiddag te halen en dat voor volgende week te agenderen, met de minister. We hebben toch al veel debatten volgende week. Daar kan dit nog wel bij.

Mevrouw Agema (PVV):

Prima. Jammer, want we hadden het allemaal kunnen combineren. Steun voor het voorstel.

Mevrouw Venrooy-van Ark (VVD):

Voorzitter. Ik vond het verzoek gisteren al niet goed. Wij hebben dat niet gesteund. De Kamer heeft dat verzoek wel gesteund. Het kabinet gaat over de vraag wie het afvaardigt. Volgens mij ligt het zwaartepunt van dit onderwerp bij de staatssecretaris. Wij hebben de inbreng voorbereid. Wat ons betreft kan het gewoon vanmiddag.

Mevrouw Uitslag (CDA):

Voorzitter. Wij hebben het verzoek van de SP gisteren wel gesteund. Het is jammer dat de minister niet komt. Ik wil graag weten waarom ze hier niet is. Ik steun het voorstel van de SP-fractie.

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Voorzitter. De PvdA heeft het debat van vanmiddag ook voorbereid, maar toch graag steun voor dit voorstel. Het gaat over het beleidsterrein van de minister.

Mevrouw Dijkstra (D66):

Geen steun. We hebben het voor vanmiddag voorbereid. Het gaat over de ouderen. Ik denk dat we het debat heel goed met de staatssecretaris kunnen voeren.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Steun van de fractie van GroenLinks voor dit voorstel. Laten we gewoon aan de slag gaan met de staatssecretaris.

De voorzitter:

Er is een meerderheid voor het voorstel van mevrouw Leijten. De Kamer heeft dus besloten om dit onderdeel niet te agenderen voor het debat van vanmiddag. Er is een ander debat aangevraagd. Dat komt op de lijst.

Het woord is aan mevrouw Van Gent.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Als voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid wil ik u erop attenderen dat de commissie heeft aangegeven dat er nog twee wetsvoorstellen behandeld moeten worden, zodat u hiermee rekening kunt houden bij het bepalen van de plenaire agenda. Het betreft het voorstel tot wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de inkomstenbelasting ... Ik hoef ze niet allemaal op te noemen, denk ik.

De voorzitter:

Nee hoor, ik heb u door.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Heel goed van u, voorzitter. Ik hoop dat het gaat lukken.

De voorzitter:

Ik ga ook rekening met u houden, dat wil zeggen: met uw commissie.

De heer Van den Besselaar (PVV):

Ik heb hier toch een opmerking over. Ik hoorde u net zeggen dat er af en toe rekening gehouden moet worden met minderheden. Als er ergens een minderheid voor was, dan was het wel voor het voorstel tot verhoging van de AOW-leeftijd. Wat mij betreft hoeven wij ons dan ook niet zo te haasten om dit voorstel door de Kamer heen te jagen.

De voorzitter:

Als de voorzitter van een commissie spreekt, doet deze voorzitter dat namens die commissie.

De heer Ulenbelt (SP):

Ik vind dat de voorzitter de regels van dit parlement een beetje moet bewaken. In het geval van dit wetsvoorstel hebben wij drie dagen de tijd gekregen voor inbreng. Er mocht geen hoorzitting worden georganiseerd. Vervolgens behandelen wij het binnen een week. Ik maak namens mijn fractie groot bezwaar tegen deze manier van parlementaire behandeling.

De voorzitter:

Waarvan akte.

Het woord is aan de heer Dijsselbloem.

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Voorzitter. Vanochtend ontvingen wij naar aanleiding van een verzoek afgelopen dinsdag van mijn collega Hamer een brief van het kabinet over de cijfers van het Centraal Planbureau en de OESO inzake de werkloosheid. Vanmiddag verscheen de juniraming 2012 van het CPB met verontrustende cijfers over oplopende werkloosheid; zeven broodmagere jaren die wij tegemoet gaan. Wij willen hierover graag een debat met de minister-president voeren, op fractievoorzitterniveau.

De heer Koolmees (D66):

Voorzitter. Steun voor het verzoek. Ik maak wel de opmerking dat de plenaire agenda heel vol is, ook omdat de heer Ulenbelt volgende week twaalf uur wil praten over de AOW-leeftijd. Ik stel voor om dit punt te betrekken bij het debat over de Voorjaarsnota.

De voorzitter:

U doet dus een alternatief voorstel. Wat vindt u ervan, mijnheer Harbers?

De heer Harbers (VVD):

Voorzitter. Hetzelfde geldt voor ons: geen principieel bezwaar tegen een debat, maar wel praktische bezwaren. Zo hebben wij bij het vorige punt weer debatten toegevoegd aan de plenaire agenda. Het gaat om wetsvoorstellen waar mijn fractie veel aan gelegen is. Ik zou dan ook niet willen dat het debat dat de heer Dijsselbloem voorstelt, voordringt. Ik steun dus het voorstel om erover te praten, maar kijkend naar de resterende drie weken, lijkt het mij het meest logisch om dit mee te nemen bij het debat over de Voorjaarsnota. Dat is immers al een breed economisch debat van karakter.

De voorzitter:

Ik wil niet flauw doen, maar dat was ongeveer ook de strekking van het betoog van de heer Koolmees.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Kortheidshalve sluit ik mij aan bij de heer Koolmees en de heer Harbers.

Mevrouw Blanksma-van den Heuvel (CDA):

Steun voor het verzoek van de heer Dijsselbloem.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Steun.

De voorzitter:

Kijk, vrouwen zijn toch altijd korter ... Mijnheer Ulenbelt, dat kunt u ook!

De heer Ulenbelt (SP):

Voorzitter. Als de heer Koolmees mij verwijt dat wij volgende week een debat hebben, dan neem ik aan dat wij nu de steun van D66 hebben om de verhoging van de AOW-leeftijd volgende week niet te behandelen. Maar dat schijnt dan weer niet het geval te zijn. Trekt hij zijn verwijt dan in?

De heer Koolmees (D66):

Het was geen verwijt aan de heer Ulenbelt. Ik heb vandaag op NU.nl gelezen dat de heer Ulenbelt heeft aangekondigd, twaalf uur over de AOW-leeftijd te willen praten. Dat heb ik geconstateerd, vandaar mijn voorstel.

De voorzitter:

Dank u wel. We gaan hier niet verder over door. Voorlopig zijn het alleen feiten die ter sprake komen.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik steun het voorstel ook. Mij lijkt het het meest praktisch om dit te doen bij het debat over de Voorjaarsnota.

Mevrouw Sap (GroenLinks):

Voorzitter. Ik steun het verzoek ook. Ik vind het prima om daar een apart debat met de fractievoorzitters van te maken. Het mag ook worden gecombineerd met het debat over de Voorjaarsnota. Ik laat dat graag over aan de heer Dijsselbloem.

De voorzitter:

Mijnheer Dijsselbloem, u krijgt veel steun voor het verzoek. Zou het niet mogelijk zijn om het zo te plannen dat we het debat houden in aansluiting op het debat over de Voorjaarsnota? Dat komt neer op de laatste week voor het reces.

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Het heeft mijn voorkeur om het apart te doen en wel zo snel mogelijk. Dit heeft namelijk implicaties voor een aantal grote wetsvoorstellen die we deze weken nog moeten behandelen. Deze cijfers en de ramingen die daaraan vastzitten, hebben grote implicaties voor een aantal macro-economische effecten en dus ook voor beslissingen over de AOW, die we daarna zouden moeten nemen. Het heeft mijn voorkeur om het snel en apart te doen. Als dat niet mogelijk is qua planning, begrijp ik dat we het debat zullen hervatten bij de bespreking van de Voorjaarsnota. Dan wil ik graag een debat voeren met de minister-president erbij. Mijn voorkeur blijft om het snel en apart te doen. Ik doe een beroep op de voorzitter om te bekijken of dit agendatechnisch mogelijk is.

De voorzitter:

Ik zal mijn best doen. Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Ik heb twee verzoeken in een. Ik heb op 18 mei Kamervragen gesteld over een losgebroken kangoeroe. Die vragen zijn nog niet beantwoord; ik zou er graag antwoord op krijgen. Vanmorgen hebben we vernomen van een derde dier dat losgebroken was. We willen heel graag dat het houden van kangoeroes als huisdier verboden wordt. Deze kangoeroe is doodgeschoten. Ik wil van de staatssecretaris graag een aanvullende brief waarin het kader staat van de afwegingen die worden gemaakt en de beslissingen die genomen worden. In die brief zou ook moeten staan waarom er niet wordt gekozen voor verdoven of het afsluiten van snelwegen. Ik zou die brief graag deze week willen hebben, om hem nog verder in de procedurevergadering te kunnen behandelen.

De heer Koopmans (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie steunt dit voorstel niet. We willen hierover meteen een debat. Wij willen daarbij ook graag de minister van Infrastructuur en Milieu hebben. Het betreffende onderwerp, de kangoeroe, heeft namelijk tweeënhalf uur rondgelopen. Daardoor kwam de verkeersveiligheid in het geding.

De voorzitter:

Ik heb u allen gehoord. Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Als de heer Koopmans graag ook nog een debat wil voeren, dan stem ik daar natuurlijk wel mee in.

De voorzitter:

Ik stel voor dat u daarvoor dan samen een zaaltje huurt.

(hilariteit)

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Bontes.

De heer Bontes (PVV):

Voorzitter. Een paar dagen geleden hebben de 27 lidstaten van de Europese Unie besloten dat zij zelf willen beslissen over invoering van hun grenscontroles. Het Europees Parlement, het schijnparlement dat op dit moment reist tussen Straatsburg en Brussel, is hier woest over. Het dreigt zelfs vijf dossiers niet in behandeling te nemen. We laten ons sowieso niet chanteren en bedreigen door het Europees Parlement. Dit parlement zou helemaal nergens meer over moeten stemmen, niets meer in behandeling moeten nemen en zichzelf opheffen. Dat zou nog beter zijn. Dit is wel een debat waardig. Het gaat hierbij om onze soevereiniteit. Ik vraag daarom een dertigledendebat aan.

De voorzitter:

Wij gaan eens kijken wat de anderen daarvan vinden. Ik zie nog niet veel steun voor het verzoek.

De heer Bontes (PVV):

Geen steun. Nou, daar gaat onze soevereiniteit.

De voorzitter:

U hebt als een leeuw gevochten.

Het woord is aan mevrouw Kuiken.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter. Vanochtend heeft de Kamer haar termijn gehad over het wetsvoorstel over de aanbestedingsvrijheid van het ov in de grote steden. Ik verzoek de voorzitter om ervoor te zorgen dat dit wetsvoorstel volgende week tot afronding kan komen. Het moet namelijk ook nog naar de Eerste Kamer. Anders komen we in tijdnood.

De voorzitter:

Ik ga mijn best doen.

Het woord is aan de heer Recourt.

De heer Recourt (PvdA):

Voorzitter. Kinderen moeten beschermd worden, ook op internet. Gisteren werd bekend dat de populairste internetsite onder jongeren, hubbo hotel …

De voorzitter:

Habbo.

De heer Recourt (PvdA):

U weet het beter dan ik, voorzitter. Die wordt in ieder geval misbruikt voor het seksueel benaderen van kinderen. Op 22 november jongstleden is een motie aangenomen waarin ertoe wordt opgeroepen kinderen beter te beschermen op internet door het inschakelen van ouders. Ik wil graag een brief van de minister van Veiligheid en Justitie met de vraag hoe het staat met de uitvoering van die motie in het licht van dit incident. Dat doe ik mede namens de CDA-fractie.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Naar boven