Aan de orde zijn de stemmingen over twee moties, ingediend bij het debat over de tandzorg, te weten:

- de motie-Marijnissen c.s. over het weer in het ziekenfonds- en standaardpakket opnemen van de gebitsprotheses (24124, nr. 41);

- de motie-Oudkerk/Van Boxtel over een onderzoek naar de aanvullende verzekering (24124, nr. 42).

(Zie vergadering van 4 december 1996.)

De voorzitter:

De motie-Oudkerk/Van Boxtel (24124, nr. 42) is in die zin gewijzigd, dat het dictum thans luidt:

"verzoekt de regering:

  • - aan te geven op welke wijze de ruim 500.000 mensen die om financiële redenen afzien van een aanvullende verzekering – waarin de vergoeding van een gebitsprothese is inbegrepen – financieel kunnen worden gecompenseerd;

  • - indien hierin niet kan worden voorzien, de gebitsprothese weer te vergoeden krachtens de ZFW,".

Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 51 (24124).

Ik neem aan, dat wij thans over deze gewijzigde motie kunnen stemmen.

In stemming komt de motie-Marijnissen c.s. (24124, nr. 41).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de Unie 55+, de CD en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Oudkerk/Van Boxtel (24124, nr. 51).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD tegen deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

De heer Oudkerk (PvdA):

Voorzitter! Nu deze motie zo breed is aangenomen, neem ik aan dat het kabinet haar ook graag wil uitvoeren. Ik vraag de minister op welke manier zij dat denkt te gaan doen. Ik vraag haar tevens de Kamer daar vóór het kerstreces kond van te doen.

Minister Borst-Eilers:

Voorzitter! Ik zeg gaarne toe dat ik de Tweede Kamer vóór het kerstreces daarover bescheid zal geven.

Naar boven