Aan de orde is de stemming over het wetsvoorstel Wijziging van de Wet inburgering (inburgeringsvoorzieningen voor alle inburgeringsplichtigen gericht op het inburgeringsexamen of het staatsexamen Nederlands als tweede taal) (31318).

(Zie vergadering van 16 december 2008.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Thissen (GroenLinks):

Voorzitter. Mijn fractie heeft vorige week gevraagd om stemming over dit wetsvoorstel, omdat zij fundamenteel met de minister van mening verschilt over wat in de inburgering gaande is, namelijk recht gaat vooraf aan integratie. Mijn fractie is op zich erg blij met de discussie die de Kamer met de minister heeft kunnen voeren. De Kamer verwacht nog enkele antwoorden op de vragen over de slagingsplicht en de differentiatie van niveaus van de examens. Zij gaat ervan uit dat die antwoorden gegeven worden in de brief die de minister voor februari heeft toegezegd. Mijn fractie respecteert dat de minister heeft gezegd heeft dat hij tijd nodig heeft voor een heroriëntatie en een positiebepaling ten opzichte van inburgering en wat er aan versnelling aangebracht kan worden. Wij delen zijn opvatting dat inburgering per definitie emancipatoir is en mensen in staat stelt om mee te doen aan deze samenleving en zichzelf te ontwikkelen naar hun talenten. Daarom zullen wij toch voor deze wetswijziging stemmen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat dit wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven