47 Invoering Boordcomputer Taxi/uitvoering motie-De Boer

Aan de orde is het VSO over de invoering Boordcomputer Taxi en uitvoering motie-De Boer (31521, nr. 90). 

De voorzitter:

Ten slotte vanavond ons laatste programmaonderdeel. Er zijn drie sprekers van de zijde van de Kamer. De eerste is mevrouw Visser van de fractie van de VVD. Het woord is aan haar. 

Mevrouw Visser (VVD):

Voorzitter. Dit gaat over de BCT, de Boordcomputer Taxi. Bij iedere taxichauffeur die je op straat aanspreekt, zullen de recensies niet erg positief zijn. Wij praten er al heel lang over. Hij is recent ingevoerd. In het schriftelijk overleg zijn er toch enige zaken naar voren gekomen waarover wij een motie willen indienen omdat wij het van belang vinden dat er snel duidelijkheid komt voor de taxiondernemers over het gebruik van een boordcomputer. Daartoe dien ik de volgende motie in, mede namens de heer Hoogland van de PvdA-fractie. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat per 1 juli 2014 de Boordcomputer Taxi (BCT) is ingevoerd, maar pas per juli 2016 kan worden gehandhaafd door de Inspectie Leefomgeving en Transport en er door diverse faillissementen weinig BCT-leveranciers zijn overgebleven; 

overwegende dat taxiondernemers hierdoor alsnog een dubbele administratie moeten bijhouden en er onduidelijkheid bestaat over eisen, updates, handhaving en meerkosten; 

overwegende dat er inmiddels andere toepassingen beschikbaar zijn om de doelen van de BCT, zoals het verbeteren van het toezicht, vermindering van administratieve lasten en betere transparantie voor de klant, te bereiken; 

constaterende dat de evaluatie van de BCT pas medio 2016 wordt gestart en er geen duidelijke einddatum is afgesproken; 

van mening dat het niet wenselijk is dat taxiondernemers op kosten worden gejaagd door de onduidelijkheid rondom de BCT; 

verzoekt de regering, geen nieuwe eisen aan taxiondernemers op te leggen ten aanzien van de BCT totdat er duidelijkheid is omtrent de eisen, updates, handhaving en meerkosten, de evaluatie van de BCT indien mogelijk te starten voor medio 2016 en zo snel als mogelijk af te ronden, en de Kamer over de gewijzigde planning te informeren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Visser en Hoogland. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 92 (31521). 

De voorzitter:

De heer Hoogland van de PvdA-fractie ziet af van zijn spreektijd. Dan zoek ik de heer Helvert. Hij de laatste spreker van de zijde van de Kamer. Een medewerker fluistert ons in dat hij afziet van zijn spreektijd. Ik ga ervan uit dat hij onder ede staat. 

Staatssecretaris Mansveld:

Misschien mag ik eerst de moties hebben? 

De voorzitter:

U hebt toch geen moties nodig? Dat kan toch gewoon even uit routine? Kijk, het lukt best. Langzaam opstaan, dan komt de motie uw kant uit. 

Staatssecretaris Mansveld:

Voorzitter. Ik begrijp de urgentie van mevrouw Visser van de VVD-fractie. Die urgentie heb ik ook. Er is op dit moment geen enkele aanleiding om nieuwe eisen te stellen. Alle BCT's moeten uiterlijk 1 juli 2016 voldoen aan de gewijzigde eisen. Daarom is ook na 1 juli 2016 handhaving mogelijk. Eerder starten met een evaluatie betekent starten met evalueren van iets dat er niet is. Het is niet verstandig is om in die haast te werken en het is raar om te evalueren wat nog niet is gestart. Ik ben wel bereid om binnen één jaar, dus voor 1 juli 2017 de evaluatie te bekijken. De resultaten van de evaluatie moeten wat mij betreft solide zijn. Als ik te vroeg start met de evaluatie, heb ik geen voldragen evaluatie en kan ik ook geen besluiten nemen naar aanleiding van die evaluatie. Dit is een traject dat al lang loopt. Ik denk dat dit in ieder geval minimaal een zorgvuldige evaluatie vereist. Vanwege de manier waarop dit nu is geformuleerd, heb ik de neiging de motie te ontraden om te voorkomen dat ik moet starten met een evaluatie voordat ik iets te evalueren heb. 

De voorzitter:

De neiging haar te ontraden? 

Staatssecretaris Mansveld:

Ik zag mevrouw Visser al opstaan. Toen dacht ik dat er misschien nog een vraag komt. 

De voorzitter:

Kijk eens aan. Mevrouw Visser, u hebt nog een kans. 

Mevrouw Visser (VVD):

Ik heb de neiging om een vraag te stellen aan de staatssecretaris. Volgens mij is de BCT een zure appel waar iedereen doorheen moet bijten. Hij is nu geïmplementeerd. In het merendeel van de taxi's is hij ook aanwezig. Voor de VVD-fractie gaat het erom dat het door de gekozen formuleringen nu lijkt alsof we tot 1 juli 2016 niet nadenken over andere opties, over nieuwe mogelijkheden en ook niet bekijken of een aantal uitgangspunten van de BCT ook op een andere manier zou kunnen worden geïmplementeerd. De oproep aan de staatssecretaris luidt om daar waar het nodig is te versnellen, het denken niet stil te zetten en de ondernemers daarmee te ontlasten. De oproep luidt om nadrukkelijk te versnellen waar het kan en indien het mogelijk is. 

Staatssecretaris Mansveld:

De BCT heeft nu al een aantal voordelen. Die is nu al betrouwbaarder voor rittenadministraties en voor fiscale aangifte. Hij is minder fraudegevoelig en leidt tot minder administratieve lasten. Dit vind ik ingewikkeld, want als een onderwerp al een lange aanlooptijd heeft gehad en ik een evaluatie afspreek, dan moet er ook iets te evalueren zijn. Als er daarna een besluit wordt genomen, moet dat namelijk gebeuren op basis van een evaluatie. Mevrouw Visser vraagt nu: wordt er wel naar andere zaken gekeken? Dat vind ik losstaan van de evaluatie. Ik blijf erbij dat ik het belangrijk vind dat er specifiek van de boordcomputer een goede evaluatie plaats kan vinden. Als wij te snel een halve evaluatie doen of een die niet volwaardig is, dan gaat het niet goed. Wat ik mevrouw Visser wel wil toezeggen, is dat ik zo snel mogelijk zal starten met een evaluatie en dat ik er alles aan zal doen om die voor 1 januari 2017 af te ronden. Maar ik vind het belangrijk dat het een voldragen evaluatie is, zodat ik besluiten kan nemen. Als ik naar aanleiding van een niet-voldragen evaluatie in een situatie kom waarin het besluit ook niet goed gefundeerd is, vind ik dat ingewikkeld. Dat vind ik ook geen goed bestuur. 

Mevrouw Visser (VVD):

Ik heb nog een vervolgvraag. De staatssecretaris heeft een brief gestuurd naar de Kamer over de evaluatie van de taxiwetgeving. Daarin is ook een koppeling gelegd met de BCT, alsook met een andere evaluatie die nog moet komen over de maximumtarieven. Wij moeten niet wachten met het implementeren en uitwerken van die taxibrief, inclusief de nieuwe mogelijkheden die die biedt, en niet zeggen dat wij eerst wachten op de evaluatie van de BCT. Die kan pas half 2016 starten, dus voordat wij iets gaan veranderen, hebben wij het over 2018. Dat zou betekenen dat wij op onze handen gaan zitten. Dat kan niet de bedoeling zijn. Volgens mij kan ik de woorden van de staatssecretaris ook zo interpreteren, maar ik wil graag de bevestiging van de staatssecretaris dat zij een en ander gaat versnellen en naar voren halen waar zij kansen ziet en dat zij de motie ook zo interpreteert. 

Staatssecretaris Mansveld:

Ja, zo interpreteer ik haar. Zo wil ik het ook afstemmen met de Kamer. Ik wil de Kamer laten weten welke stappen ik zet, maar ik heb ook aangegeven waar voor mij de ondergrens ligt. De Kamer gaat van mij immers geen besluit accepteren op grond van onvolledige informatie, en ik wil geen besluit nemen op grond van onjuiste informatie. Dus als er een versnelling mogelijk is, zal ik mijn uiterste best doen en het de Kamer laten weten. Als ik helderheid heb over hoe het proces loopt, zal ik het de Kamer ook laten weten. Dan kunnen wij het er ook over hebben. 

De voorzitter:

Prima. Dan is de vraag of u toegeeft aan uw neiging vanavond om haar te ontraden? 

Staatssecretaris Mansveld:

Ja, dat ga ik doen. 

De voorzitter:

U geeft toe aan uw neiging. Oké. Dan is dat genoteerd. Anders blijft het een beetje boven de markt zweven. 

Staatssecretaris Mansveld:

Ik kan mij voorstellen dat de Kamer de motie aanhoudt, omdat er de aankomende maanden meer duidelijkheid zal komen over het tempo. Anders ontraad ik de motie. 

De voorzitter:

Ik zie mevrouw Visser niet naar de microfoon komen, dus ik stel vast dat ze dat vooralsnog niet doet. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Morgen stemmen wij over de ene motie. Hartelijk dank aan de staatssecretaris voor haar aanwezigheid. 

Naar boven