45 EU-voorstel: verordening herziening besluit ggo's

Aan de orde is het VAO EU-voorstel: verordening herziening besluit ggo's (AO d.d. 17/06). 

De voorzitter:

Een hartelijk woord van welkom aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, die ook is gearriveerd. We hebben vijf deelnemers van de zijde van de Kamer, van wie er drie iets gaan zeggen. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de regering een lichte impactassessment zal opstellen over het Europese voorstel om op nationaal niveau de handel en het gebruik van ggo's te beperken of te verbieden; 

verzoekt de regering, deze impactassessment niet alleen te richten op directe economische kosten, maar ook op de kosten van klimaatverandering en het verlies van biodiversiteit die door teelt en handel van ggo's veroorzaakt kunnen worden, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 6 (34214). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

spreekt uit dat keuzevrijheid van groot belang is; 

verzoekt de regering, ervoor te zorgen dat producten van dieren die zijn gevoerd met ggo's als zodanig herkenbaar zijn voor de consument, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 7 (34214). 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter, ik heb een bijzonder verzoek aan u. Ik zou graag toestemming krijgen om een motie in te dienen die vreemd is aan de orde van de dag. Ze gaat over de klimaatzaak. Dat is een historische en unieke zaak. Het kabinet heeft aangekondigd dat het daarover deze zomer een beslissing neemt. Ik zou graag een motie indienen om ervoor te zorgen dat het kabinet de Kamer bij die beslissing betrekt. De motie gaat dus niet over de inhoud maar wel over de betrokkenheid van de Kamer. Omdat de motie niet gaat over het onderwerp van dit VAO, namelijk genetisch gemanipuleerde gewassen, heb ik toestemming nodig om haar in te dienen. 

De voorzitter:

U haalt me de woorden uit de mond. Ik moet nu een klein ordedebatje doen. Klimaat en ggo's, je kunt het aan elkaar verbinden, maar ... 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik zal u uitleggen waarom ik het nu doe. De eerstverantwoordelijke staatssecretaris voor het klimaatbeleid is hier aanwezig. De ontwikkelingen hebben zich voorgedaan op een moment dat we niet nog een apart AO over de uitspraak of de aankondiging van het kabinet konden houden. Dit lijkt mij daarom efficiënt. De motie gaat alleen maar over het betrekken van de Kamer en heeft verder geen inhoudelijke component. 

De voorzitter:

Kunt u uw motie even samenvatten? Waar wilt u om vragen? 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik ga de regering vragen dat zij in de klimaatzaak in elk geval niet in hoger beroep gaat zonder hierover eerst met de Kamer te spreken. 

De voorzitter:

Het is dus gewoon een vraag aan de regering. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ja. 

De voorzitter:

Dat vroeg ik even voor de helderheid. Het is dus niet iets interns voor ons. Dit heeft helemaal niets te maken met het onderwerp van dit VAO, dus ik wil nu even een ordedebatje doen. Zo kunnen we bekijken of er een meerderheid bestaat voor uw voorstel dat ik als voorzitter zal inbrengen, namelijk om een motie die vreemd is aan de orde van de dag nu in te dienen. Als die meerderheid bestaat, dient u de motie in, en anders niet. Ik wijs er ook op dat de staatssecretaris zich kan onthouden van een oordeel. Zij kan zeggen: sorry, hier heb ik mij niet op voorbereid. Daar moeten we dus ook nog even naar kijken. Althans, dat moet de staatssecretaris doen. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

De motie wordt trouwens, als dat mag, mede ingediend door mevrouw Van Veldhoven van D66 en mevrouw Van Tongeren van GroenLinks. Zij zijn het er dus alvast mee eens. 

De voorzitter:

Dat mag zeker. Ik geef het woord aan de heer Graus. 

De heer Graus (PVV):

Een deel zal tegen zijn, een deel voor. Laat mevrouw Ouwehand die motie oplezen en laat de staatssecretaris beslissen of ze erop antwoordt. Dan zijn we ervan af en gaan we snel door in verband met de tijd. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Het spijt mij, maar ik ben daar niet voor. Als we dat gaan doen, rekken we de VAO's nog een keer op, terwijl we al een probleem met de agenda hebben. Volgens mij moeten we het dus gewoon op de reguliere manier doen. 

De heer Van Gerven (SP):

Geen probleem. Ik steun het voorstel dus. 

De heer Geurts (CDA):

Gemakshalve sluit ik me aan bij de woorden van de heer Dijkgraaf. 

De heer De Liefde (VVD):

Ook ik sluit me aan bij de woorden van de heer Dijkgraaf. 

De heer Leenders (PvdA):

Niet doen. 

De voorzitter:

Ik stel vast dat er onvoldoende steun is. U kunt de motie dus niet indienen. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dat is jammer; ik constateer dat ook. Ik heb nog 47 seconden, die ik zal opgebruiken ook. Het alternatief is dat we morgen in de tweede termijn van het algemeen overleg Energie de minister die over energie gaat met deze situatie confronteren. Deze motie volgt dan morgen alsnog bij het VAO Energie. Dat is jammer, want dat is dan niet bij de aangewezen bewindspersoon. Het is jammer dat ik onvoldoende steun kreeg om de motie nu in te dienen. 

De voorzitter:

Ja. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik heb nog 28 seconden, voorzitter. Ik dacht: ik maak er even kermis van. Nee hoor, dat zal ik u besparen. Jammer, maar de motie komt morgen alsnog. 

De voorzitter:

Prima, wij gaan ons erop voorbereiden. 

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. De nieuwe Europese Commissie beloofde bij haar aantreden bij monde van haar voorzitter Juncker om het besluitvormingsproces over gentech democratischer te maken. Wij kennen allemaal het voorbeeld van de gentech mais 1507, waarbij de Commissie uiteindelijk een grote meerderheid van landen overrulede met haar besluit. Dat moeten wij niet nogmaals meemaken. Juncker heeft dat beloofd, maar in de voorliggende verordening is slechts sprake van een kleine verbetering. Het is geen inlossing van de belofte van Juncker. Hij heeft gezegd: ik zal zorgen dat de procedurele regels betreffende de autorisatie van genetisch gemodificeerde organismen herzien worden; ik wil niet dat de Commissie een beslissing kan nemen als de meerderheid van de lidstaten haar daar niet toe oproept. Ik vraag de staatssecretaris dan ook of zij zich onvermoeibaar wil inzetten om te bewerkstelligen dat de belofte van Juncker ook echt gestand gedaan wordt. Wil zij dus toezien op een herziening van het toelatingsproces voor ggo's, op grond waarvan het niet langer mogelijk is dat de commissie een ggo toelaat tegen de wil van de meerderheid van de lidstaten en waarbij de invloed van het Europees Parlement geborgd is? De belofte is gedaan, maar het voorliggende voorstel is een absoluut onvoldoende uitwerking daarvan. 

Ik heb nog een andere vraag aan beide bewindspersonen. Die betreft de uitvoering van mijn aangenomen Kamermotie over cisgenese. Naar ik begrijp, pleit Nederland in Europa wel voor vrijstelling van cisgenese in de ggo-regelgeving, maar niet voor de labelingsplicht. Op grond van de aangenomen motie moeten beide bepleit worden. Ik vraag de staatssecretaris of zij daartoe bereid is. Als er vrijstelling komt voor cisgenese, moet er ook een labelingsplicht komen. Is de staatssecretaris bereid om dit te bepleiten? 

De voorzitter:

Prima, u bent perfect binnen uw spreektijd gebleven. Het woord is aan de heer De Liefde. 

De heer De Liefde (VVD):

Voorzitter. De VVD is blij met het duidelijke nee dat wij te horen kregen van de staatssecretaris tegen het onzalige en schadelijke plan van de Europese Commissie. De Commissie wilde een hoofdpijndossier over de schutting van de lidstaten kieperen en en passant ook de interne markt afbreken, met desastreuze gevolgen voor Nederland: het verlies van tienduizenden banen, miljarden euro's schade en vlees dat in de supermarkt twee tot drie keer zo duur wordt voor de consument. Vlees als luxeproduct, onbereikbaar voor lage en modale inkomens. Europa moet welvaart brengen en niet afbreken. Naar aanleiding van het AO dien ik de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat het voorstel van de Europese Commissie de toelating van ggo's tot het nationale grondgebied wil terugleggen bij de lidstaten; 

constaterende dat in het voorstel van de Europese Commissie een onderzoek naar de financiële en economische gevolgen ontbreekt; 

overwegende dat de gevolgen van het voorstel voor Nederland groot kunnen zijn; 

verzoekt de regering, in het reeds toegezegde onderzoek in ieder geval te betrekken: de financiële gevolgen voor verschillende sectoren in Nederland, waaronder de land- en tuinbouw, de vleesverwerkende industrie en de Rotterdamse haven, de werkgelegenheidseffecten voor Nederland en de gevolgen voor de Nederlandse export, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden De Liefde en Leenders. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 8 (34214). 

De heer De Liefde was de laatste spreker van de zijde van de Kamer. Er zijn in totaal drie moties ingediend. Ik zal de vergadering enkele ogenblikken schorsen, want de staatssecretaris heeft de laatste motie nog niet op schrift ontvangen. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Staatssecretaris Dijksma:

Voorzitter. Wij hebben vastgesteld dat ik de vragen, gelet op de verantwoordelijkheidsverdeling, mede namens de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu kan beantwoorden. 

De voorzitter:

Een prachtig stukje samenwerking. 

Staatssecretaris Dijksma:

Dat doen wij altijd heel goed, zeker deze staatssecretaris en ik. 

Allereerst de motie van mevrouw Ouwehand op stuk nr. 6. Die moet ik helaas ontraden. Ja, wij vinden het voorstel van de Europese Commissie slecht. Daar zijn wij het van links tot rechts over eens. Wij zijn het erover eens dat er in de woorden van de heer De Liefde een verantwoordelijkheid "over de heg is gekieperd". Wij zitten er in deze vorm niet op te wachten, ook vanwege de mogelijke verstorende effecten. Van het begin af aan hebben wij aangegeven dat andere aspecten worden meegenomen in de toelatingsdiscussie. Dan gaat het over de veiligheid voor het milieu en over de gevolgen van toelating van ggo's voor bijvoorbeeld de biodiversiteit. Hier gaat het echt over expliciete risico's, met name in economische zin, op het moment dat je de interne markt doorkruist en verschil krijgt in de wijze waarop lidstaten met dit hele dossier omgaan. 

Ook de motie op stuk nr. 7 van mevrouw Ouwehand moet ik ontraden. De motie is in strijd met de Europese regelgeving, die bepaalt dat producten met ggo's uiteraard wel gelabeld moeten zijn, maar niet de dieren of producten daarvan die met ggo-producten zijn gevoerd. Om die reden ontraad ik de motie. 

Dan kom ik bij de motie van de heren De Liefde en Leenders op stuk nr. 8. Zij vragen de regering om wat preciezer in te zoomen op een aantal kwesties die wij in onze lichte economische impactassessment zouden kunnen meenemen. Ik laat het oordeel over de motie aan de Kamer, omdat ik haar beschouw als een ondersteuning van ons beleid. 

De heer Van Gerven heeft een vraag gesteld over labeling bij cisgenese. Bij de Europese Commissie ligt het verzoek voor om te identificeren of cisgenese wel of niet kwalificeert als ggo. Indien de Europese Commissie besluit dat cisgenese geen ggo is, dan is labeling niet aan de orde. Dat lijkt mij de juiste weg. Tot zover het oordeel over de moties en het antwoord op de vraag. 

De heer Van Gerven (SP):

Er is nog een vraag blijven liggen, namelijk over de ggo-mais. De meerderheid van de lidstaten was tegen, maar het werd toch doorgevoerd. Volgens mij hebben wij dat debat gevoerd met staatssecretaris Mansveld. Ik zou die vraag graag beantwoord krijgen. 

Ik kom ook nog even terug op de aangenomen Kamermotie. Zegt de staatssecretaris met zoveel woorden dat deze motie niet uitvoerbaar is? Volgens de motie zou er een labelingsplicht moeten komen op het moment dat cisgenese wordt toegestaan. Dat vindt een meerderheid van de Kamer. Wil de staatssecretaris deze motie uitvoeren? 

Staatssecretaris Dijksma:

De uitvoerbaarheid van de motie hangt echt af van het oordeel van de Commissie over de vraag wat cisgenese precies is. Dat is wat ik hier aangeef. Mooier kan ik het niet maken, wel realistischer. 

De voorzitter:

Ik vind dat mooie laatste woorden, mijnheer Van Gerven. 

De heer Van Gerven (SP):

Ik ook, maar ik ben nog steeds in verwarring. Cisgenese is aantoonbaar. Het is een productiewijze. Als iets op die wijze gemaakt is, kun je dat toestaan of niet. Kan een land zelfstandig kiezen voor een labelingsplicht in de zin van "als het bij ons binnenkomt, moet dat erop staan"? 

Staatssecretaris Dijksma:

Nee, bij mijn weten kan dat niet. Het hangt samen met de vraag of cisgenese daadwerkelijk wordt gekwalificeerd als genetisch gemodificeerd organisme. Op het moment dat dat zo is, dan heb je daarmee als het ware de labelingsplicht automatisch aan boord. Op het moment dat dat niet zo is, dan zou het ook heel gek zijn om het alsnog te labelen. Dat is de logica. Het is op zich niet verwarrend, het is heel helder. Zo werkt het. 

De voorzitter:

Prima. Tot zover dit VAO. Morgen stemmen wij over de drie moties. Wij nemen afscheid van de staatssecretaris van Economische Zaken en wensen haar nog een prettige avond toe. Mijnheer Van Gerven nog even? 

De heer Van Gerven (SP):

Ja, want de collega-staatssecretaris zou mijn vraag nog beantwoorden. U bent iets te snel. 

Staatssecretaris Mansveld:

Het zijn bijzondere dagen, voorzitter. 

Ik begrijp wel wat de heer Van Gerven bedoelt, maar dit is een democratisch systeem. Dat betekent dat iets bij een gekwalificeerde meerderheid doorgaat. Er is een patstelling. De heer Van Gerven weet dat veiligheid Europees wordt getoetst. In september zal ik het debat met de Kamer voeren over een nationaal afwegingskader met een overgangssituatie. Daar is Europees over gestemd en alles wat nu in een patstelling verkeert, valt binnen een democratisch model in een patstelling. Het is de bedoeling dat we de veiligheid straks Europees toetsen en daarna een nationaal afwegingskader hebben. Wellicht helpt ons dat om uit die situatie te komen. 

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. We hadden bij mais de situatie dat vijftien staten tegen waren en slechts vijf voor. Het uiteindelijke resultaat was dat het toch werd toegelaten. De vraag is om de regeling zo te maken dat het ook niet gebeurt als een meerderheid van de landen het niet wil. Daarvoor moet er een nieuwe verordening of een aanpassing komen en dat is mijn concrete vraag. 

Staatssecretaris Mansveld:

Zoals ik al zei, daarover zullen we dat debat voeren. Daar zal ik de Kamer ook over berichten. Waar het nu om gaat, is dat dit in het huidige model kan gebeuren en dat de stemmen staken. Veiligheid wordt Europees getoetst. Zodra wij ons eigen, nationale afwegingskader hebben, kan deze situatie worden opgeheven. Daartoe is nu ook Europees besloten, want daarvoor is een meerderheid van de stemmen te vinden. Tot die tijd bestaat deze situatie en heeft de Commissie uiteindelijk het woord als de stemmen blijven staken. Dat gaan we via een andere weg oplossen. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Prima. Tot zover dit VAO. Nogmaals, hartelijk dank aan de staatssecretaris van Economische Zaken, die ons gaat verlaten. Wij stemmen morgen over de overgebleven drie moties. 

Naar boven