9 Waarborgfonds Sociale Woningbouw

Aan de orde is het VAO Waarborgfonds Sociale Woningbouw (AO d.d. 18/06). 

De voorzitter:

Ik heet de minister voor Wonen en Rijksdienst van harte welkom. Ik geef de heer Monasch namens de SP, nee, namens de Partij van de Arbeidfractie als eerste spreker het woord. Een dag voor het reces kan zoiets gebeuren. 

De heer Monasch (PvdA):

Dit is misschien wel een aardige variant voor het spelletje Wie is de Mol, mevrouw de voorzitter. 

Wij hebben een algemeen overleg gevoerd. Ik het kader van het tijdschema vandaag zal ik me beperken tot het voorlezen van een motie die ik mede namens de heer Van Vliet indien. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de regering voornemens is het Waarborgfonds Sociale Woningbouw een vergoeding te gaan laten betalen voor de achtervangpositie, de zogenaamde borgstelling, die de rijksoverheid en de gemeenten verschaffen; 

spreekt uit dat de verschuldigde vergoeding niet als lastenverzwaring bij de toegelaten instellingen en/of de huurders van de deelnemende toegelaten instellingen terecht mag komen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Monasch en Van Vliet. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 396 (29453). 

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Voorzitter. Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer Monasch. Hij heeft de motie mede namens mij ingediend. 

Nogmaals mijn waardering voor de brief die we toen van de minister hebben gehad. Dat was een goede brief. Ook nogmaals dank aan de collega's voor het feit dat we na de zomer nog een richtinggevend debat krijgen. 

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Ook ik heb één motie. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de regering voornemens is een premie te vragen voor de achtervangfunctie in het borgstellingssysteem voor woningcorporaties; 

overwegende dat de kosten direct of indirect doorberekend worden aan huurders; 

constaterende dat huurders reeds zwaar belast worden via de inkomensafhankelijke huurverhogingen en de verhuurdersheffing; 

verzoekt de regering, bij nadere uitwerking van de versterking van het risicobeheer geen risicovergoeding voor de achtervang te introduceren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Karabulut. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 397 (29453). 

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Voorts heeft de minister toegezegd in september een aantal scenario's voor te leggen, namelijk een van de waarborgfunctie in de WSW, een scenario van wat er zou gebeuren wanneer de gehele WSW publiek zou worden gemaakt, bijvoorbeeld conform het model in Denemarken en een model, waarin het op afstand wordt gezet en er van privaat verzekeren sprake is. Daarbij zou ook de vermenging of de vermeende staatssteun komen te vervallen en dat zou namelijk ook weer allerlei mogelijkheden bieden. Ik ben blij met die toezegging en ik ben benieuwd naar de resultaten. 

Een ander punt dat nog terugkomt, is de mogelijkheid tot faillissement van corporaties. Ook daar zal de minister een aantal scenario's uitwerken. Hij zal althans de stappen in kaart brengen bij faillissement. Ik wil de minister nogmaals op het hart drukken dat wij uiteraard moeten inzetten op het voorkomen van faillissement. Indien corporaties in problemen komen, mag de huurder niet de dupe worden. Wellicht kan hij daarop nog een toelichting geven. 

Minister Blok:

Voorzitter. U staat mij vast wel toe op dit moment allereerst te memoreren dat wij vandaag een voor de volkshuisvesting bijzondere dag beleven, omdat vandaag de nieuwe Woningwet van kracht wordt, mede als gevolg van het werk van de enquêtecommissie en de brede steun in de Kamer. 

Onderdeel van het onderzoek van de enquêtecommissie was het functioneren van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Daarover ging ook het algemeen overleg. Ik kan de Kamer ook meedelen dat gisteren de statuten van het WSW zijn gewijzigd en dat dus ook de saneringsfunctie uit de WSW overgaat. 

De moties die zijn ingediend, hebben betrekking op het door mij aangekondigde onderzoek naar het berekenen van een vergoeding aan de Staat voor de staatsgarantie die het WSW heeft. Ik heb de Kamer aangegeven dat uit de begrotingsregels volgt dat normaal gesproken zo'n vergoeding wordt berekend. Ik heb echter ook aangegeven dat ik daar niet toe wil overgaan zonder eerst een uitgebreid onderzoek te hebben gedaan en zonder de resultaten daarvan met de Kamer te hebben gedeeld. 

Tegen die achtergrond heeft de heer Monasch samen met de heer Van Vliet de motie op stuk nr. 396 ingediend die uitspreekt dat de verschuldigde vergoeding niet als lastenverzwaring bij de toegelaten instellingen en/of de huurders van de toegelaten instellingen terecht mag komen. Ik zou de indieners willen vragen de motie aan te houden totdat ik het onderzoek beschikbaar heb. Daarmee worden de berekeningen compleet beschikbaar. Mochten zij dat niet doen, dan moet ik de motie ontraden omdat zij anders een enorme beperking op dat onderzoek legt. 

Langs dezelfde lijn wil ik mevrouw Karabulut vragen om haar motie op stuk nr. 397 aan te houden totdat het onderzoek beschikbaar is. Ook deze motie moet ik ontraden als zij voor die tijd in stemming wordt gebracht. 

Mevrouw Karabulut (SP):

Het zal de minister niet verbazen dat ik de motie niet zal aanhouden. Zij is juist bedoeld om richting te geven aan de minister. 

Minister Blok:

In dat geval blijf ik bij mijn oordeel; dan ontraad ik deze motie. 

Mevrouw Karabulut stelde twee aanvullende vragen. Ik zal inderdaad met scenario's komen voor het regelen van de borgstelling voor de woningcorporaties: een volkomen privaat scenario en een volkomen publiek scenario. Ik zal ook uiteenzetten welke stappen er kunnen worden gezet in het geval van een eventueel faillissement van een woningcorporatie. De enquêtecommissie stelde terecht dat het uitsluiten van die mogelijkheid altijd ongewenst gedrag kan opleveren. Het belang van de volkshuisvesting moet inderdaad vooropstaan. Dat belang kan ermee zijn gediend dat de sociale huurwoningen van een corporatie ergens netjes worden ondergebracht, maar de corporatie niet als rechtspersoon blijft bestaan. Ik ben het eens met mevrouw Karabulut dat een dergelijke optie niet boven aan de stapel mogelijkheden ligt, maar we moeten deze optie toch wel bij wijze van dreiging achter de hand houden. Ik zal schetsen wanneer en met welke consequenties dit zich eventueel zou kunnen voordoen. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Wij zullen morgen over de ingediende moties stemmen. 

De vergadering wordt van 11.50 uur tot 12.05 uur geschorst. 

Voorzitter: Van Miltenburg

Naar boven