Handeling
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 88, item 42 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 88, item 42 |
Circulaire economie
Aan de orde is het tweeminutendebat Circulaire economie (CD d.d. 16/04).
De voorzitter:
We gaan meteen door met het tweeminutendebat Circulaire economie, waarvoor de heer Bamenga zich als eerste heeft ingeschreven als spreker van de zijde van de Kamer. Ik wil hem dan ook het woord geven. Meneer Bamenga, u heeft het woord.
De heer Bamenga (D66):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb drie moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de grote hoeveelheid reclame voor ultrafast fashion jongeren aanjaagt om zo veel en zo vaak mogelijk deze kleding te kopen met overproductie, overconsumptie en soms financiële schulden tot gevolg;
overwegende dat Frankrijk een reclameverbod op ultrafast fashion heeft ingevoerd;
overwegende dat ultrafast-fashionproducten niet alleen zeer schadelijk zijn voor het klimaat en milieu vanwege de vervuiling bij productie en het overmatig grondstoffengebruik, maar ook niet goed gerecycled kunnen worden;
verzoekt de regering reclame voor ultrafast fashion te verbieden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de batterijen die in vapes zitten vaak leiden tot explosies en branden bij afvalverwerkingsbedrijven;
van mening dat dit niet alleen gevaarlijk is voor de omgeving, maar ook voor de levens van desbetreffende medewerkers;
verzoekt de regering statiegeld op vapes te implementeren om het aantal explosies en branden bij afvalverwerkingsbedrijven te verminderen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de plastic-heffing op vervuilend plastic zoals die in het hoofdlijnenakkoord stond, geschrapt wordt;
overwegende dat het vrijgevallen gat van ruim 550 miljoen euro gedeeltelijk uit de verhoogde afvalstoffenheffing gedekt moet gaan worden en de rekening dus bij de burger terechtkomt in plaats van bij de vervuiler;
overwegende dat landen als Spanje de plastic-heffing in de keten plaatsen, bij de distributeurs, producten of importeurs van het plastic;
overwegende dat het Spaanse model ervoor zorgt dat de belasting niet bij de consument komt en ervoor zorgt dat de instroom aan goedkoop virginplastic wordt verminderd;
verzoekt de regering de plastic-heffing niet bij de burger te leggen, maar bijvoorbeeld bij de ketenpartijen naar voorbeeld van het Spaanse model,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel. Het woord is aan de heer Gabriëls, GroenLinks-Partij van de Arbeid.
De heer Gabriëls (GroenLinks-PvdA):
De eerste motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het doel van de Richtlijn single-use plastics (SUP) is om de hoeveelheid plastic in zwerfafval te verminderen;
overwegende dat lidstaten van de Europese Unie verplicht zijn om maatregelen te treffen om in 2026 het gebruik van bekers en bakjes met plastic ambitieus en aanhoudend te hebben verminderd ten opzichte van 2022;
constaterende dat het in 2021 in Nederland ging om meer dan 7 miljard plastic(bevattende) bekers voor eenmalig gebruik;
verzoekt het kabinet om bij de herziening van de Regeling kunststofproducten voor eenmalig gebruik hergebruik boven wegwerp te stellen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de staatssecretaris overweegt om de ILT een aanwijzing te geven om niet langer op de "90% gescheiden"-inzameldoelstelling voor alle plastic drankflessen te handhaven, maar dit te beperken tot de plastic flessen waar statiegeld op zit;
constaterende dat de producentenorganisatie al sinds 2020 weet dat het de doelstelling moet realiseren, maar desondanks onvoldoende inzamelpunten heeft gerealiseerd en er zelf, samen met producenten en retailers, voor heeft gekozen om geen statiegeld te heffen op sap en zuivel;
overwegende dat het een ongewenst precedent schept als handhavingsregels worden versoepeld wanneer de verantwoordelijke producentenorganisatie door eigen toedoen niet een tijdig aangekondigd en realistisch doel haalt;
verzoekt de regering om de aangekondigde aanwijzing aan de ILT in te trekken met als doel dat de ILT continueert te handhaven op het doel van 90% inzameling van plastic flessen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het Planbureau voor de Leefomgeving al enige jaren aandringt op beleid ten aanzien van bevordering van de circulaire economie minder vrijwillig maken;
constaterende dat vele innovatieve plasticrecyclers en "biobased" bedrijven omgevallen zijn, dreigen om te vallen of niet kunnen opschalen vanwege gebrek aan afzetmarkt en concurrentie met goedkoper fossiel plastic uit verre landen;
constaterende dat er in 2030 een Europese afzetmarkt wordt gefaciliteerd, maar Nederlandse bedrijven, patenten en investeringen nú verloren gaan;
constaterende dat de zogenaamde Plastic Tafel niet moet afdoen aan de urgentie van een wettelijke bijmengstandaard voor circulair plastic en niet moet leiden tot vertraging;
verzoekt de regering om de uitkomsten van de Plastic Tafel mee te nemen in het besluit om vóór Prinsjesdag tot een wettelijke bijmengstandaard voor circulair plastic te komen en deze standaard uiterlijk in 2027 in te laten gaan,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel. Precies binnen de tijd. Het woord is aan mevrouw Teunissen, Partij voor de Dieren.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Voorzitter. Het is belangrijk dat we afstappen van de wegwerpmaatschappij. Dat betekent dat we moeten inzetten op een circulaire economie, die onze leefomgeving gezonder maakt en onafhankelijker maakt van verre landen voor grondstoffen. Daarom de volgende moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de Commissie m.e.r. een negatief advies heeft gegeven op het Circulair Materialenplan omdat de milieu- en gezondheidseffecten onvoldoende in beeld zijn gebracht;
overwegende dat het hergebruiken van grondstoffen niet ten koste mag gaan van gezondheid en milieu, en problemen zoals met staalslakken moeten worden voorkomen;
constaterende dat het regeerprogramma inzet op verantwoord gebruik van secundaire bouwstoffen en op maatregelen om de gezondheid van alle Nederlanders te bevorderen, en stelt dat voorkomen beter is dan genezen;
verzoekt de regering om het Circulair Materialenplan onafhankelijk te laten beoordelen op gezondheids- en milieueffecten, en hierover zo snel mogelijk aan de Kamer te rapporteren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in Nederland verschillende partijen gebruikt textiel inzamelen, zoals kringlopen, recyclers, goede doelen en sinds kort ook fast-fashionbedrijven;
constaterende dat het programma Radar heeft aangetoond dat sommige fast-fashionbedrijven valse beloftes doen over de bestemming van ingeleverd textiel;
overwegende dat verschillende fast-fashionbedrijven gebruikt textiel in Afrikaanse landen dumpen met negatieve impact op de lokale economie, mens, milieu en dieren;
overwegende dat greenwashing strafbaar is en dit haaks staat op de omschakeling naar een circulaire economie;
verzoekt de regering om maatregelen te nemen, zoals het instellen van verscherpt toezicht op de inzameling van textiel door fast-fashionbedrijven, en hierover zo snel mogelijk aan de Kamer te berichten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is het woord aan mevrouw Wingelaar van NSC.
Mevrouw Wingelaar (NSC):
Dank u wel, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er vaak geen statiegeld geheven wordt op verpakkingen van buitenlandse producten;
overwegende dat in de Evaluatie statiegeld een verplichting voor verkooppunten tot het heffen van statiegeld genoemd wordt als optie om dit te ondervangen;
overwegende dat er nader onderzoek gedaan wordt naar extra maatregelen om de statiegelddoelstellingen te halen;
verzoekt de regering bij het onderzoek nadrukkelijk te kijken naar een verplichting tot het heffen van statiegeld, zodat buitenlandse flesjes niet gevrijwaard zijn van statiegeld,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat nader onderzoek naar verplicht statiegeld op alle sapflessen is aangekondigd;
overwegende dat er al statiegeld op sapflessen geheven wordt en dit technisch mogelijk is;
verzoekt de regering op korte termijn, bij voorkeur met ingang van 1 januari 2026, statiegeld op plastic sapflessen te verplichten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Wingelaar (NSC):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Boutkan, PVV.
De heer Boutkan (PVV):
Dank u wel, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat elke lidstaat de Richtlijn single-use plastics (SUP) anders interpreteert;
constaterende dat Nederland de Richtlijn single-use plastics veel strenger interpreteert dan andere EU-lidstaten;
overwegende dat door een veel strengere interpretatie van de Richtlijn single-use plastics de Nederlandse maakindustrie op een onnodige achterstand wordt gezet;
overwegende dat er een Speciaal Regeringsvertegenwoordiger Circulaire Economie is benoemd, die als liaison dient te fungeren tussen de overheid, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties, met als doel om bij te dragen aan het optimaal realiseren van een circulaire economie;
verzoekt de regering om, eventueel in samenwerking met de Speciaal Regeringsvertegenwoordiger Circulaire Economie, te onderzoeken waar andere EU-lidstaten de Richtlijn single-use plastics minder streng interpreteren dan Nederland, om een ongelijk speelveld te voorkomen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering voornemens is om voor luiers en incontinentiemateriaal een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) in te voeren;
overwegende dat er geen EU-verplichting is om nationaal een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor luiers en incontinentiemateriaal in te voeren;
overwegende dat slechts 10% van luiers en incontinentiemateriaal recyclebaar is en dat 90% wordt verbrand, waardoor de milieuwinst puur symbolisch is;
overwegende dat het invoeren van een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor luiers en incontinentiemateriaal zal leiden tot een enorme kostenstijging van deze producten;
verzoekt de regering om luiers en incontinentiemateriaal uit te zonderen van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er voor windturbines geen uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) geldt;
overwegende dat het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) inschat dat in 2030 door slijtage 2 tot 38.000 kilogram plastic in de zee terecht komt;
overwegende dat de meeste windturbines worden afgeschreven na ongeveer vijftien jaar;
overwegende dat de wieken van windturbines nog niet recyclebaar zijn na het einde van de levensduur;
verzoekt de regering om voor producenten van windturbines een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid in te voeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Ook weer heel mooi binnen de tijd, meneer Boutkan. Dank u wel.
De heer Boutkan (PVV):
Dank u wel voor het compliment, voorzitter.
De voorzitter:
En u dank voor de medewerking. Het woord is aan de heer Stoffer, SGP.
De heer Stoffer (SGP):
Voorzitter. Ik heb maar één motie, maar het is natuurlijk wel een hele goeie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat sprake is van een sterke opmars van de verkoop van ultrafast fashion via onder meer Chinese webwinkels;
overwegende dat ultrafast-fashionproducten vanwege het hoge polyestergehalte een zeer korte levensduur en relatief grote gevolgen voor het milieu hebben, en een bedreiging vormen voor de transitie naar een meer circulaire textielketen;
overwegende dat een relatief groot aandeel van de ultrafast-fashionproducten niet voldoet aan Europese productwetgeving en de REACH-regelgeving;
overwegende dat Frankrijk gerichte wetgeving invoert om ultrafast fashion tegen te gaan, onder meer door een heffing voor textiel met een korte levensduur en een slecht ecolabel;
van mening dat op korte termijn actie nodig is om ultrafast fashion aan te pakken en dat niet gewacht kan worden op Europese beleidswijzigingen;
verzoekt de regering voor het komende begrotingsdebat IenW een actieplan met concrete maatregelen op te stellen voor een voortvarende aanpak van ultrafast fashion, waaronder gerichte handhaving voor producten die niet voldoen aan de genoemde producteisen, en voorbereiding van regelgeving in lijn met de genoemde Franse wetgeving,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Stoffer (SGP):
Ja, ik heb wel een paar medeondertekenaars, hoor.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Stoffer. Het woord is aan de heer Buijsse, VVD.
De heer Buijsse (VVD):
Dank je wel, voorzitter. Op 16 april jongstleden hebben wij gesproken over circulaire economie. In het bijzonder heb ik in mijn inbreng stilgestaan bij de toekomst van UPV's, uitgebreide producentenverantwoordelijkheden voor verantwoordelijke organisaties, voor het realiseren van de doelen van een circulaire economie. De staatssecretaris heeft hierbij aangegeven dat hij na de zomer de Kamer zal informeren over de doorontwikkeling van de UPV's. Dat is een brief waar ik zeer naar uitkijk.
Voorzitter. Daarnaast heb ik stilgestaan bij de Circulaire Plastic Tafel. Daar is in deze commissie al meer over gesproken. Graag wil ik van de gelegenheid gebruikmaken om complimenten uit te spreken richting de staatssecretaris, de voorzitter van de tafel, de heer Steven van Eijck, en alle deelnemers van de tafel. Ik begrijp uit mijn bronnen dat er constructieve gesprekken plaatsvinden, dat er ook daadwerkelijk resultaten geboekt worden en dat wij als Kamer inderdaad voor de zomer geïnformeerd zullen worden over wat daar gebeurd is. Om dit proces verder niet met politiek te verstoren, dien ik ook geen moties in bij dit tweeminutendebat.
De voorzitter:
U heeft één interruptie van de heer Gabriëls.
De heer Gabriëls (GroenLinks-PvdA):
Ik wil graag weten over welke bronnen de heer Buijsse het heeft.
De heer Buijsse (VVD):
O. Ik heb gewoon gebeld met de voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de inbreng van de Kamer. Ik schors tien minuten, tot 23.05 uur.
De vergadering wordt van 22.56 uur tot 23.05 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering en geef het woord aan de staatssecretaris voor de beantwoording van de vragen en de appreciatie van de moties.
Staatssecretaris Jansen:
Ik heb geen vragen, voorzitter, dus ik ga direct naar de moties.
De voorzitter:
Gaat uw gang.
Staatssecretaris Jansen:
Ja, dank. De motie op stuk nr. 359 moet ik ontraden. Die gaat over een reclameverbod voor ultrafast fashion. Dat moeten we eerst goed onderzoeken, dus in deze vorm moet ik 'm ontraden.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 359: ontraden. De motie op stuk nr. 360.
Staatssecretaris Jansen:
De motie op stuk nr. 360 van D66 over statiegeld op vapes is een lastige. Eigenlijk zou ik 'm moeten ontraden, omdat je daarmee een bepaalde status verbindt aan iets wat we allemaal eigenlijk onwenselijk vinden. Ik zou 'm wel "ontijdig" willen noemen, omdat ik dan het gesprek met de staatssecretaris van VWS kan voeren om te kijken hoe we hiermee om kunnen gaan. Maar ik vind 'm wel lastig, zeg ik heel eerlijk. Het oordeel is dan "ontijdig".
De voorzitter:
Ik kijk naar de heer Bamenga om te zien of hij bereid is om de motie aan te houden. Dat is stap één. Als hij dat niet wil, wordt de motie ontijdig verklaard.
De heer Bamenga (D66):
Ik ben best bereid om de motie aan te houden, maar dan willen we wel weten wat uit de gesprekken is gekomen. Dan weet ik of ik 'm daarna kan indienen.
Staatssecretaris Jansen:
Dat zal ik terugkoppelen naar de Kamer.
De voorzitter:
Dan gaan we naar de motie op stuk nr. 361.
Staatssecretaris Jansen:
De motie op stuk nr. 361 van de heer Bamenga is ook ontijdig. De gesprekken lopen nu via de Plastic Tafel, dus het lijkt me niet goed om daar nu al conclusies aan te verbinden.
De voorzitter:
Is de heer Bamenga bereid om ook die motie aan te houden?
De heer Bamenga (D66):
Ja.
De voorzitter:
Dat is het geval.
Op verzoek van de heer Bamenga stel ik voor zijn moties (32852, nrs. 360 en 361) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Dan de motie op stuk nr. 362.
Staatssecretaris Jansen:
De motie op stuk nr. 362: oordeel Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 362: oordeel Kamer. De motie op stuk nr. 363.
Staatssecretaris Jansen:
De motie op stuk nr. 363 moet ik ontraden. Voor zuivel- en sapflessen geldt nog geen statiegeldplicht, maar ze tellen wel mee voor de inzameldoelstelling. Vooral de zuivelflessen maken het moeilijk om die doelstelling te halen. Momenteel onderzoeken we wat de beste manier is om zuivelflessen in te zamelen. Tot duidelijk is wat de beste manier is, vind ik het niet eerlijk dat ze al meetellen in de handhaving. Daarom: ontraden.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 363: ontraden. Eén interruptie van de heer Gabriëls.
De heer Gabriëls (GroenLinks-PvdA):
Dat betekent dus dat u wilt afstappen van het handhaven door de ILT op de 90%-inzameldoelstelling, die gewoon in de wet staat?
Staatssecretaris Jansen:
Er zijn andere manieren om die 90% te halen, maar vanwege de redenatie die ik net onder woorden bracht, moet ik 'm ontraden.
De voorzitter:
We gaan naar de motie op stuk nr. 364.
Staatssecretaris Jansen:
De motie op stuk nr. 364 krijgt als oordeel ontijdig. In beginsel ben ik het wel eens met het PBL dat normering een goed instrument is in de transitie naar circulair plastic. We hebben nu uitdrukkelijk de opdracht bij de Plastic Tafel gelegd om met een alternatief te komen. Om die reden moet ik zeggen: de motie is ontijdig.
De voorzitter:
Is de heer Gabriëls bereid om de motie aan te houden?
De heer Gabriëls (GroenLinks-PvdA):
Nadat ik één vraag heb gesteld. Mag dat, voorzitter?
De voorzitter:
Gaat uw gang.
De heer Gabriëls (GroenLinks-PvdA):
Deze motie roept ertoe op om überhaupt te komen tot een bijmengstandaard en daarin ook de uitkomsten van de Plastic Tafel mee te nemen. De motie kan dus niet ontijdig zijn, want de uitkomsten van de Plastic Tafel worden meegenomen in de bijmengstandaard die iedereen wil. Wat vindt de staatssecretaris daarvan?
De voorzitter:
Wat vindt de staatssecretaris daarvan?
Staatssecretaris Jansen:
Dat heeft te maken met de norm die erin genoemd wordt. Dat is vooruitlopen op de uitkomsten en daarom zeg ik dat de motie ontijdig is.
De voorzitter:
De motie is ontijdig. Houdt u 'm aan?
De heer Gabriëls (GroenLinks-PvdA):
Ik hou 'm aan.
De voorzitter:
Op verzoek van de heer Gabriëls stel ik voor zijn motie (32852, nr. 364) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Dan de motie op stuk nr. 365.
Staatssecretaris Jansen:
Ook die is ontijdig. Er is al een milieueffectrapportage uitgevoerd door een onafhankelijke partij. De Commissie m.e.r. is daar kritisch over. We zullen voor de zomer naar de Kamer komen met een reactie hierop. Daarom vind ik de motie ontijdig.
De voorzitter:
Is mevrouw Teunissen bereid om de motie aan te houden? Dat is niet het geval. Dan wordt de motie ontijdig verklaard. Dan komen we bij de motie op stuk nr. 366.
Staatssecretaris Jansen:
De motie op stuk nr. 366 krijgt het oordeel overbodig.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 366: overbodig.
Staatssecretaris Jansen:
De motie op stuk nr. 367: oordeel Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 367: oordeel Kamer. Dan de motie op stuk nr. 368.
Staatssecretaris Jansen:
De motie op stuk nr. 368: ontijdig. We nemen sapflessen mee in het bredere besluit over de reikwijdte van de statiegeldplicht na afronding van het onderzoek naar zuivel.
De voorzitter:
Is mevrouw Wingelaar bereid de motie aan te houden? Dat is niet het geval. Dan is het oordeel over de motie op stuk nr. 368 "ontijdig". Mevrouw Teunissen wil graag nog reageren op de overbodigverklaring van de motie op stuk nr. 366. Gaat uw gang.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik ben benieuwd waarom die overbodig is volgens de staatssecretaris.
Staatssecretaris Jansen:
Was dat de motie op stuk nr. 366, voorzitter?
De voorzitter:
Ja.
Staatssecretaris Jansen:
Dan ga ik even terug. De UPV Textiel is per 2023 ingegaan. De ILT ziet toe op de handhaving daarvan. Vanaf volgend jaar moeten producenten rapporteren over de doelstellingen. Dan zal de ILT ook gaan handhaven op de doelstellingen. Daarom is de motie overbodig.
De voorzitter:
Dan gaan we naar de motie op stuk nr. 369, de motie-Boutkan.
Staatssecretaris Jansen:
De motie op stuk nr. 369 krijgt oordeel Kamer.
De voorzitter:
Dan de motie op stuk nr. 370.
Staatssecretaris Jansen:
De motie op stuk nr. 370 is ontijdig. Dat besluit moeten we nog nemen en daarna komt nog de behandeling in de Kamer. De motie komt dus te vroeg in het proces.
De voorzitter:
Is de heer Boutkan bereid om de motie aan te houden? Ja, hij houdt 'm aan.
Op verzoek van de heer Boutkan stel ik voor zijn motie (32852, nr. 370) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Dan de motie op stuk nr. 371, tot slot. Nee, niet tot slot.
Staatssecretaris Jansen:
Ik heb er nog twee, voorzitter.
De voorzitter:
Ja.
Staatssecretaris Jansen:
De motie op stuk nr. 371 is ook ontijdig. Na de zomer komt de kabinetsreactie op het rapport van het PBL, dus ook op de UPV. Wat ons betreft kijken we natuurlijk ook naar de materie die door de heer Boutkan is ingebracht, dus naar de windturbines.
De voorzitter:
Is de heer Boutkan bereid om de motie aan te houden?
De heer Boutkan (PVV):
Nee, voorzitter. Ik heb nog wel een vraag aan de staatssecretaris.
De voorzitter:
Gaat uw gang.
De heer Boutkan (PVV):
Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft tijdens een rondetafelgesprek gezegd dat dit hun tijdens onderzoek naar windmolens was opgevallen. Ik hoor u zeggen dat we het gaan onderzoeken, maar feit is gewoon dat er voor windmolens geen UPV is. Waarom is dat niet gebeurd? Een onderzoek zal daar niet bij helpen.
Staatssecretaris Jansen:
De aanbeveling wordt inderdaad gedaan om een UPV in te stellen voor windturbines; dat klopt. Na de zomer komen we met een reactie naar de Kamer. Daarom zeg ik dat de motie op dit moment ontijdig is. Eerst komt er een reactie naar de Kamer. Daarna kunt u wel of niet een motie indienen, afhankelijk van de uitkomst.
De voorzitter:
Dit is wat het is. Kunt u een tijdsaanduiding geven bij "voor de zomer"?
Staatssecretaris Jansen:
Na de zomer. Kort na de zomer.
De voorzitter:
Na de zomer. Kort na de zomer. Bent u bereid om de motie aan te houden? Ja.
Op verzoek van de heer Boutkan stel ik voor zijn motie (32852, nr. 371) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Tot slot de motie op stuk nr. 372.
Staatssecretaris Jansen:
De motie op stuk nr. 372 krijgt oordeel Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 372 krijgt oordeel Kamer. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van het tweeminutendebat Circulaire economie.
De beraadslaging wordt gesloten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20242025-88-42.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.