8 Stemmingen moties Wet wijziging Meststoffenwet in verband met de maximale mestproductie

Stemmingen moties Wet wijziging Meststoffenwet in verband met de maximale mestproductie

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Meststoffenwet in verband met de voorwaarden over de maximale mestproductie in de derogatiebeschikking 2022-2025 (Wet wijziging Meststoffenwet in verband met de maximale mestproductie),

te weten:

  • -de motie-Holman/Van Campen over invulling geven aan een samenhangend maatregelenpakket voor ondersteuning van bedrijfsopvolgingen in de agrarische sector (36618, nr. 18);

  • -de motie-Bromet/Grinwis over binnen een halfjaar een voorstel voorleggen over hoe grondgebondenheid concreet wordt ingevuld (36618, nr. 19);

  • -de motie-Flach over bij de voorgenomen verhoging van stikstofcorrectiefactoren uitgaan van de meest actuele cijfers voor zowel melkkoeien als jongvee en deze zo representatief mogelijk vaststellen (36618, nr. 20);

  • -de motie-Grinwis/Van Campen over de brede beëindigingsregeling zo snel mogelijk in 2025 openstellen en dit bij de voorjaarsbesluitvorming betrekken (36618, nr. 21);

  • -de motie-Vedder/Holman over de pilot mineralenconcentraat per 1 januari 2025 verlengen en bezien hoe de pilot kan worden uitgebreid met RENURE-producten (36618, nr. 22);

  • -de motie-Beckerman/Ouwehand over in overleg met NVWA, RVO en FIOD voorzien in voldoende aanvullende middelen om adequaat te kunnen handhaven op mestfraude (36618, nr. 23);

  • -de motie-Pierik over bindende afspraken maken met lokale en provinciale overheden om de vergunningverlening voor mestverwerking succesvoller te laten verlopen (36618, nr. 24);

  • -de motie-Pierik over zodra de situatie het toestaat direct een AMvB aan de Kamer sturen waarmee de afromingspercentages naar beneden worden bijgesteld (36618, nr. 25);

  • -de motie-Pierik over onderzoeken hoe kan worden bewerkstelligd dat de veehouderijsector niet meer dier- en fosfaatrechten kwijtraakt dan strikt noodzakelijk volgens de regelgeving van de EU (36618, nr. 26);

  • -de motie-Podt over vóór het commissiedebat Mestbeleid van 7 november een lijst presenteren met concrete, aanvullende maatregelen om een generieke korting te voorkomen (36618, nr. 27);

  • -de motie-Ouwehand over zo snel mogelijk fokbeperkingen instellen om onnodig dierenleed te voorkomen bij de aanpak van het mestprobleem (36618, nr. 28);

  • -de motie-Ouwehand over uitspreken dat mestfraude niet mag worden gedoogd (36618, nr. 29);

  • -de motie-Van Campen/Holman over bij weegmomenten monitoren hoe de leasemarkt voor pluimvee- en varkensrechten zich ontwikkelt en eventuele ongewenste effecten tegengaan (36618, nr. 30);

  • -de motie-Van Campen/Grinwis over het PBL de effecten van de voorgestelde maatregelen ten aanzien van waterkwaliteit en stikstof- en broeikasgasemissies laten analyseren (36618, nr. 31).

(Zie wetgevingsoverleg van 7 oktober 2024.)

De voorzitter:

De motie-Bromet/Grinwis (36618, nr. 19) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de huidige mestproblematiek slecht is voor de waterkwaliteit en de Nederlandse veeteelt zwaar onder druk zet;

overwegende dat grondgebondenheid de omvang van de veestapel in balans brengt met de beschikbare landbouwgrond;

overwegende dat grondgebondenheid als doel is opgenomen in het addendum van de zevende Nitraatrichtlijn;

constaterende dat het kabinet daaraan nog geen invulling heeft gegeven;

verzoekt de regering uiterlijk in de eerste helft van 2025 een voorstel aan de Kamer voor te leggen hoe grondgebondenheid concreet wordt ingevuld, waarbij recht gedaan wordt aan het belang van blijvend grasland en tevens rekening gehouden wordt met gemengde bedrijven dan wel regionale samenwerking tussen melkvee- en akkerbouwbedrijven,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 37, was nr. 19 (36618).

De motie-Pierik (36618, nr. 24) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de overspannen mestmarkt op korte termijn verlicht kan worden als de totale mestverwerkingscapaciteit opgeschaald wordt;

constaterende dat er voldoende initiatieven zijn om de mestverwerkingscapaciteit te vergroten, maar dat die vastlopen in de vergunningverlening;

overwegende dat het succes van RENURE mede afhankelijk is van een versnelde vergunningverlening van de installaties die deze kunstmestvervangers maken;

verzoekt de regering om afspraken te maken met lokale en provinciale overheden om de vergunningverlening voor mestverwerking succesvoller te laten verlopen;

verzoekt tevens te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om via een aanwijzingsbesluit de mestverwerkingscapaciteit te vergroten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 38, was nr. 24 (36618).

De motie-Pierik (36618, nr. 26) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat door huidige en toekomstige uitkoopregelingen we mogelijk verder onder het nationale mestproductieplafond komen dan noodzakelijk is;

overwegende dat het onwenselijk zou zijn als ingrepen worden gedaan die enkele jaren later al niet niet meer nodig blijken te zijn;

verzoekt de regering om te onderzoeken of kan worden bewerkstelligd dat de veehouderijsector niet meer dier- en fosfaatrechten kwijtraakt dan strikt noodzakelijk volgens de regelgeving van de EU,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 39, was nr. 26 (36618).

Ik stel vast dat wij nu over deze gewijzigde moties kunnen stemmen.

In stemming komt de motie-Holman/Van Campen (36618, nr. 18).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, JA21, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van de PvdD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Bromet/Grinwis (36618, nr. 37, was nr. 19).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, het CDA en de VVD voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Flach (36618, nr. 20).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SGP, BBB, JA21, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Grinwis/Van Campen (36618, nr. 21).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, JA21 en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Vedder/Holman (36618, nr. 22).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, JA21, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Beckerman/Ouwehand (36618, nr. 23).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, de ChristenUnie, de SGP en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Pierik (36618, nr. 38, was nr. 24).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van NSC, de ChristenUnie, de SGP, de VVD, BBB, JA21, FVD en de PVV voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Pierik (36618, nr. 25).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SGP, het CDA, BBB, JA21, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Pierik (36618, nr. 39, was nr. 26).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SGP, het CDA, BBB, JA21, FVD en de PVV voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Podt (36618, nr. 27).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt en D66 voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Ouwehand (36618, nr. 28).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP en de PvdD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Ouwehand (36618, nr. 29).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie en de VVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Campen/Holman (36618, nr. 30).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Campen/Grinwis (36618, nr. 31).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA en de VVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Mevrouw Podt.

Mevrouw Podt (D66):

Voorzitter. Bij het gewijzigde amendement-Bromet op stuk nr. 33, I willen wij worden geacht voor te hebben gestemd.

De voorzitter:

Dat is bij dezen verwerkt in de notulen.

De heer Van Campen.

De heer Van Campen (VVD):

Voorzitter. De motie op stuk nr. 31 (36618) was ontraden, maar is aangenomen. Ik hoor graag in een brief van het kabinet hoe het de motie gaat uitvoeren.

De voorzitter:

Ik zal het doorgeleiden, maar dat gebeurt automatisch.

Naar boven