26 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Aan de orde is de regeling van werkzaamheden.

Ingekomen is een beschikking van de Voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal inzake aanwijzing van het Tweede Kamerlid Michon-Derkzen tot lid in plaats van het lid Van Wijngaarden in de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa.

Op verzoek van de fractie van D66 benoem ik:

  • -in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Sneller tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Sjoerdsma;

  • -in de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid het lid Van der Laan tot lid in de bestaande vacature.

Ik stel voor toestemming te verlenen voor het houden van een wetgevingsoverleg met stenografisch verslag aan de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken op maandag 16 oktober 2023 van 15.45 uur tot 23.00 uur over de Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma (36263).

Ik stel voor de volgende wetsvoorstellen toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • -Regels ten behoeve van de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de coördinatie en analyse in verband met terrorismebestrijding en bescherming van de nationale veiligheid door het versterken van de weerbaarheid van de samenleving (Wet verwerking persoonsgegevens coördinatie en analyse terrorismebestrijding en nationale veiligheid) (35958);

  • -Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Tweede Verzamelspoedwet COVID-19 en enkele andere wetten in verband met het treffen van een tijdelijke voorziening voor het benoemen van rechters-plaatsvervangers in hun eenenzeventigste levensjaar (36358).

Ik deel aan de Kamer mee dat voor de volgende debatten de termijn voor toekenning is verlengd:

  • -het dertigledendebat over discriminatie van moslims door banken en financiële instellingen;

  • -het dertigledendebat over het advies van het Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding inzake het verstrekken van informatie over de besluitvorming rondom de coronapandemie door het ministerie van VWS.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden: 31066-1258; 36260-6; 29689-1210; 19637-3143; 32852-255; 36274-44.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda:

  • -het tweeminutendebat Verkiezingen (CD d.d. 28/09), met als eerste spreker het lid Van der Plas van BBB.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Van der Plas, BBB. Gaat uw gang.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dank u wel, voorzitter. Vorige week kreeg de Kamer via de Kamerbrief Natuurvergunning Schiphol te horen dat Schiphol van de minister voor Natuur en Stikstof alsnog een natuurvergunning heeft gekregen. Dit terwijl een Kamermeerderheid de Kamerbrief met een reactie op de motie-Kröger over de natuurvergunning Schiphol controversieel heeft verklaard. Het negeren van een Kamermeerderheid is normaal al ongehoord, maar ik wil de Kamer graag herinneren aan het feit dat dit kabinet demissionair is en dat de Kamer nu dus aan zet is. Ik zou daarom graag de minister voor Natuur en Stikstof ter verantwoording willen roepen door middel van een interpellatiedebat, het liefst op zo kort mogelijke termijn.

Dank u wel.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. Ik zit hier een klein beetje dubbel in. Het kan niet zo zijn dat een regering in demissionaire status geen vergunningen kan verlenen. Dus dat is een beetje onhandig. Maar er speelt heel veel op het Schipholdossier, dus ik snap wel goed waarom er om een interpellatie wordt gevraagd. Dus ik steun de interpellatie wel, maar met de expliciete kanttekening dat de Kamer in deze demissionaire situatie niet kan zeggen: hele stelsels krijgen geen vergunning meer. En als we een interpellatie houden, zouden we het volgens de ouderwetse regel moeten doen, namelijk zo snel mogelijk, en dat is de dag erop. Dus moeten we het niet onder aan het lijstje met dertigledendebatten zetten.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Juist omdat dit een buitengewoon controversiële zaak is, dient een kabinet hier wijze terughoudendheid in te betrachten. Dat is bepaald niet het geval als je nog even snel een vergunning verleent aan Schiphol, zonder dat aan de voorwaarden die in de motie zijn vastgelegd en die door een ruime meerderheid van de Kamer worden gesteund, is voldaan. Dus van harte steun voor het verzoek om interpellatie. Ook onderschrijf ik de wens van de heer Omtzigt om een interpellatie niet onder aan de lijst te plaatsen maar de volgende dag plaats te laten vinden.

De voorzitter:

Als er voldoende steun is voor de interpellatie, is er ook een meerderheid van de Kamer voor nodig om te bepalen wanneer we dat doen. Het is dus goed om, als u het steunt, aan te geven of dat ook op de korte termijn is.

De heer Krul (CDA):

Voorzitter. Ondanks alle ethische bezwaren die we al geuit hebben omtrent hetgeen gebeurt met de natuurvergunning voor Schiphol, is het in een goede rechtsstaat wel zo dat je die ook krijgt als je aan de voorwaarden voldoet, wat de Tweede Kamer daar ook van moge vinden. Dat is nou eenmaal hoe het juridisch werkt. Dat staat los van het inhoudelijke bezwaar dat wij ook geuit hebben. Wij verlenen dus geen steun aan dit debat, want het zou een heel raar figuur zijn als wij een demissionair minister tot de orde roepen die zich gewoon aan de juridische procedures houdt, los van wat we er inhoudelijk van vinden.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Ik sluit me daarbij aan. Mooier kan ik het niet zeggen, voorzitter.

De heer Van Campen (VVD):

Geldt ook voor de VVD, voorzitter.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Voorzitter. GroenLinks wil hier graag over debatteren, maar niet in een interpellatiedebat maar in een commissiedebat. We zullen ook met voorstellen daartoe komen in de procedurevergadering. Dat zeg ik mede namens mijn collega van de Partij van de Arbeid.

Mevrouw Christine Teunissen (PvdD):

Voorzitter. Ook wij hebben inhoudelijke bezwaren maar zien dat we dat prima in een commissiedebat kunnen doen. Dus geen steun.

De heer Drost (ChristenUnie):

De ChristenUniefractie steunt het voorstel van de BBB.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Steun.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Geen steun.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Geen steun.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Steun namens BVNL.

De voorzitter:

Er zijn geen 30 leden om uw voorstel te steunen. Dank u wel.

Dan gaan we naar mevrouw Mutluer van de PvdA voor een verzoek.

Mevrouw Mutluer (PvdA):

Voorzitter. De afgelopen tijd zijn wij opgeschrikt door meerdere geweldsincidenten met dodelijke afloop waar mensen met verward gedrag of onbegrepen gedrag bij betrokken waren: de Albert Heijnsteker, Sammy Baker en recent de verschrikkelijke gebeurtenissen in Rotterdam, waar u net ook aan refereerde. Dan kunnen we het hier elke keer over incidenten hebben, maar ik wil gewoon een fundamentele discussie over verward gedrag en onbegrepen gedrag en de inzet van politie, maar met name de communicatie tussen zorg en veiligheid. Dat wil ik graag doen met de minister van Justitie en Veiligheid en de minister voor Langdurige Zorg.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Dit is natuurlijk vooral het gevolg van het sluiten van een derde van de ggz-instellingen en bezuinigingen op de jeugdzorg, maar ook het sluiten van de verzorgingshuizen, want 10% van deze meldingen gaat over mensen met dementie. Het is heel erg jammer dat de partij van mevrouw Mutluer de verzorgingshuizen en een deel van de ggz-instellingen sloot. Om dat terug te draaien wil ik natuurlijk graag een debat voeren.

De voorzitter:

Dus u steunt het debat.

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):

Voorzitter. Mevrouw Mutluer snijdt dit onderwerp terecht aan. Ik vind dat we hier met de minister van Justitie en ook de minister voor Langdurige Zorg over moeten spreken, maar op dit moment steun ik het voorstel voor een debat niet, omdat ik vind dat we ons daar als commissie voor J&V inhoudelijk beter op moeten voorbereiden. Ik ben van plan om dat via de kenniscoördinator van onze commissie te doen. Ik nodig mevrouw Mutluer ook van harte uit om daarbij aan te sluiten. Dan kunnen we wat beter beslagen ten ijs komen en met elkaar het debat daarover voeren, zowel over de justitiekant als over de langdurigezorgkant.

De heer Van Kent (SP):

De SP steunt het verzoek.

De heer Wassenberg (PvdD):

Voorzitter. Wat we zien zijn helaas geen incidenten, maar inderdaad gevolgen van structureel bezuinigen op de geestelijke gezondheidszorg. De politie draait ervoor op. Dat is slecht voor de politie, maar ook voor de patiënten die het betreft. Dus wij steunen het verzoek van mevrouw Mutluer.

Mevrouw Kuik (CDA):

Ik steun het verzoek van mevrouw Michon om dit eerst als kennisthema te nemen. Daarbij steun ik ook het verzoek van mevrouw Mutluer, maar ik wil dat we ons dus eerst goed laten informeren, via een rondetafel of whatever, en dan hier het debat voeren.

De voorzitter:

Dus nog geen steun voor het debat? Of wel?

Mevrouw Kuik (CDA):

Jawel, maar eerst ook de stappen daarvoor.

De voorzitter:

Helder.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Steun.

De heer Bisschop (SGP):

Steun voor het verzoek. Uiteraard moet het goed voorbereid worden, dus ook steun voor de aanvullende wensen.

Mevrouw Helder (BBB):

Voorzitter. Ik zeg dit al jaren, ook wat betreft de combinatie met de ggz. Ik heb dus geen enkele voorbereiding nodig. Ik wil het heel snel. Het moet in een commissiedebat Politie. Dan kan het veel sneller.

De voorzitter:

Dus geen steun voor een apart debat.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Steun.

De heer Eerdmans (JA21):

Voorzitter. Dit is momenteel absoluut een van de topissues in de maatschappij, denk ik. Als je met politie praat, is dit hét thema: zorg en veiligheid en de combinatie daarvan. Dus zeer veel steun. Maar mijn opmerking daarbij richting u zou zijn: hier moeten we echt wel even wat tijd voor hebben, want dit kun je niet afraffelen omdat we kort in de tijd zitten. Eerlijk gezegd, dit is echt een fundamenteel thema, maar neem er dan wel de tijd voor.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Steun.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Steun namens BVNL.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Steun.

De heer Sneller (D66):

Geen steun op dit moment, voorzitter, maar ik worstel een beetje met ... De heer Eerdmans — hij is nu weer in gesprek — zegt: we moeten er meer de tijd voor nemen. Bij de debataanvraag gaat het ook gewoon om vier minuten spreektijd, en dan hebben we een debat. Ik leg dat dus ook bij mevrouw Mutluer terug. Is dat waar zij naar op zoek is? Of zullen we inderdaad kijken of we het beter in de commissie kunnen regelen?

De voorzitter:

Dat kan natuurlijk altijd, maar er is in ieder geval een meerderheid voor uw debat, mevrouw Mutluer.

Mevrouw Mutluer (PvdA):

Dat vind ik heel fijn, voorzitter. Ik zou inderdaad de tijd ervoor willen nemen en het niet willen afraffelen, omdat het twee grote domeinen aangaat, zowel zorg als veiligheid. Het is groter dan we denken. Ik wil niet aan incidentenpolitiek doen, maar het echt bij de kern aanpakken. Volgens mij wil de meerderheid dat ook. Heel fijn.

De voorzitter:

Zeker. Dank. Ik hoorde ook wat suggesties om daar in de commissie nog afspraken over te maken met elkaar.

Dan geef ik tot slot het woord aan de heer Baudet van Forum voor Democratie.

De heer Baudet (FVD):

Voorzitter, dank u wel. Deze week zijn alle 60-plussers, zwangeren en zorgmedewerkers uitgenodigd om een nieuwe coronaprik te gaan halen. We zien dat er wereldwijd, maar ook in Nederland, steeds meer te doen is over de enorme negatieve bijwerkingen die deze prikken hebben. Er is wereldwijd ook sprake van een zogenaamd onverklaarbare oversterfte, terwijl nu blijkt dat er in coronatijd zelf eigenlijk geen oversterfte was. Die is begonnen sinds de vaccinaties zijn begonnen. Lareb, het Nederlandse bijwerkingenregistratiebureau, heeft meer dan 1 miljoen bijwerkingen geregistreerd. 1 op de 500 gevaccineerden heeft zeer zware bijwerkingen met levenslange gevolgen.

De voorzitter:

Daar wilt u een debat over?

De heer Baudet (FVD):

Nou, ik wil niet alleen maar een debat; ik wil eigenlijk een spoeddebat, want dit is nu gaande. Mensen laten zich nu injecteren met deze buitengewoon merkwaardige substantie.

De voorzitter:

U wilt een debat hierover op de korte termijn.

De heer Baudet (FVD):

Het is heel erg risicovol. Dit moeten we proberen te stoppen. We moeten in ieder geval een debat hebben over de vraag of het wel verantwoord is om ermee door te gaan.

De voorzitter:

Helder. U wil een debat hierover op de korte termijn. Allereerst is de heer Van Haga, Groep Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Ik steun dit uiteraard van harte, maar ik vraag me het volgende af. De heer Omtzigt heeft ook een oversterftedebat aangevraagd. Dat staat ook nog niet eens op de rol. We hebben wel een postcoviddebat. Ik vraag me af waarom we wel over postcovid praten, maar niet over dit soort essentiële zaken. Van harte steun dus. Wat mij betreft gaat dit voor op een postcoviddebat. Wat mij betreft doen we het gewoon morgenavond.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. Ik zou twee dingen uit mekaar willen trekken. Er is sprake van oversterfte. Ik verzoek u het debat daarover met spoed in te plannen, nog voor de verkiezingen. Dat is nu vijf, zes keer gevraagd, maar het is uitgesteld. Er is een meerderheid voor om dat te doen.

Dit debat steun ik niet. Dat is om een andere reden. De heer Baudet zegt dat de oversterfte begon op het moment van vaccinatie, maar de oversterfte begon op het moment dat corona hier uitbrak. Toen hadden we een oversterfte van meer dan 2.000 mensen in april en mei van dat jaar. Die was mega. Dat kunt u hier nakijken. Dat misverstand zou ik dus graag even uit de weg willen ruimen …

De voorzitter:

Helder. U steunt het verzoek niet.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

… voordat we hier zeggen dat er hierbij per se een een-op-eenrelatie is.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik steun het verzoek van de heer Omtzigt om het debat over oversterfte spoedig in te plannen. Er is volgens mij ook al vaak in meerderheid om gevraagd. Het punt van de heer Baudet kan hij ook bij het debat morgen inbrengen. De leden gaan zelf over hun eigen inbreng. Als Forum voor Democratie dat wil, dan kunnen ze dat doen. Het lijkt mij weinig kansrijk om dit debat nog ingepland te krijgen voor de verkiezingen.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Voorzitter, geen steun. Ik sluit me aan bij mevrouw Agema: als meneer Baudet hier een vraag over wil stellen, is morgenavond een excellente opportunity.

De voorzitter:

Nee, wacht even met reageren, meneer Baudet.

Mevrouw Tielen (VVD):

Geen steun. Het zou nog wel interessant zijn om een factcheck te houden op het betoogje van meneer Baudet net.

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter, geen steun.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter, geen steun. De lijn die mevrouw Agema uiteenzet, lijkt mij verstandiger en sneller.

De heer Drost (ChristenUnie):

Voorzitter. Volgens mij is het fijn dat er een vaccinatiecampagne op gang is gekomen. Dat is beter dan allerlei andere maatregelen die we in het verleden hebben gezien. Geen steun dus voor dit debat.

Mevrouw Christine Teunissen (PvdD):

Geen steun.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Geen steun.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Geen steun.

De voorzitter:

Er is geen steun van een meerderheid voor uw verzoek, meneer Baudet.

De heer Baudet (FVD):

Hier komen we nog wel een keer op terug, denk ik, want de feiten over dit onderwerp zullen niet tegen te houden zijn.

De voorzitter:

Daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze regeling. O, de heer Omtzigt nog even.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ik had het verzoek gedaan om dat debat over oversterfte nu echt in te plannen. Het is een keer of vier, vijf aan de orde geweest. Ik zou het zeer op prijs stellen als daar een moment voor gevonden zou kunnen worden.

De voorzitter:

U moet daar een apart verzoek voor doen bij de regeling.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Maar voorzitter, er is een apart verzoek geweest. Dat is toegekend.

De voorzitter:

Ik begreep net dat uw verzoek is vervallen, dus er moet weer een nieuw verzoek komen bij de regeling.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Er is twee keer een nieuw verzoek gedaan. De laatste keer is zelfs besloten dat het in de eerste twee weken van september gehouden zou worden. Het is toen niet ingepland, terwijl de Kamer dat wel besloten had. Nu kan ik natuurlijk weer opnieuw beginnen. Ik weet niet of de heer Baudet en mevrouw Agema …

De voorzitter:

Ik snap wat u zegt, maar er zijn daartussen ook heel veel andere verzoeken van de Kamer gekomen die ook weer met prioriteit ingepland moesten worden. Ik kan dus alleen maar afconcluderen dat uw verzoek vervallen is, maar dat u bij de regeling weer een nieuw verzoek daartoe kan doen.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Maar …

De voorzitter:

Nee, dat is even wat het is. Ik schors de vergadering voor een enkel moment en dan gaan we verder met een tweeminutendebat.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven