20 Aanscherping uitstootnormen voor fijnstof uit pluimveestallen

Voorzitter: Martin Bosma

Aanscherping uitstootnormen voor fijnstof uit pluimveestallen

Aan de orde is het tweeminutendebat Aanscherping van de uitstootnormen voor fijnstof uit pluimveestallen (30175, nr. 438).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Aanscherping van de uitstootnormen voor fijnstof uit pluimveestallen (30175, nr. 438). Een hartelijk woord van welkom aan de staatssecretaris, fijn u weer te zien. We hebben vier deelnemers van de zijde van de Kamer. De eerste is mevrouw Van Esch van de fractie van de Partij voor de Dieren. Zij heeft zoals iedereen twee minuten spreektijd. Ik geef haar graag het woord.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Dank u, voorzitter. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat aangekondigde regelgeving voor het terugdringen van de fijnstofuitstoot uit pluimveestallen is ingeruild voor een sectorplan van de pluimveesector;

constaterende dat daarmee de reductiedoelen zijn afgezwakt, met als doel om daarmee bij de pluimveesector een groter draagvlak te creëren voor uitvoering van de maatregelen;

van mening dat dit een zeer ongewenste gang van zaken is;

verzoekt de regering gezondheid altijd boven draagvlak en belangen van de veehouderij te stellen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Esch.

Zij krijgt nr. 440 (30175).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in het sectorplan voor het terugdringen van de fijnstofuitstoot uit pluimveestallen de nieuwe advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) voor luchtkwaliteit nog niet zijn meegenomen;

verzoekt de regering te komen met een eigen plan voor het terugdringen van de fijnstofuitstoot uit pluimveestallen, met reductiedoelen gebaseerd op de nieuwe advieswaarden van de WHO voor luchtkwaliteit,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Esch.

Zij krijgt nr. 441 (30175).

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Heel goed, dank u wel. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Van der Stap van de fractie van BBB ... Van der Plas. Neem me niet kwalijk. Het gaat allemaal te snel. Het woord is aan u. Ik sprak uw broer nog afgelopen weekend.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dat zag ik.

De voorzitter:

Was gezellig. Ik kwam hem tegen in een café.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ja! Leuk, hè. Leuke broer heb ik, hè?

De voorzitter:

Een hele leuke broer. Ik ben even bijgepraat. Alle familieroddels en zo.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Oh, echt waar? Wat heeft hij allemaal over mij gezegd?

De voorzitter:

Er zijn mensen bij, dus dat kan ik niet vertellen. Maar op de eerstvolgende familiereünie kan ik zo rondlopen.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Oh, echt waar? Oké, de familie valt nu uiteen, begrijp ik. Nee, hoor. Ik heb een hele lieve broer. Ik ben zeer aan hem gehecht.

Ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er alleen ingezet gaat worden op brongerichte maatregelen;

overwegende dat een belangrijk deel van de beschikbare technieken om fijnstof te reduceren hier niet onder vallen;

overwegende dat het veelal klimaatbeheersingstechnieken zijn die naast bronmaatregelen overblijven;

overwegende dat innovatie en technieken niet mogen worden uitgesloten indien de bronmaatregelen niet behaald worden;

verzoekt de regering om binnen aanzienlijke termijn nageschakelde technieken op te nemen in de Subsidiemodules brongerichte verduurzaming stal- en managementmaatregelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Plas.

Zij krijgt nr. 442 (30175).

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Voorts wil ik mij graag excuseren. Ik wacht de appreciatie niet af, maar mijn medewerker kijkt mee. Ik moet namelijk nu bij de commissie voor de Werkwijze aanwezig zijn.

Dank je wel.

De voorzitter:

Dat is ook belangrijk. Mevrouw Bromet van GroenLinks.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Voorzitter. Voor mij geldt hetzelfde, dus ik vlieg ook zo meteen weg, maar mijn medewerker kijkt naar de appreciatie. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de zoönosen en zoötomische pandemieën van de afgelopen jaren, zoals Q-koorts, vogelgriep en covid, tot grote gezondheidsschade en grote economische schade hebben geleid;

overwegende dat Nederland met zijn enorme veedichtheid in combinatie met zijn bevolkingsdichtheid een potentiele zoönosehotspot is;

verzoekt de regering te onderzoeken wat de potentiele maatschappelijke kosten van een nieuwe pandemie zijn, afgezet tegen de maatschappelijke baten van de intensieve veehouderij in Nederland, en de Kamer hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Bromet.

Zij krijgt nr. 443 (30175).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat fijnstof uit de intensieve veehouderij op meerdere manieren schadelijk is voor de volksgezondheid, onder andere als drager van bacteriën en virussen;

overwegende dat overdracht van dierziekten tussen stallen en blootstelling van mensen aan dierlijke ziektekiemen in belangrijke mate plaatsvindt via fijnstofemissies uit stallen;

overwegende dat daarmee fijnstof uit de intensieve veehouderij kan bijdragen aan het ontstaan van nieuwe zoönosen en kan bijdragen aan de verspreiding daarvan;

overwegende dat dit moet worden voorkomen, en dat "een verdergaande ambitie formuleren als de maatschappelijke schade van de resterende ziektelast te groot wordt" geen recht doet aan het voorzorgsbeginsel dan wel aan de gezondheid en levenskwaliteit van mogelijke toekomstige slachtoffers;

verzoekt de regering om alsnog de bacteriën en viruslast die worden meegevoerd in fijnstof uit de veehouderij, de risico's op besmettingen en het ontstaan van nieuwe zoönosen te laten onderzoeken, en hierover te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Bromet.

Zij krijgt nr. 444 (30175).

Heel goed. Dan de heer Haverkort van de VVD.

De heer Haverkort (VVD):

Voorzitter, ik geef het u te doen: uitvliegende Kamerleden en dat bij een debat over kippenhokken.

De voorzitter:

Blijft u wel bij ons? Want anders vrees ik dat het wel stil wordt, hoor.

De heer Haverkort (VVD):

Ja, zeker. Ik blijf tot het bittere eind, voorzitter. Ziet u maar eens van mij af te komen!

Voorzitter. Ik ga beginnen. Dank aan de staatssecretaris voor de beantwoording van de vragen, maar vooral dank aan de pluimveesector, die met dit eigen plan de vlucht naar voren en haar verantwoordelijkheid neemt, en actief bijdraagt aan een schonere lucht rondom pluimveestallen. De VVD-fractie feliciteert ze daarmee en wenst ze uiteraard daarbij alle succes toe.

Voorzitter. Ik heb vandaag geen moties, maar ik heb wel een laatste vraag aan deze staatssecretaris. In de beantwoording van de schriftelijke vragen geeft zij aan dat ze de aanpassing voor fijnstofreductie bij pluimveestallen en de aanpassing voor ammoniakreductie bij stallen in één wijzigingsbesluit wil combineren, om zo het risico op stapeling van regelgeving te voorkomen. Dat is mooi. Dank daarvoor. Het stapelen van regels is namelijk niet iets waar de VVD blij van wordt. We hebben er immers al genoeg. Kan de staatssecretaris daarbij wel aangeven wanneer de Kamer dat wijzigingsvoorstel kan verwachten?

Tot zover. Dank u wel.

De voorzitter:

Heel goed. Ik schors zes minuten en daarna gaan we luisteren naar de staatssecretaris.

De vergadering wordt van 16.53 uur tot 16.59 uur geschorst.

De voorzitter:

Het is niet heel druk meer in de zaal, mevrouw de staatssecretaris, maar de mensen die er nog zijn, luisteren aandachtig. Het woord is aan u.

Staatssecretaris Heijnen:

Heel goed. Dat is fijn om te horen.

Ik heb een aantal moties en daarna nog één vraag van de heer Haverkort.

De motie van mevrouw Van Esch op stuk nr. 440 wil ik ontraden. Het doel om de emissie van fijnstof te reduceren en zo gezondheidsrisico's te verlagen staat in mijn keuzes nog steeds centraal. Voor een kansrijke uitvoering daarvan is ook draagvlak nodig.

Dan de motie van mevrouw Esch op stuk nr. 441. Die wil ik ook ontraden. Ik blijf bij mijn keuze voor het sectorplan omdat daarmee een groter draagvlak ontstaat voor uitvoering van de maatregelen. Tegelijkertijd wordt een significante emissiereductie, en daarmee gezondheidswinst, bereikt. Daarbij sluit ik ook aan op de doelstelling van het Schone Lucht Akkoord en ga ik uit van de voorgestelde normen in de herziene Europese richtlijn.

Dan de motie van mevrouw Van der Plas op stuk nr. 442. Ik snap wat zij daarmee beoogt, maar die subsidieregeling is niet van mij. Als mevrouw Van der Plas in de zaal aanwezig geweest zou zijn, zou ik haar hebben willen vragen om de motie aan te houden, zodat ik daarover in overleg kan treden met de minister van LNV. Ik weet niet of ik 'm nu kan aanhouden of dat zij dat moet doen.

De voorzitter:

Nee, dat kan zij alleen zelf doen.

Staatssecretaris Heijnen:

Ja, precies.

De voorzitter:

U zou dan een oordeel moeten geven.

Staatssecretaris Heijnen:

Met die toelichting zou ik deze motie nu moeten ontraden omdat zij er nu niet is. Dat neemt niet weg dat de motie nog niet inhoudelijk geapprecieerd is.

De voorzitter:

Dat heeft u bij dezen gedaan, want u heeft 'm ontraden.

Staatssecretaris Heijnen:

Omdat mevrouw Van der Plas er niet is. Ik zou haar adviseren om de motie aan te houden omdat deze nog inhoudelijk bekeken moet worden.

De voorzitter:

Ja, maar als zij dat niet gedaan had, dan had u ontraden gezegd?

Staatssecretaris Heijnen:

Dan had ik 'm moeten ontraden omdat ik het op dit moment niet kan overzien.

De voorzitter:

Dat is een inhoudelijke appreciatie.

Staatssecretaris Heijnen:

Prima.

De motie-Bromet op stuk nr. 443 wil ik ontraden. Dit soort onderzoek is complex en geeft ook vaak weinig houvast voor politieke keuzes. Met name het onderdeel economische schade blijkt moeilijk.

Dan de motie op stuk nr. 444. Als ik 'm zo mag interpreteren dat deze aansluit bij lopende onderzoeken als het Nationaal actieplan versterken zoönosebeleid en het onderzoeksprogramma Veehouderij en gezondheid omwonenden, dan kan ik 'm oordeel Kamer geven. Zo niet, dan moet ik 'm ontraden.

De voorzitter:

Het vervelende is nu dat mevrouw Bromet er niet is en dat zij dit dus kan bevestigen noch ontkennen.

Staatssecretaris Heijnen:

Dan zal ik 'm vooralsnog moeten ontraden. Maar ik hoop dat zij dit terugkijkt en dan wellicht ook aangeeft richting collega's wat zij met de motie gaat doen.

De voorzitter:

De motie is dus ontraden. Het zij zo.

Staatssecretaris Heijnen:

Meneer Haverkort had nog een vraag. De voorgenomen wijzigingen voor ammoniak en fijnstof komen in een wijzigingsbesluit onder de Omgevingswet te staan. Het wijzigingsbesluit is in voorbereiding en het streven is om dat in de tweede helft van dit jaar in procedure te brengen. Het wijzigingsvoorstel zelf zal in de procedure bij allebei de Kamers worden voorgehangen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Heel goed. Tot zover.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik schors een paar minuten en dan gaan we door naar het volgende tweeminutendebat.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven