19 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Aan de orde is een korte regeling van werkzaamheden. Of korte ... Het valt op zich wel mee.

Ik deel aan de Kamer mee dat de commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven tot haar voorzitter heeft gekozen het lid Leijten, en tot haar ondervoorzitter het lid Ellian.

Op verzoek van de fractie van D66 benoem ik:

  • -in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Warmerdam tot lid in de bestaande vacature;

  • -in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid Warmerdam tot lid in de bestaande vacature;

  • -in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het lid Warmerdam tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature.

Ingekomen zijn de volgende beschikkingen van de Voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal inzake:

  • -aanwijzing van de Tweede Kamerleden Van Wijngaarden, De Roon, Sjoerdsma en Boswijk en de Eerste Kamerleden Martens en Petersen tot lid en de Tweede Kamerleden Brekelmans en Belhaj en de Eerste Kamerleden Faber-van de Klashorst, Van Apeldoorn en Van Ballekom tot plaatsvervangend lid in de NAVO Parlementaire Assemblee;

  • -aanwijzing van de Tweede Kamerleden Van Wijngaarden en Wilders en de Eerste Kamerleden Kox, Moonen en Veldhoen tot lid en de Tweede Kamerleden Omtzigt, Brekelmans en Warmerdam en de Eerste Kamerleden Kluit, Van den Berg en Van Ballekom tot plaatsvervangend lid in de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa;

  • -aanwijzing van de Tweede Kamerleden Klink, De Kort, Kamminga, Van Ginneken en Boulakjar en de Eerste Kamerleden Janssen, Bezaan, Van Hattem, Moonen, Van Ballekom, Kluit, Talsma, Veldhoen en Ramsodit-de Graaf tot lid en de Tweede Kamerleden Hagen en Van Campen en het Eerste Kamerlid Kox tot plaatsvervangend lid in de Benelux Interparlementaire Assemblee;

  • -aanwijzing van Tweede Kamerleden Tielen, Van der Woude, Bosma en Hagen en de Eerste Kamerleden Janssen, Roovers en Geerdink tot lid in de Interparlementaire Commissie inzake de Nederlandse Taalunie;

  • -aanwijzing van Tweede Kamerleden Van Wijngaarden, Brekelmans, Wilders en Hammelburg en de Eerste Kamerleden Karimi, Heijnen en Recourt tot lid en de Tweede Kamerleden Valstar en Markuszower en de Eerste Kamerleden Dittrich, Van Apeldoorn en Van Ballekom tot plaatsvervangend lid in de OVSE Parlementaire Assemblee.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Algemene wet bestuursrecht en de Faillissementswet in verband met de rechtsbescherming bij de afwikkeling van verzekeraars en enige andere verbeteringen in het kader voor herstel en afwikkeling van verzekeraars (Wijzigingswet herstel en afwikkeling van verzekeraars) (36314);

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen en de Algemene douanewet ter opheffing van de geheimhoudingsplicht in verband met het verstrekken van gegevens aan de inspectie belastingen, toeslagen en douane (Wet opheffing geheimhoudingsplicht ten behoeve van de inspectie belastingen, toeslagen en douane) (36324).

Ik deel aan de Kamer mee dat voor de volgende debatten de termijn voor toekenning is verlengd:

  • -het dertigledendebat over de financiële stabiliteit in Europa naar aanleiding van het faillissement van de Silicon Valley Bank;

  • -het dertigledendebat over het bericht dat duizenden gezinnen onder het bestaansminimum leven doordat regelingen van de overheid tegen elkaar in werken;

  • -het dertigledendebat over het bericht dat thuis sterven voor terminaal zieke patiënten steeds moeilijker wordt;

  • -het dertigledendebat over geweld tegen politieagenten.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden: 36200-XVI-207; 29383-391; 32813-1209; 36200-120; 25295-1948; 25295-1947.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda:

  • -het tweeminutendebat Bouwregelgeving (CD d.d. 08/06), met als eerste spreker het lid Beckerman van de SP;

  • -het tweeminutendebat Spoor (CD d.d. 08/06), met als eerste spreker het lid Boutkan van Volt.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Werner van het CDA.

Mevrouw Werner (CDA):

Voorzitter, dank. De achterstelling en uitsluiting van mensen met een handicap is in Nederland groot, hardnekkig en gebeurt nog iedere dag. Vandaag loopt Emma een hele dag met mij mee. Zij heeft 135 keer geprobeerd om ergens een stageplek te krijgen. Dat is nog steeds niet gelukt. We zien ook een verkeersbord van de Zonnebloem waarop staat: verboden toegang voor mensen met een handicap in dit land. Dat betekent dus dat driekwart van de mensen er niet op uit gaat omdat het land zo ontoegankelijk is. Daarom vraag ik een debat aan over het VN-verdrag Handicap. Dat wil ik heel graag nog dit jaar voeren, maar niet op de laatste dag van het jaar, ergens ver weggestopt, want het is echt een heel belangrijk onderwerp.

De voorzitter:

Ik kijk even. We hebben als Kamer eigenlijk met elkaar afgesproken om jaarlijks een debat te houden. Kan iedereen zich erin vinden om dat in week 50 te doen?

Mevrouw Agema (PVV):

Precies, voorzitter. Dit debat is standaard elk jaar.

De voorzitter:

Dan gaan we dat zo plannen, en niet in de laatste week, hoor ik. We gaan ons best doen. Dank u zeer, mevrouw Werner.

Dan geef ik het woord aan de heer Smals, VVD.

De heer Smals (VVD):

Voorzitter. Het verzoek spreekt voor zich, denk ik, namelijk om de Wet herziening bedrag ineens zo snel mogelijk te behandelen, en dan het liefst voor het zomerreces. Maar ik snap dat dat misschien wel een vraag is die bijna onmogelijk is. Maar ik kan het in ieder geval vragen. En anders wil ik het zo snel mogelijk na het zomerreces.

De voorzitter:

Dank u wel. Is er bezwaar tegen dat we in ieder geval een inspanningsverplichting hebben om dit te doen?

De heer Léon de Jong (PVV):

Ik begrijp de haast niet zo goed. Ik neem aan dat er heel veel belangrijke debatten zijn die vaak niet voor het reces kunnen. Nu komt de VVD met iets. Ik zou het niet doen, hoor. Het kan ook na het reces.

De voorzitter:

Dus u steunt het verzoek niet.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. Geen steun voor dit verzoek. Ik denk juist dat het klem loopt met de huidige pensioenhervorming, want je kunt helemaal geen bedrag ineens doen tijdens het invaren. Maar dat zal tijdens dat debat wel duidelijk worden. Maar er is geen grote haast.

De heer Warmerdam (D66):

Steun.

Mevrouw Palland (CDA):

Ik vind het prima om het wetsvoorstel te behandelen. Ik hoor de heer Smals zelf al een nuance aanbrengen. Voor de zomer wordt het misschien wel heel ingewikkeld. Als het in redelijkheid kan, prima, en anders daarna.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik steun het wel, maar niet voor de zomer, in aansluiting op wat mevrouw Palland zegt. De Kameragenda zit natuurlijk al tjokvol.

De heer Futselaar (SP):

Voorzitter. Er wordt geen reden bij gegeven. Ik vind in principe dat alle wetgeving die hier is ingediend zo spoedig mogelijk behandeld moet worden, dus ik zie niet helemaal in waarom dit een uitzondering zou moeten zijn.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor uw verzoek.

Dan gaan we verder met mevrouw Agema voor haar verzoek, want de heer Hammelburg heeft zijn voorstel ingetrokken.

Mevrouw Agema (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Ik zag dat er vier minuten ingepland staan voor het debat over het deelverzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Volgens mij hadden die 50 coronadebatten ook een spreektijd van vier minuten. Het leek mij dus wat kort om die hele periode te kunnen evalueren in even weinig minuutjes. Ik wil dus voorstellen om daar tien minuten van te maken. Ik zie ook dat u donderdag de hele dag voor het debat gereserveerd hebt.

De voorzitter:

Ik zwijg even. Ik luister even naar wat de collega's vinden van het voorstel.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Van harte steun.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter. Ik vind 10 minuten … Ik snap dat er heel veel gezegd moet worden, maar laten wij onszelf dát niet aandoen. De vorige keer, tijdens het wetgevingsoverleg in de commissie, hebben we 12 minuten gedaan en toen werden het er bij mevrouw Agema 24 of zo. Wij zouden het voorstel willen doen om het in 6 minuten te doen.

De voorzitter:

Ik kijk even of collega's zich kunnen vinden in het tegenvoorstel — zo noem ik het maar even — van zes minuten. Is dat een compromis? Dan doen we zes minuten. Dank u wel, mevrouw Agema. Dan geef ik het woord aan mevrouw Van der Plas.

O, u heeft nog een verzoek, mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):

Hoe kan ik de verpleeghuizen nou vergeten! De verpleeghuizen worden op enorme kosten gejaagd. De normatieve huisvestingscomponent en het macrobudget voor de verpleeghuizen worden naar beneden bijgesteld en de extra kwaliteitsmiddelen voor het personeel vervallen. Daarbij komen er ook nog hogere lonen uit de cao's, die moeten worden uitbetaald. Dat leidt tot ontslagen op plekken waar de personeelstekorten juist enorm groot zijn. Over dit alarmerende bericht wil ik graag een meerderheidsdebat voeren.

De voorzitter:

Ik kijk even of daar steun voor is.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Voorzitter. Afgelopen vrijdag hebben 27 zorgorganisaties een brandbrief gestuurd naar de minister. Het lijkt mij heel erg belangrijk om hierover te praten met elkaar, dus steun.

De heer Futselaar (SP):

Steun.

De heer Eerdmans (JA21):

Steun.

De voorzitter:

Ik zie mevrouw Van der Plas staan. U heeft toch al steun gegeven, mevrouw Den Haan?

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Ja, maar nu ook namens DENK.

De voorzitter:

Kijk, dan tellen we die erbij op.

De heer Mohandis (PvdA):

Voorzitter, mede namens GroenLinks, steun.

De heer Boutkan (Volt):

Ook steun.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Voorzitter. Wat de ChristenUnie betreft kan het in een commissiedebat. Geen steun.

De heer Bevers (VVD):

Voorzitter. Daar sluit ik me bij aan. Geen steun.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Steun, mede namens FVD.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Steun.

Mevrouw Sahla (D66):

Voorzitter. Ook wat D66 betreft kan dit in een commissiedebat.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Steun.

De voorzitter:

Er is geen steun van een meerderheid.

Mevrouw Agema (PVV):

Nee, ik zie wel weer een hele oppositie die zich hier natuurlijk ernstig zorgen over maakt, omdat verpleeghuizen hierdoor gewoon gaan omvallen. En dat terwijl zij al heel grote personeelstekorten hebben. Die zorgen leven natuurlijk weer niet bij de coalitie. Als u daarover dus een dertigledendebat op de lijst wilt zetten, heel graag, voorzitter. Dan hoop ik dat het tegen die tijd niet allemaal ontploft is.

De voorzitter:

Dan gaan we dat doen.

Mevrouw Van der Plas, BBB. Gaat uw gang.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Voorzitter, dank u wel. In een uitzending van Nieuwsuur zagen we dat verkenners Jorritsma en Ollongren al eerder spraken over de heer Omtzigt met toenmalig Kamervoorzitter Arib. Volgens Nieuwsuur zouden mevrouw Jorritsma en mevrouw Ollongren hebben aangegeven dat zij het CDA in de coalitie wilden hebben en dat Pieter Omtzigt daarbij een probleem was. Ik wil graag een debat aanvragen met u als Kamervoorzitter en de Tweede Kamer over deze gang van zaken en hoe dit in de toekomst te voorkomen. Graag verzoek ik u om eerst, namens de Kamer, met spoed een brief te sturen aan de vier verkenners, mevrouw Jorritsma, mevrouw Ollongren, mevrouw Van Ark en de heer Koolmees, én de voormalige Kamervoorzitter Arib, waarin de volgende vragen aan de orde komen.

Heeft dit gesprek plaatsgevonden tussen Jorritsma, Ollongren en Arib? Kunnen mevrouw Arib, mevrouw Jorritsma en mevrouw Ollongren aangeven wat er is gebeurd en gezegd in het gesprek? Hebben Jorritsma, Ollongren, Koolmees en Van Ark in hun rol van verkenners vaker of anderszins gesproken over de heer Omtzigt? En, zo ja, met wie en wanneer? Heeft iemand de verkenners Jorritsma en Ollongren gevraagd dit gesprek over de heer Omtzigt te voeren? Zo ja, wie? Waarom is dit niet in het verslag voor en tijdens het 1 aprildebat terechtgekomen? Waarom is de Kamer tot op heden niet geïnformeerd, behalve via Nieuwsuur? Hebben de verkenners en mevrouw Arib nog andere dingen te melden die niet gemeld zijn? Het verzoek is om de antwoorden zo spoedig mogelijk aan de Kamer te doen toekomen.

Voorafgaand aan het door mij aangevraagde plenaire debat wil ik tijdens een deze week nog uit te schrijven vergadering van de commissie voor de Werkwijze een hoorzitting aanvragen, met spoed te houden, met de vier genoemde verkenners en mevrouw Arib. Als alle bovenstaande acties zijn uitgevoerd, dus én de brief én de hoorzitting, verzoek ik u het plenaire debat nog voor het zomerreces in te plannen.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik leg dit verzoek voor aan de Kamer.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. Ik wil ook een debat, maar ik wil een debat met de premier. De premier is staatsrechtelijk verantwoordelijk voor het hele proces van formatie, inclusief de verkenningsperiode. We zagen de afgelopen dagen in de media ook hoogleraren die dat beaamden. Dit is een serieuze zaak. Als het klopt wat Nieuwsuur zegt, en ik heb geen reden om daaraan te twijfelen, zijn we als Tweede Kamer keihard voorgelogen. We hebben de informatie over het gesprek over de heer Omtzigt, dat de D66-verkenner Ollongren en de VVD-verkenner Jorritsma hebben gehad met uw voorganger, mevrouw Arib, niet alleen niet gekregen in het verslag, maar in het debat met de informateurs hebben zij beiden er ook keihard over gelogen. Ze hebben het tegenovergestelde gezegd in de media en hier. Volgens mij staat daar de politieke doodstraf op. Dus ik wil net als mevrouw Van der Plas een debat, maar ik wil dat met de premier. Ik wil natuurlijk ook uitleg erover, maar wij moeten het niet accepteren dat wij als Kamer worden voorgelogen, door verkenners die nu minister zijn. Als wij dit hadden geweten bij dat beruchte debat van 1 april, was de motie van wantrouwen tegen de heer Rutte aangenomen. Dan was het kabinet er niet geweest. We kunnen hier niet serieus mee omgaan, dus graag een debat met de minister-president.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Over wat er misging bij de verkenning is in deze Kamer eerder gesproken. Dat is in opdracht van de Kamer zelf gebeurd. Ik vind het dus terecht dat mevrouw Van der Plas vroeg om een debat te houden over de gang van zaken, maar laten we dat dan doen met de Kamer zelf. Vanuit de evaluatie van de kabinetsformatie is het prima als de Kamervoorzitter dan in vak-K plaatsneemt. Dat wil ik namelijk wel noemen: ik zou het jammer vinden als we alleen een debat hebben over een Nieuwsuuruitzending en niet over de evaluatie, terwijl we daar als Kamer nota bene zelf om gevraagd hebben. Er ligt een kloek rapport voor. Laten we het dan ook over dat rapport hebben. Die verkenning komt als onderdeel daarvan vanzelf aan de orde.

De heer Azarkan (DENK):

Voorzitter. Ik denk dat het allebei kan. Ik denk dat we kunnen praten over de formatie aan de hand van het rapport en daarbij kunnen betrekken dat we inderdaad niet volledig zijn geïnformeerd. Dus steun voor het verzoek, in die combinatie.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

PvdA en GroenLinks vinden het hele verstandige voorstellen van mevrouw Van der Plas. Het lijkt ons belangrijk om het ook in die volgorde te doen. We moeten namelijk nog verder aan waarheidsvinding doen voordat we met elkaar een debat voeren. Dat zal wat ons betreft ook gaan over hoe we er in de toekomst voor kunnen zorgen dat de eerste twaalf dagen van een formatie beter verlopen dan de afgelopen keer.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik blijf terugverlangen naar de Koning, maar dat terzijde. Ten aanzien van dit verzoek het volgende. Er ligt een stevig rapport over de evaluatie van de kabinetsformatie, waarover vanmiddag zelfs een hoorzitting met de rapporteurs is. Ik kan me voorstellen dat we in het vervolg daarvan een hoorzitting doen met iedereen die mevrouw Van der Plas noemde. Maar ik hecht eraan om vervolgens een debat te hebben, met name over het rapport en hoe we het proces kunnen verbeteren. Sorry dat ik de eerste inzet van de ChristenUnie daarbij al bij de regeling van werkzaamheden heb meegegeven.

De voorzitter:

Een korte correctie: vanmiddag hebben we geen hoorzitting maar een gesprek met de commissie.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Goede correctie, voorzitter. Ik bedoelde ook eigenlijk dezelfde vorm als vanmiddag. Dat is een rondetafelgesprek. Dat halen we in de Kamer weleens door elkaar; ook ik doe dat, zo blijkt. Maar ik vind juist dat rondetafelgesprek belangrijk, omdat het een andere vorm is. Dat doet volgens mij juist ook recht aan de mensen die al door de evaluatiecommissie gehoord zijn. Dat is ook al opgenomen in dat rapport. Het is oké om hen dan nog in een hoorzitting te spreken, maar dan wel in die vorm.

De heer Futselaar (SP):

Voorzitter. In tegenstelling tot mevrouw Bikker verlang ik dan weer terug naar de republiek. Maar het voorstel van mevrouw Van der Plas kunnen we steunen, in die volgordelijkheid. Ik kan me wel voorstellen dat we gaande het proces misschien besluiten om de vorm nog wat aan te passen, maar dat zal dan weer bij meerderheid moeten.

De heer Boutkan (Volt):

Daar sluiten we ons bij aan.

Mevrouw Kamminga (VVD):

Ik sluit me aan bij de woorden van mevrouw Bikker — alhoewel ik dat eerste deel, over wie dan welke rol moet hebben, maar even in het midden laat — en ook bij haar woorden over een rondetafelgesprek.

De heer Sneller (D66):

Wij hebben volgens mij in de commissie voor de Werkwijze goede afspraken gemaakt over hoe we het gaan behandelen. Als er amendering is, moeten we daar volgens mij naar kijken. Een extra rondetafelgesprek lijkt me op zich prima. Maar we hebben volgens mij toen ook afgesproken om eerst dat gesprek met de evaluatiecommissie te doen. We krijgen bijvoorbeeld ook nog een notitie. Zo zorgen we dat we dat debat goed kunnen voeren. Als dat plenair wordt, dan wordt dat plenair. Maar laten we vooral de afgesproken stappen bekijken. Daar kunnen we dit volgens mij goed bij betrekken.

De voorzitter:

Dus nog geen steun?

De heer Sneller (D66):

Nee.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Steun. Ik sluit me aan bij de volgorde die de SP heeft doorgegeven.

De heer Bontenbal (CDA):

Voorzitter. Ik sluit me aan bij de woorden van collega Bikker, dus ook in die vorm: een rondetafel.

De heer Eerdmans (JA21):

Voorzitter. Mede namens de heer Ephraim en de Groep Van Haga vind ik het hele goede vragen van mevrouw Van der Plas. Ik vind het wel beter — daarin volg ik Van der Staaij — om dat te doen in het geheel van het evaluatierapport rond die verkenning. Mijn belangrijkste punt is namelijk dat die verkenning uit het pad gelopen is. Daar moeten we echt lering uit trekken. Wat hier gebeurd is, moeten we niet nog een keer doen. Dat zou ik dus niet met alle haast willen doen maar juist op een wat zorgvuldigere manier willen oppakken.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Voor beide opties steun.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. Volledig steun voor dat u als Kamervoorzitter een brief stuurt aan de oud-Voorzitter en aan de vier oud-verkenners om om opheldering te vragen over wat er gebeurd is. Het heeft er alle schijn van dat ze vergeten zijn om gesprekken te melden en vergeten zijn om informatie aan de Kamer mee te delen. Ik hoop dat ze dat binnen een dag of drie gewoon kunnen ophelderen. Mevrouw Jorritsma, mevrouw Ollongren, de heer Koolmees en mevrouw Van Ark schreven dat het op basis van krantenberichten en andere bronnen was. Nou, vertel me dan maar eens welke bronnen dat waren. Ik hoop dus dat ze dat aan de Kamer gaan meedelen.

En mevrouw Jorritsma en mevrouw Ollongren moeten in plaats van verstoppertje spelen, wat ze nu twee jaar gedaan hebben, gewoon vertellen wat er gebeurd is. Het gaat er niet om dát er een keer over mij gesproken werd; ze hebben in het kabinet over mij gesproken en ze hebben van alles gedaan. Maar het gaat erom dat ze er hier gewoon over logen; dát is het probleem. Ze kunnen gewoon nog eens een keer vertellen wat ze gedaan hebben. Ik hoop dus dat dat nog deze week kan.

Daarna ... Tja, ik heb geen behoefte aan weer een lang debat over mezelf, zal ik maar heel eerlijk zeggen. Ik bedoel: we hebben een stikstofcrisis, we hebben problemen met de zorg en we hebben grote problemen met de woningbouw, en dan gaan we weer over onszelf praten. Daar zit ik dus niet zo op te wachten. Ik zou het ook niet in een rondetafel maar in een hoorzitting willen doen, want even voor de helderheid: zij dienen gewoon een voor een te antwoorden op wat er door de Kamer gevraagd wordt. Ik zou zeggen: zorg gewoon dat je in één keer volledig schoon schip maakt, door te vertellen wat daar gebeurd is en wie welke rol gespeeld heeft.

Ik had nog één ding, maar dat ontgaat me even. Ik ben het even kwijt. Daar kom ik op een later moment wel op terug.

De voorzitter:

Dank u wel. U steunt dus ook het informatieverzoek. Maar steunt u ook het debat? Dat wil ik even weten.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Nee, voorzitter. Voor mij hoeft dat debat niet. Ik zou er wel op willen wijzen dat ik samen met collega Eerdmans en collega Dassen al een jaar lang een voorstel heb over hoe we de formatiefase anders moeten doen. Ik wil namelijk verder gaan kijken wat betreft hetgeen we moeten doen. Ik wil daar niet alleen een debat over; we hebben zelfs een concreet voorstel gedaan.

De voorzitter:

Ja. Uw voorstel loopt nu, hè?

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Laten we daar maar eens een beetje haast mee maken. Iedereen kijkt naar wat er gebeurd is, maar wij hebben toevallig avonden gewerkt om een alternatief voorstel te doen. Dat dat nodig is, is toch wel duidelijk, lijkt me.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik ga proberen om het even samen te vatten. Er is nu geen meerderheid voor een debat. Het verzoek om voorlichting — zo wil ik het wel noemen — wordt wel in brede zin gesteund. Ik zal er dus ook voor zorgen dat de verzoeken om informatie terechtkomen bij de mensen die genoemd zijn. U heeft ook een aantal concrete vragen gesteld. Verder heeft u ook aangegeven dat er ook een voorstel ligt voor een hoorzitting, maar dat is echt iets voor de commissie voor de Werkwijze. Daar gaan we volgende week naar kijken. Vervolgens kijken we welke vervolgstappen gezet worden. We gaan nu aan de slag met het informatieverzoek, het voorlichtingsverzoek. Daarna kijken we even verder.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Is het voorlichtingsverzoek in de vorm van een hoorzitting?

De voorzitter:

Nee, het gaat om voorlichting aan de hand van een aantal vragen die u nu heeft gesteld. Ik zorg ervoor dat die terechtkomen bij de mensen om wie het gaat.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Volgens mij hoorde ik wel steun voor een hoorzitting. Iemand anders noemde het een rondetafelgesprek.

De voorzitter:

Ja, maar we gaan plenair niet over hoorzittingen.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Nee, precies. Er wordt dus een extra vergadering van de commissie voor de Werkwijze aangevraagd om die hoorzitting …

De voorzitter:

Ja. U heeft die aangekondigd, dus die gaan we plannen. Vervolgens kijken we even verder.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ja. Heb ik wel 30 leden?

De voorzitter:

Er zijn 30 leden.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Nou, dan zet ik 'm in ieder geval op de lijst voor een dertigledendebat.

De voorzitter:

Dan gaan we het zo doen.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik heb wel het verzoek om dat spoedig in te plannen.

De voorzitter:

Er is een …

Mevrouw Van der Plas (BBB):

I know.

De voorzitter:

U weet het; ik hoef het niet te zeggen. Tot slot, de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Omdat u nu standaard een driewekentermijn hanteert, zou ik echt willen vragen om binnen een week van deze vijf personen een brief te ontvangen.

De voorzitter:

We zullen dit op die manier zo goed mogelijk laten landen.

Dan geef ik het woord aan mevrouw Mutluer van de PvdA.

Mevrouw Mutluer (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Het artikel over vier wijken zonder wijkagent was voor mij aanleiding om een plenair debat omtrent de inzet van wijkagenten aan te vragen. Die zijn niet meer zichtbaar in de wijken. Dat debat gaat veel breder dan over het capaciteitsprobleem alleen. Het gaat ook om de brede herijking van de basispolitiezorg. Voor mij vraagt dat om een groter debat dan het zomaar even kort in een commissie bespreken. Ik hoop dus op steun.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik ga even kijken of die er is.

Mevrouw Helder (PVV):

Voorzitter. Dat is leuk voorsorteren op wat ik ga zeggen, want ik had zo graag nog een commissiedebat over politie gehad voor het zomerreces. Nu is dat namelijk in september. Dit wordt dus nummer ik-weet-niet-hoeveel op de lijst. Ik ga toch nog een nieuwe poging doen voor een commissiedebat. Daarom steun ik het verzoek niet, want het eerstvolgende debat is in september; dat gaat sneller dan een groot plenair debat. Daarom steun ik het niet. Ik doe morgen een nieuwe poging.

De heer Eerdmans (JA21):

Wij kunnen dit steunen, voorzitter.

De voorzitter:

Wel steun.

Mevrouw Van der Werf (D66):

Voorzitter. Wat ons betreft kan dit bij het eerstvolgende commissiedebat over politie.

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter. Wij hebben ook een voorkeur voor een commissiebehandeling, dus geen steun.

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):

Voorzitter. Ik steun ook wat mevrouw Helder zei. Wat mij betreft dus ook zo snel mogelijk, in het eerstkomende commissiedebat. Dat is gewoon de snelste mogelijkheid.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Idem.

De heer Futselaar (SP):

Idem.

De heer Van der Staaij (SGP):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Er is nog een nabrander van Michon-Derkzen.

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):

Ja, ik zeg dit namelijk ook namens het CDA.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Steun.

De heer Boutkan (Volt):

Voor ons is het prima als het in de commissie gebeurt.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Steun.

De voorzitter:

Er is geen steun van een meerderheid. Dank u zeer.

Dan geef ik het woord aan de heer Eerdmans, JA21.

De heer Eerdmans (JA21):

Voorzitter, dank u wel. Afgelopen zondag werd bekend dat de EU, met inbegrip van Nederland en premier Rutte, een migratiedeal met Tunesië heeft gesloten. Wij kregen te horen dat Tunesië om en nabij 1 miljard euro aan economische steun tegemoet zal kunnen zien, maar wat Tunesië daarvoor terug gaat doen om de stroom van asielzoekers naar het Europese vasteland te voorkomen, wordt nog totaal niet duidelijk. JA21 wil op korte termijn een debat met de premier over a de totstandkoming van de deal, b de financiële gevolgen daarvan, en c wat Tunesië gaat doen om de asielstroom tegen te houden.

De heer Markuszower (PVV):

Steun voor het verzoek, maar wij willen voorafgaand aan het debat, het liefst zo snel mogelijk, een brief aan de Kamer van de premier, waarin de premier alle vragen beantwoordt die de heer Eerdmans net noemde, en, nog veel uitgebreider, waarin de premier uitlegt wat er precies is afgesproken tijdens zijn gesprek in Tunesië afgelopen weekend.

De heer Van der Staaij (SGP):

Steun voor het verzoek.

De heer Futselaar (SP):

Voorzitter. Voor zover ik heb vernomen uit alle media, is er geen migratiedeal, ondanks alle bombarie. Ik wil eigenlijk geen debat voeren over iets wat er niet is. Ik vind het prima om een brief te krijgen over dat er geen deal is gesloten, maar tot er wel een deal is gesloten, vind ik het niet zo zinvol om daarover te debatteren.

Mevrouw Podt (D66):

Nee, voorzitter, geen steun. We hebben binnenkort ook weer een commissiedebat. Dan kunnen we weer helemaal los.

De heer Brekelmans (VVD):

We hebben inderdaad over twee weken een commissiedebat. Daar kan dit goed in mee, dus geen steun.

De heer Van den Brink (CDA):

Precies wat de SP aangeeft.

De heer Kuzu (DENK):

Een commissiedebat lijkt mij ook het snelst.

De heer Boutkan (Volt):

Dat kan prima in de commissie.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

De heer Futselaar sprak mooie woorden. Daar sluit ik me bij aan.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Gezien het belang en de bombarie steun ik het voorstel.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Commissiedebat. Inderdaad verzoeken wij, net als de heer Futselaar, om wel die brief te krijgen.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Een commissiedebat is inderdaad sneller. Ik steun ook het verzoek van de heer Futselaar. Dan moeten we het op die manier doen.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid, maar collega's verwijzen wel naar een commissiedebat.

De heer Eerdmans (JA21):

Mag ik een procedurele opmerking maken, voorzitter? Een commissiedebat is sneller, maar bij de laatste vijf asieldebatten die ik in de commissie heb gehad, hadden wij geen tijd meer voor een tweede termijn, omdat er gewoon te veel onderwerpen op de agenda stonden. Ik denk dat de collega's dat kunnen beamen.

De voorzitter:

Dat moet u in de procedurevergadering bespreken.

De heer Eerdmans (JA21):

Maar daarom zou ik het debat dus plenair willen voeren.

De voorzitter:

Ja, maar daar is geen steun voor.

De heer Jansen (FVD):

...

De voorzitter:

Nee, nee, nee, nee. We maken geen punten van orde bij een regeling.

Dan geef ik het woord aan ...

De heer Jansen (FVD):

...

De voorzitter:

Er zijn heel veel dingen belangrijk.

Mevrouw Van Esch, Partij voor de Dieren.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Voorzitter. Ik heb een kort verzoek. Ik doe een vooraankondiging van het tweeminutendebat Milieuraad, inclusief stemmingen, deze week.

De voorzitter:

Ik kijk even of daar bezwaar tegen is. Dat is niet het geval. Dan houden we daar rekening mee.

Dan geef ik het woord aan de heer Markuszower.

De heer Markuszower (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Er is wel een deal gesloten. Er is inderdaad nog geen Tunesiëdeal gesloten, maar volgens mij is vorige week wel een deal gesloten tussen de EU-ministers van migratie. Er zijn allemaal migratiepacten gesloten. Ik zou ten eerste graag een informatieverzoek willen doen. Ik zou graag willen dat de staatssecretaris niet alleen in de media uitlegt wat er vorige week in Luxemburg precies is afgesproken, maar ook de Kamer daarover informeert. Zodra wij de informatie daarover hebben gekregen als Kamer, wil ik daar graag een debat over voeren, want mogelijk zijn dat wezenlijke wijzigingen.

De voorzitter:

Ik ga even kijken.

De heer Futselaar (SP):

Voorzitter. Een debat over een deal die er wel is, zou ik wel graag willen steunen, dus bij dezen.

De heer Van den Brink (CDA):

Wel steun voor de brief; daarna het betrekken bij het debat in commissievorm dat al een paar keer werd aangehaald.

De heer Kuzu (DENK):

Commissiedebat, voorzitter.

Mevrouw Podt (D66):

Brief en commissiedebat, voorzitter.

De heer Brekelmans (VVD):

We hebben hier vorige week nog over gedebatteerd en doen dat over twee weken weer. Dat lijkt me genoeg.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Steun, mede namens JA21.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Geen steun, maar een brief is altijd mooi.

De heer Boutkan (Volt):

Graag een brief om te betrekken bij het commissiedebat.

De voorzitter:

Er is geen steun voor uw verzoek. Er is wel een informatieverzoek, dat we gaan doorgeleiden.

Dan geef ik het woord aan mevrouw Dekker-Abdulaziz van D66.

Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):

Dank, voorzitter. Als AI ervoor zorgt dat we beelden en stemmen in de media niet meer kunnen vertrouwen als echt, als AI schoolwerkstukken voor leerlingen maakt en als AI goede medische diagnostiek kan doen, dan is de vraag wie bepaalt welke AI er ontwikkeld wordt. Nu wordt dat bepaald door de markt. Gisteren was er een petitie in de krant waarin de politiek wordt opgeroepen meer grip te krijgen op de ontwikkeling van AI. Dat vindt D66 een terechte oproep. We hebben ook een visie van het kabinet daarop gevraagd. We praten in commissiezalen wel over de incidenten en over individuele EU-regels voor AI, maar de grote en integrale analyse van de toekomst van onze samenleving en de rol van AI daarin verdient een plenair debat. Daarom wil ik graag een plenair debat aanvragen over de rol van AI in onze samenleving, het liefst met de staatssecretaris Digitalisering, de minister van JenV en de minister van EZK. Juist omdat deze ontwikkelingen zo verstrekkend zijn, zou eigenlijk de gehele plenaire zaal gevuld moeten zijn. Ik reken dus op uw steun.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk of er steun is.

Mevrouw Rajkowski (VVD):

Voorzitter. Geen steun voor het verzoek, wel steun voor de urgentie om dit onderwerp te bespreken. Over een kwartier, om 16.30 uur, begint dan ook het debat over digitale zaken, met precies deze drie bewindspersonen. Dan gaan we het ook hebben over AI. Dat hebben we met de hele commissie afgesproken. Ik zou D66 dus willen aanmoedigen om het vooral over AI te hebben, vanavond al of morgenochtend in het debat over desinformatie. Dat gaat de VVD in ieder geval wel doen.

Mevrouw Van Weerdenburg (PVV):

Ik ben een beetje verbaasd dat ik mevrouw Dekker hoor zeggen dat dit nooit inhoudelijk in commissieverband wordt besproken. In januari hebben wij er nog heel uitgebreid over gesproken. Daar zat zij bij. Ze moet dat debat misschien even terugkijken. Maar ik ben het eens met mevrouw Rajkowski. We hebben zo meteen een wetgevingsoverleg waar dit perfect bij zou passen. Mevrouw Dekker was zelfs bereid om dat uit te stellen om hier bij de regeling haar five minutes of fame te hebben. Dus ik vind dit lelijke politiek. Geen steun.

De voorzitter:

Dat is niet zo heel aardig. De heer Grinwis of de heer Van der Staaij? De heer Grinwis.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter, dank u wel. Ik sluit me aan bij mevrouw Rajkowski. Ik weet dat de commissie hier heel erg mee bezig is, zo meteen weer. Geen steun dus. Laten we dit in de commissie vervolgen.

De voorzitter:

Ik heb het idee dat iedereen zich daarin kan vinden. Ja, meneer Van der Staaij?

De heer Van der Staaij (SGP):

Dan heb ik toch een verrassing, voorzitter. Ik steun het voorstel wel. Wij vinden het een belangrijk onderwerp om echt eens breder, plenair, over te spreken, naast die commissiedebatten. Het is een van de thema's die ons echt nog indringend zullen bezighouden, dus steun voor dit verzoek.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Nou, wij steunen het niet en JA21 ook niet. Sorry.

De heer Boutkan (Volt):

Wij vinden dit een heel belangrijk debat om plenair te voeren. We denken wel dat de ontwikkelingen zo snel gaan — waarschijnlijk hebben we dit debat niet voor het zomerreces — dat we dan wel nog even willen kijken of er nog nieuwe berichten, brieven of wat dan ook zijn die we daarbij zouden kunnen betrekken. Met die kanttekening: zeker steun.

Mevrouw Bouchallikh (GroenLinks):

Voorzitter. Ook steun, mede namens de PvdA. Ik sluit me wel ook aan bij de woorden van Volt. We bespreken het namelijk inderdaad in commissiedebatten als onderdeel van een debat, maar ik onderschrijf een fundamenteel gesprek over de rol van AI in de samenleving van harte. Ik ben wel bang dat over een paar maanden die brief alweer ontzettend achterhaald is. Dus het is, denk ik, voor ons wel huiswerk om het debat op de juiste manier in te gaan richten.

Mevrouw Akerboom (PvdD):

Ik sluit me daarbij aan. In elk geval steun voor het verzoek vanuit de Partij voor de Dieren, met de kanttekeningen die mijn collega plaatste.

De heer Jansen (FVD):

Ik vind het een heel goed idee. Steun.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor uw verzoek.

Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):

Mag ik een kanttekening plaatsen? We praten hier in het commissiedebat inderdaad heel vaak over, maar dat resulteert altijd in tweeminutendebatten. Daarmee heb je dan geen fundamenteel gesprek. Kan het ook aan de dertigledenlijst worden toegevoegd?

De voorzitter:

Dat gaan we doen. Dank u wel.

Mevrouw Helder, PVV.

Mevrouw Helder (PVV):

Dank je wel, voorzitter. Het communicatiesysteem voor de hulpdiensten, C2000, haperde alweer. We hebben het daar vaak in debatten over gehad. Dat levert levensbedreigende situaties op voor hulpdiensten en burgers. Ik vrees dat het wachten is op een keer een dodelijke afloop. Ik wil daar niet op wachten, dus ik wil daar een debat over met de minister van Justitie en Veiligheid. Vooruitlopend op wat ik net ook zei: ik heb dit op de regeling geplaatst omdat ik had gehoopt dat dit al sneller bij een commissiedebat zou kunnen. Het eerstvolgende commissiedebat is in september. Dat vind ik te laat, daarom dus dit verzoek. Ik zei net ook al dat ik morgen bij de procedurevergadering een nieuwe poging ga doen, maar ik wil dit verzoek toch nu alvast doen.

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):

Ik spreek weer mede namens het CDA. Ik zal morgen in de procedurevergadering van harte het verzoek van mevrouw Helder steunen om zo spoedig mogelijk een commissiedebat Politie te houden. Daarin kunnen we dit belangrijke onderwerp ook meenemen. Geen steun voor een plenair debat, mede omdat het sneller is om het in het commissiedebat te bespreken.

Mevrouw Van der Werf (D66):

Wat mij betreft doen we het in een commissiedebat en kan het voor de zomer.

Mevrouw Kathmann (PvdA):

Ik zag mevrouw Helder knikken bij het voorstel van mevrouw Michon-Derkzen, dus daar sluiten de Partij van de Arbeid en GroenLinks zich bij aan.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Wat de collega's zeggen, lijkt me logisch, dus ik steun de aanpak zoals die het beste lijkt.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Ik sluit me aan bij collega Michon.

De voorzitter:

Geen meerderheid, mevrouw Helder, maar u knikte inderdaad. Dat zag ik ook. Volgens mij is dit ook een oplossing.

Mevrouw Helder (PVV):

Ja.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Helder.

Dan geef ik het woord aan de heer Boutkan.

De heer Boutkan (Volt):

Dank, voorzitter. De afgelopen weken hebben we meerdere berichten gezien over stijgende kinderarmoede in Nederland. We zijn vandaag opnieuw opgeschrikt door een bericht dat 40% van de kinderen problemen heeft door financiële stress. Dat zou dan gaan over het niet kunnen sporten of zonder eten naar school gaan. Dat is natuurlijk verschrikkelijk in een rijk land als Nederland. Dat zou echt niet moeten. Daarom zouden wij graag een debat willen, het liefst voor het zomerreces, want in de zomer gaat hier natuurlijk door het kabinet over gesproken worden voor de Miljoenennota. We snappen dat dat waarschijnlijk niet past, dus dan zouden we het zo spoedig mogelijk na het zomerreces willen, maar vóór de Miljoenennota, ook om echt een signaal te geven naar de behandeling van de Miljoenennota.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Steun.

Mevrouw Kat (D66):

Voorzitter. Ik heb eerder een verzoek gedaan voor een plenair debat over het bestrijden van kinderarmoede. Dat is goedgekeurd door de Kamer. Dat wil ik graag gepland zien.

De heer Futselaar (SP):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Kathmann (PvdA):

Steun voor het verzoek. Op 5 juli staat Armoede- en schuldenbeleid gepland bij SZW. Het lijkt me heel mooi om dit onderwerp daaraan toe te voegen, want dan kunnen we uitgebreid spreken over armoedebeleid en zeker dit belangrijke onderwerp erbij betrekken.

De heer De Kort (VVD):

Geen steun, voorzitter. Ik denk dat het commissiedebat op 5 juli, Armoede- en schuldenbeleid, de snelste manier is.

Mevrouw Palland (CDA):

Voorzitter. We hebben net, twee uur geleden, een paar moties hierover aangenomen als Kamer, ook van de kant van uw partij, gekoppeld aan de Voorjaarsnota. Het eerstvolgende moment om dit te bespreken is 5 juli. Dat is nog voor de zomer. Dat lijkt mij voldoende, dus geen steun voor een apart plenair debat.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter. Geen steun, met dezelfde argumentatie als die van mevrouw Palland.

De heer Eerdmans (JA21):

Wel steun, voorzitter.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor uw verzoek, meneer Boutkan. O, sorry, de heer Beertema nog.

De heer Beertema (PVV):

Steun, voorzitter.

De voorzitter:

Steun van de PVV, maar dat geeft nog geen meerderheid.

De heer Boutkan (Volt):

Nee.

De voorzitter:

Dan geef ik het woord aan de heer Boswijk van het CDA.

De heer Boswijk (CDA):

Voorzitter. Morgen is er een belangrijk debat over het rapport over de Nederlandse inzet in Nederlands-Indië tussen 1945 en 1950. Dat is een ingewikkeld stuk geschiedenis, emotioneel ook. We hebben daar een groot stuk voor gereserveerd in de agenda. Alleen, we hebben maar vier minuten spreektijd. Dat is vrij kort. Daarom het verzoek, mede namens D66, om die met een minuutje extra op te rekken.

De voorzitter:

Ik kijk of daar bezwaar tegen is. Dat is niet het geval, dus dan gaan we dat op die manier inplannen.

Daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze regeling van werkzaamheden. O, mevrouw Van der Plas.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Voorzitter. Ik wil toch even een puntje van orde maken naar aanleiding van mijn debatverzoek. We hebben de beelden even teruggekeken. Mevrouw Bikker geeft niet aan dat ze het debat niet steunt. Sterker nog, ze zegt: tijdens zo'n debat moet meer aan de orde komen. De coalitie heeft zich achter de woorden van mevrouw Bikker geschaard, dus volgens mij is er gewoon een meerderheid voor dit debat. Ik wil gewoon registreren dat er een meerderheid is. Desnoods worden de beelden zelf even teruggekeken, om te zien wat er nou precies is gebeurd. De coalitie heeft zich achter de woorden van mevrouw Bikker geschaard. Zij heeft niet gezegd dat ze het debat niet steunt.

De voorzitter:

Volgens mij — maar we gaan daar nog even naar kijken — was er van een aantal leden steun voor het voorstel van de heer Van der Staaij om een debat te hebben zonder de minister-president. Dat was uw voorstel: een debat met de minister-president. Daar was geen meerderheid voor.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Volgens mij telt het gesproken woord. Als wij moties indienen, kun je er een woordje in hebben staan, maar als je een ander woordje uitspreekt, komt dat woordje in de uiteindelijke motie terecht. Ik heb hier een voorstel gedaan, in het gesproken woord, om een debat te houden met de Kamer en de Kamervoorzitter. Voorafgaand daaraan wil ik een brief aan de verkenners en wil ik tijdens een vergadering van de commissie voor de Werkwijze, hopelijk deze week of volgende week, een hoorzitting aanvragen. Ik wil hier eigenlijk constateren dat een plenair debat gewoon is toegekend. Dan verzoek ik bij dezen om dat voor de zomer op de agenda te zetten.

De voorzitter:

Ik kijk even of er opheldering kan komen. De heer Grinwis, ChristenUnie.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik ben de fractiegenoot van mevrouw Bikker. Zij sprak zojuist in de geest van Van der Staaij, die daarvoor een voorstel deed voor een breder debat waarbij de verkenning aan de orde kan komen. Dat is, denk ik, de context waarbinnen het plaatsvond.

De voorzitter:

Zo heb ik het eerlijk gezegd geïnterpreteerd. Zo hebben vervolgens een aantal andere fracties dat ook aangegeven. Mevrouw Kamminga, misschien kunt u ook nog even opheldering bieden.

Mevrouw Kamminga (VVD):

Volgens mij is het in ieder geval goed om te markeren dat mevrouw Van der Plas een debat vroeg met de Kamer en de Kamervoorzitter. In de volgorde der dingen was dat het. Het is, denk ik, geen steun voor een debat met de minister-president. Volgens mij had de heer Van der Staaij gewoon gezegd: laten we eerst het informatieverzoek doen — overigens hebben wij het gehad over een rondetafelgesprek — en dan een debat met de Kamervoorzitter en de Kamer.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dat was exact mijn voorstel.

De voorzitter:

Voordat u verdergaat, ga ik heel even schorsen. Het lijkt mij heel goed om dit even met elkaar uit te discussiëren.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Het is goed dat mevrouw Van der Plas nog even terugkwam op het verzoek over een plenair debat. Er was wat onduidelijkheid omdat in de regeling een "debat met de minister-president" stond. Mevrouw Van der Plas heeft inderdaad in haar toelichting aangegeven dat het niet met de minister-president was. Dat voorstel, vertolkt door de heer Van der Staaij, heeft een meerderheid gekregen.

Ik ga het nog even samenvatten. Er is een informatieverzoek gedaan, wat ik dan even inlichtingen noem. Ik heb afgesproken dat dit landt bij degenen van wie dat is afgesproken. Vervolgens is er nog voorstel om een hoorzitting of een rondetafel te houden. Daar moeten we het nog over hebben in de desbetreffende commissie. En er is een meerderheid voor een debat, niet met de minister-president maar met de Kamer onderling. Er is ook een verzoek of ik eventueel nog een toelichting kan geven op het proces van de verkenning. Dat is volgens mij een goede afdruk.

Excuses, zeg ik tegen mevrouw Van der Plas, voor deze onduidelijkheid. Het was een beetje chaotisch, zeg ik maar, maar dit is wel wat we met elkaar hebben afgesproken.

Daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze regeling. Ik schors de vergadering voor een enkel moment en dan gaan we over tot een aantal andere onderwerpen, namelijk een aantal tweeminutendebatten.

De vergadering wordt van 16.30 uur tot 16.47 uur geschorst.

Naar boven