29 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Aan de orde is thans de regeling van werkzaamheden.

Op verzoek van de aanvrager stel ik voor het debat over landbouw, klimaat en voedselzekerheid van de agenda af te voeren.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda van de Kamer het wetsvoorstel Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1152 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden in de Europese Unie (PbEU 2019, L 186) (Wet implementatie EU-richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden) (35962).

Op verzoek van de fractie van de VVD benoem ik in de Bouwbegeleidingscommissie het lid Aartsen tot lid in de bestaande vacature.

Op verzoek van de fractie van de ChristenUnie benoem ik in de commissie voor de Rijksuitgaven het lid Grinwis tot lid en het lid Bikker tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda:

  • -het tweeminutendebat Dementiezorg/Langer Thuis/Palliatieve zorg/Pgb/Wijkverpleging/Wmo (CD d.d. 31/03), met als eerste spreker het lid Agema van de fractie van de PVV;

  • -het tweeminutendebat Pensioenonderwerpen (CD d.d. 31/03), met als eerste spreker het lid Van Kent van de SP.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Dan geef ik thans het woord aan de heer Markuszower van de fractie van de Partij voor de Vrijheid.

De heer Markuszower (PVV):

Voorzitter. Het kabinet wil via noodwetgeving private eigendom van bedrijven of personen vorderen. Dat zijn de plannen. Dat kunnen ze activeren. Het is nu nog niet geactiveerd, maar ze kunnen het activeren. Daar wil ik graag een debat over voeren.

De voorzitter:

Helder. We gaan kijken of daar een meerderheid voor bestaat.

De heer Van Houwelingen (FVD):

...

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

...

De voorzitter:

Dat was twee keer "steun", maar het was buiten de microfoon.

De heer Eerdmans (JA21):

Mede namens BBB, steun van JA21.

De heer Boulakjar (D66):

Geen steun. Er staat een commissiedebat gepland. Daar past dit prima bij.

Mevrouw Kamminga (VVD):

Ook geen steun, voorzitter.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Geen steun.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. We hebben vorige week besloten tot een debat over Oekraïne en vluchtelingen. Er wordt ook gevraagd om dat snel te houden. Dat zou wat ons betreft de beste route zijn.

De heer Van Baarle (DENK):

Geen steun.

De heer Bontenbal (CDA):

Geen steun.

De heer Dassen (Volt):

Geen steun.

De heer Wassenberg (PvdD):

Ook geen steun.

De voorzitter:

Nou, het blijft spannend, meneer Markuszower.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. Volgens mij kunnen we dit prima bij het snel te plannen plenaire debat betrekken.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. Geen steun, maar wel om de reden dat het kabinet in de besluitenlijst van de ministerraad aankondigt met een wijziging op deze wet te komen. Het lijkt me goed om de wet zoals die moet worden, hier gewoon te behandelen. Dan kunnen ook alle voor- en nadelen aan de orde komen.

De voorzitter:

Helder. U heeft geen meerderheid, meneer Markuszower.

De heer Markuszower (PVV):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dan is het woord aan mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Wob-onderzoekers Van der Tuin, Aukema en Van der Vegt hebben naar boven gehaald dat de oud-minister van VWS sinds mei 2020 actief de Wet openbaarheid van bestuur ondermijnde, omdat hij zijn zakelijke e-mail niet meer wilde gebruiken maar zijn privé-e-mail. Vertrouwelijke rapporten wilde hij niet meer per mail ontvangen. Die moesten geprint in de tas gestopt worden. Ik begrijp dat de oud-minister toegezegd heeft om aanstaande donderdag bij het debat te zijn, maar ik zou ook graag een brief willen van deze minister van VWS over wat de consequenties zijn van dit gedrag van de oud-minister van VWS, bijvoorbeeld voor de parlementaire enquêtecommissie of voor de onderzoeken die de Onderzoeksraad voor Veiligheid moet doen. Ik wil ook graag van haar weten of het het plan is om die stukken terug te krijgen, want ik begrijp uit jurisprudentie dat ook privédragers tot de Wet openbaarheid van bestuur behoren. Dus dat wat via privémails is gegaan, hoort ook bij de Wet openbaarheid van bestuur. Ik zou dus graag een uitgebreide brief vragen aan de huidige minister van VWS.

De voorzitter:

En wanneer wilt u die hebben?

Mevrouw Agema (PVV):

Voor het debat van donderdag.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik heb toch nog een aanvulling op de hele goede vragen die mevrouw Agema heeft geformuleerd. Is dit breder gebeurd tijdens de uitbraak van de coronacrisis? Zijn er nog andere ministers of tijdelijke ministers, die er op het ministerie waren, die dat ook hebben gedaan? Dat lijkt mij goed om te weten. Verder liggen er ook nog hele goede Kamervragen van Volt aan de minister van Algemene Zaken. Die moeten ook snel beantwoord worden.

De voorzitter:

Dat ziet u graag toegevoegd aan die brief. Is dat wat u eigenlijk zegt?

Mevrouw Leijten (SP):

Als dat zou kunnen, zou dat wel mooi zijn, ja.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Kunnen de vragen van ons, dus van de heer Dassen, de heer Klaver en mij over dit onderwerp, dan ook volledig beantwoord worden?

De voorzitter:

Helder. Ook dat zal ik toevoegen. Ik zal het stenogram met dat verzoek doorgeleiden.

De heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. Het vorige kabinet viel over het belastingschandaal. Het is geen toeslagenschandaal meer, maar een belastingschandaal, na de laatste onthullingen over de FSV, waar de collega van DENK zo meteen nog over zal beginnen, geloof ik. Er blijken in oktober 1.115 kinderen uit huis geplaatst te zijn, al is er verwarring over de hoogte van dat cijfer. Er is nu wel een plan, maar of dat toereikend is, is voor mij de vraag. Ik heb in oktober een debat aangevraagd. Dat is er nooit van gekomen door alle andere debatten. In januari of februari heb ik opnieuw een debat aangevraagd. Ik zou willen vragen om dat debat in de eerste week na het reces of in de laatste week voor het reces — doe maar de eerste week na het reces — in te plannen, zodat we er voor die tijd nog een aantal overleggen over kunnen voeren. Ik zou het kabinet willen vragen of de minister-president daar zelf bij aanwezig kan zijn, aangezien hij er een reactie op gegeven heeft.

De voorzitter:

Ja. Er is dus een bestaand debat dat u eerder ingepland wilt hebben en u wilt dat de minister-president daarbij aanwezig is.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ja.

De heer Markuszower (PVV):

Van harte steun.

Mevrouw Leijten (SP):

Ja, voorzitter, dit moeten we echt snel gaan bespreken. Wij manen het kabinet tot spoed, maar dan moet de Kamer dit ook spoedig behandelen, dus heel goed om dat snel te doen. De minister-president hoort erbij te zijn.

De heer Peters (CDA):

Voorzitter, zolang ik hier zit, ben ik bezig met de vereenvoudiging van de jeugdbeschermingsketen, want de problemen zijn echt wel groter dan enkel die … Nou ja, "enkel"? Net of het niet genoeg is, die 1.100 zoveel jonge mensen. Mijn vraag aan de heer Omtzigt zou zijn …

De voorzitter:

Nee, ik wil even …

De heer Peters (CDA):

Kunnen we de aanvraag die ik dadelijk doe, eraan toevoegen? Wilt u dat niet, dan worden het wat mij betreft twee debatten. Het hoeft niet met de minister-president, wat mij betreft.

De voorzitter:

Maar is dat steun voor de aanvraag? Want dat is eigenlijk het enige wat ik wil weten.

De heer Peters (CDA):

Steun. Voor mij hoeft de mp er niet bij te zijn, maar verder is het goed.

De heer Dassen (Volt):

Steun.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Van harte steun, ook namens JA21 en BBB.

De heer Raemakers (D66):

Geen steun om de mp erbij te vragen; wel steun voor het verzoek, maar dan moeten de vragen uit de schriftelijke ronde wel beantwoord zijn. Dat kunnen we als voorwaarde meegeven voor het inplannen van het debat.

De voorzitter:

Helder.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Ook ons bereiken signalen dat dit een groot en urgent probleem is, dus van harte steun.

De heer Verkuijlen (VVD):

Geen steun voor het verzoek om de aanwezigheid van de premier. Mijn antwoord is eigenlijk in lijn met dat van D66: eerst moeten de schriftelijke vragen beantwoord zijn. Steun daarvoor.

De voorzitter:

Dus wel steun voor het eerder inplannen?

De heer Verkuijlen (VVD):

In die zin steun.

De voorzitter:

In die zin steun.

De heer Van Baarle (DENK):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Steun voor het verzoek, maar het mag ook met de vakminister.

De heer Wassenberg (PvdD):

Steun voor het volledige verzoek, dus snel inplannen na het reces en de minister-president erbij.

De heer Nijboer (PvdA):

Dit doorsnijdt mensenlevens, dus ik vind het terecht dat de heer Omtzigt de premier erbij vraagt, zeker gezien de geschiedenis. Steun dus.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Daar ben ik het volmondig mee eens.

De voorzitter:

Helder. U heeft een meerderheid voor het eerder inplannen, dus dat gaan we doen. Het kabinet gaat over zijn eigen afvaardiging — dat weet u — maar we gaan het stenogram doorgeleiden. De mening van de Kamer is duidelijk.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Dank u wel, voorzitter. Dan hebben we inderdaad net even iets meer tijd, zodat een aantal partijen vooraf vragen kan stellen. Dat vind ik zeer verstandig, net als D66. Goed dat het nu ingepland wordt. Het kabinet is hierover gevallen, de premier heeft erop gereageerd en de voltallige oppositie vraagt hem nu om hierbij aanwezig te zijn. Ik hoop dat het kabinet dat goed gehoord heeft, dus ik zal die vraag herhalen.

De voorzitter:

Dank u wel. Een hartelijk woord van welkom aan minister De Jonge.

Dan is nu het wekelijkse verzoek van de heer Klaver aan de orde, maar dat wordt vandaag niet gedaan door de heer Klaver. Zo houden we het elke week spannend voor elkander. Het woord is aan de heer Van der Lee.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank, voorzitter, ook voor uw welwillende aankondiging. Wij zouden graag een debat met de minister-president voeren over de eerste 100 dagen van dit kabinet, te houden in de week van 18 april.

De voorzitter:

Het zijn inderdaad alweer 100 dagen!

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter. De heer Klaver heeft dit nu gedelegeerd, maar ik was er de afgelopen twee weken ook al tegen en dat ben ik vandaag weer. Wij willen graag praten over de concrete plannen van dit kabinet.

De heer Nijboer (PvdA):

Steun.

De heer Markuszower (PVV):

Steun.

De heer Van Baarle (DENK):

Steun.

Mevrouw Kamminga (VVD):

Ook de VVD-fractie heeft haar mening niet bijgesteld, dus geen steun.

De heer Bontenbal (CDA):

Net zoals vorige week, de week daarvoor en ook alvast voor volgende week: geen steun.

De voorzitter:

Hè, houd het nou een beetje spannend!

Mevrouw Leijten (SP):

In reactie op de opmerking van de heer Van Weyenberg: wij zouden het graag over de ontbrekende plannen willen hebben, dus wel steun voor dit debat.

De voorzitter:

Helder.

De heer Dassen (Volt):

Steun.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Geen steun, ook namens JA21 en BBB.

De heer Wassenberg (PvdD):

Steun.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Geen steun.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Steun.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Steun, voorzitter. Wellicht kan het kabinet een update geven van de financiële plannen, die volstrekt outdated zijn in vergelijking met 100 dagen geleden.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik zie dat er helaas geen meerderheid is.

De voorzitter:

Exact.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Maar om de zucht naar verrassing bij de voorzitter te bedienen, stel ik voor om het toe te voegen aan de lijst van dertigledendebatten.

De voorzitter:

Oké, we zetten het op de lijst. Ik kan niet garanderen dat het volgende week meteen op de agenda staat.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Heel goed. We zagen dat de lijst heel kort was, dus dat debat kan snel ingepland worden.

De voorzitter:

Prima. Dank u wel. Dan zien we u volgende week weer.

De heer Wilders heeft een verzoek tot het houden van een interpellatie. Het woord is aan hem.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter, dank u wel. We hebben de afgelopen weken gedebatteerd over koopkracht, en wat blijkt nu? Vorige week vrijdag is de inflatie gestegen, althans het laatste inflatiegetal, naar 12%. Dat brengt veel Nederlanders in grote problemen. Alles wordt duurder. Denk aan boodschappen en energie. De premier zei afgelopen vrijdagmiddag na de ministerraad dat hij Nederland wel wat zal verarmen en dat hij eigenlijk niet van plan is om hier veel aan te doen. Dat is onacceptabel. Er moet nu wat gebeuren. Er zijn nieuwe cijfers, dus er moet ook een nieuw debat komen. Dus ik zou de minister-president hierover graag willen interpelleren en ik zou dat graag binnen twee, uiterlijk drie weken willen doen.

De voorzitter:

Helder. Dat is een duidelijk verzoek. Voor een interpellatie zijn er 30 leden nodig om dat verzoek te steunen.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter, steun hiervoor. Als het toch pas over twee weken is — ook steun om dat binnen twee weken te doen — dan zou ik ook aan de regering willen vragen hoe de koopkrachtplaatjes eruitzien bij 12% inflatie.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Van harte steun.

De heer Dassen (Volt):

Steun, voorzitter.

De heer Heinen (VVD):

Voorzitter. Het is een heel belangrijk onderwerp. Het is goed dat we erover debatteren, maar dat kan ook bij het debat over de Voorjaarsnota. Daarom geen steun.

De heer Eerdmans (JA21):

Namens BVNL, BBB en JA21 graag steun.

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter, ook geen steun. We kunnen het bij het debat over de Voorjaarsnota doen. We hebben overigens recent al over in totaal 6 miljard gesproken.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Geen steun. De Voorjaarsnota is een goede gelegenheid om het hierover te hebben.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Geen steun.

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter, over de koopkrachtproblemen kunnen we niet vaak genoeg spreken, dus steun.

De voorzitter:

Er bestaat voldoende steun voor uw aanvraag, meneer Wilders.

De heer Wilders (PVV):

Dank u wel.

De voorzitter:

We voegen het toe aan de lijst.

Het woord is aan de heer Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voorzitter. Ik wil graag een debat met minister De Jonge — na donderdag misschien met zijn opvolger — over het met dwang aanwijzen van bouwlocaties, terwijl dat nota bene aan de gemeentes is. We kennen deze minister als een minister van dwang en drang, dus ik wil graag een plenair debat erover. Ik weet al wat de coalitie gaat zeggen. Ik weet dat er volgende week een commissiedebat is, maar er staan 56 zaken op de agenda, dus het is belangrijk genoeg om hier een apart debat over te hebben.

De voorzitter:

We gaan kijken of er een meerderheid is.

De heer Geurts (CDA):

Voorzitter. Ik nodig de heer Van Haga graag uit om te verschijnen bij het commissiedebat. Geen steun.

Mevrouw Leijten (SP):

Ons idee is ook dat dit het snelst kan worden besproken in het commissiedebat.

De heer Van Baarle (DENK):

Dat kan inderdaad prima in het commissiedebat. Geen steun.

De heer Markuszower (PVV):

Wel steun voor het verzoek.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Snel bespreken, dus in het commissiedebat.

De heer Peter de Groot (VVD):

Ook geen steun. Ook in het commissiedebat.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Steun.

De heer Boulakjar (D66):

Geen steun, voorzitter.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Geen steun.

De heer Eerdmans (JA21):

Mede namens BBB steun. Mag ik nog even reageren op de opmerking van de heer Van Haga over 67 agendapunten? Ik maak dat bijna elke week mee: soms staan er meer dan 100 brieven op een agenda voor een commissiedebat.

De voorzitter:

Maar dat bepaalt u zelf in de procedurevergadering van de commissie.

De heer Eerdmans (JA21):

Ja, misschien kunt u dat ook eens meenemen in het Presidium?

De voorzitter:

Nee, want daar gaat de commissie zelf over. Hou op, zeg!

De heer Eerdmans (JA21):

Ja, dat wordt elke keer gezegd. Maar dat verandert dus helemaal niets.

De voorzitter:

Dan moet u gewoon naar de procedurevergadering komen en zeggen: maak van die 67 agendaonderwerpen er eentje.

De heer Eerdmans (JA21):

Even in alle ernst: ik heb dit punt al eens gemaakt in de commissie.

De voorzitter:

Ja. Maar niemand luistert naar u. Dat moet u mij niet verwijten.

(Hilariteit)

De heer Eerdmans (JA21):

Zullen we daar dan eens mee beginnen?

De voorzitter:

Nee, nee.

De heer Eerdmans (JA21):

Als we nou eens beginnen met te luisteren naar de heer Eerdmans. Dan zouden we misschien nog eens een beetje opschieten.

De voorzitter:

Ja, dan moet u met een motie komen waarin staat dat we naar de heer Eerdmans moeten luisteren.

De heer Eerdmans (JA21):

U probeert het nu weer weg te lachen, voorzitter, maar het is wel een punt.

De voorzitter:

Nee, maar dit ligt echt bij de commissies. We hebben juist als Kamer besloten om de macht heel erg bij de commissies te leggen. Een commissie gaat helemaal over haar eigen onderwerpen.

De heer Eerdmans (JA21):

Maar als u constateert dat dat zo is, dan is er toch ruimte voor een plenair debat conform het verzoek van de heer Van Haga?

De voorzitter:

Ja, dan moet er een meerderheid voor zijn. Alles wordt hier geregeld per meerderheid.

De heer Wassenberg (PvdD):

Voorzitter. De heer Van Haga mag inderdaad om een plenair debat vragen, maar ik denk zelf ook dat het beter in een commissiedebat aan de orde kan komen. Dus geen steun.

De heer Dassen (Volt):

Het kan beter bij de commissie. Dus geen steun.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter, het kan bij de commissie. Aangezien de minister hier toch zit, ben ik wel heel benieuwd onder welk wettelijk kader hij iemand kan dwingen om ergens te bouwen. Dat is mij nog niet geheel helder.

De voorzitter:

Meneer Van Haga, er is geen meerderheid.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Nee, dus ik ga genadebrood eten en weer verzoeken of ik als afsplitser alsjeblieft mee mag doen aan dat commissiedebat.

De voorzitter:

Dat is slecht nieuws. Maar ik heb ook goed nieuws voor u, want u heeft nog een verzoek.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Nou, dat verzoek trek ik bij dezen in. Ik heb van mevrouw Kuiken begrepen dat minister De Jonge al aanwezig is bij het debat op donderdag. Dus dan hoeft de heer Kuipers daar niet te zijn. Dat zou misschien wel zuiverder zijn, maar ik vind dit een mooie oplossing.

De voorzitter:

Dat siert u.

Dan de heer Peters van de fractie van het CDA.

De heer Peters (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Zolang ik in deze Kamer zit vraag ik aandacht voor de duurste en meest ingewikkelde rotonde van Nederland. Dat is die van de jeugdbeschermingsketen: via wijkteams, via Veilig Thuis naar de Raad voor de Kinderbescherming en via de jeugdrechter naar de gecertificeerde instellingen en weer terug. Die rotonde is niet alleen duur maar ook arbeidsintensief en foutgevoelig. Daarom vraag ik om een debat met de minister, binnen zes weken in te plannen, om te kijken naar dit systeem, ook in het licht van de woorden van de heer Omtzigt daarstraks.

De voorzitter:

Helder. We gaan kijken of er een meerderheid is.

Mevrouw Leijten (SP):

De SP wil dat wel steunen, maar ik zou ook tegen het CDA willen zeggen dat het geen verrassing kan zijn dat het zo vastloopt en dat het daardoor echt niet te verkopen is dat dit kabinet bezuinigt op de jeugdzorg.

De heer Peters (CDA):

Dat staat daar wel los van.

De voorzitter:

Dat debat voeren we een andere keer.

De heer Nijboer (PvdA):

Ik steun het verzoek.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Steun.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Steun voor het verzoek.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Van harte steun.

De heer Dassen (Volt):

Steun.

De heer Eerdmans (JA21):

Steun, mede namens BBB.

De heer Verkuijlen (VVD):

Steun.

De heer Markuszower (PVV):

Steun.

De heer Raemakers (D66):

Steun.

De heer Van Baarle (DENK):

Steun.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Steun.

De voorzitter:

Er is een meerderheid, meneer Peters. We gaan het inboeken. Dank u wel.

Dan de heer Van Houwelingen van Forum voor Democratie.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Dank u, voorzitter. Uit recent vrijgekomen covid-Wob-documenten blijkt dat de Staat onwelgevallige meningen stelselmatig criminaliseert als desinformatie. Hetzelfde blijkt uit de stukken. Er is een Directeurenoverleg Desinformatie, dat rapporteert aan de minister van Binnenlandse Zaken en dat onder andere in gesloten appgroepen heeft geïnfiltreerd en via het zogenaamde TechTegenCorona-conglomeraat techbedrijven beweegt andersdenkenden te censureren. Dat blijkt uit de stukken. Vanzelfsprekend is dit alles zeer zorgelijk. Wij concluderen natuurlijk dat het geen taak van de Staat is onwelgevallige meningen in de gaten te houden, laat staan ze in samenwerking met techbedrijven uit het publieke debat te drukken. En nu ons verzoek. Wij willen graag op korte termijn een debat met de minister van Binnenlandse Zaken hebben over dit onderwerp.

Dank u.

De voorzitter:

Heel goed. We gaan kijken of u de handen op elkander krijgt.

Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):

Voorzitter. Laten we onze debatten baseren op objectief feitelijke informatie en niet op complottheorieën. Daarom geen steun van D66.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Geen steun.

De heer Markuszower (PVV):

Geen steun.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Geen steun.

Mevrouw Rajkowski (VVD):

Geen steun, voorzitter.

De heer Dassen (Volt):

Geen steun.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voorzitter. Dit heeft werkelijk niets te maken met een complottheorie, dus van harte steun. We moeten hier een keer over praten.

De heer Wassenberg (PvdD):

Geen steun.

De heer Van Baarle (DENK):

Geen steun.

De heer Eerdmans (JA21):

Geen steun, mede namens mevrouw Van der Plas.

Mevrouw Leijten (SP):

Geen steun.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Geen steun van PvdA en GroenLinks.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Geen steun. Wat me wel opvalt is dat hier gewoon vragen over te stellen zijn. Er kunnen hierover gewoon schriftelijke vragen gesteld worden om te kijken wat er klopt of niet, voordat we hier een heel Kamerdebat over organiseren.

De voorzitter:

Een tip, maar geen meerderheid.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Ja. Triest dat er geen steun voor is.

De voorzitter:

Dan de heer Dassen van Volt.

De heer Dassen (Volt):

Dank, voorzitter. Vorige week stond ik hier ook, om een debat aan te vragen vanwege het conceptplan voor het coronaherstelfonds. Daar was toen een meerderheid voor, maar ik had toen geen tijdslijn gevraagd en dat is wel belangrijk, want anders kunnen we dadelijk helemaal geen input geven als Tweede Kamer aan het kabinet. Dus vandaar mijn aanvullend verzoek om het in ieder geval in te plannen liefst voor het meireces, maar anders uiterlijk in de week na het meireces, zodat er ook nog input gegeven kan worden aan het tweede conceptplan, dat definitief is.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Steun.

De heer Markuszower (PVV):

Steun.

Mevrouw Leijten (SP):

Steun. En ik ga het volgende verzoek ook steunen, maar ik realiseer me wel dat we ook een motie hebben aangenomen als Kamer dat we meer wetten willen behandelen. Dus we maken het onze griffiers wel héél erg moeilijk om het te plannen. Dat doet niks af aan uw verzoek, dat ik steun, maar dit is wel een oproep aan onszelf om daar goed over na te denken.

De voorzitter:

Een zeer juiste vaststelling.

De heer Van Weyenberg (D66):

Ook een beetje in het verlengde van wat mevrouw Leijten zegt: we gaan ook op woensdag wetten behandelen, hebben we al met de motie afgesproken. Ik steun het, maar ik geef wel serieus in overweging om naar een commissiedebat te gaan, want ik heb zo veel óók hele belangrijke debatten gezien dat ik me er wel zorgen over maak hoe u en uw medevoorzitters dat anders in hemelsnaam bij elkaar krijgen.

De heer Eerdmans (JA21):

Even kijken. O, we zijn hiervoor, mede namens BBB.

De voorzitter:

U weet de spanning op te voeren. Meneer Van der Lee, heeft u ook een briefje bij u?

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik heb geen briefje, maar ik heb wel goed collegiaal overleg gehad met de PvdA. Wij steunen het voorstel. Het gaat hier om bijna 5 miljard euro. En daar zouden we dan geen plenair debat over houden? Terwijl we over heel veel andere dingen … Nou, dat spreek ik maar niet uit.

De voorzitter:

Welke dingen dan, denk ik nu.

De heer Van Baarle (DENK):

Steun.

De heer Wassenberg (PvdD):

Steun met de kanttekening die mevrouw Leijten maakte.

De heer Heinen (VVD):

Ik sluit mij aan bij wat de heer Van Weyenberg hierover zei.

De voorzitter:

Dank u wel. Er is een meerderheid. Ook dit gaan we heel snel inplannen, net als alle wetten, die we ook heel snel gaan inplannen. Als u een keer 's nachts moet vergaderen, moet u niet piepen, stel ik voor.

Mevrouw Kröger van GroenLinks.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. Vorige week stond ik hier om een debat aan te vragen over de opvang van Oekraïense vluchtelingen. Wij doen graag het verzoek om dit debat snel in te plannen en een paar additionele bewindspersonen uit te nodigen, zodat we zeker weten dat alle vragen die we hebben over de verschillende aspecten van de opvang, ook daadwerkelijk beantwoord kunnen worden. Dan gaat het om de bewindspersonen voor Primair en Voortgezet Onderwijs, voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, en voor Armoedebeleid.

De voorzitter:

Ik verstond "volksuitzetting".

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dat ligt aan de interpretatie van de luisteraar.

De voorzitter:

Ook dit is een verzoek om iets spoedig in te plannen.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Spoedig inplannen en additionele bewindspersonen uitnodigen.

De voorzitter:

Wilt u het begrip "spoedig" nog definiëren?

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dat zou ik graag definiëren als: het liefst volgende week of de week daarna.

De voorzitter:

Kijk. Dat staat toch nog helemaal open, dacht ik.

De heer Wassenberg (PvdD):

Spoedig inplannen betekent wat mij betreft vóór het meireces. Dat is volgende week of de week daarna.

De voorzitter:

Oké. U had het meireces in uw agenda staan voor december, begrijp ik.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Ik wil graag steun uitspreken voor het verzoek, maar op een redelijke manier.

De voorzitter:

Dat is weer een geheel nieuwe interpretatie van wat "steun" is. Steunt u het op een redelijke of een onredelijke manier, meneer Van Baarle?

De heer Van Baarle (DENK):

Ook dat ligt aan de toehoorder, maar ik steun het.

Mevrouw Leijten (SP):

Wij zouden graag willen toevoegen dat het wel gaat om het meireces van dit jaar.

De heer Boulakjar (D66):

Steun, voorzitter, maar het hoeft niet supersnel.

De voorzitter:

Wel spoedig, maar niet supersnel.

De heer Boulakjar (D66):

En al die ministers erbij hoeft van mij ook niet. Ik kijk mevrouw Kröger aan, de zaal horende. We kijken wel of u eruit kunt komen. Het hoeft niet heel snel.

De voorzitter:

Helder. Of zo. Min of meer.

Mevrouw Kamminga (VVD):

Voorzitter. Steun om het zo snel als het kan in te plannen. Qua afvaardiging denk ik dat we gewoon selectief moeten zijn. Het verzoek is helder dat mevrouw Kröger zo veel mogelijk wil, maar we moeten maar even kijken wie het kabinet wil afvaardigen.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter, steun. Ik hoop dat er overleg kan plaatsvinden tussen de indiener en het Presidium om er bijvoorbeeld een notaoverleg op een maandag van te maken, om er in ieder geval voor te zorgen dat het wel aan de orde kan komen. Anders komen we hier echt niet uit met z'n allen.

De heer Eerdmans (JA21):

Voorzitter. Met inbegrip van wat de VVD-collega zegt wil ik mijn steun uitspreken, ook namens BBB.

De heer Dassen (Volt):

Steun.

De heer Nijboer (PvdA):

Steun.

De voorzitter:

Dank u wel. Er is een meerderheid.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

We gaan het proberen. Ik zal het stenogram doorgeleiden inzake de afvaardiging van het kabinet.

De hekkensluiter van vandaag is de heer Van der Molen van de fractie van het CDA. Ik geef graag het woord aan hem. Hij doet het vanaf de interruptiemicrofoon.

De heer Van der Molen (CDA):

Voorzitter. Namens commissie voor OCW doe ik het verzoek om nog deze week te stemmen over de moties die zijn ingediend bij het debat over de hoofdlijnen van de herinvoering van de basisbeurs en de tegemoetkoming aan studenten.

De voorzitter:

Helder. Ik begrijp dat het verzoek namens de commissie wordt gedaan. Ik stel vast dat daartegen geen bezwaar bestaat. Dan gaan we donderdag over die moties stemmen.

Tot zover de regeling van werkzaamheden. Ik schors een enkel minuutje.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven