9 Arbitrage, mediation en herstelrecht

Aan de orde is het tweeminutendebat Arbitrage, mediation en herstelrecht (CD d.d. 22/06).

De voorzitter:

Van de zijde van de Kamer is als eerste het woord aan de heer Ellian. Hij spreekt namens de VVD.

De heer Ellian (VVD):

U hanteert een stevig tempo, voorzitter, maar dat is niet erg. Ik heb één motie, namens mijzelf en collega Knops.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat mediation bijdraagt aan het duurzaam oplossen, de-escaleren en voorkomen van (dreigende) conflicten, waardoor gerechtelijke procedures kunnen worden voorkomen en relaties behouden blijven of kunnen worden hersteld;

constaterende dat mediation een belangrijke rol kan spelen bij het oplossen van geschillen en nog op allerlei punten (wettelijk) versterkt kan worden;

overwegende dat om mediation verder te brengen, het mediatorsveld overzichtelijk dient te worden georganiseerd met als uitgangspunt de professionaliteit van de beroepsgroep;

overwegende dat de Mediatorsfederatie Nederland heeft bewezen toezicht en kwaliteit te kunnen organiseren;

van mening dat mediation in enige mate regulering behoeft, zodat kwaliteit, transparantie en duidelijkheid voor de rechtzoekende gewaarborgd zal zijn;

verzoekt de regering om:

  • -te bevorderen dat één centraal mediatorsregister (door)ontwikkeld wordt waarin ook de respectieve specialismen zichtbaar worden en als uitgangspunt hiervoor MfN te hanteren;

  • -dit register onder een lichte vorm van publiekrechtelijke regulering te brengen;

  • -de huidige opdracht in deze vorm aan de Raad voor Rechtsbijstand voor de toelating van registers te beëindigen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ellian en Knops.

Zij krijgt nr. 724 (29279).

Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Van Nispen. Hij zal spreken namens de SP.

De heer Van Nispen (SP):

Voorzitter. De motie spreekt voor zich. Dat komt goed uit, want ik mag er toch niets bij vertellen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat mediation in strafzaken een bewezen bijdrage levert aan de strafrechtspleging in Nederland;

overwegende dat het budgetplafond voor mediation in strafzaken al jaren de ambitie in de weg staat om mediation in strafzaken vaker toe te passen, terwijl er nu zelfs in het regeerakkoord is opgenomen dat meer ingezet moet worden op herstelrecht;

constaterende dat de vergoedingen van mediators in strafzaken al jaren niet meer zijn geïndexeerd, terwijl de zaken ingewikkelder worden, waar eigenlijk ook meer budget voor nodig is;

verzoekt de regering om het budget voor mediation in strafzaken structureel te verhogen vanaf de begroting voor 2023,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Nispen.

Zij krijgt nr. 725 (29279).

Dank u wel. Dan is het woord aan mevrouw Mutluer. Zij zal spreken namens de PvdA.

Mevrouw Mutluer (PvdA):

Voorzitter. Ik dien twee moties in. De eerste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat ook de minister voor Rechtsbescherming van mening is dat er meer bekendheid moet worden gegeven aan herstelrecht om daarmee het gebruik van herstelrechtvoorzieningen ook in het strafrecht te vergroten;

overwegende dat het streven ook is om tot een betere samenwerking tussen de betrokken partners te komen;

van mening dat hierdoor de vraag naar herstelbemiddeling en naar mediation zal gaan toenemen en daarom het budget voor mediation dat vanaf 2018 niet veranderd is niet afdoende kan zijn;

van mening dat vergoedingen voor mediators in strafzaken die sinds 2010 gelijk zijn gebleven niet bijdragen aan het bewerkstellingen van deze ambities;

van mening dat in de weging van de kosten en baten herstelrecht met betrekking tot de gehele strafrechtketen een batig saldo zal opleveren;

verzoekt de regering inzichtelijk te maken en te onderbouwen hoeveel middelen er nodig zijn om de ambities ten aanzien van herstelrecht waar te maken en daarover bij de indiening van de komende begroting Justitie en Veiligheid te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Mutluer.

Zij krijgt nr. 726 (29279).

Mevrouw Mutluer (PvdA):

De tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat volgens WODC-onderzoek naar herstelrecht er bij de politie nog terrein te winnen valt op het gebied van kennis over herstelrecht en de mogelijke voordelen van de inzet hiervan;

van mening dat gebruik van herstelrecht door de politie voor de slachtoffers én daders een duurzamer oplossing oplevert en bovendien bij kan dragen aan het verder vastlopen van de strafrechtketen;

overwegende dat een pilot bij de politie genaamd "Wachttijd is hersteltijd" in 2017 in Amsterdam-Zuid eerder heeft aangetoond dat eenvoudige en veelvoorkomende strafzaken geschikt kunnen zijn voor afhandeling door middel van herstelrecht;

verzoekt de regering te bewerkstelligen dat de politie eenvoudige en veelvoorkomende strafzaken meer gaat beoordelen op "herstelrechtwaardigheid", en de Kamer te informeren over de aard en omvang van de resultaten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Mutluer.

Zij krijgt nr. 727 (29279).

Dank u wel. Mevrouw Mutluer was de laatste spreker van de zijde van de Kamer. Ik schors voor vijf minuten, tot 12.57 uur. Daarna gaan we door met de beantwoording van de minister.

De vergadering wordt van 12.52 uur tot 12.56 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de minister voor Rechtsbescherming.

Minister Weerwind:

Dank u wel, voorzitter. Ik start met de eerste motie, op stuk nr. 724. Die is van de VVD en het CDA. In het commissiedebat is nadrukkelijk afgesproken dat de mediationorganisaties vóór het einde van het jaar werkzaamheden gaan ontpoppen om te komen tot één centraal register. Ik beschouw het voorstel dat nu op tafel ligt in de motie eigenlijk als een doorkruising daarvan. Ik wil dat proces laten plaatsvinden.

In het tweede deel van het dictum gaat het over het beëindigen van de opdracht aan de Raad voor Rechtsbijstand. Ik heb gesproken met mensen van de Raad voor Rechtsbijstand. Ik heb hen gewezen op het commissiedebat. De Raad voor Rechtsbijstand wil ook werken naar één centraal register. Tegelijkertijd vind ik dat een rechtzoekende een duidelijk beeld moet hebben van waar hij of zij als rechtzoekende een mediator kan vinden die aan bepaalde kwaliteitseisen voldoet. Daarom heb ik de Raad voor Rechtsbijstand gevraagd. En daarom vind ik eigenlijk dat de Raad voor Rechtsbijstand zijn opdracht niet moet beëindigen, maar moet continueren, met dien verstande dat dat allemaal moet leiden tot dat ene, centrale register. Gelet op deze argumentatie kan ik deze motie alleen maar ontraden.

De motie op stuk nr. 725 is van de heer Van Nispen van de SP. Ik ga die motie over mediation in strafzaken ontraden. Ik heb duidelijke toezeggingen gedaan, en ik ga nog even één punt toevoegen. Ik heb ook gekeken naar 2022. En ik kijk ook naar mediations in dat jaar. Ik zal hierover ook nadrukkelijk met de Landelijk Coördinator Mediation in gesprek zijn. Ik vind namelijk ook dat we wel degelijk moeten kijken naar de betaling, naar de bekostiging van de mediator bij een no-showmediation of bij heel complexe mediation. Die actie mag de Kamer dus van mij verwachten, maar ik ontraad de motie op stuk nr. 725.

Ik kom op de eerste motie van de PvdA, van mevrouw Mutluer, op stuk nr. 726. Daar kan ik kort over zijn: die motie krijgt oordeel Kamer.

Ik wil toch eerst nog iets zeggen over de derde motie, over de motie op stuk nr. 726. Die beschouw ik eigenlijk als een steun in de rug. Ik wijs u op het volgende. Ik heb geen harde feitelijkheden en cijfers, maar ik kan daar wel een schatting van maken. Die kanttekening wil ik daarbij maken. Die motie krijgt dan oordeel Kamer.

De voorzitter:

Ik zie mevrouw Mutluer knikken.

Minister Weerwind:

Laat ik kort zijn over de motie op stuk nr. 727. Die krijgt oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 727 krijgt ook oordeel Kamer. Dan hebben we de moties gehad.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de minister voor Rechtsbescherming erg voor zijn snelle, spoedige en heldere beantwoording. Ik dank hem voor de drie debatten. Ik dank de collega's voor hun coöperatieve opstelling. Ik schors de vergadering voor de lunch. We gaan om 14.00 uur verder met het tweeminutendebat Duurzaam vervoer.

De vergadering wordt van 13.00 uur tot 13.59 uur geschorst.

Naar boven