8 Adoptie

Aan de orde is het tweeminutendebat Adoptie (CD 16/06).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Adoptie en ik geef het woord aan mevrouw Mutluer. Zij zal spreken namens de PvdA.

Mevrouw Mutluer (PvdA):

Dank u wel, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er in het verleden ernstige misstanden hebben plaatsgevonden met interlandelijke adoptie waarbij veel slachtoffers betrokken waren;

van mening dat deze slachtoffers op persoonlijke en individuele wijze invulling moeten kunnen geven aan hun herstelproces;

constaterende dat er een expertisecentrum zal worden opgetuigd dat zich onder andere zal inzetten voor afstamming- en adoptiegerelateerde vraagstukken waar 36 miljoen ter beschikking voor wordt gesteld;

verzoekt de regering slachtoffers desgewenst door het expertisecentrum te laten ondersteunen bij het maken van persoonlijke herstelplannen (waarvan individuele reizen, DNA-onderzoek en therapie onderdeel kunnen zijn);

verzoekt de regering om binnen het budget van het expertisecentrum een jaarlijks gelimiteerd budget te oormerken om in die gevallen waar nodig de uitvoering van het opgestelde herstelplan te bekostigen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Mutluer en Van Nispen.

Zij krijgt nr. 105 (31265).

Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Van Nispen. Hij zal spreken namens de SP.

De heer Van Nispen (SP):

Dank u wel. De SP is geen voorstander van het hervatten van interlandelijke adoptie, maar nu deze hervat wordt en er een landenanalyse komt, vinden wij wel dat die serieus moet worden genomen. Daarom dienen wij de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering heeft uitgesproken niet langer adoptierelaties aan te willen gaan met landen van herkomst waar kwetsbaarheden zijn op het terrein van betrouwbaarheid en transparantie en met landen die zelf zouden moeten kunnen voorzien in adequate opvang van hun kinderen;

overwegende dat de Centrale autoriteit Internationale Kinderaangelegenheden (Ca IKA) per land waar de afgelopen jaren een adoptierelatie mee is onderhouden een analyse maakt van de kwetsbaarheden in dat land en beoordeelt of een adoptierelatie met deze landen ook nu en in de toekomst kan worden onderhouden;

tevens overwegende dat de logische consequentie hiervan kan zijn dat uit de landenanalyses kan blijken dat niet één land voldoet aan de gestelde randvoorwaarden en dat de consequentie dan ook kan zijn dat interlandelijke adoptie zou moeten worden stopgezet;

verzoekt de regering de uitkomsten van de landenanalyses in beginsel leidend te laten zijn in de beoordeling of interlandelijke adoptie al dan niet in de toekomst weer kan plaatsvinden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Nispen.

Zij krijgt nr. 106 (31265).

De heer Van Nispen (SP):

Voorzitter. Ik heb tot slot nog een vraag. De minister heeft toegezegd te komen met een lijst van personen en organisaties waarmee is gesproken in aanloop naar dit besluit. Ik vind het van belang om die vrij specifiek te hebben, dus dat is ingevuld met wie er is gesproken, of dat met de minister zelf was of met zijn ambtenaren en wanneer dit was. Het gaat immers om het besluit van deze minister, dus een gesprek van bijvoorbeeld critici met de vorige minister is dan minder relevant. Maar ik wil dat dus ook in tijd kunnen beoordelen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dit was de laatste spreker van de zijde van de Kamer. Ik schors voor een minuut of vijf, tot 12.45 uur, en dan gaan we verder met de beantwoording door de minister. Ik schors tot 12.45 uur.

De vergadering wordt van 12.41 uur tot 12.45 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de minister voor Rechtsbescherming.

Minister Weerwind:

Voorzitter, dank. Ik start met de motie van de PvdA. Ik ga deze motie ontraden. Ik ga de motie ontraden om veel redenen, 36 miljoen over tien jaar tijd, 3,6 miljoen. Ik heb er heel principieel naar gekeken, ook naar wat het expertisecentrum doet. Ze verlenen kosteloze dienstverlening. Dat beschouw ik op dit moment als voldoende. Het is een goed pakket, dat we kunnen bieden aan degenen die langskomen bij het expertisecentrum.

De volgende motie is van de heer Van Nispen.

De voorzitter:

Mevrouw Mutluer wil nog een vraag stellen.

Mevrouw Mutluer (PvdA):

Ik heb de afgelopen dagen zowel het expertisecentrum, adoptiebureaus als slachtoffers gesproken. Hiermee gaan we heel veel pijn wegnemen. Het is een gelimiteerd budget, het kost de minister geen geld en het is het expertisecentrum dat dat gaat afwegen samen met de slachtoffers. Hoe kan de minister dan tegen een dergelijke motie zijn?

Minister Weerwind:

Ik constateer dat we tegenstrijdige informatie hebben. Ik heb niet dezelfde informatie als mevrouw Mutluer. Ik blijf op het standpunt staan dat er kosteloos advies vanuit het expertisecentrum aan een individu gegeven kan worden. Daarom handhaaf ik mijn standpunt.

De voorzitter:

We gaan naar de motie op stuk nr. 106.

Minister Weerwind:

De heer Van Nispen. Ik lees de motie van de heer Van Nispen als volgt. Hij spreekt over een analyse per herkomstland als zodanig. Hij vraagt zich af: wat als geen van die herkomstlanden eraan voldoet? Er is al een beslissing genomen om interlandelijke adoptie door te laten gaan. Ik heb ook gesteld dat de criteria die we daarbij hanteren door de RSJ goed worden bekeken en aangescherpt. Vervolgens gaan ze dat analyseren per — zo noem ik het maar even — herkomstland. Dat kan tenslotte, methodologisch gezien, inderdaad uitkomen op nul. Dat heeft u goed. Dan bedoel ik per herkomstland, met dat accent. Methodologisch gezien heeft u gelijk. Met die uitleg en die interpretatie kan ik de motie oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

Ik zie de heer Van Nispen knikken, dus dat is de uitleg. De motie op stuk nr. 106 krijgt oordeel Kamer. Er was nog een vraag gesteld.

Minister Weerwind:

Zeker, meneer de voorzitter. Dat betreft een lijst van geïnterviewde actoren, die gesproken hebben met de minister of met de ambtenaren. Ik heb in het commissiedebat de toezegging gedaan dat ik met een dergelijke lijst zou komen, ook in de tijd geplaatst. Daar wordt hard aan gewerkt. Dus wanneer wij die lijst beschikbaar hebben, zal ik die beschikbaar stellen aan de Kamer.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik dank de minister hartelijk voor de beantwoording.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

De minister blijft nog een rondje bij ons. Wij gaan direct door met het tweeminutendebat Arbitrage, mediation en herstelrecht.

Naar boven