4 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Aan de orde is een extra regeling van werkzaamheden. Ik geef het woord aan mevrouw Van der Plas van BBB.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dank u wel, voorzitter. Ik denk dat we vannacht allemaal de beelden hebben gezien van de politie die op een boer heeft geschoten. Iedereen is daar enorm van geschrokken. We zien dat de protesten inderdaad zijn geëscaleerd. Dat is iets waar ik hier in de Kamer al heel lang voor waarschuw. Er mengen zich inmiddels ook andere groepen in de protesten. Boeren zeggen letterlijk: we hebben niks meer te verliezen; ik sterf liever. De woorden van de heer Segers dat we in een burgeroorlog kunnen belanden, lijken nu waarheid te worden. Hoe heeft dit zo ver kunnen komen? Ik wil graag een debat over de escalatie van de protesten, de gevolgen die die kan en zal hebben, en wat het kabinet gaat doen om te zorgen dat de rust en de veiligheid voor iedereen in ons land terugkeren. Als wij dit niet doen, vrees ik voor grote gevolgen. Morgen gaat de deur hier voor twee maanden op slot, maar dit kan niet wachten.

De voorzitter:

Met wie zou u een debat willen?

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Met de minister-president en de minister van Justitie en Veiligheid.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. Ik kan op basis van de beelden niet beoordelen wat er precies is gebeurd, maar je schrikt je helemaal kapot als je ziet dat de politie met scherp schiet op boeren. Maar goed, er vindt nu een Rijksrechercheonderzoek plaats, dus we zullen de uitkomst daarvan zien. Boeren staan met de rug tegen de muur en weten niet meer welke kant ze op moeten. Gelet op die escalatie, vind ik dat we met het kabinet moeten praten voordat het reces begint. Ik denk dat mevrouw Van der Plas daar groot gelijk in heeft. Het kan niet zo zijn dat we dalijk acht weken weggaan. Als het niet vandaag is, heb ik dus graag uiterlijk morgen dat debat om inderdaad te praten over die escalatie in het kader van dat vreselijke stikstofbeleid.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voorzitter. We zitten op een vulkaan die op uitbarsten staat. Wat de politie heeft gedaan … De beelden zijn natuurlijk verschrikkelijk. Wat de boeren hebben gedaan, komt straks uit het onderzoek; daar moeten we nog niet op vooruitlopen. Maar we weten in ieder geval dat het kabinet keer op keer voor escalatie zorgt. Het is dus van groot belang dat we met het kabinet gaan praten, bij voorkeur inderdaad met de minister-president, om deze situatie te de-escaleren.

De voorzitter:

Dus u steunt het debat?

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Van harte steun.

De heer Van Nispen (SP):

Voorzitter. Wat er gebeurt, is heel erg heftig. Er is heel veel woede en verontwaardiging bij de boeren. Maar van de politie wordt op dit moment ongelofelijk veel gevraagd. Als er geweldsmiddelen worden ingezet, als er zelfs wordt geschoten, wordt dat altijd onderzocht. Daar nu een debat over voeren, voegt daar niets aan toe. Het gaat, denk ik, ook niet helpen bij het bedaren van de gemoederen, dat zo hard nodig is.

Mevrouw Becker (VVD):

Voorzitter. Ik wil me daarbij aansluiten. Ik denk dat het in deze roerige tijden heel belangrijk is dat we ook met elkaar de rust bewaren. Speculaties dragen daar op dit moment niets aan bij. Het is heel goed dat de Rijksrecherche onderzoek doet. Voor nu dus geen steun voor dit debat. Dat zeg ik mede namens mevrouw Gündoğan. Zij heeft ons gevraagd om dat namens haar hier in te brengen.

Mevrouw Van der Werf (D66):

Ik sluit mij van harte aan bij de woorden van collega Van Nispen. Ik denk ook dat het niet verstandig is om op basis van hele of halve filmpjes op internet hier debatten te gaan voeren. Ik wacht het onderzoek graag af.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Voorzitter. Net als mijn collega's die hiervoor spraken, ben ik het ook eens met de woorden van de SP. Ik zou daar nog aan willen toevoegen dat ook de woorden van Kamerleden ertoe doen. Als we de rust willen bewaren, moeten we de boel dus ook niet verder opstoken.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. Ik zou graag een debat willen hebben over de bemiddelingspoging van de heer Remkes. Wij gaan hier namelijk inderdaad niet over het onderzoek. Dat doet de Rijksrecherche. Ik ga hier ook geen beelden beoordelen.

De voorzitter:

Dat is nu niet het voorstel.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Maar ik doe dus het voorstel om dat aan te passen. Ik wil het wel steun geven als ...

De voorzitter:

Dan moet u even een ander voorstel doen. Het is nu de bedoeling dat u reageert op het voorstel van mevrouw Van der Plas.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Dan wil ik zo een ander voorstel doen, want ik wil het niet over dit specifieke onderwerp hebben. Ik wil het wel hebben over hoe dit verbeterd kan worden.

De voorzitter:

Maar u steunt in ieder geval dit verzoek niet. En als u dat voorstel wilt doen, betekent dat dat er een nieuwe regeling moet komen.

De heer Bontenbal (CDA):

Voorzitter. Ik sluit me aan bij de woorden van collega Van Nispen. Volgens mij is de-escalatie inderdaad nodig. De Rijksrecherche kijkt er nu naar. Een brief zou nog mogelijk zijn, maar op dit moment geen debat.

De heer Wassenberg (PvdD):

Voorzitter. Als we hier debatteren, moeten we debatteren op grond van de feiten en niet op grond van interpretaties. Ik stel dus ook voor om het onderzoek van de Rijksrecherche af te wachten.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Voorzitter. Ik sluit me aan bij de woorden van de SP en GroenLinks, dus geen steun voor dit debat.

De heer Eerdmans (JA21):

Voorzitter. Het lijkt erop alsof er nu twee dingen door elkaar lopen, namelijk enerzijds het Rijksrechercheonderzoek en uitzoeken wat er gisteravond is gebeurd, en anderzijds de de-escalatiepoging die mevrouw Van der Plas doet. Ik denk dat dat juist heel zinvol is. Hoe je ook in de stikstofcrisis of het stikstofdrama of het stikstofbeleid staat, we moeten eruit zien te komen. De weg waarop we nu beland zijn, werkt in ieder geval niet. Het gaat namelijk van kwaad tot erger. Dus graag steun voor dit verzoek.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik deel de zorgen van collega Van der Plas. Tegelijkertijd deel ik de inzet van collega Van Nispen. Daar sluit ik me bij aan. Dus geen steun voor dit debat.

De heer Dassen (Volt):

Ik denk dat we allemaal geschrokken zijn van de beelden, maar ik sluit me aan bij de woorden van de heer Van Nispen. Geen steun voor het debat.

Mevrouw Piri (PvdA):

Voorzitter. Meerdere collega's hebben het al gezegd: de heer Van Nispen heeft hele wijze woorden gesproken. We wachten het onderzoek af. Geen steun voor dit debat dus.

De heer Kuzu (DENK):

Wijzer dan de heer Van Nispen kan ik niet spreken; dat doe ik dan ook niet. Geen steun voor het debat.

De heer Van Meijeren (FVD):

Precies een week geleden stonden we hier omdat er een tweet was verstuurd door een Kamerlid dat bezoek gehad zou hebben. Toen had iedereen zijn oordeel klaar en wist iedereen precies wat er gebeurd was. Er zou sprake zijn van intimidatie en bedreiging en er móést een spoeddebat komen. Nu zien we video's, ooggetuigenverklaringen, waarin te zien is dat de politie gericht schiet — gericht schiet! — op een ongewapende burger. Die agent loopt waarschijnlijk nog steeds rond met zijn pistool en ...

De voorzitter:

Ik wil …

De heer Van Meijeren (FVD):

... nu is er geen steun omdat we ineens een onderzoek willen afwachten?

De voorzitter:

Kunt u reageren op het voorstel? Steunt u het voorstel?

De heer Van Meijeren (FVD):

Van harte steun. Wat hier nu gebeurt, is ... Ik kan geen ander woord gebruiken dan "corrupt". Het is echt te gek voor woorden.

De voorzitter:

Mevrouw Van der Plas, u heeft geen meerderheid voor uw verzoek. U mag reageren, maar heel kort, zonder een debat uit te lokken.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Neeneenee, zeker niet. Ik constateer alleen dat er verschillende opvattingen zijn over het doel van het debat. Ik heb niet gevraagd om een debat over het incident van gisteravond. Ik heb een debat gevraagd over de gevolgen die dit kan hebben voor de veiligheid van burgers in het algemeen, in het land, en wat het kabinet gaat doen om de geest terug in de fles te krijgen. Er is dus geen steun verleend aan een verzoek dat ik niet heb gedaan. Ik had gehoopt dat mensen het grotere plaatje hadden gezien, maar helaas. Het is jammer. Ik hoop dat het rustig blijft, maar ik vrees het ergste.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van der Plas. Daarmee zijn we aan het einde van deze extra regeling van werkzaamheden gekomen.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. Ik wilde dat verzoek hier doen, maar u zegt dat ik dan een extra regeling moet aanvragen.

De voorzitter:

Ja, dat is echt zo.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Maar ik wil hier toch …

De voorzitter:

Nee, sorry, ik vind het vervelend om u te moeten onderbreken, maar dit is echt een voorstel van mevrouw Van der Plas. Er was een meerderheid voor een extra regeling, dus dit is geen reguliere regeling. Wilt u een ander punt aandragen, dan moet u echt zorgen dat er een extra regeling komt. Neeneenee, die discussie gaan we echt niet voeren, want we hebben nog voldoende op het programma staan. Ik beëindig deze extra regeling van werkzaamheden en dan gaan we weer over tot het debat.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven