12 Duurzaam vervoer

Aan de orde is het tweeminutendebat Duurzaam vervoer (CD 29/06).

De voorzitter:

Dan is nu aan de orde het tweeminutendebat Duurzaam vervoer. De heer De Hoop van de PvdA vraagt de Kamer toestemming om mee te doen aan dit tweeminutendebat. Ik zie instemmende blikken, dus dat is bij dezen toegestaan. Ik heet de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en de Kamerleden van harte welkom. De eerste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Koerhuis van de VVD. Ik wil nog even benadrukken dat we in korte tijd 30 tweeminutendebatten hebben, dus ik wil de Kamerleden verzoeken om zo kort mogelijk te zijn, om alleen de moties voor te lezen en als het nodig is een of twee vragen aan de bewindspersoon te stellen.

Ik geef het woord aan de heer Koerhuis van de VVD.

De heer Koerhuis (VVD):

Voorzitter. Ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de doelstelling is om 1,8 miljoen laadpunten te plaatsen in 2030;

overwegende dat gemeenten de ladder van laden kunnen gebruiken voor het plaatsen van laadpunten in de openbare ruimte;

overwegende dat bij huiseigenaren en huurders met een eigen garagebox en bij vve's met een parkeergarage de situatie anders kan zijn omdat de huidige brandveiligheidssituatie niet altijd voldoet aan de verplichte extra eisen om laadpunten te mogen plaatsen;

overwegende dat het voldoen aan deze verplichte extra eisen, zoals brandleidingen, sprinklers en hittesensoren, hoge kosten met zich meebrengt;

overwegende dat huiseigenaren, huurders en vve's deze hoge kosten niet altijd kunnen betalen;

verzoekt de regering om huiseigenaren en huurders met een eigen garagebox en vve's met een parkeergarage uit de ladder van laden te halen en gemeenten de ruimte te geven in deze situatie laadpunten op straat te plaatsen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Koerhuis.

Zij krijgt nr. 354 (31305).

Dank u wel, meneer Koerhuis.

De heer Koerhuis (VVD):

Zoals ik al in het commissiedebat heb gezegd, had ik ook een motie in voorbereiding om de ladder van laden af te schaffen. Maar omdat ik de toezegging heb gekregen dat een eerdere motie van mij en mevrouw Van Ginneken om in kaart te brengen of en hoe we de doelstelling van 1,8 miljoen laadpunten in 2030 gaan halen in september wordt uitgevoerd, wacht ik nog even met die motie. En ik ga er dan van uit dat we die doelstelling halen.

Nog één vraag. Nou heb ik mij ook verdiept in de tijd die het kost om laadpalen te plaatsen. Ik heb gezien in een verkeersbesluit dat je zes weken lang een bord ergens kunt plaatsen met "hier komt een laadpaal", omdat mensen bezwaar moeten kunnen maken. Ik vraag me af of dat echt zes weken moet duren, en of dat niet bijvoorbeeld een of twee weken kan zijn. Dit alles om die 1,8 miljoen laadpalen in 2030 te halen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Koerhuis. Dan geef ik het woord aan de tweede spreker van de Kamer, mevrouw Bouchallikh van de fractie van GroenLinks, voor haar twee minuten.

Mevrouw Bouchallikh (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Ik dien zo meteen samen met de SP en de Partij van de Arbeid moties in over de beschikbaarheidsvergoedingen, een onderwerp waar we de afgelopen maanden veel aandacht voor hebben gevraagd vanuit de Kamer, maar ook vanuit het veld. Dus ik zou heel graag mijn waardering en dank willen uitspreken voor allen die zich in de afgelopen periode hebben laten horen, want een goed ov is superbelangrijk voor zowel mensen als klimaat.

Ik had nog één vraag aan de staatssecretaris. Ik ben blij dat er wat meer duidelijkheid is — laat ik daarmee beginnen. Zij gaf ook aan op de Dag van het OV dat er nog een weegmoment komt in de zomer. Kan zij daar iets meer over vertellen, over wat dat precies inhoudt, hoe wij dan als Kamer daarover geïnformeerd zullen worden? En welke informatie mist er nog om de afweging te maken? Want we praten hier al een aantal maanden over. Ik ben gewoon heel erg benieuwd hoe zij dit proces voor zich ziet.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Bouchallikh. Dan geef ik het woord aan de heer Alkaya van de fractie van de SP.

De heer Alkaya (SP):

Voorzitter, dank u wel. Ik zal volstaan met het indienen van één motie, een belangrijke motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat tientallen vervoerders, vakbonden, milieuorganisaties en lokale bestuurders waarschuwen voor het verdwijnen van tot wel een derde van het openbaar vervoer in ons land, indien er geen nationaal vangnet komt voor het jaar 2023;

overwegende dat er nog voor het zomerreces van de Tweede Kamer een duidelijk politiek signaal nodig is om te voorkomen dat dienstregelingen ernstig verschralen, onder meer vanwege de planning van dienstregelingen;

spreekt uit dat ernstige verschraling van de dienstregeling in het openbaar vervoer onwenselijk is, evenals tariefsverhogingen en het verdwijnen van arbeidsplaatsen;

verzoekt de regering alles in het werk te stellen om dit te voorkomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Alkaya, Bouchallikh en De Hoop.

Zij krijgt nr. 355 (31305).

Dank u wel, meneer Alkaya. Dan geef ik als voorlaatste het woord aan mevrouw Van Ginneken van de fractie van D66.

Mevrouw Van Ginneken (D66):

Dank, voorzitter. Ik heb één vraag en één motie. Een andere motie hoef ik niet in te dienen, met dank aan de staatssecretaris, die de toezegging deed om de zakelijkevlootnormering per 2024 te gaan versnellen. Dus dat scheelt weer een motie.

Dan mijn motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het invoeren van zero-emissiezones een effectieve maatregel is in het terugdringen van schadelijke emissies;

constaterende dat in 2022 een hoop nieuwe gemeenteraden en colleges van burgemeester en wethouders met groene ambities zijn geïnstalleerd;

verzoekt de regering om in gesprek met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en individuele gemeenten te inventariseren of meer gemeenten bereid zijn een zero-emissiezone in te voeren en de Kamer hierover bij de publicatie van de Klimaat- en Energieverkenning in 2022 te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Ginneken.

Zij krijgt nr. 356 (31305).

Dank u wel, mevrouw van Ginneken. Ik zie dat de heer Koerhuis nog een vraag heeft. Ik wil u wel vragen om zo beknopt mogelijk te zijn, want we moeten echt inlopen op de tijd.

De heer Koerhuis (VVD):

Ik hoor D66 beginnen over zakelijkevlootnormering. Dat is een moeilijk woord voor Nederlandse bedrijven verplichten om elektrisch te gaan rijden vanaf 2024. Ik heb D66 ook in het commissiedebat gevraagd of ze de gevolgen hiervan kunnen overzien, omdat we bijvoorbeeld in Brabant en Limburg al zien dat bedrijven geen laadpunten mogen plaatsen.

De voorzitter:

Wilt u uw vraag stellen?

De heer Koerhuis (VVD):

Pardon, voorzitter? In het commissiedebat gaf D66 aan die gevolgen niet te overzien. Nu brengen ze het punt weer op. De vraag is of D66 de gevolgen nu wel kan overzien.

Mevrouw Van Ginneken (D66):

De essentie van wat wij hiermee beogen, is dat wij een impuls geven aan elektrisch rijden, ook om voor heel Nederland meer elektrische auto's beschikbaar te krijgen. Natuurlijk speelt in de afweging of iemand met de elektrische auto of met de trein naar het werk gaat, en of iemand in een elektrische auto wil gaan rijden, ook een rol of er een laadpaal beschikbaar is in de buurt. Ik heb in het commissiedebat ook gezegd dat we de klimaatdoelen niet gaan halen als je eerst wacht tot heel Nederland vol staat met laadpalen voordat je gaat stimuleren dat er meer elektrische auto's verkocht worden. Dus je moet dingen naast elkaar doen. Ik weet dat de heer Koerhuis heel alarmerend en terecht aandacht heeft gevraagd voor de situatie in Noord-Brabant als het gaat om aansluitingen voor laadpalen. Dat is ook terecht, dus dat probleem moet ook opgelost worden. Maar ik wil niet met het ene op het andere wachten.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van Ginneken. Ik sta geen vervolgvragen toe. Ik wil nu echt haast maken. Ik wil het debat niet opnieuw gaan doen, want daar lijkt het nu op uit te draaien. Ik geef het woord aan de laatste spreker van de zijde van de Kamer, de heer De Hoop van de fractie van de PvdA.

De heer De Hoop (PvdA):

Dank u, voorzitter. Ook dank aan de commissie voor de coulance dat ik toch twee moties in mag dienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de beschikbaarheidsvergoeding ov vanaf 2023 afloopt;

overwegende dat er per regio sterke verschillen zijn in de benodigde hoogte van aanvullende steun om de dienstregeling overeind te houden;

verzoekt de regering voor 1 oktober in kaart te brengen hoeveel steun er per regio nodig is om de dienstregeling overeind te houden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden De Hoop, Alkaya en Bouchallikh.

Zij krijgt nr. 357 (31305).

De heer De Hoop (PvdA):

Dan nog een motie over het rekeningrijden, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet koerst op de invoering van betalen naar gebruik onafhankelijk van plaats en tijd;

overwegende dat bewoners van landelijke gebieden relatief veel autorijden, onder andere wegens eens gebrek aan openbaarvervoeropties;

verzoekt de regering om te voorkomen dat inwoners van landelijke gebieden onevenredig hoge kosten moeten betalen ten opzichte van het huidige systeem,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden De Hoop en Alkaya.

Zij krijgt nr. 358 (31305).

Dank u wel, meneer De Hoop. Dan schors ik de vergadering voor zeven minuten. Zolang heeft de staatssecretaris nodig voor de appreciatie van de moties. Dus ik schors tot 14.20 uur.

De vergadering wordt van 14.13 uur tot 14.20 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Heijnen:

Voorzitter. De motie op stuk nr. 354 van de heer Koerhuis van de VVD verzoekt huiseigenaren en huurders met een eigen garagebox en vve's met een parkeergarage uit de ladder van laden te halen. Ik laat die motie graag oordeel Kamer.

Dan de motie op stuk nr. 355 van de heer Alkaya cum suis over verschraling van de dienstregeling in het openbaar vervoer, evenals tariefsverhogingen en het verdwijnen van arbeidsplaatsen in het ov. Ik spreek heel intensief met de sector over de situatie in 2023. Ik deel de wens om ook volgend jaar een voldoende betrouwbaar en veilig openbaarvervoeraanbod te hebben. Ik ga echter niet over de prijs van de kaartjes en over het personeelsbeleid van de vervoerders. Daarom moet ik de motie helaas ontraden.

De voorzitter:

Dat roept een vraag op bij de heer Alkaya.

De heer Alkaya (SP):

De staatssecretaris valt over een onderdeel waarover ik een uitspraak van de Tweede Kamer vraag. Wij spreken uit dat bepaalde zaken onwenselijk zijn en de staatssecretaris kan dat voorkomen door een beschikbaarheidsvergoeding in te stellen of door op een andere manier een vangnet te creëren. Daar gaat ze wel over en de rest is een uitspraak van de Tweede Kamer. De motie is niet voor niets zo opgesteld zoals die is opgesteld.

De voorzitter:

Daar heeft u gelijk in, meneer Alkaya. De staatssecretaris kan reageren op het verzoek aan de regering en het "spreekt uit"-deel is gericht aan de Kamer.

Staatssecretaris Heijnen:

Maar er wordt aan mij verzocht om alles in het werk te stellen om al die zaken te voorkomen, terwijl ik over aantal zaken simpelweg niet ga. Dat is ook de reden waarom ik de motie moet ontraden. Dat neemt niet weg dat ik volop met de ov-sector in gesprek ben om ervoor te zorgen dat we ook voor 2023 en de periode daarna een degelijk, betrouwbaar en toegankelijk openbaar vervoer hebben.

De voorzitter:

Nog één vraag van de heer Alkaya.

De heer Alkaya (SP):

Laatste vraag, voorzitter. Het maakt mij niet zo heel veel uit als we over de tekst vallen, maar dan wil ik wel klip-en-klaar van de staatssecretaris horen dat het gaat om de tekst en dat zij dus wel met zo'n vangnet gaat komen. Als zij van mening is dat er niet zo'n vangnet moet komen, dan moet zij dat eerlijk zeggen, want die tekst, daar komen we wel uit. Het gaat erom of de staatssecretaris bereid is om voor 2023 een vangnet in te stellen dat ertoe zal leiden dat die zaken waar we bang voor zijn, worden voorkomen.

Staatssecretaris Heijnen:

Wij hebben een heel goed commissiedebat gehad. Daarin hebben de heer Alkaya maar ook andere commissieleden duidelijk laten weten aan mij dat er een opdracht voor mij ligt om ook het openbaar vervoer in 2023 en verder op een goede manier te garanderen. De sector heeft heel nadrukkelijk aangegeven dat er op bepaalde fronten een vangnet nodig is. De heer De Hoop wees erop dat er heel veel verschil is per regio. Ik denk dat het heel erg goed is dat we met elkaar het gesprek daarover hebben gehad. Ik heb ook goede gesprekken met de sector zelf over de ontwikkelingen op het gebied van openbaar vervoer en de eventuele steun die daarvoor nodig is. Vrijdag hebben we weer een vervolgoverleg en gisteren hebben we een heel goed overleg gehad met de sector. Uiteraard ben ik bereid te kijken naar wat wij kunnen doen. Ik heb ook al aangegeven dat vanuit het ov-budget ook de ambities moeten komen. Dus ik vond het ook heel belangrijk dat ik de informatie zo compleet mogelijk had voordat ik een bod deed. Dat hebben we inmiddels gedaan. Er is nog geen overeenstemming over maar we zijn wel een goed eind op weg. Ik heb de hoop dat we snel duidelijkheid kunnen bieden aan de sector en de regionale overheden teneinde wel wat hulp te kunnen bieden. Uiteindelijk is het wel zo — dat voorbehoud zal ik ook zeker maken richting de sector — dat de Kamer het budgetrecht heeft. Dus ik zal altijd nog naar de Kamer terug moeten komen om het voorstel voor te leggen, maar de Kamer gehoord hebbend, heb ik de indruk dat er een vrij breed draagvlak is voor een vangnet, met name gericht op een solide, goed toegankelijk openbaar vervoer, ook richting de toekomst. Coronasteun doen we niet meer, maar we kijken wel hoe we ze door deze lastige periode heen kunnen helpen.

De voorzitter:

Ik wil de heer De Hoop nu niet hierover een vraag laten stellen. Dat mag hij eventueel straks nog doen over zijn eigen motie, maar om het aantal interrupties te beperken, sta ik alleen toe dat degene die een motie heeft ingediend daarover een vraag stelt. Ik heb er nu twee toegestaan aan de heer Alkaya. Dus op dit onderwerp wil ik geen interruptie meer toestaan. Ik wil het hierbij laten. Ik wil het woord geven aan de staatssecretaris voor een verdere appreciatie van de moties.

Staatssecretaris Heijnen:

Ik zag dat de motie wel was ingediend door SP, GroenLinks en PvdA. Dat had ik er misschien nog even bij moeten vermelden.

Dan de motie op stuk nr. 356 van mevrouw Van Ginneken. Daarvan laat ik het oordeel graag aan de Kamer.

Dan de motie op stuk nr. 357 van de heer De Hoop. Hij heeft mij verzocht om voor 1 oktober in kaart te brengen hoeveel steun er per regio nodig is. Ik wil die motie ontraden, omdat het voor mij niet volledig mogelijk is om dit in beeld te brengen. Het is ook niet zo wenselijk, omdat we niet naar het verleden willen kijken. We zijn ook met de sector met name heel erg bezig om naar de toekomst te kijken. De toekomst is natuurlijk onzeker, want we weten niet precies hoe snel reizigers het openbaar vervoer weer volledig terug weten te vinden. Bovendien is het zo dat de vervoerders andere prognoses hanteren dan het KiM. Inzoomen op de regio geeft in mijn ogen geen extra duidelijkheid. Het is natuurlijk wel zo dat we proberen om binnen de afspraken die we gaan maken zo veel mogelijk maatwerk toe te staan.

Dan had de heer De Hoop nog de motie op stuk nr. 358 met de vraag om de effecten voor inwoners van landelijke gebieden te onderzoeken met betrekking tot betalen naar gebruik. Ik vind het ook heel erg relevant om dat in beeld te hebben. Ik laat die motie dus graag oordeel Kamer.

Voorzitter. Dan had ik nog een aantal vragen. De eerste vraag was van de heer Koerhuis. Die ging over het verkeersbesluit en over dat er zes weken tijd is om bezwaar aan te tekenen tegen het plaatsen van een laadpaal. Ik heb in een Kamerbrief al aangekondigd dat ik de mogelijkheden aan het verkennen ben om de mogelijkheden met betrekking tot verkeersbesluiten te beperken, zodat we verkeersbesluiten voor meerdere toekomstige laadpalen tegelijk kunnen nemen, in plaats van bijvoorbeeld voor iedere paal. Dat zal ook de doorlooptijd verkorten. We zijn dus aan het kijken hoe we die looptijd kunnen verkorten, want ik vind hem zelf ook erg lang.

Dan had ik nog een vraag van mevrouw Van Ginneken. Zij vroeg mij of ik kon toezeggen dat er eind deze week een vangnet is voor het ov. Ik ben, zoals ik zojuist ook al aangaf, heel intensief in overleg met de sector. We delen de wens voor een voldoende en betrouwbaar ov in 2023, en ook voor de periode daarna. Ik zal u ook zo snel mogelijk informeren over de uitkomsten van de gesprekken die ik op dit moment heb met de sector. Ik zal zoals gezegd komende vrijdag ook weer een vervolggesprek hebben. Ik hoop uiteraard dat we op dat moment ook tot een goede afronding kunnen komen. Dan kan ik het, net op het randje van het reces, ook nog aan de Kamer laten weten. Anders wordt het wat mij betreft zo snel mogelijk na het reces. Ik heb een duidelijk bod neergelegd. Daar waren nog wat vragen over. Daar wordt nu naar gekeken door de vervoerders en door de regionale overheden. Ik heb goede hoop dat we vrijdag tot een afronding kunnen komen.

Dan was er nog een vraag van mevrouw Bouchallikh over de info die er nog mist voor een afspraak over het ov. We hebben het er in het commissiedebat over gehad dat ik graag nog bepaalde informatie wil hebben. Dat ging met name ook over de verschillen per regio en over wat het concreet betekent per regio qua afschaling van vervoer als we niks zouden doen. Die informatie is inmiddels allemaal ter beschikking gesteld. Ik ben dus ook nog intensief met iedereen in overleg over wat we vervolgens moeten doen. Gisteren heb ik daar een gesprek over gehad. Vrijdag is het vervolggesprek. Ik hoop dan ook tot een afspraak te komen.

Volgens mij heb ik dan alle vragen beantwoord, voorzitter.

De voorzitter:

Dan dank ik de staatssecretaris.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de moties zal morgenmiddag worden gestemd. Ik schors het debat voor een enkel moment, om zo meteen door te gaan met het tweeminutendebat Mijnbouw/Groningen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven