5 Dienst Uitvoering Onderwijs

Aan de orde is het VAO Dienst Uitvoering Onderwijs (AO d.d. 16/10).

De voorzitter:

We gaan direct over naar het verslag algemeen overleg Dienst Uitvoering Onderwijs. Ik heet de minister wederom van harte welkom. Volgens mij zijn de sprekers allemaal in de zaal.

Ik geef als eerste het woord aan mevrouw Westerveld. Zij spreekt namens de fractie van GroenLinks. Gaat uw gang.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Voorzitter. Vorige week was er een uitgebreid Kamerdebat over het drama van de kinderopvangtoeslag bij de Belastingdienst, waar duizenden mensen door zijn gedupeerd. U zult zich misschien afvragen, voorzitter, wat dat met dit onderwerp te maken heeft, maar de Kamer stelde toen unaniem dat er lessen moesten worden getrokken en dat er moest worden nagedacht over de manier waarop de overheid omgaat met mensen die in het land wonen. Ik heb al een aantal keren aan de bel getrokken over de casus van de lerarenbeurs. Het gaat over een paar honderd studenten, veelal praktiserende docenten. Die hebben de afgelopen jaren de opleiding Onderwijskunde gedaan aan de Open Universiteit. Ze hadden recht op de lerarenbeurs. Wat blijkt later? Ze worden door DUO gekort en beboet. Ze moeten gemiddeld ongeveer €4.000 terugbetalen, niet omdat ze de studie niet hebben afgerond, maar omdat ze de studiekosten niet binnen de juiste termijn hebben gedeclareerd. We hebben inzage gehad in de correspondentie tussen deze studenten en DUO. We hebben veel gesprekken gehad. Ik wil er een motie over indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat vanaf het studiejaar 2008-2009 in totaal 573 studenten hun lerarenbeurs deels moeten terugbetalen vanwege het volgen van een opleiding onderwijskunde aan de Open Universiteit;

constaterende dat deze studenten achteraf de lerarenbeurs (deels) moeten terugbetalen omdat Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) onzorgvuldig het verschil kenbaar heeft gemaakt tussen de zesjaarstermijn om een aanvraag voor de lerarenbeurs in te dienen en de driejaarstermijn waarin de studiekosten moeten hebben plaatsgevonden;

constaterende dat de gemiddelde boete voor deze studenten is opgelopen tot €4.156,44 per aanvrager;

overwegende dat de deeltijdstudenten aan de Open Universiteit überhaupt moeilijk aan de driejaarstermijn studiekosten konden voldoen vanwege het modulesysteem van de universiteit;

van mening dat het onwenselijk is om docenten te beboeten in plaats van te stimuleren om naast hun werkzaamheden een opleiding onderwijskunde te volgen;

verzoekt de regering om de 573 gedupeerde studenten financieel tegemoet te komen;

verzoekt de regering tevens om in gesprek te treden met DUO om in het vervolg deze slordigheden te voorkomen en studenten beter voor te lichten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Westerveld. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 178 (25268).

De heer Wiersma (VVD):

Voorzitter, dank. Ik heb geen moties, zeg ik maar meteen. We hebben in het AO DUO gesproken over de hulp die studenten ervaren van DUO op het moment dat ze in omstandigheden zitten die minder standaard zijn. Dan is het best lastig om bij DUO het gevoel te krijgen dat je goed geholpen wordt. Ik heb de minister gevraagd om daar eens verder onderzoek naar te doen. Zij zei: we hebben bij DUO een jongerenraad. Die kan dit soort gesprekken aangaan en ook dit soort voorstellen doen. Toen dacht ik: mooi, interessant, dan gaan we eens kijken. De geluiden die ik daarna heb gehoord van de mensen die betrokken zijn bij die jongerenraad, zijn dat het op zichzelf goed is dat het er is, maar dat het daadwerkelijke effect en de impact van zo'n jongerenraad nog wel wat te wensen overlaten. Dus ik zou de minister vooral willen aanmoedigen om met DUO eens te kijken hoe we dat naar een hoger plan zouden kunnen trekken, zodat jongeren die daarin meedenken, ook echt het gevoel hebben dat dat zinnig is.

Ik zou de opdracht die ik de minister meegaf, nog eens willen herhalen, namelijk om met hen het gesprek te voeren over de vraag: hoe kan je nou de voorlichting en dienstverlening van DUO rond studenten en specifiek rond de afbetalingsperiode verbeteren? Onder andere studentenorganisaties als ISO en LSVb hebben daar meerdere suggesties voor gedaan. Ik zou het mooi vinden als die terechtkomen bij DUO en echt worden opgepakt.

Dan heb ik nu geen motie om in te dienen, maar als dit niet gebeurt, moet ik het de volgende keer wel doen. Het zou mooi zijn als het niet nodig is.

Dank, voorzitter.

De voorzitter:

Hartelijk dank.

Ik geef nu graag het woord aan de heer Paternotte. De heer Paternotte spreekt namens de fractie van D66. Meneer Paternotte ... Niet? U ziet af van uw spreektijd? Dan geef ik het woord aan de heer Van der Molen. De heer Van der Molen spreekt namens de fractie van het CDA. Ga uw gang.

De heer Van der Molen (CDA):

Voorzitter, dank u wel. We spreken in de Kamer al heel regelmatig over het project Beter Benutten en over andere manieren om met het reisgedrag van studenten om te gaan. Bij de invoering van het leenstelsel zou daar 200 miljoen aan gekoppeld zijn, dat als investering in het hoger onderwijs terecht zou moeten komen. Maar we wachten met elkaar nog wel op de nadere uitwerking en daarmee ook op duidelijkheid of die 200 miljoen er in de toekomst ook echt zal komen. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat met het afschaffen van de basisbeurs door het kabinet beloofd is dat er maximaal 200 miljoen euro naar de h.o.-instellingen komt uit het project Beter Benutten;

constaterende dat intussen al vier jaar geleden de basisbeurs is afgeschaft en onduidelijk blijft in hoeverre deze minister de beloofde middelen weet te regelen;

van mening dat het nodig is om hogeronderwijsinstellingen en studenten duidelijkheid te geven;

verzoekt de regering voor de zomer van 2020 definitieve duidelijkheid over de uitkomsten van Beter Benutten te schetsen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Molen en Futselaar. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 179 (25268).

De heer Van der Molen (CDA):

Dan een tweede motie. Die gaat met name over de toegang voor studenten tot het STAP-budget. Daar heeft mijn collega Palland onlangs een discussie met de minister over gehad, waarin de minister aangaf dat mevrouw Palland en ikzelf verschillende meningen op dat punt zouden hebben. Het toeval wil dat we toch met z'n tweeën een motie gaan indienen, en wel de volgende.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet ervoor kiest om het STAP-budget voor iedereen beschikbaar te stellen;

constaterende dat oud-studenten die aanspraak kunnen maken op een studievoorschotvoucher van dit kabinet geen gebruik kunnen maken van het STAP-budget;

overwegende dat vanuit de Kamer al veel pogingen ondernomen zijn om de studievoorschotvouchers van grotere toegevoegde waarde te laten zijn voor studenten;

van mening dat deze studenten niet driedubbel gestraft mogen worden voor het afschaffen van de basisbeurs;

verzoekt de regering om, zolang studievoorschotvouchers blijven bestaan en het STAP-budget algemeen beschikbaar wordt gesteld, ervoor te zorgen dat deze oud-studenten naast hun voucher ook aanspraak kunnen maken op het STAP-budget,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Molen en Palland. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 180 (25268).

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de inbreng van de zijde van de Kamer. Ik zie dat de minister in staat is om gelijk door te gaan. Dan geef ik graag de minister de gelegenheid voor de beantwoording van de gestelde vragen en om een oordeel te geven over de ingediende moties. Ga uw gang.

Minister Van Engelshoven:

Voorzitter. Een paar moties en een paar vragen. Allereerst de motie van mevrouw Westerveld op stuk nr. 178 over de lerarenbeurs. Ik bevestig met mevrouw Westerveld hoe belangrijk wij het vinden dat leraren zich kunnen professionaliseren. Dat wil ik nog eens onderstrepen en dat is ook precies waar de lerarenbeurs voor bedoeld is, als tegemoetkoming daarin. We zien dat het moeizaam is gegaan bij een aantal studenten aan de Open Universiteit. Die studenten zijn daardoor in de knel gekomen. Ik wil graag toezeggen aan mevrouw Westerveld dat ik dat nader ga onderzoeken en ik zal de Kamer in maart 2020 nader informeren over wat er uit dat onderzoek komt, maar daartoe moeten we echt even goed door de casussen heen. Ik ben met mevrouw Westerveld van mening dat het wringt als wij constateren dat er bij meer dan de helft van de studenten van een cohort studenten aan de Open Universiteit iets niet goed is gegaan. Dat voelt niet goed aan en dat wil ik echt nader gaan onderzoeken.

Ik zou de motie op stuk nr. 178 graag oordeel Kamer geven, maar op voorwaarde dat mevrouw Westerveld de zinsnede uit de motie haalt dat er financieel gecompenseerd moet worden. Ik vind die uitspraak namelijk nu te ver gaan, omdat we eerst een goed beeld moeten hebben van wat er precies gebeurd is, wie er iets verwijtbaars heeft gedaan, of er überhaupt verwijtbaar is gehandeld of dat er gewoon sprake is van een misverstand. Als mevrouw Westerveld dus die zinsnede uit de motie wil halen, krijgt ze oordeel Kamer. Anders moet ik haar ontraden, want dat gaat me op dit moment echt een stap te ver.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Westerveld gaat ons helpen.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Ik begrijp heel goed wat de minister zegt, dat we de zaken eerst goed moeten onderzoeken, maar ik wil haar wel vertellen dat ik volgens mij al een jaar geleden de eerste signalen hierover naar het ministerie heb gestuurd. Dit is dus niet een probleem dat we net een paar weken ontdekt hebben en dat ik nu pas aankaart. Daar heb ik dus wel moeite mee, dat het zo lang duurt. De minister zegt: er komt in maart een onderzoek. Dan wil ik graag eerst aan de minister vragen waarom dat niet eerder zou kunnen.

Minister Van Engelshoven:

Omdat het gaat over nogal wat gevallen en we moeten echt goed door al die casussen heen. Die zijn niet allemaal hetzelfde. We moeten kijken wat hier precies gebeurd is en waarom het niet goed is gegaan. Die casussen zijn niet allemaal hetzelfde. U heeft hier een terecht punt, maar wij moeten ook zorgvuldig zijn. Het is nog een krappe drie maanden tot maart, dus ik zou zeggen: gun ons deze tijd, maar ga niet van tevoren hier vastleggen dat al die mensen een compensatie moeten krijgen, want wij weten niet wat in al die gevallen precies de oorzaak is geweest. Het kan ook gewoon zijn dat er een fout ligt bij de studenten zelf. Dat kunnen we niet uitsluiten. Dus schrap die zin, dan krijgt u oordeel Kamer voor uw motie.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Voorzitter. Ik zal de motie op stuk nr. 178 aanpassen en we wachten het onderzoek af.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Westerveld gaat haar motie op stuk nr. 178 aanpassen zoals aangekondigd. Als zij dat doet, krijgt de motie oordeel Kamer. Wordt die wijziging niet doorgevoerd, dan wordt de motie ontraden.

Minister Van Engelshoven:

De motie-Van der Molen op stuk nr. 179 gaat over Beter Benutten. Wij weten allemaal dat Beter Benutten een heel complex dossier is. Ik moet u eerljik zeggen: sinds dat bedrag is opgenomen in het sociaal leenstelsel, is de werkelijkheid er niet eenvoudiger op geworden. We zien dat er meer studenten thuis blijven wonen en dat er enorme krapte is op de woningmarkt. We zien ook dat we met IenW in plaatsen als Arnhem, Nijmegen en Groningen goede resultaten bereiken in het bewerkstelligen dat minder studenten in de spits gaan rijden en dat minder kilometers binnen dat ov-contract worden gereden. Maar uw motie vraagt ons om voor de zomer definitieve duidelijkheid te geven. Kijk, die opbrengsten moeten er pas in 2025 zijn. Voor de zomer van 2025 ga ik het niet halen, dus ik ontraad deze motie. We werken er hard aan, maar voor de zomer van 2020 kan ik geen definitieve duidelijkheid geven.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 179 wordt ontraden. Dan gaan we naar de motie op stuk nr. 180.

Minister Van Engelshoven:

De motie van de heer Van der Molen over het STAP-budget krijgt oordeel Kamer. Het is zo dat men van het STAP-budget gebruik kan maken, ook als men een studievoorschotvoucher heeft, mits dat budget niet wordt gebruikt voor dezelfde kosten, want het zou gek zijn als je twee keer voor dezelfde kosten ergens uit een budget kunt putten. Maar diegenen die gebruik kunnen maken van een studievoorschotvoucher, zijn niet uitgesloten van het STAP-budget. Dat spreekt de motie ook uit en daarom krijgt die oordeel Kamer.

De voorzitter:

Dank u wel. De motie op stuk nr. 180: oordeel Kamer.

Minister Van Engelshoven:

Dan is er nog de vraag van de heer Wiersma over de Jongerenraad. Ik ben inmiddels ook zelf in gesprek geweest met de Jongerenraad van DUO. Daar komen gewoon hele interessante suggesties uit voort. Dan zal het altijd zo zijn dat niet alle leden van de Jongerenraad ook meteen tevreden zijn over wat daar aan uitvoering wordt gegeven, maar het is natuurlijk wel heel goed dat we goed luisteren. Waar doen zich nou problemen voor, bijvoorbeeld in de voorlichting van studenten, bijvoorbeeld in de manier waarop zij meegenomen worden in de terugbetalingsverplichtingen die u al aangaf? Ik blijf dus met hen in gesprek en we zullen zo veel mogelijk proberen om aan hun vragen tegemoet te komen. Ik kan mij ook voorstellen dat ik bij de melding van de voortgang aan de Kamer over dossiers rondom DUO hier specifiek aandacht aan zal geven. Wat horen we nu van de Jongerenraad en hoe geven we daar vorm aan? Dat is volgens mij wat de heer Wiersma wil en dat gaan wij doen.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan zijn we daarmee aan het einde gekomen van de beraadslaging.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de ingediende moties wordt aanstaande dinsdag gestemd.

Naar boven