16 Herijking ouderschap

Aan de orde is het VAO Herijking ouderschap (AO d.d. 14/11).

De voorzitter:

We gaan door met het VAO Herijking ouderschap. Ik zou mevrouw Bergkamp van D66 het woord willen geven.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Voorzitter, dank u wel. D66 is blij dat er een regeling komt over draagmoederschap en dat er ook een regeling komt over deelgezag en dat we dat in deze kabinetsperiode met elkaar gaan regelen, hopelijk. Daar gaan we in ieder geval van uit. Ik wil de minister vragen om nog iets meer te zeggen over zijn planning daarin.

We vinden dat er in deze kabinetsperiode ook iets moet gebeuren wat betreft meerouderschap. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering knelpunten ziet voor een regeling voor meerouderschap;

van mening dat daarmee de wens voor en de behoefte aan een wettelijke regeling voor meerouderschap, zoals verwoord in het regenboogstembusakkoord, blijft bestaan;

verzoekt de regering te analyseren op welke wijze de knelpunten zouden kunnen worden weggenomen, en de Kamer hierover voor de zomer van 2020 te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bergkamp, Kuiken, Van den Berge, Van Gent en Van Kooten-Arissen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 48 (33836).

Mevrouw Bergkamp (D66):

En ik zie nu één klein taaldingetje erin.

De voorzitter:

Dank, mevrouw Bergkamp. Het woord is aan de heer Van den Berge van GroenLinks.

De heer Van den Berge (GroenLinks):

Voorzitter. Het is inderdaad goed dat de regering komt met een regeling voor deelgezag en draagmoederschap. Maar ik heb in het algemeen overleg Herijking ouderschap en ook vanochtend weer in het algemeen overleg Personen- en familierecht mijn teleurstelling geuit over het feit dat we deze regeerperiode blijkbaar niet verder kunnen gaan dan zo'n regeling. Dit ook al omdat ongeveer een tweederdemeerderheid van de Tweede Kamer voor de verkiezingen het regenboogstembusakkoord heeft getekend, waarin duidelijk staat dat er een meerouderschapwet zou komen evenals een verbod op discriminatie van transgenderpersonen. Nu kan ik ook tellen, en daarom zal ik zelf niet met moties komen. Ik heb wel de motie van collega Bergkamp ondertekend, omdat ik hoop dat we daarmee in ieder geval nog wat stappen kunnen zetten.

Ik zou dus graag nog één keer mijn pleidooi willen herhalen in de richting van de minister. Ik hoop ook echt dat we nog in deze regeerperiode wat kunnen doen voor de transgenderouders, want ik vind de achtergestelde positie die zij hebben en waarover we vanochtend al van gedachten hebben gewisseld, echt niet eerlijk. Bovendien zei de minister vanochtend: tja, het is nu even geen prioriteit. Maar die ouders die in verwachting zijn van een kind en nu niet erkend worden als ouder, kunnen niet wachten tot dat wel een keer prioriteit wordt. Ik zou die oproep aan de minister dus willen herhalen. Ik ben niet van de nutteloze moties, dus die ga ik niet indienen. Ik ga het hier dus bij laten, maar wil deze hartenkreet nog wel een keer bij de minister uiten. Ik hoop dat hij daar straks op ingaat.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Van Toorenburg van het CDA. Niet? Excuus. Dan gaan we naar de heer Van der Staaij van de SGP.

De heer Van der Staaij (SGP):

Dank u wel, voorzitter. Ik wil de volgende motie indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat algemeen wordt erkend dat aan draagmoederschap in het buitenland grote risico's kunnen kleven;

overwegende dat deze risico's bij draagmoeders onder andere kunnen bestaan uit risico's bij eiceldonatie en gebrekkige gezondheidszorg, of het risico dat het geen vrijwillige keuze is, maar bijvoorbeeld door financiële vergoedingen wordt gestimuleerd;

overwegende dat er ook een risico bestaat voor het kind, bijvoorbeeld wanneer er geschillen optreden tussen draagmoeders en wensouders, dan wel wanneer er onvoldoende informatie is over de genetische herkomst;

verzoekt de regering zich er ter gelegenheid van het wetsvoorstel nadrukkelijk rekenschap van te geven hoe in internationaal verband de nadelige gevolgen voor wensouder, draagmoeder en kind kunnen worden voorkomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Staaij. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 49 (33836).

De heer Van Gent van de VVD.

De heer Van Gent (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Ik zal heel kort zijn, want het is ook een lange dag geweest voor mij. De VVD is heel blij met de regeling voor draagmoederschap. Een wettelijke regeling voor het meerouderschap lijkt op dit moment nog een brug te ver, maar dat betekent uiteraard niet dat de behoefte voor meerouderlijk gezag verdwenen is. De regeling van deelgezag is wat de VVD betreft dan ook een eerste stap. Daarom is de VVD mede-indiener van de motie die het kabinet oproept het vraagstuk van het meerouderschap nader te onderzoeken.

Ik dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik denk dat het voor eenieder in deze zaal een lange dag is geweest. Daarom gaan we snel door.

Nee, er is nog een vraag van mevrouw Bergkamp. Aan de heer Van Gent?

Mevrouw Bergkamp (D66):

Nee.

De voorzitter:

Had u een vraag aan mij? Of aan de minister?

Mevrouw Bergkamp (D66):

Excuses, maar de motie was ook ondertekend door mevrouw Van Kooten-Arissen. Dat wilde ik nog even rechtgezet hebben.

De voorzitter:

Ja, heel goed. Die zetten we eronder.

Ik kijk naar de minister. Kunt u direct overgaan tot uw beantwoording? Het woord is aan de minister.

Minister Dekker:

Voorzitter. Volgens mij hebben we een goed en waardig debat gehad. Veel dank daarvoor. Het is toch ook wel bijzonder dat we op een onderwerp dat veel losmaakt, toch een brede gedeelde noemer hebben kunnen vinden en weliswaar niet het hele rapport van de staatscommissie in één keer oppakken, maar wel een aantal belangrijke onderdelen daarvan in wetgeving kunnen omzetten.

Mevrouw Bergkamp vroeg: hoe ziet het er dan precies uit? Dat is een van de dingen waar we zeer snel mee aan de gang willen gaan. We hadden vanochtend een discussie over de planning van wetgeving, maar deze ligt boven op de stapel. Dat betekent begin 2020 internetconsultatie en dan indiening rond de zomer van 2020. Dat is echt een fors programma, want dan gaat het hele circus lopen en moeten ook de wetgevingsjuristen op het ministerie weer aanpassingen doen en noem het allemaal maar op. We moeten ook de wetsbehandeling hier voorbereiden. We zijn dus wel even bezig.

Dat betekent ook dat we prioriteiten moeten stellen. Dat is een van de redenen dat ik tegen de heer Van den Berge zei: ik begrijp het punt. Ik kan me ook heel goed voorstellen dat dat geldt voor meerouders, dat zij wat meer willen, ook voor transgenderpersonen en duomoeders. Maar ik heb uw wens genoteerd. Daarmee is die niet onmiddellijk weg. Misschien komt het niet in deze kabinetsperiode, maar wellicht wel een keer daarna.

Voorzitter. Dan de motie op stuk nr. 48 van mevrouw Bergkamp, mevrouw Kuiken, de heer Van den Berge, de heer Van Gent en mevrouw Van Kooten-Arissen. Ik zei al waar de prioriteit de komende tijd ligt: echt op de wetgeving die we in deze kabinetsperiode gaan realiseren. Tegelijkertijd begrijp ik het verzoek en wellicht ook wat van het ongeduld dat ongetwijfeld wordt gevoeld door een aantal partijen hier in de Kamer en ook door betrokkenen, mensen die met meer dan twee personen kinderen willen grootbrengen. Dit is een onderzoeksmotie en die vraagt om in ieder geval een aantal van de uitvoeringsaspecten die reden waren om het nu niet te doen in kaart te brengen voor de zomer van 2020. Ik laat daar het oordeel aan de Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 48 krijgt oordeel Kamer. Dan de motie op stuk nr. 49.

Minister Dekker:

De motie op stuk nr. 49 ontraad ik. Ik ben niet zozeer tegen hetgeen hier wordt gevraagd. Sterker nog, ik denk dat de motie zelfs een bepaalde mate van overbodigheid met zich meebrengt. Want als we die draagmoederschapsregeling gaan uitvoeren, gaan we natuurlijk ook naar al die risico's kijken. Daar voegt deze motie dus niet onmiddellijk wat aan toe, maar ik vind het ook gezien de balans die we in het debat hebben weten te bewaren tussen zowel de kansen als de risico's die met zo'n draagmoederschapsregeling gepaard gaan niet opportuun om hier nu het oordeel aan de Kamer laten en daarom ontraad ik haar.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 49 wordt ontraden. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit VAO.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over deze drie VAO's, over de moties die daarin zijn ingediend, zal volgende week dinsdag worden gestemd. Ik schors voor enkele ogenblikken.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven