24 Forensisch onderzoek

Aan de orde is het VAO Forensisch onderzoek (AO d.d. 15/06). 

De heer Van Nispen (SP):

Voorzitter. Al geruime tijd maken we ons grote zorgen over het Nederlands Forensisch Instituut, zeg maar het Nederlandse CSI. Dat doet heel belangrijk werk in de opsporing. De moties die ik hierover indien, spreken voor zich, denk ik. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat het Nederlands Forensisch Instituut tot de top van de forensische wereld behoort, maar dat er grote zorgen zijn over de kwaliteit wegens de aanhoudende bezuinigingen en de reorganisatie; 

constaterende dat een degelijke visie op forensisch onderzoek tot op heden ontbreekt, maar het budget desondanks keldert en de reorganisatie met zich meebrengt dat personeel moet verdwijnen en er onderzoeksgebieden uitbesteed worden, terwijl er bij de politie en het Openbaar Ministerie zaken op de plank blijven liggen waarvan de sporen niet mogen worden ingestuurd vanwege de beperkende afspraken hierover; 

verzoekt de regering, er per direct voor te zorgen dat het personeelsbestand niet vermindert en er geen onderzoeksgebieden worden uitbesteed, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Nispen en Swinkels. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 350 (29279). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de vraag naar sporenonderzoek vanuit de strafrechtketen stijgt, maar dat het budget van het Nederlands Forensisch Instituut daalt; 

verzoekt de regering, in kaart te brengen wat de werkelijke vraag is vanuit de politie en het Openbaar Ministerie naar sporenonderzoek en welk budget daar eigenlijk bij zou horen, en de Kamer hierover te informeren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Nispen, Swinkels en Van Toorenburg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 351 (29279). 

De heer Van Nispen (SP):

Ik heb tot slot nog een vraag. Er is iets geks aan de hand met de begroting, althans misschien is er iets geks aan de hand. In een persbericht bij de begroting wordt gesuggereerd dat er geld bij komt voor het jaar 2017. Uit de tabel over het Nederlands Forensisch Instituut op pagina 46 blijkt echter dat er sprake is van een forse daling. Ik wil dus graag van de minister weten hoe dat precies zit, vooral ook omdat in 2016 een onverklaarbaar hoog bedrag staat, een bedrag dat werkelijk niemand bij het NFI zelf kan thuisbrengen, althans vooralsnog niet. Ik wil dus graag dat de minister uitlegt, het liefst in een brief, hoe het precies zit met die schommelingen in het budget: van 70 miljoen naar 89 miljoen en weer terug naar 63 miljoen. Ik zou het zeer op prijs stellen als de minister dat in een duidelijke brief nog voor de begrotingsbehandeling aan de Kamer kan uitleggen. 

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter. Ik was heel blij met het algemeen overleg over het forensische onderzoek, omdat ik net terugkwam van een werkbezoek bij de recherche na afloop waarvan ik, werkelijk waar, bijna ontredderd naar buiten wandelde. Wat bleek? Het was een hoog houtje-touwtjegehalte. Er was sprake van weinig administratieve ondersteuning, een gebrek aan voldoende technische rechercheurs, erbarmelijke communicatieapparatuur en ga zo maar door. De minister heeft ons toen gezegd: als het echt zo bar en boos is, dan ga ik ook op bezoek. Ik wil van de minister weten wat zijn ervaringen zijn. Wat heeft hij te horen gekregen? Wat gaat hij eraan doen? We hebben in de begroting gezien dat hij er serieus iets mee wil doen. Ik hoor graag wat. 

Ik wil heel graag een klein stukje citeren. Ik heb twee minuten, dus dat mag. In het algemeen overleg is het volgende gewisseld. Ik zei tegen de minister dat het erom gaat dat we een systeem hebben waarin al die sporen die noodzakelijk zijn voor strafrechtelijk onderzoek zo snel mogelijk en met de hoogste kwaliteit kunnen worden ingeleverd. Dat heeft de minister bijna letterlijk nagezegd. Hij voegde daaraan toe: "Mevrouw Van Toorenburg zei al dat daar een aantal rariteiten in zitten waar we iets aan moeten doen." Ik ben natuurlijk vreselijk benieuwd welke rariteiten de minister er nu uit heeft bedacht. 

De voorzitter:

Dat gaan we zo horen van de minister. 

De heer Recourt (PvdA):

Voorzitter. Het debat is geweest. Inmiddels hebben we op Prinsjesdag de stukken gekregen. Ik zit een beetje met een dilemma. Als we wachten tot de behandeling van de begroting van het ministerie van V en J, dan duurt het echt nog wel even. We zitten achteraan in het rijtje. En ondertussen wil het NFI wel graag weten waar het aan toe is. Ik kwam zelf ook niet uit het puzzeltje. We kunnen wel feitelijke vragen stellen, maar misschien kan de minister nu al een tipje van de sluier oplichten of, zoals de heer Van Nispen vroeg, snel een brief schrijven. Dat is mijn verzoek op dit moment. 

De voorzitter:

Ik kijk even naar de minister hoeveel tijd hij nodig heeft. Eén minuut, geeft hij aan. Dat klinkt heel kordaat. Wij wachten even op het antwoord van de minister. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Minister Van der Steur:

Voorzitter. We hebben een algemeen overleg gehad waarin we uitgebreid gesproken hebben over forensisch onderzoek in brede zin. Er bestaat geen enkele discussie over het feit dat forensisch onderzoek in de afgelopen jaren in ontwikkeling en in beweging is geweest, en dat dit naar verwachting ook de komende jaren zo zal blijven. Hoe komt dat? De techniek op het gebied van forensisch onderzoek is enorm in ontwikkeling en als gevolg daarvan verandert ook de vraag naar forensisch onderzoek. Een paar jaar geleden was het nog heel uitzonderlijk dat er een DNA-profiel van iemand werd opgesteld, terwijl dat inmiddels is verworden tot een absolute standaardklus. 

Ik heb de Kamer toegezegd dat ik een werkbezoek zou brengen aan het NFI en ik heb dat inmiddels ook gedaan. Ik heb daar de robots gezien die DNA-profielen opmaken. Het identificeren en beoordelen van DNA-profielen is overigens wel een bijzondere uitdaging, met name omdat het aantal punten waarmee die profielen worden gemaakt, in de toekomst enorm gaat toenemen. Dat is ook heel verstandig. De ontwikkelingen zijn dus gigantisch. Het spreekt ook voor zich dat het belang van alles wat te maken heeft met digitale opsporing en digitaal forensisch onderzoek in de afgelopen jaren niet alleen is toegenomen, maar ook enorm is veranderd. Ik heb daarvan zelf heel positieve voorbeelden mogen zien. Ik ben nog niet op bezoek geweest bij de afdeling forensisch onderzoek van de politie, zo zeg ik tegen mevrouw Van Toorenburg. Er staat al wel een werkbezoek gepland, dus ik hoop dat ik dat ook kan uitvoeren. Ik zal dan met iedereen op de bank zitten om te horen hoe het ervoor staat, zoals ik mevrouw Van Toorenburg ook heb toegezegd. 

Ik kom op de begroting van het NFI. We hebben vorig jaar met elkaar afgesproken dat er een extra bedrag toegevoegd zou worden aan het budget van het NFI. Het ging om een bedrag van 5 miljoen, onder andere voor de werkzaamheden van de commissie-Hoekstra en voor een extra inspanning op het gebied van ICT en sporenonderzoek. Ik heb dit jaar wederom 3 miljoen extra toegezegd voor het NFI, met name voor het sporenonderzoek dat verband houdt met het uitstekende werk van de politie, het Openbaar Ministerie, andere overheidspartijen en private partijen in het kader van de RIECs en de gemeenten in Zuid-Nederland. De aanpak van drugscriminaliteit en ondermijnende criminaliteit in Zuid-Nederland leidt tot een hausse aan sporen. Ik vind het van groot belang dat die sporen kunnen worden ingestuurd. Om die reden heb ik specifiek voor de bestrijding van de ondermijnende criminaliteit in Zuid-Nederland nog eens 3 miljoen extra beschikbaar gesteld voor 2017. Tegelijkertijd daalt het budget van het NFI wel, vanwege de rijksbrede taakstellingen die we hebben afgesproken. Er is daarnaast nog iets technisch aan de hand en dat heeft te maken met de wijze waarop de huisvestingssystematiek heeft plaatsgevonden. Ik ga daarover een brief schrijven aan de Kamer en die zal zij voor de begrotingsbehandeling ontvangen. Ik zal daarin uitleggen hoe de huidige schommeling verklaard kan worden en wat die betekent. 

In de motie-Van Nispen/Swinkels op stuk nr. 350 wordt de regering gevraagd om de reorganisatie ongedaan te maken en om niet meer uit te besteden. Ik vind allereerst dat je moet reorganiseren als dat nodig is. Als daarnaast de uitvoering van onderzoek in bepaalde gebieden niet meer rendabel is voor je organisatie, mag je die wat mij betreft uitbesteden. Dat is ook de gedachte achter het "one stop shop"-model, waarover momenteel van gedachten wordt gewisseld met het NFI en de ondernemersraad. Om die reden ontraad ik de motie. 

In de motie-Van Nispen c.s. op stuk nr. 351 wordt de regering verzocht om de werkelijke vraag vanuit de politie in kaart te brengen. Ik zal dat niet doen. Als we die vraag nu in kaart brengen, blijkt over een paar jaar dat de werkelijke vraag van de politie en van het Openbaar Ministerie in principe onbeperkt is. Als we alles laten onderzoeken, moet je ook alles in ogenschouw nemen. De politie realiseert zich dat zij dat niet moet doen. Zij beschikt over eigen forensische onderzoeksfaciliteiten, zodat zij zelf heel veel voorwerk kan doen. Het heeft geen zin om die vraag in kaart te brengen, omdat die in principe ongebreideld is. We kunnen daar niet een open financiering van het NFI tegenover zetten. Ik heb hierover uitgebreid met het NFI gesproken. Het NFI is goede stappen aan het nemen. Die zal ik in de brief ook aan de orde stellen. Ik heb toegezegd dat ik de Kamer voor de begrotingsbehandeling zal informeren over de stand van zaken van de reorganisatie. Daarbij neem ik dit punt ook mee. Die brief zal het NFI dus echt in den brede behandelen. Er zal ook aandacht worden besteed aan de vraag hoe we ervoor zorgen dat de sporen die ingestuurd moeten worden, ook echt ingestuurd worden. Ik zal dan ook toelichten hoe die extra 3 miljoen ertoe zal leiden dat de service-level agreements daadwerkelijk worden aangepast, zodat meer sporen vanuit Zuid-Nederland kunnen worden ingestuurd. We zien immers dat die behoefte er is. Ik moet de motie dus ontraden, maar ik zal de Kamer voor de begrotingsbehandeling netjes informeren over de actualiteiten rond het NFI, zowel over de reorganisatie als over het sporenonderzoek Zuid-Nederland en de problematiek van de begroting. 

De voorzitter:

Ik dank u voor uw antwoorden. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Stemmingen over de moties zijn aanstaande dinsdag. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven