21 Privacy

Aan de orde is het VAO Privacy (AO d.d. 18/05). 

De voorzitter:

Ik heet de minister van Veiligheid en Justitie van harte welkom in de Kamer. De eerste spreker is de heer Verhoeven van D66. 

De heer Verhoeven (D66):

Voorzitter. We hebben tijdens het debat dat we nu afronden, over veel zaken gesproken. Onder andere over het EU-US Privacy Shield is veel gezegd. D66 had, net als de Europese privacywaakhonden, graag gezien dat het Hof van Justitie vooraf de houdbaarheid van het privacyschild had getoetst, maar dat is niet gebeurd. We zullen zien hoe lang die afspraak overeind blijft. Wordt vervolgd. 

Belangrijker is dat ik graag opheldering van het kabinet wil over het feit dat wij zwart-op-wit — het kabinet heeft er namelijk een brief over gestuurd — hebben gezegd: geen achterdeurtjes in encryptiesoftware. Sterker nog, de afspraak is dat we onze encryptie versterken voor onze veiligheid. Hoe kan de premier dan tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen in deze zaal letterlijk zeggen dat encryptie doorbroken mag worden? Hoe kan het dat het OM toch blijft vragen om toegang tot versleutelde gegevens en het hoofd van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst dreigt met aanslagen als hij geen toegang krijgt tot onze berichten? Hoe kan het dat Duitsland en Frankrijk de end-to-end-encryptie juist willen aantasten? Het kan niet zo zijn dat wij als burgers onze vrijheid moeten inleveren onder het valse voorwendsel dat dit terroristen tegenhoudt. Ik wil onze afspraak met het kabinet dus graag nog eens checken via deze motie. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat versleuteling van internetverkeer essentieel is voor onze veiligheid, bijvoorbeeld voor internetbankieren, het versturen van berichten of het beveiligen van bedrijfsgeheimen; 

overwegende dat het verzwakken van encryptie niet alleen onze opsporingsdiensten, maar ook buitenlandse mogendheden en criminelen toegang verschaft tot data van alle gebruikers en daarmee het internet en het digitale communicatieverkeer voor alle burgers en bedrijven onveilig maakt; 

verzoekt de regering, het standpunt van afgelopen januari over het niet verzwakken van encryptiesoftware onverkort te handhaven; 

verzoekt de regering voorts, dit standpunt internationaal en binnen de EU actief uit te blijven dragen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Verhoeven en Oosenbrug. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 105 (32761). 

De heer Verhoeven (D66):

Dan dien ik nog een motie in over datalekken. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat te vaak sprake is van datalekken bij publieke en semipublieke instellingen die over gevoelige informatie van burgers beschikken; 

verzoekt de regering, het Nationaal Cyber Security Centrum een actieve rol te geven bij databeveiliging in de publieke en semipublieke sector, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Verhoeven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 106 (32761). 

De heer Verhoeven (D66):

Tot slot wil ik nog iets zeggen over privégegevens. Er zijn tientallen inbreuken op privacy bij de rijksoverheid. Privé-informatie van burgers wordt ingezien of zelfs verhandeld, zo berichtte De Telegraaf. Daarom vraag ik de minister wat hij daaraan gaat doen. 

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Voorzitter. We staan hier inmiddels bijna elke week te spreken over privacy. Het is dat het vorige week Prinsjesdag was, maar twee weken terug stelde ik ook al mondelinge vragen aan de minister over de datadeal tussen WhatsApp en Facebook. Vandaag is daar weer veel over te doen naar aanleiding van een Duitse uitspraak. Daar heb ik inmiddels schriftelijke vragen over gesteld. In dit vervolg op het algemeen overleg wil ik aan de minister vragen wat de stand van zaken is van de toezegging die hij toen heeft gedaan, namelijk dat er een onafhankelijke analyse komt van de benodigde slagkracht voor de handhaving en waarborging van onze privacy. Er komen ontzettend veel nieuwe technieken op ons af. Er komt een verordening gegevensbescherming aan. Wij hebben hier ook een brief over mogen ontvangen, maar ik wil graag even van de minister horen wat de laatste stand van zaken van de verkenning is. 

Mevrouw Oosenbrug (PvdA):

Voorzitter. Tijdens het debat over het EU-US Privacy Shield heeft mijn fractie vragen gesteld over artikel 10 dat over modelcontracten handelt. De minister zei mij toen toe dat hij zijn collega van Economische Zaken zou vragen om het bestaan van deze modelcontracten in zijn contacten met VNO-NCW, MKB-Nederland, Detailhandel Nederland en de overige belangenorganisaties voor ondernemers nog eens nadrukkelijk onder te aandacht te brengen, zodat zij dit ook zelf binnen hun achterban kunnen doen. De minister gaf destijds aan dat hij zijn coördinerende rol optimaal ter hand zou nemen en dit punt zelf ook onder de aandacht zou brengen in zijn contacten met deze organisaties. Mijn logische vraag is dan ook dat ik graag van de minister wil horen wat inmiddels de stand van zaken van de modelcontracten is. 

Eerder stelde ik al vragen over het bericht dat het Openbaar Ministerie toegang wil tot versleutelde gegevens. De antwoorden op die vragen heb ik helaas nog niet mogen ontvangen, maar mede in het licht daarvan heb ik samen met mijn collega van D66, de heer Verhoeven, de eerder genoemde motie ingediend. 

De voorzitter:

Er zijn twee moties ingediend. Ik stel vast dat de minister graag een korte schorsing wil. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Minister Van der Steur:

Voorzitter. Dank aan de leden die het woord hebben gevoerd en vragen hebben gesteld. Allereerst wil ik nogmaals bevestigen dat de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van onze inwoners bij het hele kabinet hoog in het vaandel staat. Ik ben zelf coördinerend bewindspersoon in dit kader, maar dat betekent niet dat ik de verantwoordelijkheid van de individuele ministers heb overgenomen. Ik kijk wel altijd mee met de individuele ministers, als het gaat om privacy of privacyaangelegen onderwerpen. 

De motie-Verhoeven/Oosenbrug op stuk nr. 105 verzoekt de regering te bevestigen dat het regeringsstandpunt nog steeds het regeringsstandpunt is. Ik denk dat het op zichzelf goed is om altijd even te vragen wat het regeringsstandpunt is. Ik kan de heer Verhoeven bevestigen dat het regeringsstandpunt nog steeds het regeringsstandpunt is. Het oordeel over de motie die daartoe verzoekt, kan ik aan de Kamer laten, maar ik zou me ook kunnen voorstellen dat leden van de Kamer zich afvragen, als het regeringsstandpunt het regeringsstandpunt is, waarom er dan een motie moet komen om dat standpunt nog een keer te bevestigen. Ik laat het oordeel aan de Kamer. 

De tweede motie-Verhoeven, op stuk nr. 106, verzoekt de regering het Nationaal Cyber Security Centrum een actieve rol te geven bij databeveiliging in de publieke en semipublieke sector. Dit onderwerp is niet aan de orde geweest in het algemeen overleg, dus we hebben niet over de rol van het NCSC kunnen spreken. Ik stel voor, voor de stemmingen volgende week dinsdag, nog even een korte brief te sturen aan de Kamer waarin ik aangeef welke rol het Nationaal Cyber Security Centrum heeft. Als die brief leidt tot de vaststelling dat dit ook de bedoeling is van de Kamer, kan ik het oordeel over deze motie aan de Kamer laten. Mocht dat niet zo zijn, dan verneem ik het graag en dan zal ik de Kamer te zijner tijd van een ander advies voorzien. 

De heer Verhoeven (D66):

Dank voor de ruiterlijke reactie van de minister op beide moties. De eerste laat ik in stemming, omdat ik vind dat er in de afgelopen weken genoeg gebeurd is om in dit geval wel te vragen of het kabinetsstandpunt nog het kabinetsstandpunt is. De minister zegt: oordeel Kamer. Dank daarvoor, maar ik laat de motie staan. Dat doen we inderdaad niet elke week, maar in dit geval wel. 

De minister heeft helemaal gelijk dat het onderwerp van de tweede motie niet aan de orde is geweest tijdens het AO. Dat hij een brief stuurt, is heel prettig. Als die brief geruststellend is, zal ik die andere motie met veel plezier direct weer intrekken, volgens de sportiviteitsregels van dit huis. Dank voor de reactie van de minister. 

Minister Van der Steur:

Ik denk dat dit een goede manier is om met elkaar samen te werken. 

De heer Verhoeven heeft ook nog een vraag gesteld over het verhandelen van persoonsgegevens. In algemene zin is het verhandelen van persoonsgegevens toegestaan, zoals de heer Verhoeven weet. Sterker nog, het is een industrie die niet van belang ontbloot is in onze economie. Maar dat moet altijd gebeuren op basis van de bestaande wet- en regelgeving. Daar wordt toezicht op gehouden door de Autoriteit Persoonsgegevens. 

Dan kom ik op de vragen die de heer Van Wijngaarden in vervolg daarop stelde. Wat is de stand van zaken bij de inventarisatie? Die inventarisatie wordt gemaakt en die zal volgend jaar gereed zijn, zodat die kan worden betrokken bij de begroting voor 2018, zoals ik al eerder aan de heer Van Wijngaarden heb toegezegd. 

Mevrouw Oosenbrug vroeg naar de modelcontracten. Ik kan haar berichten dat wij samen met de minister van Economische Zaken actie hebben ondernomen. Wij hebben de Europese Commissie daarover gesproken. Dat heb ik ook gemeld in de brief aan de Kamer. De Commissie vond het een heel goed idee om daar invulling aan te geven. Dank aan mevrouw Oosenbrug dat zij ons op dat spoor heeft gezet. Dat wordt meegenomen door de Europese Commissie bij de eerste evaluatie van het Privacy Shield en dan zal dat een vervolg hebben. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

De stemmingen over de moties zullen volgende week dinsdag plaatsvinden. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven