37 Economische missies en handelsbevordering

Aan de orde is het VAO Economische missies en handelsbevordering (AO d.d. 07/04). 

De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris van Financiën welkom. Ik geef graag het woord aan mevrouw Gesthuizen namens de SP-fractie. 

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. We hebben een uitgebreid debat gevoerd over economische missies. De staatssecretaris en ik werden het absoluut niet eens over de handelwijze van een belangrijke dienst van het departement waarover hij mede de scepter zwaait. Ik dien twee moties in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat het Nederlandse beleid is om bij iedere exportkredietverzekering, ook voor projecten korter dan twee jaar, een Environmental and Social Impact Analysis te laten uitvoeren; 

voorts constaterende dat bij de aanleg van het tweede Suezkanaal omwille van het economisch belang hiervan is afgezien met een beroep op artikel 3.7 van het mvo-beleidsdocument van Atradius DSB; 

van mening dat mensenrechten en milieu niet ondergeschikt mogen worden gemaakt aan economisch belang en dat gevolgen voor mensenrechten en milieu altijd in beeld moeten worden gebracht voordat een verzekering wordt verstrekt; 

verzoekt de regering, bij alle exportkredietverzekeringen die door Atradius DSB worden verstrekt due diligence toe te passen zoals in de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen staat omschreven, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Gesthuizen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 64 (34300-XVII). 

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Dit is een zeer redelijke motie. Ik kan mij niet voorstellen dat zij het niet haalt. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat bij baggerwerkzaamheden aan het tweede Suezkanaal twee Nederlandse bedrijven op last van het ministerie van Financiën een exportkredietverzekering hebben gekregen zonder volledige Environmental and Social Impact Analysis; 

voorts constaterende dat gezinnen die in dit gebied leefden onvrijwillig zijn verplaatst door de Egyptische overheid zonder dat zij compensatie hebben ontvangen; 

overwegende dat mensenrechten en milieu niet ondergeschikt mogen worden gemaakt aan economische belangen; 

spreekt uit dat de bij het tweede Suezkanaal gekozen handelwijze kwalijk is en niet herhaald dient te worden, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Gesthuizen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 65 (34300-XVII). 

Als tweede spreker geef ik graag het woord aan de heer Jan Vos namens de PvdA-fractie. 

De heer Jan Vos (PvdA):

Voorzitter. We hebben een uitstekend overleg gehad met de staatssecretaris en de minister. Ik dank beide bewindslieden voor de antwoorden. Ik heb één motie. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat het mvo-beleid van de exportkredietverzekeringsfaciliteit is bedoeld om negatieve effecten op derden en het milieu als gevolg van economische activiteiten te voorkomen en te minimaliseren; 

constaterende dat bij de verstrekking van een exportkredietverzekering voor twee Nederlandse baggeraars die participeerden in een omstreden prestigeproject van de Egyptische president Al-Sisi, voor het eerst de uitzonderingsclausule 3.7 van het mvo-beleid van de exportkredietverzekeringsfaciliteit is toegepast; 

van mening dat er uiterste zorgvuldigheid is geboden op het gebied van mensenrechten en milieustandaarden bij het verstrekken van exportkredietverzekeringen door de Nederlandse overheid, in het bijzonder bij betrokkenheid van risicosectoren en in omstreden projecten; 

constaterende dat het kabinet en Atradius Dutch State Business meer proactief en transparant kunnen communiceren over de mvo-gerelateerde informatie en de beoordeling daarvan ten behoeve van het verstrekken van exportkredietverzekeringen; 

verzoekt de regering om ervoor zorg te dragen dat transparant inzicht wordt verschaft in de afweging die ten grondslag ligt aan de verstrekking van exportkredietverzekeringen, inclusief de mvo-aspecten, en de effecten van het huidige mvo-beleid mee te nemen in de voor dit jaar geagendeerde beleidsdoorlichting exportkredietverzekeringen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Jan Vos. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 66 (34300-XVII). 

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Ik zou mijn nieuwsgierigheid kunnen bedwingen en kunnen wachten op de stemmingen van volgende week dinsdag om te weten of de Partij van de Arbeid nu wel of niet de gang van zaken rond het verlenen van een exportkredietverzekering aan de twee Nederlandse baggeraars afkeurt, maar ik zou bij dezen graag het volgende van de heer Vos vernemen. Is deze gang van zaken iets waarvan de Partij van de Arbeid zegt dat zij dit in de toekomst niet meer wil zien gebeuren? Of zegt de heer Vos dat dit moet kunnen? 

De heer Jan Vos (PvdA):

Ik zou niet graag zien dat dit op deze manier nog een keer gebeurt. Maar de woorden en de kwalificatie die mevrouw Gesthuizen heeft gebruikt, zie ik echt niet. 

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Ik zou de wedervraag willen stellen welke woorden de heer Vos precies bedoelt, maar het gaat er natuurlijk om … 

De heer Jan Vos (PvdA):

U gebruikte woorden als "afkeuring" en dergelijke. Dat zie ik allemaal niet zo, dus die kwalificatie laat ik graag bij u liggen. 

Mevrouw Gesthuizen (SP):

We moeten natuurlijk uitkijken dat we niet in de sfeer van een motie van afkeuring terechtkomen. Zo is het ook niet bedoeld. Maar ik wil dan wel graag direct uit de mond van de heer Vos vernemen dat hij voortaan dit soort praktijken niet meer op deze manier wil zien gebeuren bij dergelijke ingrijpende processen. 

De heer Jan Vos (PvdA):

Ik denk dat het kabinet zelf al heeft aangegeven dat het allemaal wat beter had gekund. Ik vond het een heel normale gedachtenuitwisseling in het kader van de controlefunctie die het parlement uitoefent. Je moet het politiek niet zwaarder maken dan het is. 

De heer Teeven (VVD):

Voorzitter. We hebben naar het oordeel van de VVD-fractie een uitstekend overleg gehad met de beide bewindslieden. Naar ons oordeel was er ook sprake van een situatie van "eens maar nooit weer"; ik gebruik de woorden van de heer Vos maar een beetje. Dat had voor ons echter niet zozeer te maken met de manier waarop de vergunningenafgifte is gegaan, maar meer met het tempo daarvan. Daarom dien ik de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de exportkredietverzekeringsfaciliteit exporttransacties van Nederlandse bedrijven mogelijk maakt die anders vaak niet tot stand komen of naar buitenlandse concurrenten gaan; 

overwegende dat Nederland zich bij het toekennen van exportkredietverzekeringen altijd aan de geldende OESO-richtlijnen houdt en bij kortlopende financiering zelfs verdergaat dan die richtlijnen; 

overwegende dat het tijdig toewijzen van exportkredietverzekeringen noodzakelijk is om competitief nadeel voor Nederlandse bedrijven te voorkomen; 

constaterende dat lange doorlooptijden van aanvraagprocedures verstorend voor het level playing field werken; 

verzoekt de regering, er alles aan te doen om de doorlooptijden van aanvraagprocedures voor exportkredietverzekeringen in te korten zonder daarbij af te doen aan de gestelde criteria, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Teeven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 67 (34300-XVII). 

De heer Teeven (VVD):

Omdat de staatssecretaris tijdens het algemeen overleg al een aantal opmerkingen hierover heeft gemaakt, zou ik mij kunnen voorstellen dat het kabinet overgaat tot het overnemen van deze motie. Ik verzoek de staatssecretaris dan ook om te reflecteren op dit verzoek van de VVD-fractie. 

Staatssecretaris Wiebes:

Voorzitter. In de motie van mevrouw Gesthuizen op stuk nr. 64 wordt de regering verzocht, due diligence toe te passen zoals in de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen staat omschreven. Ik weet niet of we er in die helderheid aan zijn toegekomen in het debat, maar voor alle helderheid: de common approaches gelden voor de verzekerende overheden en de OESO-richtlijnen voor de verzekerde ondernemingen. Het helpt niet als je dat door elkaar haalt en het is voor een overheid die die kredietverzekeringen moet toekennen ook helemaal niet uitvoerbaar. Volgens mij worden in de motie dingen door elkaar gehaald. In deze vorm is het niet haalbaar, dus ik moet de motie ontraden. 

In de motie van mevrouw Gesthuizen op stuk nr. 65 spreekt de Kamer iets uit. Ik vertrouw erop dat mevrouw Gesthuizen en alle andere leden in deze zaal het zonder mijn advies kunnen stellen en dat zij er zelf uitkomen. Het kabinet wordt niet opgeroepen tot iets, dus het gaat mij ook niet aan. Ik heb er een opvatting over, maar ik zal die voor mij houden. 

In de motie van de heer Vos op stuk nr. 66 wordt de regering verzocht, ervoor zorg te dragen dat transparant inzicht wordt verschaft et cetera. Ik herinner mij een dergelijke toezegging van mijn kant in het debat, maar ik wil de motiewedstrijd niet verstoren. De motie roept in alle genuanceerdheid op tot grotere transparantie. Ik ben daar een voorstander van en laat het oordeel over deze motie aan de Kamer. 

In de motie van de heer Teeven op stuk nr. 67 wordt de regering verzocht, er alles aan te doen om de doorlooptijden van aanvraagprocedures voor exportkredietverzekeringen in te korten zonder af te doen aan de gestelde criteria. Dat zijn prachtige woorden die niet alleen enthousiasmeren, maar ook ontroeren. Ik neem de motie graag over. 

De voorzitter:

De staatssecretaris heeft aangegeven de motie te willen overnemen. Is daar bij een of meer leden bezwaar tegen? 

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Ik ben nog niet helemaal bekend met deze nieuwe procedure. Het is voor het eerst dat ik dit bij de hand heb. Mijn fractie wil in ieder geval wel over de motie kunnen stemmen. 

De voorzitter:

Dat betekent dat u bezwaar hebt en dat de motie in stemming zal worden gebracht. 

Daarmee is een einde gekomen aan dit VAO Economische missies en handelsbevordering. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De vergadering wordt van 17.24 uur tot 19.04 uur geschorst. 

Voorzitter: Elias

Naar boven