Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | nr. 55, item 32 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | nr. 55, item 32 |
De voorzitter:
Op verzoek van de aanvrager stel ik voor, het dertigledendebat over leerlingen die geweigerd worden en noodgedwongen thuiszitten, van de agenda af te voeren.
Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden: 28973-150; 27858-314; 23432-401.
Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:
-het VAO Leefomgeving, naar aanleiding van het algemeen overleg d.d. 11 februari, met als eerste spreker het lid Van Veldhoven namens D66;
-het VAO Wapenexport, naar aanleiding van het algemeen overleg d.d. 11 februari, met als eerste spreker het lid Jasper van Dijk namens de SP.
Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Gesthuizen, namens de SP.
Mevrouw Gesthuizen (SP):
Voorzitter. Mijn eerste verzoek betreft een brief die ik graag nog voor de aanvang van het debat van morgenochtend met de minister-president naar aanleiding van de Europese top wil ontvangen. Dat debat begint morgenochtend volgens mij om 11.15 uur. Daarvoor zou ik een brief willen ontvangen over de besluiten van de Europese ministers om voor een periode van twee jaar "Schengen" op te schorten als Griekenland er niet binnen afzienbare tijd in slaagt om de grenscontroles of de bewaking van de buitengrenzen op orde te krijgen. Dat lijkt mij belangrijk genoeg om daarover nog voor het debat geïnformeerd te worden middels een brief.
De voorzitter:
Ik heb toch goed gehoord dat u vooralsnog alleen vraagt om een brief, maar dan wel ten behoeve van het debat dat nog gaat plaatsvinden?
Mevrouw Gesthuizen (SP):
Zeker, anders had u mij niet toegestaan om hier te staan, voorzitter.
De voorzitter:
Nou ja, ik check het even.
De heer Anne Mulder (VVD):
Geen bezwaar tegen een brief.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Dit lijkt mij een uitstekend idee; dus steun voor de brief.
De heer Sjoerdsma (D66):
Steun.
Mevrouw Keijzer (CDA):
Vlijmscherp van mevrouw Gesthuizen, maar ook zeker steun voor haar verzoek.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Steun.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Steun.
Mevrouw Maij (PvdA):
Ook steun.
De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):
En tot slot steun.
De voorzitter:
Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.
Het woord is nogmaals aan mevrouw Gesthuizen.
Mevrouw Gesthuizen (SP):
Voorzitter. Mijn tweede verzoek betreft een vooraankondiging van een VSO. Volgens mij is het schriftelijk overleg op dit moment gaande; dat gaat over de Raad Concurrentievermogen. Ik heb verzuimd om daarbij te vermelden dat er ook nog deze week gestemd dient te worden over de moties die daarbij eventueel zullen worden ingediend.
De voorzitter:
Dat wordt dan donderdag.
Mevrouw Gesthuizen (SP):
Dat vrees ik wel, ja.
De voorzitter:
Dit is dus een vooraankondiging. We zullen daar bij de planning rekening mee houden.
Mevrouw Gesthuizen (SP):
Met stemmingen, ja.
De voorzitter:
Dank u zeer.
Het woord is aan mevrouw Bergkamp, namens de fractie van D66.
Mevrouw Bergkamp (D66):
Voorzitter. Jeugdinstellingen kopen jongeren om met beltegoed en hamburgers. Dat is een van de conclusies uit het onderzoek van de Kinderombudsman. Dat is een zorgwekkend signaal, want wij vinden dat klachtenregelingen geheel onafhankelijk moeten zijn. Vandaar dat D66 het belangrijk vindt om over dit onderwerp een debat te hebben met de staatssecretaris van VWS en ook met de staatssecretaris van V en J.
De voorzitter:
Wie is daartegen?
Mevrouw Bergkamp (D66):
Mijn moeder zei bij het afwassen altijd: niet iedereen tegelijk. Daar hoop ik op.
De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):
Daar zijn wij zeker niet tegen; steun voor het debat.
De heer Van Oosten (VVD):
We moeten daar natuurlijk over praten, maar er is binnenkort een AO over de justitiële jeugdinstellingen. Het zou mijn voorkeur hebben om dit daarbij mee te nemen.
De voorzitter:
Dat betekent dus geen steun voor het debat op dit moment en daarnaast de suggestie om dit via de commissie en het AO te regelen. Daar gaat mevrouw Bergkamp straks op reageren.
Mevrouw Leijten (SP):
Wij steunen het debat, maar als het voldoende aan bod kan komen in het algemeen overleg, kunnen we achteraf wellicht concluderen dat het debat niet meer nodig is.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Steun.
De heer Rog (CDA):
Geen steun voor het debat, wel voor een brief. Die kan dan betrokken worden bij het algemeen overleg.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Steun voor het debat.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Wij willen graag een brief zien die betrokken wordt bij het algemeen overleg.
De heer Marcouch (PvdA):
Geen steun voor het debat, wel voor een brief, die inderdaad kan worden betrokken bij het AO, dat al zeer binnenkort zal plaatsvinden.
Mevrouw Bergkamp (D66):
Voorzitter, volgens mij …
De voorzitter:
Ik stel vast dat u geen meerderheid hebt voor een debat. Er is wel heel veel welwillendheid ten aanzien van de brief die er moet komen en bij het komende AO moet worden betrokken. Ik hoorde links en rechts ook dat daarvoor fatsoenlijk de tijd moet zijn.
Mevrouw Bergkamp (D66):
Volgens mij heb ik wel voldoende steun voor een dertigledendebat. Het lijkt me goed om dat dan in ieder geval te doen. Dan kunnen we naar aanleiding van het AO bekijken of er nog behoefte is aan een debat. Dan staat het in ieder geval op de rails. Natuurlijk is het prima dat we ook nog een brief krijgen.
De voorzitter:
Prima. Dat is goed. Dat dertigledendebat zetten we op de lijst, maar realiseert u zich wel dat dit onderaan staat en dat een algemeen overleg vermoedelijk een stuk sneller gaat. Maar dat is verder aan u.
Mevrouw Bergkamp (D66):
Zeker, voorzitter. Dank u wel.
De voorzitter:
Het woord is aan het lid Ulenbelt.
Overigens heb ik bij het vorige punt nog op te merken dat ik het stenogram zal doorgeleiden naar het kabinet, omdat er om een brief wordt gevraagd.
De heer Ulenbelt (SP):
Voorzitter. Vorig jaar werden de regels voor de berekening van de WW-uitkering veranderd. De hele Kamer is daarvoor in september bij elkaar gekomen, want zij wilde dat allemaal niet. De minister zei toe dat hij het zou repareren. Hij zou dat al in december doen. De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft twee keer gevraagd: waar blijft het? Er kwam geen antwoord. Het lijkt me wel tijd om nog deze week een debat te voeren met de minister van Sociale Zaken over het niet repareren van wat hij wel had toegezegd te zullen repareren.
De voorzitter:
Om het even scherp te formuleren: u wilt een meerderheidsdebat dat nog deze week plaatsvindt.
De heer Ulenbelt (SP):
Dat debat kan volgens mij, gezien het verloop van de discussie, heel erg kort zijn. Ik denk zelfs dat ik het debat namens de hele Kamer alleen zou kunnen doen.
De voorzitter:
Dat denkt u vaker!
De heer Van Weyenberg (D66):
Dit is een belangrijk probleem. Het is goed dat de heer Ulenbelt daar wederom aandacht voor vraagt. De minister moet meer vaart maken. Ik steun het verzoek, maar iets in mij zegt dat dit niet op een meerderheid kan rekenen. In dat geval wil ik in ieder geval op korte termijn een brief, zodat we in het eerstvolgende algemeen overleg hierover kunnen praten.
De heer Pieter Heerma (CDA):
De heer Ulenbelt heeft zeker een punt. We wachten hier al erg lang op. Begin maart hebben we echter niet één maar twee algemeen overleggen staan waarin dit aan de orde zou komen. Ik wil daarom een brief vóór die algemeen overleggen, zodat het daarin opgelost kan worden. We wachter er inderdaad al erg lang op.
De voorzitter:
Geen steun dus voor het concrete verzoek.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Dit was zo helder van de heer Heerma dat ik me daarbij aansluit.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
GroenLinks volgt de redenatie van de heer Van Weyenberg.
De heer De Graaf (PVV):
Ik volg de lijn van de heer Ulenbelt, maar dan zou ik toch zelf nog wel willen inspreken.
De voorzitter:
Het laatste verstond ik niet.
De heer De Graaf (PVV):
Maar daarbij zou ik toch zelf willen inspreken.
De voorzitter:
Mevrouw Dik-Faber van de ChristenUnie.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Schouten.
De voorzitter:
Mevrouw Schouten van de ChristenUnie.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Ik steun het punt van de heer Ulenbelt wel, maar ook ik denk dat het in het AO kan worden besproken. Dan wil ik wel voor het AO een brief hebben waarin het geregeld wordt. Ik wil daarin niet lezen hóé het wordt geregeld maar dát het wordt geregeld. Ik steun dus het verzoek om een debat, maar ik denk dat het AO het eerste moment is om dit te bespreken. Dat moet dan dus wel een AO zijn waarin we kunnen afkaarten dat het gewoon goed is gegaan.
De heer Van 't Wout (VVD):
Ook de VVD wil snel een brief, die we dan bespreken in de AO's die vrijwel direct na het reces staan gepland.
Mevrouw Vermeij (PvdA):
Ik wil me bij dat laatste aansluiten. Ter aanvulling op wat mevrouw Schouten zegt, merk ik op dat we wachten op een wijziging van dat besluit. Ik wil dus niet alleen een brief, maar ik wil ook weten op welke wijze het geregeld gaat worden.
De voorzitter:
U hebt geen steun voor uw concrete verzoek, maar zoals ik het proef, is een AO de snelste route. Als ik het stenogram doorgeleid, dan krijgt u die brief ook nog.
De heer Ulenbelt (SP):
Dat zie ik ook. Dat is heel goed, want de Kamer wil nu eindelijk het besluit van de minister over hoe hij het gaat oplossen. Zo leg ik de stemming hier uit. Als het stenogram bij de minister terechtkomt, dan zien we dat.
De voorzitter:
Ook uw conclusie, waarover de leden misschien weer in discussie gaan, stuur ik mee met het stenografisch verslag. Dan komt het vanzelf wel goed.
Nu moet ik zeggen "mevrouw Dik-Faber" in plaats van "mevrouw Schouten". Het woord is aan mevrouw Dik-Faber.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter. Vorige week kregen we het bericht vanuit de media dat de prijzen voor CO2 een historisch dieptepunt hebben bereikt. De beprijzing van CO2 is echter cruciaal voor het gehele emissiehandelssysteem, onder andere voor de klimaatafspraken die in Parijs zijn gemaakt. Ik maak me dus grote zorgen en vraag over dit onderwerp een brief van het kabinet en na ontvangst van de brief een debat met de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu.
De heer Remco Dijkstra (VVD):
Steun voor een brief. Wij willen graag praten over de werking van de emissiehandel en over de vraag hoe we die kunnen versterken om onze CO2-doelstelling te bereiken. Ook steun voor een apart debat met de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Wij hebben afgelopen week met minister Kamp over deze problematiek gesproken. Hij vond het ook belangrijk om samen met hem, als minister van EZ, de Kamer en de staatssecretaris van I en M een debat hierover te voeren. Daarom steun voor het debat, maar we gaan niet én in een AO het debat voeren én plenair. Als het AO eerder kan, heeft dat onze voorkeur. Dus steun, maar met deze kanttekening voor de fractie van de ChristenUnie.
De heer Madlener (PVV):
Die CO2-belasting kan ons niet laag genoeg zijn; dus geen steun voor het debat.
De heer Wassenberg (PvdD):
Steun voor de brief en steun voor een debat.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Die lage CO2-prijs is een groot probleem bij het nemen van maatregelen. Een fikse aanscherping van het ETS is noodzakelijk. Ik hoor graag van de staatssecretaris hoe zij dat wil gaan doen. Dat mag in een brief, maar wij steunen in ieder geval ook het verzoek om een debat.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Helaas is die prijs al heel lang laag. De staatssecretaris zegt dat het een probleem is, maar ze doet geen concrete voorstellen. Ik zou in de brief graag concrete voorstellen zien om het probleem op te lossen. Steun voor het debat.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Steun voor de brief en steun voor het debat.
De heer Jan Vos (PvdA):
Steun voor de brief. Ik doe ook het verzoek om het proefschrift dat onlangs bij de Rijksuniversiteit Groningen is verschenen over het ETS bij de bespreking te betrekken, met een appreciatie. Ik stel voor dat wij het energiedebat dat nog gepland staat, zo spoedig mogelijk inplannen en dit onderwerp daarbij betrekken.
De voorzitter:
U hebt steun, o pardon, de heer Bashir wil nog het woord.
De heer Bashir (SP):
Ook steun van de SP-fractie.
De voorzitter:
En nu helemaal. U hebt steun van een ruime meerderheid van de Kamer voor een debat. Dat gaan we inplannen. Als u ziet aankomen dat een algemeen overleg eerder zou zijn, is het aan u om het alsnog van de agenda te halen.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik ben blij met de brede steun van de Kamer. Ik hoop dat het debat op redelijke termijn ingepland kan worden.
De voorzitter:
Prima. Ik zal dit gedeelte van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Mevrouw Van Veldhoven wil nog iets zeggen.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Volgens mij had mevrouw Dik-Faber twee verzoeken.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ja.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Net werd al een mooi bruggetje gemaakt naar het tweede verzoek en daar wilde ik iets over zeggen.
De voorzitter:
Uw tweede verzoek, pardon, ga uw gang, mevrouw Dik.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter. Mijn tweede verzoek gaat over het plenaire verzameldebat over energie dat op de agenda staat, maar nog niet ingepland is. Gezien de actuele ontwikkelingen, onder andere rondom de kerncentrale in Borssele en de ontwikkelingen in Zeeland, stel ik de collega's voor om het debat op redelijke termijn in te plannen, ik denk ergens in de loop van maart.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Voor vlak na het reces staat een debat over mijnbouwactiviteiten ingepland. Dat is ook een verzameldebat. Daarna zou nog de behandeling van de Mijnbouwwet volgen. Dat lijkt mij een onwenselijke volgorde. Ik kan me voorstellen dat we het verzameldebat over energie houden in plaats van het debat over mijnbouwactiviteiten. Het mijnbouwdebat kunnen we voeren na de behandeling van de Mijnbouwwet. Op deze manier zouden het energiedebat op heel korte termijn kunnen houden.
De voorzitter:
Ik moet even ruggespraak houden, want ik zit niet zo scherp in de agendering. Ik heb begrepen dat er juist een verzoek was om het mijnbouwdebat te laten doorgaan. Dit is eigenlijk een nieuw voorstel. Laten we eerst het voorstel van mevrouw Dik-Faber afronden, dan kijken we daarna of uw eventuele nieuwe ordevoorstel werkt.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Zou ik daar nog één toelichting op mogen geven? Uiteraard steun ik ook gewoon het verzoek van mevrouw Dik-Faber. Volgens mij was het verzoek om een van die twee openstaande debatten snel in te plannen. Ik weet niet of het om het mijnbouwdebat ging.
De voorzitter:
Mij wordt verteld dat dit het geval is.
De heer Remco Dijkstra (VVD):
De VVD steunt het snel inplannen van het debat over energie, het oorspronkelijke voorstel van mevrouw Dik-Faber.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Steun voor het verzoek van de fractie van de ChristenUnie.
De heer Wassenberg (PvdD):
Steun van de fractie van de Partij voor de Dieren.
Mevrouw Klever (PVV):
Steun.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Ook steun van de SGP-fractie.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
En ook van GroenLinks.
De voorzitter:
Mevrouw Dik-Faber, u hebt een parlementaire meerderheid om dit debat snel in te plannen. Wij zullen bekijken hoe het zich verhoudt tot de andere wensen uit de Kamer.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Prima. Dank u wel, voorzitter, en dank voor steun van de Kamer.
De voorzitter:
Dan mag ik het woord geven aan mevrouw Siderius, in de persoon van mevrouw Leijten.
Mevrouw Leijten (SP):
Voorzitter. Afgelopen zondag was in De Monitor te zien dat er scholen zijn die tegen ouders zeggen: als u er niet voor zorgt dat uw kind medicijnen krijgt, kunnen wij uw kind niet aannemen. Ook zijn er scholen die ouders dwingen om hun kinderen medicijnen te geven omdat de klassen te vol zijn en de kinderen te druk zijn. Wij hebben hierover vandaag Kamervragen ingediend, maar we willen ook graag een debat aanvragen met zowel de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap als de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Wij vinden het namelijk echt te ver gaan dat scholen ouders onder druk zetten om hun kind te medicaliseren.
De voorzitter:
Voordat de leden reageren, wijs ik erop dat uw verzoek breder is dan zoals het eerder was aangemeld. U vraagt nu namelijk niet alleen om de aanwezigheid van de staatssecretaris van OCW, maar ook om die van de staatssecretaris van VWS. Dat zeg ik even voor alle duidelijkheid.
Ik kon niet zien wie eerder was, dus geef ik mevrouw Ypma als eerste het woord.
Mevrouw Ypma (PvdA):
Ja, het is te gek voor woorden dat scholen ouders onder druk zetten om hun kind maar vooral vol te stoppen met pillen. Ik geef dus graag steun voor dit debat. Eigenlijk was de steun vooral voor het debat met de staatssecretaris van Onderwijs. Dat vind ik voorlopig even voldoende.
De heer Van Meenen (D66):
We moeten niet het kind aanpassen aan het systeem, maar het systeem aan het kind; dus van harte steun. Wellicht kan dat debat voorafgegaan worden door een brief van de staatssecretaris, waarin hij reageert op de inhoud van deze uitzending.
De voorzitter:
En wilt u beide staatssecretarissen erbij hebben, met het risico dat het langer duurt voordat we het kunnen inplannen?
De heer Van Meenen (D66):
Dat is voor mij nu niet nodig. Laten we het even alleen vanuit het onderwijs aanvliegen.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
De staatssecretaris van Onderwijs is voldoende. Wij steunen de aanvraag voor een debat, met daaraan voorafgaand een brief.
De heer Rog (CDA):
Het CDA steunt het verzoek om een debat, voorafgegaan door een brief, en wat ons betreft alleen met de staatssecretaris van Onderwijs.
Mevrouw Straus (VVD):
Ook namens de VVD steun voor het debat, ook graag alleen met de staatssecretaris van Onderwijs en voorafgegaan door een brief.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Dat laatste geldt ook voor de SGP-fractie.
De heer Wassenberg (PvdD):
En de fractie van de Partij voor de Dieren sluit zich daarbij aan.
De voorzitter:
Mevrouw Leijten, u hebt een meerderheid, maar vooralsnog alleen voor een debat met de staatssecretaris van OCW.
Mevrouw Leijten (SP):
Ik tel mijn zegeningen. Er komt een debat met de staatssecretaris van OCW, voorafgegaan door een brief. Wij verwachten natuurlijk ook antwoord op de Kamervragen die wij daarover hebben gesteld.
De voorzitter:
Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Mevrouw Agema, was ik u vergeten?
Mevrouw Agema (PVV):
Ik dacht dat mijn steun niet meer nodig was voor een meerderheid, maar bij dezen.
De voorzitter:
Maar ik zou u toch niet het woord willen ontnemen. Ga uw gang.
Mevrouw Agema (PVV):
Ik bedoel een meerderheid voor het toevoegen van de staatssecretaris van VWS.
De voorzitter:
O, dan moeten we even tellen … Dan is daarvoor nog steeds geen meerderheid. U had al geteld, mevrouw Agema. Dat had ik nog niet gedaan.
Het woord is aan de heer Sjoerdsma namens D66.
De heer Sjoerdsma (D66):
Voorzitter. Ik sta voor de derde keer in de regeling van werkzaamheden met een verzoek over drie ten onrechte afgegeven vergunningen voor de export van uranium naar Rusland. Ik zou daarover graag een debat voeren met de minister van Infrastructuur en Milieu en de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
De heer Teeven (VVD):
Ik sta voor de derde keer bij de interruptiemicrofoon om het verzoek van de heer Sjoerdsma te steunen. Dus bij dezen opnieuw steun, voor de derde keer. Drie maal is scheepsrecht.
De heer Jan Vos (PvdA):
Ik zie niet veel aanleiding om mijn standpunt te wijzigen. Geen steun.
De heer Wassenberg (PvdD):
Steun van fractie van de Partij voor de Dieren.
De heer Bashir (SP):
Steun namens de SP-fractie.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Steun.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Hopelijk is drie keer scheepsrecht. Steun van GroenLinks.
De heer Knops (CDA):
Steun.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Steun.
De voorzitter:
Mevrouw Voortman heeft gelijk: driemaal is inderdaad scheepsrecht. U hebt een meerderheid. We gaan proberen om het in te plannen.
De heer Sjoerdsma (D66):
Hartstikke mooi, voorzitter. Ik dank de collega's voor hun steun.
De voorzitter:
Ik geef het woord aan mevrouw Keijzer van het CDA.
Mevrouw Keijzer (CDA):
Voorzitter. Ik citeer uit een advies: het Bureau ICT-toetsing acht de kans klein dat het project slaagt. Welk project? Het project om de ICT bij de Sociale Verzekeringsbank op orde te krijgen. Ik zeg het al maanden, maar de staatssecretaris van VWS ontkent het al maanden. Het BIT zegt het nu ook; dat zal met name u deugd doen voorzitter. De ellende duurt voort. Daarom sta ik hier vandaag om het al eerder door mij aangevraagde debat nu snel op de agenda te zetten en daarbij ook zeker de staatssecretaris van VWS uit te nodigen. Dit verzoek doe ik trouwens mede namens de fracties van D66 en 50PLUS, maar ik zie mevrouw Bergkamp al staan. De fractie van 50PLUS is er niet. Oh wacht, de heer Krol is er nu ook.
Mevrouw Bergkamp (D66):
Mevrouw Keijzer heeft onze steun al uitgesproken. Ik wil toch een beroep doen op u, voorzitter, over het rapport van het BIT. We hebben niet voor niets als Kamer besloten dat er adviezen en rapportages moeten komen. Wij moeten nu wachten op een rapport dat er waarschijnlijk al vanaf half december of januari ligt. Ik vind dat nogal raar. Ik doe daarom een beroep op u, voorzitter, om te bekijken of dat advies zo snel mogelijk naar de Kamer gestuurd kan worden.
Mevrouw Agema (PVV):
Steun en steun, met name voor de aanwezigheid van de staatssecretaris van VWS. De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is verantwoordelijk, maar het was het roekeloze rijgedrag van de staatssecretaris van VWS waardoor we hier gekomen zijn. Hij moet er dus zeker bij zijn.
Mevrouw Leijten (SP):
We hebben een verzoek gedaan over dat rapport en we hebben van de staatssecretaris een briefje gekregen dat het rapport op 28 januari definitief is gekomen. Zij zal het echter pas op 25 februari naar de Kamer sturen. Ik vind dat echt flauwekul. Wij doen namelijk het verzoek om dat rapport en het rapport is af. Volgens het instemmingsbesluit van het Bureau ICT-toetsing, u waarschijnlijk wel bekend zo zeg ik tegen de oud-voorzitter ICT, mag het rapport gewoon naar de Kamer komen binnen vier weken. Het moet uiterlijk na vier weken, maar niets weerhoudt het ministerie van Sociale Zaken ervan om dat advies nu al naar de Kamer te sturen. Ik doe dus nogmaals het verzoek — het was van de VVD en gesteund door de hele Kamer — om het rapport per ommegaande naar de Kamer te sturen. Ook steun ik een snelle inplanning en de aanwezigheid van de staatssecretaris van VWS.
De voorzitter:
Vooralsnog steun dus.
De heer Potters (VVD):
Mijn fractie steunt het verzoek om een debat met de staatssecretaris van Sociale Zaken. Tijdens de regeling van 3 september stonden wij hier ook allebei en toen hebben we al om een debat gevraagd. We hebben aangegeven dat we dat debat graag voeren met de staatssecretaris van Sociale Zaken en niet met de staatssecretaris van VWS. Ik verzet me daar op zich niet tegen, maar het is wel belangrijk, denk ik, dat de staatssecretaris van Sociale Zaken in de lead is. Wat mij betreft mag het rapport ook zo snel mogelijk naar de Kamer.
De voorzitter:
Ik ga even inventariseren, want hier en daar zit een nuanceverschil. Maar dat komt straks wel.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Wij hebben alle voorgaande debatten over het pgb, waarin wij ook uitgebreid gesproken hebben over de problemen op het vlak van ICT, met de staatssecretaris van VWS gedaan. Dus GroenLinks steunt het verzoek van mevrouw Keijzer met het expliciete beroep dat de staatssecretaris van VWS daarbij dient te zijn.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
De staatssecretaris van SZW is verantwoordelijk voor de SVB, maar dit dossier is onlosmakelijk verbonden met het hele pgb-dossier en daar is de staatssecretaris van VWS voor verantwoordelijk. Wij steunen de debataanvraag van mevrouw Keijzer en daarbij de aanwezigheid van de staatssecretaris van VWS. Wat ons betreft moet het rapport ook zo snel mogelijk naar de Kamer komen.
Mevrouw Vermeij (PvdA):
Ik ben lichtelijk in verwarring, omdat mevrouw Keijzer zei: daarbij dient ook de staatssecretaris van VWS aanwezig te zijn. Zij suggereerde daarmee — misschien kan ze mij daarmee helpen — dat zij aansloot bij haar eerdere aanvraag, namelijk de aanvraag van september, waarin zij om een debat verzocht met staatssecretaris van SZW. Als dat het geval is, steunen wij dat verzoek. Wij verzetten ons niet tegen de aanwezigheid van óók de staatssecretaris van VWS daarbij. Het rapport zouden wij ook graag snel naar de Kamer zien komen. Ik heb de brief zo gelezen dat het uiterlijk op 25 februari, volgens de door de Kamer vastgestelde termijn, naar de Kamer gezonden moet worden. Maar als het eerder kan, inclusief een kabinetsreactie, zou dat de Partij van de Arbeid een lief ding waard zijn.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Mijn fractie steunt het verzoek. Wij zouden het rapport ook graag snel naar de Kamer hebben. Het lijkt ons ook wel bijzonder om het debat niet te houden in aanwezigheid van de bewindspersoon die hiervoor verantwoordelijk is. Dus wat ons betreft moet het debat met allebei de staatssecretarissen plaatsvinden.
De voorzitter:
Mevrouw Keijzer, gelet op het feit dat u voor beide verzoeken een parlementaire meerderheid hebt, wil ik de Kamer voorstellen om het reeds geagendeerde debat over de ICT-problemen bij de Sociale Verzekeringsbank, waarom u eerder hebt gevraagd, met de staatssecretaris van SZW te voeren en daarbij ook de staatssecretaris van VWS uit te nodigen. Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Daaruit blijkt glashelder dat de meerderheid van de Kamer wenst dat de rapportage naar de Kamer wordt gezonden.
Mevrouw Keijzer (CDA):
Dank u wel, voorzitter; en ook spoedig, zoals mevrouw Leijten nu gebaart!
De voorzitter:
Dat geldt voor alle debatten die op deze …
Mevrouw Keijzer (CDA):
Wij hebben een beetje ervaring met dit dossier, namelijk dat de stukken de middag voor het debat naar de Kamer gestuurd worden. Dat willen wij gewoon niet. Wij willen die stukken gewoon op tijd hebben. Dit is ook ingewikkelde materie, dus wij willen zowel het advies als het onderliggende rapport tijdig naar de Kamer gezonden krijgen. Het ligt al minstens anderhalve maand klaar.
De voorzitter:
Maar dan moet ik u suggereren om een datum te noemen en daar een meerderheid van de Kamer voor te krijgen. Dan krijgt u het.
Mevrouw Leijten (SP):
De staatssecretaris heeft laten weten dat het rapport op het ministerie ligt. Niets weerhoudt haar ervan …
De voorzitter:
Vandaar mijn vraag aan mevrouw Keijzer!
Mevrouw Leijten (SP):
Maar er is al een meerderheid die dat verzoek heeft gedaan. Gisteren kwam het verzoek van de heer Potters via de e-mailprocedure en dat hebben wij allemaal gesteund. Vandaag kregen we echter een briefje dat we nog wel even tien dagen mogen wachten. Mijn punt is dat we niet nog even tien dagen willen wachten, maar het rapport gewoon willen hebben.
De voorzitter:
Vandaar dat ik mevrouw Keijzer suggereer om een datum te noemen.
Mevrouw Keijzer (CDA):
Nou ja, wat is het? Morgenmiddag 12.00 uur? Is dat een voorstel? Dat lijkt mij wel.
De voorzitter:
Dat is een concreet voorstel. Ik kijk even rond. Zijn er leden die zich daartegen verzetten? Nee? Dan is dat het voorstel.
Mevrouw Vermeij (PvdA):
Ik zou het het liefst morgen willen hebben, maar er is een termijn aan het BIT gekoppeld. Ik vind het ontzettend goed dat het er is, zo zeg ik ook via de voorzitter, maar de termijn is maximaal vier weken. Ik heb de brief anders gelezen, namelijk dat de maximale termijn 25 februari is. De suggestie in de brief is ook dat het rapport er al is en dat er een kabinetsreactie komt. Ik wil het rapport graag met de kabinetsreactie. Zo hebben we dat ook met elkaar afgesproken. Dat lijkt mij relevant. Ik zou het zo snel mogelijk willen hebben, maar ik steun het verzoek niet om dat aan uren te binden.
De heer Potters (VVD):
Daar sluit ik me bij aan. Het is goed om het rapport snel te hebben, maar het is een hoge verwachtingen om dat morgen al te hebben. Vier weken is wat mij betreft ook te lang. Het kan zo snel mogelijk naar de Kamer.
Mevrouw Keijzer (CDA):
Volgens mij staat trouwens in de brief dat het rapport al veel eerder naar het kabinet gestuurd is. Er is een conceptreactie op gekomen, die heeft geleid tot een definitief rapport. Dat ligt nu bij het ministerie. Volgens mij is het een kwestie van knippen en plakken van de kabinetsreactie, als dat de fracties van de PvdA en de VVD ervan overtuigt. Dit hoeft gewoon niet zo lang te wachten.
Mevrouw Leijten (SP):
Voorzitter. Mag ik daarop aanvullen dat er gisteren via de e-mail een verzoek van de heer Potters kwam om het rapport voor vandaag 14.00 uur naar de Kamer te sturen?
De voorzitter:
Ja, maar ik heb te maken met wat hier bij de interruptiemicrofoon …
Mevrouw Leijten (SP):
Ja, het was een verzoek gisteren, gesteund door de PvdA.
De voorzitter:
Mevrouw Leijten! Mevrouw Leijten, ik praat tegen u. Ik heb te maken met wat hier op dit moment aan de interruptiemicrofoon …
Mevrouw Leijten (SP):
Pardon, ik praatte ook tegen u!
De voorzitter:
Ja, maar ik moet proberen om dit enigszins op tijd af te ronden. Ik probeer rekening te houden met alle partijen in de Kamer en ik heb te maken met het feit dat de heer Potters hier zegt dat hij dat niet steunt.
Mevrouw Leijten (SP):
En ik wil graag gemarkeerd hebben dat de VVD en de PvdA hun keutel dus intrekken. Het rapport is er. Er is verzocht om dat naar de Kamer te sturen. Zij leggen zich erbij neer om nog tien dagen te wachten. Ik ben zeer benieuwd om op 25 februari te horen waarom dat is geweest.
De voorzitter:
Dat is duidelijk.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Er is geen enkele reden om af te wijken van het voorstel dat de VVD gisteren deed. Wij willen ook dat het rapport vandaag naar de Kamer komt. Dat moet gewoon kunnen. Anders komt de reactie maar later. Stuur het rapport vandaag en dan kan de reactie zo snel mogelijk komen.
Mevrouw Bergkamp (D66):
Er was gisteren een meerderheid om dat rapport vandaag voor 12.00 uur naar de Kamer te sturen. Dat blijft een meerderheid, ook vandaag. Ik doe een beroep op u als voorzitter om de meerderheid van gisteren voor het verzoek om het rapport zo spoedig mogelijk naar de Kamer te sturen en de afspraak van vandaag 12.00 uur te respecteren.
De voorzitter:
Ik kan u alleen maar een procedureel antwoord geven. Als voorzitter van de plenaire vergadering heb ik met de regeling van werkzaamheden te maken die hier plaatsvindt. Daarin nemen leden standpunten in en daar moet ik mee werken. Ik zal het stenogram ook zeker doorgeleiden naar het kabinet en dan lijkt mij daaruit te blijken dat die spullen hier in ieder geval op 25 februari moeten zijn. Wellicht worden ze eerder gestuurd. Gehoord de uitlatingen die eerder zijn gedaan, is er geen meerderheid in deze Kamer om het rapport eerder te zenden. Misschien kunt u het via de commissie opnieuw proberen. Dat kan, maar ik heb te werken met wat zich hier op dit moment in deze Kamer voordoet.
Mevrouw Agema (PVV):
We konden vandaag in de krant lezen dat de coalitie wat betreft de zorg steeds afstemming met het ministerie van VWS nodig heeft. Dat is kennelijk nog niet gebeurd. Ik zou het verzoek wel graag willen steunen. Zij stemt het maar daarna af. Het is de heer Potters die er nota bene zelf om verzocht!
De heer Potters (VVD):
Volgens mij moet ik even iets rechtzetten. We hebben gisteren tijdens een e-mailprocedure gevraagd om het rapport zo snel mogelijk naar de Kamer te krijgen en te duiden wanneer dat kan zijn. De staatssecretaris heeft daarover een briefje gestuurd. Hij heeft gezegd dat hij deze termijn nodig heeft, die op 25 februari afloopt. Van mij mag het sneller. Van mij hoeft het echt niet zo lang te wachten, maar het lijkt mij ook redelijk om nog even de tijd te geven om het rapport naar de Kamer te sturen. Dan vind ik morgenmiddag echt te snel. Het mag zo snel mogelijk, maar er was gisteren geen meerderheid om het rapport vandaag voor 12.00 uur te hebben. Dat moet ik even rechtzetten.
De voorzitter:
Dan stel ik nogmaals voor …
Mevrouw Keijzer (CDA):
Het voorstel heeft geen meerderheid, maar laat ik dan de verwachting uitspreken dat we het uiterlijk donderdag gewoon hebben. Dat kan makkelijk.
De voorzitter:
We gaan het debat inplannen. Ik geleid het stenogram door naar het kabinet.
Mevrouw Keijzer (CDA):
Mevrouw Agema zegt: dan is het reces. Een debat komt er toch niet eerder. Hoe triest ook.
De voorzitter:
Zoals ik zei: ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.
Het verzoek van de heer Potters komt te vervallen. Ik geef het woord daarom aan mevrouw Voortman van GroenLinks.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Voorzitter. GroenLinks grijpt elke gelegenheid aan om het kinderpardon verder te verruimen. Gegeven het congres van afgelopen weekend van de Partij van de Arbeid heb ik daarom besloten om hier een debat aan te vragen met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, om het te hebben over het kinderpardon zoals het nu is en om dat hopelijk aan te passen.
De voorzitter:
Wie van de leden mag ik het woord geven over dit verzoek?
De heer Dijkgraaf (SGP):
Dit lijkt mij qua proces niet de juiste volgorde om over moties te gaan spreken die op congressen worden aangenomen. Dan kunnen we het hele jaar rond over elkaars moties gaan spreken. Los van de inhoud, geen steun.
De heer Azmani (VVD):
Ik zie ook geen aanleiding om een debat met de staatssecretaris te voeren, als er iets op een congres van een of andere politieke partij wordt aangenomen. Dan zouden we hier heel wat debatten moeten voeren met elkaar. Dat lijkt mij niet doenlijk.
Mevrouw Keijzer (CDA):
Met waardering voor het congres van een andere partij, maar ik ben het wel eens met het oordeel van de heer Azmani. Ik vind niet dat we meteen moeten debatteren over elke resolutie die aangenomen wordt, zoals dat bij ons heet. Geen steun voor het verzoek, hoe belangrijk het onderwerp ook is.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Het is prijzenswaardig dat het congres van de Partij van de Arbeid die resolutie heeft aangenomen. Deze geeft weer dat er een noodzaak is om er verder naar te kijken. Ik ben het met de collega's eens dat dit niet zelfstandig moet kunnen leiden tot een debat. We moeten er wel alles aan doen om dit onderwerp mogelijk in een AO weer op te pakken met elkaar.
De voorzitter:
Geen steun.
De heer Sjoerdsma (D66):
Bij wijze van uitzondering ben ik het volmondig met de heer Azmani eens.
Mevrouw Gesthuizen (SP):
Steun.
De voorzitter:
Als laatste sprak mevrouw Gesthuizen steun uit voor een debat. U hebt geen meerderheid, mevrouw Voortman.
Ik geef het woord aan de heer Mohandis. Ik heb van de echte Voorzitter begrepen dat ik "Mohendis" moet zeggen.
De heer Mohandis (PvdA):
Voorzitter. Soms spreek je een naam in een andere taal anders uit, maar daar zal ik u zeker niet mee belasten.
Ik doe een verzoek, mede namens collega Van Meenen van D66 en collega Duisenberg van de VVD, om het debat over de Aanpassingswet studiefinanciering BES van hedenmiddag nog niet te laten plaatsvinden, omdat hierover Kamervragen zijn gesteld door de Partij van de Arbeid en naar ik meen ook door D66. Ik vind dat deze eerst beantwoord moeten worden om een ordentelijk debat te kunnen voeren. Dat leg ik graag voor aan de Kamer.
De voorzitter:
Maar wij zouden daar over zeven minuten mee beginnen.
De heer Mohandis (PvdA):
Ik weet niet of dat aan mij ligt.
De voorzitter:
Aan mij ook niet.
De heer Rog (CDA):
Wat het CDA betreft gaan we over zeven minuten debatteren. De Partij van de Arbeid heeft hier al vragen over gesteld en ze heeft er inmiddels ook al amendementen over ingediend. Ze weet dus heel goed wat ze wil. Het CDA wil dus dat de behandeling gewoon vandaag plaatsvindt.
De voorzitter:
Het probleem is dat de vragensteller al een meerderheid meenam toen hij hiernaartoe liep.
De heer Mohandis (PvdA):
Dat doe ik vaker, voorzitter.
De voorzitter:
Mijnheer Rog, ik ben dus bang dat u hier niet heel ver mee komt.
De heer Rog (CDA):
Volgens mij heeft u dit ter bespreking voorgelegd en ik geef mijn opinie.
De voorzitter:
Zeker. Ongetwijfeld zullen er anderen zijn die het met u eens zijn, maar ik ben toch geneigd om de meerderheid te volgen en iets anders te laten plannen.
De heer Mohandis (PvdA):
Prima, dank u wel.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Jasper van Dijk. Hij heeft vast wel iets verzonnen dat op dat tijdstip kan plaatsvinden.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Voorzitter. Donderdag staat het debat gepland over het omstreden schoonmaakmiddel PX-10, een middel dat bij Defensie is gebruikt en waarnaar onderzoek is gedaan. Dat onderzoek is echter omstreden, zoals gisteren bleek uit het bericht van de NOS met de titel: "Honderden militairen werkten met giftig schoonmaakmiddel PX10". Dit bericht gaat over een onderzoek door het bureau ClaimZorg. Ik wil daar graag een reactie op van de minister. Ik wil ook graag antwoorden hebben op de Kamervragen die ik heb ingezonden op 2 februari over de informatiebijeenkomst over PX-10. Om een lang verhaal kort te maken: deze twee zaken wil ik graag ontvangen voor het debat van donderdag aanstaande over PX-10.
De heer Ten Broeke (VVD):
Namens de heer Teeven ben ik gemachtigd om hier te zeggen dat het lange verhaal dat kort is gemaakt, door ons wordt gesteund.
De heer Knops (CDA):
Wij steunen dit zeer redelijke verzoek.
Mevrouw Günal-Gezer (PvdA):
De Partij van de Arbeid-fractie steunt het verzoek ook.
De heer De Roon (PVV):
De PVV-fractie steunt het verzoek ook.
De voorzitter:
Mijnheer Van Dijk, u hebt een overweldigende steun voor uw verzoek en die komt terecht in de Handelingen. Het stenogram zal ik doorgeleiden naar het kabinet.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Dit smaakt naar meer.
De heer Sjoerdsma (D66):
Voorzitter, excuus, ik wil hier ook nog graag de steun van D66 aan toevoegen.
De voorzitter:
Het wordt steeds overweldigender.
Het woord is aan de heer Van Nispen van de SP.
De heer Van Nispen (SP):
Voorzitter. De oorzaak van de storing in het tapsysteem in 2012 waardoor het gesprek tussen Teeven en Van Rey is verdwenen, is nog steeds niet achterhaald. Relevante informatie hierover ligt bij de leverancier van het tapsysteem, maar die beroept zich op het bedrijfsgeheim. Deze kwestie heeft blootgelegd hoe we dit in Nederland hebben georganiseerd: een buitenlands commercieel bedrijf beheert op een niet-transparante wijze ons tapsysteem en de overheid heeft er geen zicht op. Het bedrijf is in het verleden ook nog eens in opspraak geraakt. Ik wil hierover een debat aanvragen met de minister van Veiligheid en Justitie. Dit doe ik mede namens mijn collega's van de ChristenUnie, D66 en GroenLinks.
De heer Fritsma (PVV):
De PVV-fractie steunt het verzoek.
De heer Van Oosten (VVD):
Wij hebben vrijdag, zeg ik uit mijn hoofd, een vrij uitvoerige brief van de minister gekregen, waarin hij schrijft dat hij een nadere analyse laat uitvoeren op onder meer het vraagstuk waarover de heer Van Nispen spreekt. Ik stel voor dat we die nadere analyse afwachten. De minister schrijft dat dit een aantal maanden duurt. Dan kunnen we de bevindingen meenemen en kunnen we erover spreken, zoals we dat in het verleden ook hebben gedaan. Ik geef er de voorkeur aan om dit in een AO te doen, omdat dat niet afwijkt van de lijn die we tot nog toe op dit punt hebben gevolgd.
De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):
We steunen het verzoek.
De heer Marcouch (PvdA):
Mijn fractie wil ook de analyse afwachten. Als we die informatie hebben, kunnen we er altijd nog over debatteren.
De voorzitter:
Mijnheer Van Nispen, ik stel vast dat u geen meerderheid hebt voor uw verzoek.
De heer Van Nispen (SP):
Het is opmerkelijk dat we nu een halfjaar gaan wachten op een kwestie die zo urgent is. Een commercieel buitenlands bedrijf dat in het verleden in opspraak is geraakt, beheert ons Nederlandse tapsysteem. Dan gaan we nu dus een halfjaar wachten op een analyse. Ik stel voor om dan maar een dertigledendebat op de lijst te plaatsen. Ik realiseer me dat het vaak lang duurt voordat we zo'n debat houden. Ik ga het echter ook nog via de procedurevergadering proberen, want ik denk niet dat we zo lang kunnen wachten.
De voorzitter:
Wat de dertigledendebatten betreft kan ik u alleen maar melden dat hoe meer er worden ingetrokken, hoe sneller dit debat aan de beurt komt.
De heer Van Nispen (SP):
Daarom. Dan gaan we andere debatten intrekken.
De voorzitter:
Mijnheer Van Nispen, u hebt in ieder geval steun voor een dertigledendebat. Dat zal op de lijst worden geplaatst.
Het woord is aan de heer Bosman van de VVD, in de persoon van de heer Remco Dijkstra.
De heer Remco Dijkstra (VVD):
Voorzitter. Namens onze woordvoerder, de heer Bosman, die nu in een AO zit, doe ik een vooraankondiging van een VAO Voortgangsrapportages Curaçao en Sint-Maarten, nog deze week te houden, inclusief stemmingen.
De voorzitter:
Inclusief stemmingen; daar houden we rekening mee. Dank u wel.
Het woord is aan het lid Van Tongeren van GroenLinks.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Voorzitter. Ik vraag een debat aan met minister Van der Steur over het feit dat Nederland nu langzamerhand toch bij zinnen is gekomen en juridische bijstand bij verhoor mondjesmaat gaat toestaan. Er is enorme onrust bij de Nederlandse Orde van Advocaten, die ten eerste zegt dat advocaten niets mogen tijdens het verhoor en ten tweede dat de financiële kant hiervan volledig niet-afgedekt is. Het gaat om rechten van mensen die beschuldigd worden van een misdrijf. Het lijkt mij essentieel dat wij hierover een debat houden met de minister van Justitie.
De heer Van Nispen (SP):
GroenLinks vraagt zeer terecht aandacht voor dit onderwerp. We hebben het nog steeds niet in de wet geregeld, terwijl de rechters ons dwingen. Per 1 maart gaat het dan gelukkig ook gebeuren. De debatten hebben we echter ook gepland en ze komen eraan. Het gaat om de wetsvoorstellen met uit mijn hoofd de nrs. 34157 en 34159: de wetten raadsman bij politieverhoor. Ik steun de intentie, maar ik denk dat het sneller is om te vragen om deze debatten nu heel snel in te plannen. Dat hebben we via de procedurevergadering gevraagd, maar bij dezen doe ik ook een appel op de Voorzitter om de behandeling van deze wetten zo snel mogelijk in te plannen.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Dat vind ik een goede suggestie.
De voorzitter:
We zoeken eerst uit of ze al zijn aangemeld voor plenaire behandeling, maar misschien weet u dat uit het hoofd? Enkele leden zeggen nu dat ze al zijn aangemeld voor plenaire behandeling. Daar gaan we vooralsnog dan even van uit.
De heer Van Oosten (VVD):
Dat is de zogeheten Salduzwetgeving. Die is aangemeld en zou binnenkort worden behandeld. Ik kan me voorstellen dat het daarbij past of bij de besprekingen rondom het rapport van de commissie-Wolfsen. Ik weet niet of we dat hier doen of in een andere zaal in deze Kamer. Daarom geef ik nu geen steun aan het specifieke debatverzoek dat mevrouw Van Tongeren doet.
De heer Sjoerdsma (D66):
Steun voor de suggestie van de heer Van Nispen.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Die suggestie neem ik ook met plezier over, hoor.
De heer Marcouch (PvdA):
Ook ik geef geen steun aan dit verzoek, maar wel aan de voorstellen die de collega's net hebben gedaan.
De heer Rog (CDA):
De CDA-fractie sluit zich daarbij aan.
De voorzitter:
Mevrouw Van Tongeren, u zei al dat u het een goede suggestie vond van de heer Van Nispen.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Ja, daar ben ik heel erg tevreden mee, vooral als de behandeling van deze wetsvoorstellen met stip wordt aangemeld. Ik weet hoe lastig het is met de plenaire agenda.
De voorzitter:
Ze zijn aangemeld en de bij u gevoelde urgentie …
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
… wordt gedeeld door de collega's. Daar ben ik heel blij mee.
De voorzitter:
… is gerealiseerd.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Ja. Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Ik mag nu het woord geven aan mevrouw Koser Kaya van D66.
Mevrouw Koser Kaya (D66):
Voorzitter. Ik vraag een debat aan met de staatssecretaris van EZ, de heer Van Dam, over het bericht dat de verkoop van schadelijke pesticiden in Nederland veel hoger is dan aangenomen. Voorafgaand aan het debat wil ik graag een brief.
Mevrouw Lodders (VVD):
Ik verleen geen steun aan het debat. Aanstaande donderdag is de tweede termijn van het AO Gewasbeschermingsmiddelen. Ik stel voor om de vragen die men wil stellen, in ieder geval daar aan bod te laten komen. De antwoorden die daar niet kunnen worden gegeven, kunnen in een brief worden gegeven. Ik steun het debat dus niet.
De voorzitter:
U wilt dus ook die brief pas als er geen antwoord komt in de tweede termijn van dat AO?
Mevrouw Lodders (VVD):
Ja.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Ik geef er de voorkeur aan om die brief voor het AO te ontvangen. Het lijkt mij goed om het in het AO af te handelen. Dat is donderdag om 14.30 uur. Dan kunnen we het efficiënt doen. Maar als de brief daarvoor, bijvoorbeeld om 12.00 uur, binnen zou kunnen zijn, hebben we ook een efficiënte afhandeling met elkaar.
De voorzitter:
Dat is een nieuw voorstel. Ik zal daar straks op terugkomen. U verleent dus geen steun aan het debat.
De heer Leenders (PvdA):
Ik sluit mij aan bij de heer Dijkgraaf. Graag wil ik een brief voorafgaande aan het debat. Dan bespreken we dit punt donderdag bij het AO Gewasbeschermingsmiddelen.
De heer Bashir (SP):
Wij steunen het verzoek om een brief en het verzoek om een debat. Wij willen die brief graag voor het algemeen overleg ontvangen, waarbij dan ook wordt ingegaan op de historische cijfers van zowel de commerciële verkoop als het particuliere gebruik van pesticiden.
De voorzitter:
Ik zie dat er geen steun van een meerderheid is voor uw verzoek om een debat, mevrouw Koser Kaya. Ik denk dat het praktisch gezien geen slechte zaak zou zijn als vóór donderdag 12.00 uur die brief er is. Dan kunt u dit onderwerp in de tweede termijn van dat AO behandelen. Kunt u daarmee uit de voeten?
Mevrouw Koser Kaya (D66):
Ik ben blij met de steun voor de brief. Ik wil wel dat we die brief dan vóór donderdag 12.00 uur ontvangen. Ik vermoed alleen dat dit heel ingewikkeld zal worden. Ik zou mijn collega's straks schriftelijk willen vragen om de tweede termijn iets langer te houden, want het is geen gewoon algemeen overleg.
De voorzitter:
Dat gaan we hier niet doen. Dat bespreekt u dan maar met de commissie.
Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.
Het woord is aan de heer Ten Broeke van de VVD.
De heer Ten Broeke (VVD):
Voorzitter. Terwijl ons zojuist het bericht heeft bereikt dat Nederlandse F-16's boven Oost-Syrië voor het eerst doelen hebben geraakt van ISIS, de enige juiste vijand, werd het debat van vorige week waarin wij hebben ingestemd met de uitzending van Nederlandse militairen, gedomineerd door de situatie in West-Syrië. Er dreigt daar een humanitaire catastrofe te ontstaan en het aantal bombardementen neemt daar toe. Vorige week werd in München afgesproken dat er een einde zou komen aan die bombardementen en dat er een begin zou worden gemaakt met humanitaire steun. Maar geen van beide lijkt te gebeuren. Daar komt bij dat de Turkse regering kennelijk heeft ingestemd met een fors aantal bombardementen boven de stad Azaz en boven het Koerdische vliegveld bij Aleppo. De Turken hebben nu ook een open uitnodiging voor grondtroepen gedaan. Een NAVO-lidstaat vraagt dus om grondtroepen of dreigt daar zelfs mee in een chaotische situatie waarbij ook de Russen aanwezig zijn. Er is sprake van een mogelijke clash tussen de regionale grootmachten Saudi-Arabië en Iran. Het gaat om de eenheid van de NAVO, de helderheid van artikel 5 en de geloofwaardigheid van de VS en het Westen. We hebben weleens over minder gedebatteerd. Ik wil graag om een dertigledendebat verzoeken. Ik wil dat dat debat zo snel mogelijk wordt gehouden, voorafgegaan door een brief, en ik wil dat debat graag voeren met de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Defensie.
De voorzitter:
U staat hier namens 40 leden, dus dat dertigledendebat hebt u al.
De heer Ten Broeke (VVD):
Dat is juist.
De voorzitter:
Is er misschien iets anders dat u beoogt?
De heer Ten Broeke (VVD):
Ik wil zo snel mogelijk een debat. Laten we bekijken of er een meerderheidsdebat in zit. Volgens mij kunt u dat doen, voorzitter.
De voorzitter:
Ik vraag het maar, want u nam er al 40 mee.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Gezien de inhoud en de korte manier van formuleren, steun ik het verzoek.
Mevrouw Gesthuizen (SP):
Ik haak even in op de woorden die de heer Ten Broeke als eerste gebruikte, namelijk over het bombarderen door onder meer Nederlandse F-16's. Met al die bommen van Russen, Amerikanen en Nederlanders zit het staakt-het-vuren er voorlopig nog niet in. Mede daarom steun ik het verzoek om een debat van harte. Laten we hopen dat het een meerderheidsdebat wordt. Wat mij betreft zou dat deze week nog moeten plaatsvinden.
De heer De Roon (PVV):
Het voorstel van de heer Ten Broeke is ons geworden via een schriftelijk bericht op de lijst van de regeling van werkzaamheden. Het is gebaseerd op een Twitterbericht. Ik ben er in het algemeen niet voor om op basis van Twitterberichten tot debatten te besluiten, maar ik heb gezien dat er inmiddels ook een kort bericht in De Telegraaf is verschenen. Daar maak ik uit op dat Turkije heeft gezegd: wij willen dat graag, maar we gaan het netjes vragen aan onze bondgenoten, waaronder ook Nederland. Ik zie de gloeiende haast op dit moment dus niet. Uiteraard wil ik wel een brief van onze regering over dit onderwerp, waarin zij, uitgebreider dan wat in het bericht in De Telegraaf staat, aan ons kenbaar kan maken wat er aan de hand is en wat de eerste gedachten van de regering daarover zijn.
De voorzitter:
Dus geen steun voor een eventueel verzoek om een meerderheidsdebat.
De heer Sjoerdsma (D66):
Wat onze NAVO-bondgenoot Turkije op dit moment doet en zegt, moet ons wel zorgen baren en moet ons ook echt tot spoed manen. Vandaar van harte steun voor het voorstel van de VVD om hier zo snel mogelijk een debat over te houden. Ik hoop ook dat dit een meerderheidsdebat zal zijn.
De heer Knops (CDA):
Het is goed dat de heer Ten Broeke dit verzoek doet. Wij hebben hier vorige week ook al over gesproken. Toen was de heer Ten Broeke nog niet zo ver als nu, maar toen was de rol van Turkije ook onderwerp van debat. Kortheidshalve: steun voor dit verzoek.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Er zal ongetwijfeld morgenmiddag bij de voorbespreking van de Europese Raad ook over gesproken worden. Mocht dat niet het geval zijn, dan van harte steun. Ik hoop ook dat het een meerderheidsdebat wordt. Er is alle aanleiding om dit onderwerp apart te bespreken. Dus steun voor het verzoek om een debat. Ik krijg ook graag daaraan voorafgaand een brief van de minister van Buitenlandse Zaken.
De heer Servaes (PvdA):
Die brief lijkt mij op dit moment het belangrijkste. Er is een nieuwsbericht over een uitnodiging die Turkije gedaan zou hebben aan NAVO-bondgenoten over iets wat juist niet binnen artikel 5 past: geen verdediging maar activiteiten elders. Het lijkt mij belangrijk om in ieder geval zo snel mogelijk de mening van het kabinet te krijgen of dit wel of niet onder artikel 5 valt. Wij vernemen graag hoe het kabinet daartegen aankijkt. Als het kan, zou het goed zijn als die brief morgen nog voor het debat over de Europese top de Kamer bereikt. Voor het overige: steun voor het debat.
De voorzitter:
Ik zit in een lastig parket. Ik zal dit volstrekt open met u bespreken. Er is een duidelijke meerderheid voor een debat. Tegelijkertijd is dit een onderwerp dat buitengewoon veel haast heeft. Een apart debat zie ik echter deze week niet zo snel op de agenda verschijnen. Ik heb ook de vraag om een brief gehoord. Kunt u ermee leven dat die brief er voor het debat van morgen is en dat het onderwerp morgen wordt betrokken bij het debat dat wij toch al hebben?
De heer Ten Broeke (VVD):
Als de brief inderdaad morgen voor het debat over de EU-top kan komen, zoals de heer Servaes suggereerde, dan geeft dat in ieder geval de collega's die bij dat debat aanwezig zijn, de kans om dit daarbij op te brengen. Volgens mij zit dat debat echter al heel vol. De rol van Turkije zal van verschillende kanten worden belicht. Daarbij komen ook de vluchtelingenproblematiek, de EU en de deal die met Erdogan zou zijn gedaan aan bod.
Ik had de hoop dat de heer De Roon bereid zou zijn om zijn debat over Qatar opnieuw uit te stellen. Dat debat is nu al een aantal keren uitgesteld en de urgentie daarvan is, wellicht ook in de ogen van de heer De Roon, hoop ik, wat minder dan van wat wij nu uit Ankara vernemen. Ik zie geen beweging bij de heer De Roon, dus ik neem aan dat die mogelijkheid er voor mij niet in zit. Als dat zo is, heb ik het te doen met uw voorstel, voorzitter.
De voorzitter:
Voordat wij nu de buitengewoon riskante route opgaan van het onderling uitkwartetten van debatten: op het tijdstip dat voor het debat over Qatar gepland staat, zijn wellicht de bewindslieden niet aanwezig. Laten wij nu even heel voorzichtig zijn.
De heer De Roon (PVV):
Wat u constateert, voorzitter, wilde ik ook opmerken. Daarnaast wijs ik erop dat het dertigledendebat over Qatar al meer dan een jaar op de rol staat. Het staat al een halfjaar nummer 1 op de lijst van dertigledendebatten. Het debat is al een paar keer uitgesteld. Ik wil toch wel graag dat wij nu het Reglement van Orde op dit punt volgen. De heer Ten Broeke lijkt in stemmen met het verzoek om een brief voorafgaand aan het debat dat hij aanvraagt. Als die brief daartoe aanleiding geeft, kunnen wij desnoods volgende week een spoeddebat over dat onderwerp voeren. Wellicht blijkt de urgentie daarvan uit de brief.
De heer Ten Broeke (VVD):
Ik had zelf het voorstel voor een brief gedaan, dus vanzelfsprekend stem ik daarmee in. Als de brief verzonden kan worden voor het debat over de EU-top is dat prima. Omdat er een debat over de EU-top is en ik van mening ben dat het echt urgent is dat dit besproken wordt — de onduidelijkheid over en de geloofwaardigheid rondom artikel 5 vergt dit nu eenmaal — moet dat dan maar het debat zijn waarin dit besproken wordt. Mocht de brief aanleiding geven tot nadere debatten, dan zullen wij er na het krokusreces op terug moeten komen. Ik vind het jammer dat wij niet kunnen verhuizen naar het moment direct na dit debat. Het onderwerp rechtvaardigt aparte bespreking.
De voorzitter:
Maar dat is een andere kwestie. De indiener moet zoiets zelf terugtrekken en hij heeft duidelijk aangegeven dat hij daaraan geen behoefte heeft. Het is duidelijk dat de Kamer verwacht dat de brief er voor 10.15 uur is, of in ieder geval hoopt dat hij er is, en dat ik het stenogram zal doorgeleiden naar het kabinet. Bij een latere regeling zien we dan verder, mijnheer Ten Broeke.
Het woord is aan de heer Bashir van de SP.
De heer Bashir (SP):
Voorzitter. Ik kan mij voorstellen dat er op dit moment paniek is op het ministerie van Financiën, want de advocaat-generaal van de Hoge Raad heeft een advies uitgebracht waarmee hij min of meer een bom heeft gelegd onder box 3, waarin miljonairs evenveel betalen als spaarders. Het zou een goede zaak zijn om hier heel snel over te spreken. Het gaat hier niet om klein bier, maar over 4 miljard euro. Wij willen hierover graag een brief ontvangen met een reactie van het ministerie van Financiën en wij willen hierover een debat voeren met de staatssecretaris van Financiën.
De heer Van Vliet (Van Vliet):
Advocaat-generaal Niessen van de Hoge Raad — ik heb ooit college bij hem gevolgd — is een heel verstandige man. Als hij een bom legt onder een van de drie pijlers van de inkomstenbelasting, neem ik aan dat Financiën zich daar wel degelijk op zal beraden. Dit verzoek van de heer Bashir — hij was één seconde sneller dan ik, wat zeer ongebruikelijk voor hem is — kan op mijn steun rekenen.
De voorzitter:
Beide verzoeken?
De heer Van Vliet (Van Vliet):
Ja.
De heer Van Weyenberg (D66):
Dit heeft inderdaad grote consequenties, in ieder geval in potentie. Het goede nieuws is dat er een aangenomen motie is van de heer Bashir, de heer Grashoff en ondergetekende, waarin het kabinet wordt opgeroepen om alles op alles te zetten om met een wetsvoorstel te komen om daadwerkelijk rendement te gaan belasten. Ik steun beide verzoeken van de heer Bashir. Ik zou voorts graag zien dat het kabinet in de brief die de heer Bashir vraagt, ingaat op de stand van zaken van de uitvoering van deze aangenomen Kamermotie, zodat wij weten of het gaat lukken om hier op Prinsjesdag een nieuw wetsvoorstel in te dienen waarin de vermogensbelasting wordt vervangen door het belasten van daadwerkelijk gerealiseerd rendement, wat veel eerlijker is.
De voorzitter:
Dit komt allemaal te staan in het stenografische verslag, dat ik ga doorsturen.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Wij zijn er ook voorstander van om alleen het echte rendement te belasten. Ik steun het verzoek om een brief. Wij wachten de brief af voordat wij steun uitspreken voor het verzoek om een debat. Het is volgens ons nog onder de rechter. Er kan nog in hoger beroep worden gegaan en dan is de regel, tenzij het staatsbelang in het geding is, dat wij afwachten wat de rechter er uiteindelijk van vindt.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Mede namens de PvdA spreek ik geen steun uit voor het debat. Het is nu nog een conclusie van de advocaat-generaal en ik vind dat de Hoge Raad eerst maar uitspraak moet doen.
De heer Knops (CDA):
Wij moeten hier wel zorgvuldige procedures hanteren. Een brief is prima en voor het overige sluit ik aan bij de heer Dijkgraaf, die dat uitstekend verwoord heeft.
De heer Fritsma (PVV):
De PVV steunt beide verzoeken.
De voorzitter:
Mevrouw Kuiken, er was al namens u gesproken, maar ga uw gang. Nee, toch niet?
De heer Bashir (SP):
Dit is een groot en belangrijk onderwerp. Het gaat om veel geld. In potentie kan dit een groot gat in de begroting slaan. Er ligt hier een aangenomen motie over hoe het systeem zou moeten zijn. Ik verzoek u om dit debat als een dertigledendebat op de lijst te zetten. Voordat het wetsvoorstel om box 3 te hervormen de Kamer bereikt, zou het goed zijn om in de Kamer nog eens uitgebreid te spreken over de vraag hoe het er dan zou moeten uitzien. Daarvoor kunnen wij dit debat dan gebruiken.
De voorzitter:
Een meerderheidsdebat zit er dus niet in. U hebt dat zelf al geconcludeerd. Een dertigledendebat kunnen wij zeker inplannen. De brief gaat er komen als de Kamer het stenografisch verslag naar het kabinet doorstuurt, en dat zullen wij doen.
Wij zijn daarmee gekomen aan het einde van de regeling van werkzaamheden.
De vergadering wordt van 17.16 uur tot 17.22 uur geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20152016-55-32.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.