3 Vragenuur: Vragen Van Oosten

Vragen van het lid Van Oosten aan de minister van Veiligheid en Justitie over het bericht "Kliklijn voor drugs". 

De heer Van Oosten (VVD):

Voorzitter. Er zijn positieve ontwikkelingen in de Rotterdamse haven. Ik las zondag in De Telegraaf dat havenbedrijven, private bedrijven en de overheid de handen ineen hebben geslagen in een privaat-publieke samenwerking. Havenbedrijven, douane, Openbaar Ministerie en politie maken werk van het aanpakken van smokkelaars en van corrupte havenmedewerkers, want helaas, ook die zijn er. 

Desondanks heb ik een paar vragen aan de minister, niet eens zozeer over de Rotterdamse haven als wel over de effecten die dat wellicht teweeg zou kunnen brengen op andere havens, want de Rotterdamse haven is niet onze enige zeehaven. Er wordt nu een kliklijn gestart waar medewerkers van de haven zich kunnen melden. In hoeverre bestaat er een vergelijkbare kliklijn voor de andere havens? Ik denk dan aan Vlissingen, Terneuzen, Eemshaven en Amsterdam. Als die kliklijn daar niet is, ziet de minister dan een aanjaagfunctie voor zichzelf om deze te bewerkstelligen, zodat ook daar mensen die eventueel geconfronteerd worden met collega's die corrupt zijn, dat kunnen melden? Dan kunnen we voorkomen dat die smokkelwaar het land in komt. 

Zijn er eigenlijk cijfers beschikbaar over hoeveel smokkelwaar jaarlijks ons land binnenkomt via de havens? Dat vind ik erg interessant, want als je dat weet, kun je beleid maken om erop te sturen. Bovendien kun je dan voorkomen dat er als gevolg van speciale handelingen in de ene haven een soort waterbedeffect optreedt richting de andere haven. 

Ten slotte vraag ik mij af of er voldoende strafrechtelijke mogelijkheden zijn om die medewerkers die fout zijn, aan te kunnen pakken. Ik wacht met belangstelling de antwoorden van de minister af. 

Minister Van der Steur:

Voorzitter. Dank aan de heer Oosten, die mij de gelegenheid geeft om aandacht te besteden aan het programma dat gisteren door de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb is gelanceerd, namelijk het programma Rotterdamse Haven, Veilige Haven. Die campagne maakt deel uit van het al langer bestaande programma Integere Haven, waarin publieke en private partijen samenwerken om georganiseerde drugscriminaliteit, maar ook andere vormen van criminaliteit te weren uit de Rotterdamse haven. Het gaat om een samenwerkingsverband van het Openbaar Ministerie, de zeehavenpolitie, de douane en de gemeente Rotterdam, maar ook van het Havenbedrijf Rotterdam, het containerbedrijf RWG en de scheepvaartonderneming P&O Ferries, zoals de heer Van Oosten terecht opmerkt. 

Die campagne is een campagne van Meld Misdaad Anoniem. Deze is specifiek gericht op de Rotterdamse havenmedewerkers en vrachtwagenchauffeurs. Het nummer dat beschikbaar is, is het nummer van Meld Misdaad Anoniem. Achter dat nummer zijn mensen beschikbaar die verstand hebben van havens in algemene zin en specifiek van de Rotterdamse haven en die in staat zijn om mensen die meldingen willen doen, op een goede manier te woord te staan. 

Dat geldt natuurlijk ook voor mensen uit andere havens in Nederland. In die zin is Meld Misdaad Anoniem beschikbaar. Er zijn mensen beschikbaar die erachter zitten, die hiervoor opgeleid zijn, maar er is nog niet zo'n campagne gelanceerd in die andere havens. Ik zal morgen zelf een werkbezoek brengen aan de haven van Vlissingen. Ik zal dan vragen of daar die behoefte er ook zou kunnen zijn. Het is dan typisch iets wat in het lokale verband kan worden opgepakt. 

De heer Van Oosten vroeg vervolgens of er cijfers beschikbaar zijn. Ja, we hebben cijfers van wat we pakken. Ik stel voor dat ik de Kamer separaat informeer zodra we het complete beeld van de Nederlandse havens hebben. We weten natuurlijk hoeveel kilo cocaïne we bijvoorbeeld jaarlijks tegenhouden in de Rotterdamse haven. We weten natuurlijk niet hoeveel we niet tegenhouden. De heer Van Oosten zal begrijpen dat ik de Kamer daarover niet kan informeren. Een mooi voorbeeld is dat er afgelopen vrijdag nog 48 pakken cocaïne zijn gevangen, alles bij elkaar 55 kilo, aan de buitenkant van een schip. De douane heeft daar met haar duikteam een succesvolle actie gehouden. 

Ter afronding kan ik bevestigen dat er voldoende strafrechtelijke mogelijkheden zijn om corrupte medewerkers adequaat te bestraffen. 

De heer Van Oosten (VVD):

Met dat laatste ben ik natuurlijk blij. Ik ben er ook wel gelukkig mee dat de minister nog terugkomt op de nadere beschrijving van de cijfers, voor zover dat natuurlijk kan worden nagegaan. Ik vind het toch wel heel belangrijk om dit thema te blijven volgen en er op gepaste momenten, bij een algemeen overleg of een debat in deze zaal, aandacht aan te besteden. Uiteindelijk gaat het wel om keiharde harddrugs die ons land worden ingevoerd, om wapensmokkel en soms zelfs om mensensmokkel. Wij willen allemaal dat dat voorkomen wordt en dat het wordt aangepakt. Daarom is het zo belangrijk om het niet alleen te richten op de haven van Rotterdam, maar ook op al die andere havens. 

Daarover gaat mijn vervolgvraag. Het is mij bekend dat de Rotterdamse haven een vaste scanner heeft waarmee bij risicoladingen wordt bekeken wat er eigenlijk in zo'n container zit en wat er eigenlijk via zo'n schip wordt vervoerd. Van tevoren wordt bekeken of de lading van het schip er überhaupt voor in aanmerking komt. Ik vraag mij af welk beleid daar nu op zit. Nederland kent voor zover ik weet slechts één vaste scanner, die in Rotterdam staat. Verder worden er mobiele scanners gehanteerd. Dat is begrijpelijk, want die scans kosten veel geld. Hoe voorkomen we dat er door criminelen en smokkelaars aan een soort risicotaxatie wordt gedaan? Ik bedoel dat in de zin van: hé, die vaste scanner staat in Rotterdam en de mobiele scanner staat nu toevallig even in Terneuzen; weet u wat wij doen, wij gaan naar de Eemshaven. Het gevolg is dat die smokkelwaar wel in ons land komt. Kan de minister daar nog op ingaan? 

Minister Van der Steur:

We zullen het waterbedeffect waarop de heer Van Oosten doelde en waarnaar hij ook in eerste instantie al vroeg, natuurlijk nooit helemaal kunnen voorkomen. Stel dat wij erin slagen om alle Nederlandse havens zodanig te beveiligen dat criminelen, in de risicotaxatie die zij zonder twijfel maken, besluiten om Nederland maar over te slaan. Dan zullen ze de import via bijvoorbeeld Antwerpen of de Duitse havens dan wel op een andere manier laten plaatsvinden. De drugs komen dan nog steeds in Nederland aan. Dit zal altijd een strijd blijven die politie en justitie tegen criminelen moeten voeren. Om die reden is het goed dat nauw wordt samengewerkt met bijvoorbeeld de haven in Antwerpen. We weten dat samenwerking op dat punt van groot belang is. 

Ik stel voor dat ik de concrete vragen over de scans die worden toegepast, meeneem in de brief die ik de Kamer zal sturen. Het is misschien wel aardig om de recente cijfers over 2015 te noemen. Er zijn 72 onderzoeken gedaan door het HARC-team. Dat is overigens niet beperkt tot Rotterdam. Ook op Schiphol is onderzoek gedaan. Dat heeft meer dan 9.000 kilo drugs opgeleverd, waarvan bijna 5.000 kilo cocaïne, alsmede bijna 5.000 kilo marihuana. In januari zijn er zeventien verdachten voor de rechter gebracht. Dat heeft dan weer wel te maken met de haven van Rotterdam. De hoofdverdachte heeft 8,5 jaar cel opgelegd gekregen. In februari is er nog een zaak met tien verdachten, allemaal gekoppeld aan de haven van Rotterdam, voor de rechter gebracht. Ik zal de specifieke vragen over de scans meenemen in de brief die ik de heer Van Oosten heb toegezegd. 

De heer Van Oosten (VVD):

Waarvoor dank. Ik wil die risicotaxatie van de zijde van smokkelaars en criminelen voorkomen. Die willen we allemaal voorkomen, want daar hebben we niets aan, omdat ze via een andere deur alsnog ons land binnenkomen. Ten slotte ben ik er erg blij mee dat de minister morgen tijdens een bezoek aan de haven in Vlissingen aandacht zal schenken aan dit vraagstuk en dat hij de medewerkers daar meegeeft dat ze zich ook nu al bij Meld Misdaad Anoniem kunnen melden als ze worden geconfronteerd met een collega die helaas corrupt in het leven staat. Dat geldt dus niet alleen voor medewerkers van de Rotterdamse haven. 

Minister Van der Steur:

Ik waardeer het zeer dat de heer Van Oosten ziet dat we alles op alles zetten om ook deze vorm van criminaliteit tegen te gaan, en met succes. Ik zal in Vlissingen ook de vraag stellen die de heer Van Oosten heeft voorgesteld. Ik denk dat het goed is om te bekijken of de ervaringen die we opdoen met deze actie in Rotterdam, een landelijke uitrol rechtvaardigen. Maar het nummer en de mensen die erachter zitten, die zijn opgeleid om dit soort specifieke probleem aan te pakken, zijn ook beschikbaar voor de andere havens in Nederland. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik ben blij te horen dat dit allemaal vanuit die ene kliklijn geregisseerd wordt. Ik vraag mij af of het bij de landelijke uitrol alleen over smokkel gaat of ook over doorvoer achter de douane. Kan het ook andere onderwerpen betreffen? Een van de vormen van doorvoer door de Rotterdamse haven die mijn fractie een doorn in het oog is, is de handel in walvisvlees. Wij zijn ondertekenaar van het Cites-verdrag, waardoor handel in een heleboel diersoorten verboden is, maar via de Rotterdamse haven kan er wel walvisvlees doorgevoerd worden. Kunnen medewerkers het ook melden als zij dat tegenkomen? Of gaat het hele verhaal dat we net hebben gehoord, alleen maar op voor zaken die door de Nederlandse douane, dus binnen het Nederlandse territorium, komen? 

Minister Van der Steur:

Meld Misdaad Anoniem staat open voor alle vormen van misdaad, welke vorm dan ook. Iedereen kan daar terecht om anoniem te melden. Als iemand iets in die richting zou willen melden, dan kan dat ook. 

Mevrouw Helder (PVV):

Nog niet zolang geleden heb ik een fantastisch werkbezoek gehad bij de zeehavenpolitie in Rotterdam. Daar werd mij toen verteld dat er een gebrek aan speurhonden was en dat ze weleens een lading door moesten laten gaan omdat de hond vanuit de andere kant van het land moest komen. De voorganger van deze minister heeft zelfs tijdens een debat nog gebeld met de betreffende eenheid om te vragen of dat probleem getackeld werd. Dat was ook zo. Ik hoor graag van deze minister dat hij de handschoen blijft oppakken en dat hij regelmatig bij de Zeehavenpolitie in Rotterdam navraagt of er nog steeds voldoende capaciteit is bij de speurhonden. 

Minister Van der Steur:

Ik herinner mij dat ik in mijn vorige hoedanigheid, als lid van uw Kamer, ook een heel goed en bijzonder werkbezoek heb gehad bij de Zeehavenpolitie in Rotterdam. Dat was misschien na het werkbezoek van mevrouw Helder, want ik heb dat signaal niet meegekregen van de zeehavenpolitie, maar ik zal, indachtig de inzet van mijn voorganger, graag deze handschoen opnemen. Ik zal in de brief rapporteren over de stand van zaken met betrekking tot de drugshonden. Dat zijn de honden waar mevrouw Helder op doelt. 

Naar boven