5 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, dinsdag a.s. ook te stemmen over de brief van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties over voorlichtingsvragen aan de Raad van State inzake het geven van aanwijzingen aan de Gouverneurs van de landen in het Caribische deel van het Koninkrijk (34000-IV, nr. 38) en over de aangehouden motie-Bashir/Van Helvert (29398, nr. 454). 

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op: 

  • -maandag 13 april van 14.00 uur tot 18.00 uur van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie over het wetsvoorstel Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van Richtlijn 2013/32/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende gemeenschappelijke procedures voor de toekenning en intrekking van de internationale bescherming (PbEU 2013, L180) en Richtlijn 2013/33/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van normen voor de opvang van verzoekers om internationale bescherming (PbEU 2013, L180) (34088); 

  • -maandag 20 april van 14.00 uur tot 16.00 uur van de vaste commissie voor Financiën over de initiatiefnota van het lid Omtzigt over de accijnsopbrengsten (34135). 

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten. 

De voorzitter:

Op verzoek van de VVD-fractie heb ik de volgende benoemingen in commissies gedaan: 

  • -in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken het lid Tellegen tot lid en het lid De Lange tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures; 

  • -in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het lid Teeven tot lid in plaats van het lid Bosman, het lid Van 't Wout tot lid in de bestaande vacature en het lid Bosman tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van 't Wout; 

  • -in de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking het lid Teeven tot lid en het lid Nijkerken-de Haan tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures; 

  • -in de vaste commissie voor Defensie de leden Teeven en Van 't Wout tot lid en het lid De Lange tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures; 

  • -in de vaste commissie voor Economische Zaken het lid Bosman tot lid in de bestaande vacature en het lid Teeven tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Bosman; 

  • -in de vaste commissie voor Europese Zaken de leden Tellegen en Potters tot lid in de bestaande vacatures en het lid Aukje de Vries tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Potters; 

  • -in de vaste commissie voor Financiën het lid Van 't Wout tot lid in de bestaande vacature; 

  • -in de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu het lid Bosman tot lid in de bestaande vacature en het lid Nijkerken-de Haan tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Bosman; 

  • -in de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties het lid Teeven tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature; 

  • -in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Van Veen tot lid in plaats van het lid Rutte en het lid Rutte tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid De Boer en het lid Nijkerken-de Haan tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature; 

  • -in de commissie voor de Rijksuitgaven het lid Van 't Wout tot lid in de bestaande vacature; 

  • -in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid Nijkerken-de Haan tot lid in plaats van het lid Azmani en het lid Azmani tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Taverne; 

  • -in de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie de leden Van Wijngaarden en Veldman tot lid in de bestaande vacatures en de leden De Caluwé en De Lange tot plaatsvervangend lid in plaats van de leden Veldman en Van Wijngaarden; 

  • -in de algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst het lid Van Veen tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature; 

  • -in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport de leden Rudmer Heerema, Potters, Ziengs en De Lange tot lid in de plaats van de leden Van Wijngaarden, Van Veen, Tellegen en Van 't Wout en de leden Nijkerken-de Haan, Van Veen en Van der Linde tot plaatsvervangend lid in plaats van de leden Rudmer Heerema, Neppérus en Potters. 

Ik deel mee dat ingevolge artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde de volgende aangehouden moties zijn vervallen: 

21501-08-540; 21501-08-541; 26991-455; 27858-284; 27858-286; 28973-146; 28973-147; 28973-153; 29398-437; 30111-75; 30111-76; 30196-273; 30196-274; 31066-224; 31066-225; 31497-146; 31839-432; 31839-442; 31839-443; 31839-446; 32034-11; 32336-38; 33796-16; 33876-4; 33948-11; 33952-25; 33952-26; 33985-10; 34000-VII-19; 34000-VIII-12; 34000-VIII-14; 34000-XIII-58; 34000-XIII-73; 34000-XVI-11 en 34085-4. 

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda: 

  • -het VAO Ondernemen en gastvrijheidseconomie naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 1 april, met als eerste spreker mevrouw Agnes Mulder van het CDA; 

  • -het VAO Bezuinigingen Nederlands Forensisch Instituut naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 1 april, met als eerste spreker de heer Van Nispen van de SP; 

  • -het VAO Rechtspraak naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 1 april, met als eerste spreker mevrouw Helder van de PVV. 

Daartoe wordt besloten. 

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Siderius van de SP. 

Mevrouw Siderius (SP):

Voorzitter. Gisteren was er een uitzending van ZEMBLA over mensen met een lichte verstandelijke beperking die niet meer mee kunnen in de maatschappij. Daarover heb ik eerder al een dertigledendebat met de minister-president aangevraagd. Dat was naar aanleiding van een rapport van het SCP, dat hetzelfde concludeerde. Mijn verzoek van vandaag is om die uitzending van ZEMBLA in ieder geval toe te voegen aan dat dertigledendebat en om dit debat spoedig in te plannen. Ik weet dat mijn collega Leijten nog een aantal schriftelijke vragen heeft liggen over de straatdokters die in die uitzending van ZEMBLA aan het woord kwamen. Het zou mooi zijn als de antwoorden op die vragen ook binnen zijn voordat we het debat gaan voeren. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Ik zie dat de heer Potters nog iets wil zeggen. 

De heer Potters (VVD):

Ik heb nog een reactie naar aanleiding van het verzoek. Het zou natuurlijk ook kunnen dat we een AO inplannen met de verantwoordelijke staatssecretaris. Dat kunnen we snel doen. Dan hoeven we niet te wachten op het dertigledendebat. Als het via een AO kan, heeft dat mijn voorkeur. Het heeft niet mijn voorkeur om nu al een dertigledendebat met spoed in te plannen. 

De voorzitter:

Dat kunt u ook via de procedurevergadering met elkaar afspreken. 

Mevrouw Siderius (SP):

Dit debat gaat over de participatiesamenleving. Dat is het hart van het coalitieakkoord tussen de VVD en de Partij van de Arbeid. Het lijkt me dus zeer logisch dat we dat debat hier voeren, met de minister-president. 

De voorzitter:

Ik geef het woord aan mevrouw Berndsen-Jansen van D66. Die is er niet. 

Dan is het woord aan de heer Omtzigt van het CDA. Ook die is er niet. 

Het woord is aan de heer Van Meenen van D66. 

De heer Van Meenen (D66):

Voorzitter. Uit berichtgeving van de Volkskrant van vanochtend naar aanleiding van een onderzoek van de Algemene Onderwijsbond blijkt dat scholen veel last ervaren van de wijze waarop de inspectie nog steeds de scholen controleert, terwijl er ogenschijnlijk, zowel gezien de experimenteerfase als gezien de woorden van de hoofdinspecteur, veel zou moeten veranderen in het toezicht. Ik zou graag een debat willen over de stand van zaken van het toezicht en de manier waarop we zo snel mogelijk de lasten voor de scholen kunnen verminderen. 

Mevrouw Siderius (SP):

Hetzelfde verzoek, van mij, over hetzelfde bericht werd vanochtend in de procedurevergadering afgewezen. Daarvoor was geen meerderheid in de commissie. Het is dan ook bijzonder dat D66 hier dat debat opeens wel aanvraagt. Wij willen daar snel over spreken. Als we een plenair debat krijgen, wordt dat waarschijnlijk pas in oktober, november of december gehouden. Wij steunen dit verzoek dus nu niet. Wij willen het debat graag in de commissie voeren. Mocht er een meerderheid voor zijn, wil ik aan de voorzitter vragen of zij kan aangeven wanneer dat debat dan ongeveer op de rol zal staan. 

De heer Van Meenen (D66):

Mag ik daar even op reageren? 

De voorzitter:

U hebt uw verzoek gedaan. We geven nu het woord aan de Kamerleden. 

De heer Beertema (PVV):

Wat ons betreft is het nog steeds een mysterie waar die regeldruk en al die last nu vandaan komt. Komen die van de managers en de bestuurders of van de inspectie? Ik zou dat graag eens boven tafel krijgen in een debat. 

De heer Van der Staaij (SGP):

Ook de SGP steunt dit verzoek om een debat. 

Mevrouw Jadnanansing (PvdA):

Namens de PvdA: steun voor dit verzoek. 

De heer Rog (CDA):

Ook de CDA-fractie steunt het verzoek om een plenair debat. 

Mevrouw Straus (VVD):

Ook wij steunen het verzoek om een debat, maar we willen wel graag eerst een brief van de staatssecretaris over dit onderwerp, zodat we die kunnen meenemen in het debat. Bovendien loopt er nog een onderzoek van de Onderwijsraad over van wie nu precies wat moet. Dat gaat precies over het punt dat de heer Beertema aangaf. Het zou mooi zijn als we al zicht hebben op de resultaten daarvan. Dan kan dat in de planning meegenomen worden. Mocht dat niet zo zijn, ontvangen we in ieder geval wel graag de brief van de staatssecretaris voor het debat. 

De voorzitter:

Mijnheer Van Meenen, u hebt de steun van de meerderheid van de Kamer voor het houden van een plenair debat. Er is nog wel een verzoek om vooraf een brief van de staatssecretaris te ontvangen over de regeldruk door de Inspectie van het Onderwijs. Iedere fractie zal vier minuten spreektijd krijgen. In reactie op de vraag van mevrouw Siderius zeg ik dat het voor mij onmogelijk is om aan te geven wanneer het debat ingepland zal worden. 

De heer Van Meenen (D66):

Ik wil daar ook nog even iets op terugzeggen. Vannacht heb ik om 1.06 uur deze aanmelding voor de regeling van werkzaamheden gedaan. Vervolgens meldt de SP om 7.15 uur vanochtend een rondvraag aan voor de procedurevergadering. Daarom sta ik hier nog steeds. Ik heb gewoon een regulier verzoek gedaan om een plenair debat. Ik zou niet weten waarom een tussentijdse rondvraag in een procedurevergadering dat zou verhinderen. Dit zeg ik even om de volgorde der dingen duidelijk te maken. 

De voorzitter:

Ik wil eigenlijk altijd voorkomen om in een regeling van werkzaamheden dit soort discussies te krijgen. 

De heer Van Meenen (D66):

Dat begrijp ik, maar ik werd daar nogal op aangesproken. 

De voorzitter:

Als ik u, mevrouw Siderius, nu weer het woord geef, moet ik daarna ook weer de heer Van Meenen het woord geven. 

Mevrouw Siderius (SP):

Ik wil op u reageren, voorzitter. Misschien kunt u dan aangeven … 

De voorzitter:

Nee, ik kan echt niet aangeven wanneer een meerderheidsdebat … 

Mevrouw Siderius (SP):

… of u een goed humeur heeft vandaag? Ik wil alleen weten het hoeveelste debat dit is op de regeling en of u verwacht dat het voor het zomerreces kan worden ingepland of daarna. 

De voorzitter:

Wanneer een meerderheidsdebat wordt ingepland, mevrouw Siderius, heeft niks te maken met mijn humeur, maar dat bepaalt de Kamer zelf. 

Ik geef het woord aan de heer Rog van het CDA. 

De heer Rog (CDA):

Voorzitter. Al vijf weken lang is er sprake van een illegale bezetting van het Maagdenhuis in Amsterdam, aanvankelijk door studenten, maar inmiddels wordt het monumentale pand uitgewoond door beroepsactivisten, krakers en drugsgebruikers. Het CDA maakt zich zorgen over de veiligheidssituatie rond het Maagdenhuis. Er worden vernielingen aangericht en dit monumentale pand raakt zwaar beschadigd. Ten minste twee keer zijn er al beveiligers gewond geraakt, en drugs zwerven rond in het gebouw. Het college van bestuur lijkt gezwicht voor de druk van de actievoerders, die vooral niet studeren. Zij zeggen zelfs niet in studeren te geloven, hebben we op GeenStijl kunnen zien. Dit wordt kennelijk allemaal gepikt door het college van bestuur. Voor het CDA is de maat vol. Wij willen een debat met de minister over de veiligheidssituatie in en rond het Maagdenhuis, voorafgegaan door een brief. 

De heer Beertema (PVV):

De PVV steunt dit uiteraard voluit. De heer Rog spreekt helemaal de goede taal. 

De heer Jasper van Dijk (SP):

Er is allang een debat aangevraagd over het Maagdenhuis. Het staat de heer Rog vrij om daarin alles te zeggen waaraan hij behoefte heeft. Geen steun dus voor dit verzoek om een debat. 

De heer Mohandis (PvdA):

Het zou goed zijn als er een aanvullende brief zou komen over de veiligheidssituatie, die vandaag niet anders is dan een paar weken geleden. We hebben vanochtend in de procedurevergadering met elkaar afgesproken dat er een hoorzitting komt over de kwaliteit van het hoger onderwijs. Het debat is al aangevraagd, zoals collega Van Dijk zei. Dat wordt een keer gepland en dan kan iedereen zeggen wat hij wil. Geen steun voor het debat. 

De heer Van der Staaij (SGP):

Steun voor het verzoek van de heer Rog. 

De heer Van Meenen (D66):

Steun voor de brief, maar geen steun voor een soort vervangend debat voor het debat dat ik al van de Kamer heb meegekregen. 

De heer Duisenberg (VVD):

Steun voor het verzoek van de heer Rog. 

De voorzitter:

Mijnheer Beertema, wij hebben opgeschreven dat de PVV dit debat steunt. Klopt dat? 

De heer Beertema (PVV):

Ja. 

De voorzitter:

Mijnheer Rog, u hebt de steun van de meerderheid voor het houden … Nee, niet de steun van de meerderheid. We moesten even opnieuw tellen. U hebt niet de steun van de meerderheid voor het houden van een meerderheidsdebat. Het is inderdaad zo dat er al een dertigledendebat en een meerderheidsdebat over dit onderwerp geagendeerd staan. 

De heer Rog (CDA):

Zeker, maar ik hecht er wel aan om even te reageren op de socialistische partijen in dit huis, die denken dat ik eenzelfde debatverzoek doe als het verzoek dat inmiddels al is gehonoreerd en op de lijst staat. Mijn verzoek richt zich echter op de acute veiligheidssituatie rond het Maagdenhuis en het geweld dat daar plaatsvindt. 

De voorzitter:

De veiligheid. 

De heer Rog (CDA):

De veiligheidssituatie is nu het issue. Ik wil graag van de minister weten wat zij daarin doet en hoe zij … 

De voorzitter:

Maar dat is geen reactie meer op de opmerking van de heer ... 

De heer Rog (CDA):

Nee, maar dat kan misschien een overweging zijn die de SP, de PvdA en D66 tot een heroverweging brengt. 

De heer Jasper van Dijk (SP):

Daar heb ik geen enkele behoefte aan. Het onderwerp waarop de heer Rog zich richt is een zaak van de gemeente Amsterdam en de mensen die daar verantwoordelijk zijn voor de openbare orde. 

Ik wil u nog één ding meegeven, voorzitter. U had het over twee debatten over het Maagdenhuis. Wat mij betreft mogen die samengevoegd worden, dan hebt u weer een debat minder: één debat over het Maagdenhuis. 

De voorzitter:

Dan wordt het dertigledendebat toegevoegd aan het meerderheidsdebat dat er al staat. Dan gaan we dat op die manier doen. Het was volgens mij een dertigledendebat op uw naam. 

De heer Mohandis (PvdA):

Nog even voor de duidelijkheid: het debat dat destijds is gesteund door een ruime meerderheid is ook door een meerderheid breder getrokken dan alleen het Maagdenhuis. Dat ging ook over kleine studies, over rendement en over kwaliteitsafspraken. Het is belangrijk om dat nog toe te voegen. 

De heer Duisenberg (VVD):

Dat wil ik graag specifiek onderschrijven. De naam van het tweede debat, dat toen ruimer is getrokken en ook door een ruime meerderheid is gesteund, moet ook de naam worden van het debat. Onder die voorwaarde kunnen we de zaken in elkaar schuiven. 

De voorzitter:

De titel van dat debat wordt "Medezeggenschap in het hoger onderwijs en de studies in geesteswetenschappen". 

De heer Duisenberg (VVD):

Uitstekend. 

De heer Beertema (PVV):

Maar dat drijft wel heel ver weg van de urgentie die het CDA nu aangeeft. Wat ons betreft, zou er gewoon zo snel mogelijk ontruimd moeten worden door de politie en de mobiele eenheid, want het gaat hier om een kraaksituatie met heel veel veiligheidsrisico's. Daar wil de heer Rog over spreken en daar willen de partijen hier verder niet over spreken. Ik vind dat niet juist. We moeten toch bekijken of we dat debat niet kunnen versnellen en dit als onderwerp kunnen meenemen, liefst volgende week nog. 

De voorzitter:

Zoals ik al eerder zei in deze regeling, gaat de Kamer zelf over de planning van meerderheidsdebatten. Als de Kamer over al deze onderwerpen snel wil spreken, dan kan zij daarvoor dus een verzoek doen. Dat kan niet gedaan worden door iemand die niet de aanvrager was van het debat. 

Mijnheer Rog, u hebt niet de steun van de meerderheid van de Kamer voor het houden van een apart debat. 

De heer Rog (CDA):

Nee, dat is mij duidelijk. Ik maak me dus echt zorgen wanneer de situatie daar volledig uit de hand loopt … 

De voorzitter:

Dat punt hebt u gemaakt. 

De heer Rog (CDA):

Er is wel steun voor een brief van de regering. Ik zou graag willen dat de minister in ieder geval wordt gevraagd om daarin in te gaan op haar eigen rol en op de vraag hoe zij vindt dat het college van bestuur zijn verantwoordelijkheid neemt om als goed huisvader op het Maagdenhuis te passen. Ook vraag ik de minister om inzicht te verschaffen in de directe en de indirecte kosten van alle schade, zoals inhuur van beveiliging, schade als gevolg van het niet kunnen benutten van het gebouw, de geforceerde deuren et cetera. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan mevrouw Hachchi van D66. 

Mevrouw Hachchi (D66):

Voorzitter. Het Defensiepersoneel zit al 763 dagen zonder cao. De Kamer ontving vlak voor de verkiezingen een brief van de minister; ik noem die een "goednieuwsbrief" want er was een deelresultaat of deelakkoord bereikt. Vandaag blijkt echter dat er nog weinig goeds in het verschiet ligt. Er is nog geen eind in zicht aan die 763 dagen. Het is tijd voor een debat met de minister van Defensie over deze gang van zaken. Wellicht kan de minister de Kamer voorafgaande aan dat debat een brief sturen. 

De voorzitter:

Wie kan ik hierover het woord geven? 

De heer Vuijk (VVD):

Geen steun voor een debat. In deze zaak heeft het parlement op dit moment geen rol; dit is een zaak tussen de minister en de bonden. 

De heer Knops (CDA):

Ik heb dit punt al een aantal keren aan de orde gesteld. Het is zeer onbevredigend hoe het nu gaat. Ik wil sowieso een brief en ik zal op basis daarvan besluiten of wij zo'n debat zullen steunen. 

De voorzitter:

Op dit moment dus nog geen steun voor een debat, maar wel voor een brief. 

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik deel de mening van de heer Knops. 

De heer Fritsma (PVV):

Duidelijkheid is niet te veel gevraagd, dus twee keer steun. 

De heer Van der Staaij (SGP):

Ik steun het verzoek om een brief. Daarna kan mogelijk op basis van die brief een debat worden gevoerd. Nu alleen steun voor een brief. 

Mevrouw Eijsink (PvdA):

Iedereen in deze zaal zal van mening zijn dat dit te lang duurt. Wij moeten echter fair zijn: dit is een zaak van de verhouding tussen de minister en de bonden. Ik ontvang ook graag een brief, maar ik steun het verzoek om een debat niet. Wij moeten deze scheiding blijven aanbrengen; dat is de afgelopen jaren ook gebeurd. Dat weet mevrouw Hachchi ook. 

De voorzitter:

Mevrouw Hachchi, u hebt niet de steun van de meerderheid voor een debat. U hebt wel brede steun voor de vraag om een brief waarin uitleg wordt gegeven over deze situatie. 

Mevrouw Hachchi (D66):

Ik wacht de brief af. Wij kunnen daarna besluiten of wij alsnog een debat willen. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan de heer Van Nispen van de SP. 

De heer Van Nispen (SP):

Voorzitter. Afgelopen dinsdag stond ik hier ook om een debat aan te vragen over het sluiten van de balies van het Juridisch Loket. Daardoor zullen mensen met lage inkomens die een juridisch probleem hebben, geen laagdrempelige plek meer hebben waar zij naartoe kunnen gaan. Ik maak mij daar erg bezorgd over. Wij moeten dit zien te voorkomen. De eerste balies sluiten al dinsdag aanstaande. Daarom hebben wij toen een termijn verbonden aan het verzoek om een brief. Dit verzoek werd gesteund door een ruime Kamermeerderheid. Die termijn is ruimschoots verstreken, maar er is geen brief. Er rest mij daarom niets anders dan nogmaals een debat met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie aan te vragen. Dit zou eigenlijk vanmiddag moeten worden gehouden. 

De heer Recourt (PvdA):

De brief is er nog niet. Ik ben het eens met de heer Van Nispen dat wij die snel zouden moeten krijgen. Ik zie een debat vanmiddag niet zitten. Allereerst omdat ik die brief nog niet heb en ik dus niet weet wat erin staat, maar ook omdat de heer Van Nispen al een dertigledendebat heeft aangevraagd over de bezuinigingen op de advocatuur. Dit is net iets anders maar het raakt er wel aan. Wat mij betreft plannen wij dit onderwerp bij het dertigledendebat, tenminste als de heer Van Nispen dat een goed idee vindt. 

De voorzitter:

Geen steun voor een apart debat, wel voor een brief. 

Mevrouw Helder (PVV):

Mijn fractie heeft afgelopen dinsdag het verzoek om een debat gesteund. Ik doe dit bij dezen nog een keer. Die brief moet zo snel mogelijk komen, wat mij betreft vandaag, maar het debat hoeft niet vandaag te worden gevoerd. 

De heer Van Oosten (VVD):

Ik heb vorige keer al gezegd dat ik voor nu geen steun aan een debat hoef en wil geven. Ik steun wel het verzoek om een brief en dan graag een zorgvuldige brief. Laten wij die brief afwachten en dan bepalen wij nadien nader. 

De heer Van der Staaij (SGP):

Graag een snelle en zorgvuldige brief. 

De heer Van Nispen (SP):

Ik vergat net nog te vermelden dat ik deze aanvraag om een debat mede namens de heer Oskam van het CDA doe. 

In reactie op de opmerking van de heer Recourt: dat is een goede suggestie. Ik zou hiervan nu ook een dertigledendebat kunnen maken, maar wij kunnen er ook voor kiezen om dit samen te voegen met het andere debat dat al veel langer op de lijst staat. Daar ben ik toe bereid. Ik vraag u dan, voorzitter, om dit debat volgende week te plannen. Het staat al heel lang op de lijst, zeg ik erbij. Zo niet, dan moeten wij de mogelijkheid van een nieuwe regeling van werkzaamheden openhouden als die brief vanmiddag niet bevredigend blijkt te zijn en de eerste balies volgende week sluiten. Dat probeer ik nu te voorkomen. De situatie is urgent en dinsdag sluiten de eerste balies al. 

De voorzitter:

Ik krijg zojuist een brief in mijn handen gedrukt, met de reactie op het persbericht over het Juridisch Loket. 

De heer Van Nispen (SP):

Wat staat daarin, voorzitter? 

De voorzitter:

"Zoals gezegd ben ik van mening" — dat zegt de schrijver van de brief — "dat met de aanpassingen de toegang tot het recht blijft gewaarborgd". Die zin haal ik uit de conclusie. 

De heer Van Nispen (SP):

Ik zie allerlei mensen in de zaal knikken. Dat zijn mensen van partijen die er natuurlijk belang bij hebben om dat als positief nieuws op te vatten. Ik ga de brief natuurlijk graag lezen. Desnoods zal ik vanmiddag nog een regeling van werkzaamheden moeten aanvragen als in die brief niet staat dat de balies aanstaande dinsdag niet dichtgaan. Ik vind dat de staatssecretaris ervoor moet zorgen dat er geen onomkeerbare stappen worden gezet totdat hierover met de Kamer gedebatteerd is. Als dat niet in de brief staat, zouden we nu dus ook een nieuwe brief kunnen vragen. 

De voorzitter:

Zo werkt het niet. U hebt gevraagd om een brief. Die door u gevraagde brief komt zojuist binnen. Die moet u lezen. Op basis van de inhoud daarvan moet u zich met uw collega's verstaan over hoe u daar verder mee gaat. Ik neem aan dat het rappel nu niet doorgaat, want de brief is binnen. U hebt niet de steun van de meerderheid voor het houden van een debat volgende week of vandaag. Daar houdt het voor nu dus even mee op. 

De heer Van Nispen (SP):

We gaan de brief nu snel lezen. Als die niet naar tevredenheid is, zullen we bekijken hoe we daarmee verdergaan. Een volgende keer zou het fijn zijn als de regering zich aan de termijnen houdt, want dan hadden we dit kunnen voorkomen. 

De voorzitter:

Dat ben ik altijd met u eens. 

Het woord is aan de heer Van der Staaij van de SGP. 

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Ik sta hier voor een rappel naar aanleiding van schriftelijke vragen die mijn fractiegenoot Bisschop op 4 maart aan de staatssecretaris van Onderwijs en de minister van Veiligheid en Justitie heeft gesteld naar aanleiding van het bericht "Rotterdam fnuikt thuisonderwijs". De vraag is of er nu snel tot beantwoording kan worden overgegaan. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Hiermee is een eind gekomen aan de regeling van werkzaamheden. 

De vergadering wordt van 12.52 uur tot 12.58 uur geschorst. 

Voorzitter: Arib

Naar boven