9 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, morgenavond ook te stemmen over het wetsvoorstel Macrodoelmatigheid in het beroepsonderwijs en de daarbij ingediende moties. 

Op verzoek van enkele leden stel ik voor, de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden: 33400-XIII-113, 33400-XIII-114, 33400-XIII-106, 31389-101, 33920-6, 33605-XIII-15, 33400-XIII-117, 33400-XIII-118, 33400-XIII-115, 21501-32-681, 33400-VI-110, 32813-31, 31389-111, 21501-32-752 en 33529-78. Dit betekent dat de in artikel 69, lid 2 van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor deze moties opnieuw gaat lopen. 

Aangezien voor de volgende stukken 29984-568; 29683-190 en 22026-466 de termijnen zijn verstreken, stel ik voor, deze stukken voor kennisgeving aan te nemen. 

Ik stel ook voor, de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 26488-360; 26488-356; 26488-357; 33763-56; 26488-354;33763-51; 26488-351;26488-345; 26488-347; 26488-343; 26488-342; 26488-349; 26488-344; 26488-339; 26488-341; 26488-340; 26488-337; 26488-363; 26488-361; 26488-358; 21501-07-1211; 22112-1880; 21501-04-164; 21501-04-165; 22054-254; 22054-255; 22054-252; 33694-5; 22054-249; 22112-1859; 22054-243; 22054-244; 22054-241; 22054-240; 22054-250; 17050-492; 31865-64; 26150-142; 2014Z22132; 28676-217; 34000-V-43; 33946-9; 32299-28; 30139-140; 34000-X-59; 26991-438; 29683-194; 28807-178; 28807-180; 28807-176; 28807-179; 28807-175; 28807-173; 28807-177; 28807-174; 28807-169; 28807-171; 28807-172; 28807-170; 28807-168; 28807-167; 28807-166; 26991-435; 28286-770; 29683-192; 29683-193; 29683-188; 29683-189; 26991-428; 28286-752; 26991-425; 26991-426; 26991-427; 29683-185; 29683-186; 28286-732; 2014Z06921; 28286-727; 28807-165; 28807-164; 31497-136; 30079-50; 31497-139; 31497-141; 26488-362; 31936-233; 29477-307; 21501-02-1445; 21501-02-1440; 23987-146; 23987-145; 21501-02-1444; 21501-02-1439; 32847-130; 32013-85; 32013-88; 32013-84; 32013-83; 32013-89; 27428-296; 32201-74; 28286-773; 33450-27; 34000-XIII-139; 21501-32-816; 2014Z20909; 22112-1930; 34000-XIII-125; 22112-1927; 22112-1931; 21501-32-814; 22112-1928; 21501-32-817; 2014Z21969; 2014Z21709; 2014Z21615; 33726-27; 29477-308; 32620-141; 21501-07-1202; 21501-03-83; 21501-20-924;3 4000-XII-60; 2014Z22045; 31066-223; 21501-07-1210; 2014Z21820; 28694-127; 30952-166; 30952-163; 30952-162; 30597-479; 32127-203; 33462-11; 32404-74. 

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten. 

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Voordewind. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Excuses voor mijn stem, maar dat heeft met het einde van het jaar en het weer te maken, waarschijnlijk. Vanmorgen heeft de Centrale Raad van Beroep een heel duidelijke uitspraak gedaan over bed, bad en brood, de nachtopvang voor uitgeprocedeerde asielzoekers, inclusief ontbijt en diner. Dat heeft nogal wat consequenties; niet alleen voor Amsterdam, maar ook voor de rest van het land. Ik zou graag een brief van de staatssecretaris willen waarin staat hoe hij deze uitspraak gaat uitvoeren. Het zou goed zijn als deze brief er morgen voor 12.00 uur is, zodat wij weten hoe hij de uitspraak interpreteert en hoe hij hieraan gevolg zal geven. Wij willen morgen na ontvangst van die brief hierover een debat voeren. 

De voorzitter:

Ik begrijp dat u op dit moment alleen om een brief verzoekt. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ja, en aansluitend morgen voor het reces, na ontvangst van de brief, een debat met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. 

De voorzitter:

U hebt dus twee aanvragen: een verzoek om een brief, morgen te ontvangen om 12.00 uur, en een verzoek om, uiterlijk morgen, voordat het reces begint een debat te organiseren over dit onderwerp. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Iemand die dit met zo'n stem vraagt, kun je niets weigeren. 

De heer Schouw (D66):

De stem kan mij niet verleiden, zeg ik maar heel duidelijk, maar het verzoek wel. Ik wil dus graag morgen hierover een kort en krachtig debat. Ik wil wel twee dingen in de brief opgenomen zien. Een ding heeft te maken met de juridische betekenis, ook voor andere gevallen. Kunnen anderen hier ook onmiddellijk een beroep op doen? De tweede vraag is waarom de regering het redelijk acht dat de rekening hiervoor bij de gemeente terechtkomt en niet bij het Rijk. 

Mevrouw Kuiken (PvdA):

In de volgorde der dingen steun ik het verzoek om een brief en niet het verzoek om een debat. 

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Steun voor een brief en voor een debat. 

De heer Fritsma (PVV):

Volgens de PVV heeft de staatssecretaris de dure plicht om illegalenopvang te voorkomen. Ik steun beide verzoeken omdat wij die zekerheid ook willen van de staatssecretaris. Wij willen ook graag horen hoe hij die zekerheid inkleedt. Gaat hij bijvoorbeeld in beroep of cassatie als er een bodemzaak is geweest? Dit betrof de voorzieningenrechter. Hopelijk kan de staatssecretaris ook vooruitlopen op de bodemzaak en meedelen wat hij daarmee gaat doen. Ik wil ook graag horen wat hij gaat doen om eventuele wetgeving te veranderen als blijkt dat wij deze kant op moeten gaan. Nogmaals, de staatssecretaris moet voor de PVV uitleggen, in een brief en tijdens een debat, hoe hij illegalenopvang wil voorkomen. 

De heer Azmani (VVD):

Ik steun het verzoek om een brief, in de loop van morgen, in het kader van het kunnen beoordelen van de voorlopige voorziening. Ik steun vooralsnog niet het verzoek voor een debat. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik zie dat er ruime steun is voor een brief; die verwacht ik dus morgen voor 12.00 uur. Ik zie nog niet genoeg steun voor een plenair debat. Dat zullen we morgen weer bezien bij de regeling van werkzaamheden. 

De voorzitter:

Zo is dat. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. De Kamer heeft een algemeen overleg gehouden over huiselijk geweld en dierenwelzijn. Wij wachten nog op enkele brieven die zijn toegezegd door de staatssecretaris en de minister. Die brieven zijn er nog niet. Daarom wil ik het verzoek doen om het VAO dat morgen gepland staat, tot na het kerstreces uit te stellen. 

De voorzitter:

Omdat het een al gepland AO betreft, heb ik daar de steun van de meerderheid van de Kamer voor nodig. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Ik had het over een VAO. 

De voorzitter:

Ook daarvoor geldt dat daar de steun van de meerderheid van de Kamer voor nodig is. 

De heer Graus (PVV):

Ik steun het verzoek van mevrouw Thieme. 

De heer Rudmer Heerema (VVD):

Hoe kan ik mevrouw Thieme — met zo'n stem — dit verzoek weigeren? Ik steun dus het verzoek. 

De heer Schouw (D66):

Ik ben het eens met het voorstel. 

De heer Leenders (PvdA):

Omdat ze het zo lief vraagt! Ik steun het voorstel. 

De voorzitter:

Nou, als dat de truc is! 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Wat een kerstgevoel hebben we met z'n allen! 

De voorzitter:

Mevrouw Thieme, ik stel vast dat u de steun van de meerderheid van de Kamer hebt. Ik zal het VAO dat morgen om 13.30 uur gepland is, van de agenda halen en het na het kerstreces in overleg met de aanvrager opnieuw agenderen. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven