4 Langer zelfstandig wonen

Aan de orde is het VAO Langer zelfstandig wonen (AO d.d. 06/11). 

De voorzitter:

Ik heet minister Blok van harte welkom. 

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. We hebben een tijd terug een AO gehad. Dat was ook al een paar keer verplaatst. En nu hebben we het VAO over langer zelfstandig thuis wonen. Ik begin met de aanjager. We hebben daar discussie over gehad in het AO. Ik heb toen gevraagd wat die man verdient en wat hij eigenlijk doet. Omdat ik niet heb kunnen terugvinden wat überhaupt zijn opdracht is en hoe dat geëvalueerd zou worden, en omdat ik ook vind dat bekend moet zijn wat investeringen opleveren, dien ik de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat er een "aanjaagteam" is aangesteld om praktische oplossingen te bewerkstelligen, maar ook om generieke knelpunten boven tafel te krijgen; 

constaterende dat de voorzitter van het aanjaagteam €129 per uur verdient, wat betekent dat in het eerste jaar zeker €100.000 wordt uitgegeven aan de voorzitter; 

van mening dat er fatsoenlijk inzicht moet zijn in kosten en baten van het "aanjaagteam"; 

verzoekt de regering, een omschrijving van werkzaamheden en doelen van het aanjaagteam te formuleren alsmede de inzet voor de zomer te evalueren, teneinde te kunnen beslissen of de investering ook oplevert wat beoogd is, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Leijten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 134 (32847). 

U hebt nog 47 seconden. 

Mevrouw Leijten (SP):

Ja, voorzitter. Dat zie ik. Dank dat u mij daarop wijst. Wij willen ook graag dat woningen zo worden gebouwd dat je er oud in kunt worden. Wij willen dat er aanpassingen gedaan kunnen worden zonder dat het ontzettend veel geld kost. Als we dat nu afspreken voor alle woningen, dan is dat het beste geregeld. Vandaar de volgende motie. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat grote veranderingen in de zorg en op het gebied van langer zelfstandig thuis wonen aan de orde zijn; 

constaterende dat het kabinet de regels voor toegankelijkheid van publieke gebouwen aanscherpt, maar dit voor woningen niet doet; 

constaterende dat Rigo heeft onderzocht dat scherpere toegankelijkheidseisen aan nieuwe woningen verantwoord in te voeren zijn; 

verzoekt de regering om toegankelijkheidseisen voor nieuwe wooneenheden in het Bouwbesluit aan te scherpen en deze voor te leggen aan de Tweede Kamer, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Leijten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 135 (32847). 

De heer Van der Linde (VVD):

Voorzitter. In het algemeen overleg over langer zelfstandig wonen bespraken wij een uitvoerig pakket maatregelen om mensen vaker en langer in staat te stellen in hun eigen huis te blijven wonen. Dat is belangrijk. Zelfstandig wonen betekent onafhankelijk zijn, zelf je dag indelen, zonder inmenging van anderen jouw dagelijkse dingen doen. 

Op 6 november bespraken wij hoe de overheid daarbij kan helpen. Dit kabinet heeft de verstandige koers ingezet om maatwerk dicht bij de mensen te leveren, meestal op gemeentelijk niveau. Op dat niveau moeten de budgetten worden ontschot, kan worden gekeken wat mensen echt nodig hebben en vervolgens of dat ook in de praktijk werkt. Dat geldt wat ons betreft ook voor de eisen aan nieuwbouwwoningen. Landelijke voorstellen van de CG-Raad voor de aanpassing van het Bouwbesluit zijn met €9.000 per appartement dramatisch duur, en dan weten we nog niet of een rolstoeler echt is geholpen. Wij zullen daarom de motie van de SP niet steunen. 

Laten we vertrouwen stellen in de gemeenten. Vorige week hebben we een novelle aangenomen, die gemeenten een belangrijke taak geeft bij het maken van prestatieafspraken met corporaties. Dat is een ideale plaats om maatwerk te leveren in bestaande woningen en in nieuwe appartementen, zodat mensen, met hier en daar een beetje steun van de overheid, zo lang mogelijk kunnen genieten van hun eigen huis. 

De heer Monasch (PvdA):

Voorzitter. Ik heb twee moties. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de circa 1.300 verzorgingshuizen in Nederland bijna geen nieuwe cliënten zullen ontvangen omdat het uitgangspunt is dat de mensen met een "licht" zorgzwaartepakket (zzp 1 t/m 3) geacht worden extramuraal te wonen; 

verzoekt de regering, een verruiming van 10% naar 25% voor zorginstellingen voor hetgeen maximaal als niet-DAEB-gefinancierd wordt binnen het stelsel toe te staan uitsluitend ten behoeve van de bovengenoemde transformatie van de zorginstellingen; 

verzoekt corporaties die gebruik willen maken van deze mogelijkheid, het betreffende pand binnen een jaar na inwerking treden van de Novelle op de Herziene Woningwet en bijbehorende AMvB's aan te melden, waarna er nog vier jaar de tijd is voor de realisatie van de transformatie (totaal vijf jaar), 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Monasch en Van der Linde. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 136 (32847). 

De voorzitter:

De overwegingen die u niet noemde, maken neem ik aan wel deel uit van de motie. 

De heer Monasch (PvdA):

Ja. 

De voorzitter:

Wellicht kunt u voortaan de volledige motie voorlezen. Dat lijkt mij wel zo goed. 

De heer Monasch (PvdA):

Zal ik doen, voorzitter. Dat heb ik allemaal geleerd van senioren. 

Mijn tweede motie luidt als volgt: 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat het wenselijk is dat mensen zo lang mogelijk thuis blijven wonen, ook als de zorgvraag toeneemt; 

constaterende dat er een ongekend grote transitieopgave ligt om voldoende aangepaste woonvoorzieningen te realiseren voor het toenemende aantal mensen met een zorgvraag dat thuis wil blijven wonen; 

constaterende dat de regering mede als gevolg van haar beleid een actieve rol moet nemen in deze transitie; 

overwegend dat dit niet vanzelf zal gaan gebeuren; 

overwegende dat het actieplan studentenhuisvesting, waarin de overheid een sturende en regisserende rol heeft, een groot succes is; 

roept de regering op om naar analogie van het actieplan studentenhuisvesting een integrale agenda transitie langer zelfstandig wonen in te richten en daarover medio 2015 aan de Kamer te rapporteren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Monasch en Otwin van Dijk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 137 (32847). 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter. Mensen willen zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Daar is het zorgbeleid op aangepast. Helaas geldt dit nog niet voor het vastgoedbeleid en het ruimtelijkeordeningsbeleid. De Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur heeft aangetoond dat we de komende jaren duizenden zorgwoningen tekortkomen. Daarom de volgende motie. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat zorginstellingen door wijzigend beleid geraakt worden in de waarde van het vastgoed; 

overwegende dat geen beeld bestaat van de noodzakelijke en gewenste aard en omvang van zorgvastgoed voor de doelgroepen die thans uit de zorginstellingen uitstromen; 

verzoekt de regering, hervormingen in de zorg gepaard te laten gaan met hervormingen in de vastgoedposities van zorginstellingen en verzoekt tevens dat in beeld te brengen; 

verzoekt de regering tevens, met spoed concrete maatregelen voor te stellen op basis van het rapport van ActiZ Transitieagenda zodat knelpunten rondom zorgvastgoed voortvarend worden aangepakt en de Kamer daarover te informeren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Keijzer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 138 (32847). 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Met name het laatste verzoek is wat verdrietig, want dat stond ook al in een motie van de heer Knops en mij, die eind vorig jaar is aangenomen. Tot op heden heeft de regering op dat punt nog niet echt iets laten zien. Vandaar het verzoek om nu echt wat veranderingen teweeg te brengen. 

Ik heb nog een vraag over de motie van de heren Van der Linde en Monasch van 4 november jongstleden (34000-XVIII, nr. 19). Klopt het dat de corporaties de komende vijf jaar zorgvastgoed, dus zeg maar de verzorgingshuizen, omzetten naar sociale huurwoningen, daarover geen verhuurderheffing hoeven te betalen? Zo ja, wanneer gaat die regeling in en weten corporaties dit? Want wij horen vanuit het veld dat hierbij heel veel vraagtekens worden gezet. 

De heer Krol (50PLUS):

Voorzitter. Twee minuten voor twee moties, dus dat moet lukken. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de transitieagenda "langer zelfstandig wonen" vooralsnog weinig concrete actiepunten benoemt; 

overwegende dat het aanjaagteam "langer zelfstandig wonen" zich tot de zomer van 2015 onder meer richt op overleg, het volgen, begeleiden en stimuleren van het transitieproces "langer zelfstandig wonen", alsmede het inventariseren van knelpunten; 

voorts overwegende dat het aanjaagteam gevraagd is in de zomer van 2015 een "implementatieplan" gereed te hebben; 

verzoekt de regering, in genoemd implementatieplan te streven naar een omvattende inventarisatie van knelpunten en een concreet actieplan voorzien van tijdpad, waarmee knelpunten in het transitieproces gericht kunnen worden aangepakt, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Krol. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 139 (32847). 

De heer Krol (50PLUS):

Tot slot een motie die aansluit op die van de SP. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat het lage btw-tarief onder meer voor aanpassing van woningen van ouderen en mensen met een beperking van kracht is tot 1 januari 2015; 

overwegende dat voortzetting van het lage btw-tarief woningaanpassing vergemakkelijkt en meer betaalbaar maakt voor betrokkenen; 

overwegende dat continueren van het lage btw-tarief voor woningonderhoud en -aanpassing bovendien de (ver-)bouwsector en betrokken midden- en kleinbedrijf stimuleert; 

nodigt de regering uit om het lage btw-tarief voor het verbouwen, herstellen en aanpassen van woningen ook in 2015 te continueren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Krol. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 140 (32847). 

De voorzitter:

Ik kijk nu naar de minister, die nog niet alle moties heeft. Daar wachten we nog even op. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Minister Blok:

Voorzitter. Allereerst ga ik in op de motie-Leijten op stuk nr. 134, waarin zij verzoekt om de werkzaamheden en de doelen van het aanjaagteam te omschrijven en om de inzet voor de zomer te evalueren. De inzet en de doelen van het aanjaagteam heb ik de Kamer reeds toegezonden. Ik heb ze ook met de Kamer besproken tijdens het AO dat we daarover hebben gevoerd. Ik ben natuurlijk van plan om de ervaringen te delen. Dat doe ik sowieso in het jaarverslag. Deze motie is naar mijn oordeel dus overbodig. 

Mevrouw Leijten (SP):

Volgens de SP is deze motie niet overbodig. Wij hebben alles nageplozen. Er wordt wel omschreven wat het aanjaagteam moet gaan doen: met iedereen overleggen aan overlegtafels in regio's. De concrete doelen zijn niet omschreven, sterker nog, het team is afgelopen zomer gevraagd om een implementatieplan gereed te hebben, maar daarover is de Kamer nooit geïnformeerd. Zij heeft dat plan niet ontvangen, dus wij weten niet eens wat het begin is van wat dit team gaat doen. Ik steun de minister graag bij het oplossen van problemen, maar weet graag waar ik ja tegen zeg voordat hij een dergelijk grote investering voor een jaar doet. Hij vindt de motie overbodig, maar ik hoor graag wanneer de Kamer het plan te zien krijgt en of de minister de inzet van dit aanjaagteam voor de zomer gaat evalueren. 

Minister Blok:

We hebben niet alleen in de vorm van de brief die ik heb gestuurd, maar ook in het AO dat we hebben gevoerd, uitgebreid van gedachten kunnen wisselen. Ik blijf de Kamer natuurlijk informeren over de voortgang van het aanjaagteam, waarmee ik vanochtend overigens nog uitgebreid de eerste ervaringen heb besproken. Ik vind het logisch om dat in de gebruikelijke verslaglegging aan de Kamer te doen. Het eerste moment is dus wat mij betreft het jaarverslag in mei. Volgens mij komt dat qua tijd heel dicht in de buurt van wat mevrouw Leijten wil. 

Mevrouw Leijten (SP):

In de brief over de Transitieagenda langer zelfstandig wonen van 4 juni van dit jaar wordt beloofd dat er "deze zomer", dus afgelopen zomer, een implementatieplan gereed is. Kan de minister dat naar de Kamer sturen? Dan kan zij bij het jaarverslag zien of er wordt gedaan wat in het plan staat. Zegt de minister dat toe, dan trek ik de motie in. Zegt hij dat niet toe, dan laat ik haar in stemming komen. 

Minister Blok:

Het implementatieplan is onderdeel van de gesprekken die het aanjaagteam aan het voeren is. Het is natuurlijk logisch dat je een implementatieplan opstelt in samenspraak met al diegenen die het moeten implementeren. Je kunt niet vanuit Den Haag roepen: dit is het implementatieplan, veel succes ermee. Zodra dat er is, ben ik natuurlijk onmiddellijk bereid om dat met de Kamer te delen. Dat verandert mijn oordeel over de motie niet. Ik was namelijk altijd al van plan om informatie met de Kamer te delen. Ik heb dat tot nu toe ook gedaan. 

In de motie-Leijten op stuk nr. 135 wordt verzocht om een strengere formulering van de toegankelijkheidseisen voor nieuwe wooneenheden in het Bouwbesluit. Daarover hebben wij uitgebreid gedebatteerd aan de hand van onderzoek en een schatting van de maatschappelijke kosten en baten daarvan. Omdat het aanscherpen van de toegankelijkheidseisen voor publieke gebouwen mijns inziens goed te doen is, heb ik aangekondigd om dat te doen. Het is namelijk van groot belang dat gemeentehuizen, bibliotheken en andere publieke gebouwen optimaal toegankelijk zijn. Uit berekeningen en de reacties van bijvoorbeeld Aedes, de koepelorganisatie van woningcorporaties, bleek dat het extreem duur zou zijn om een dergelijke eis aan alle nieuwbouwwoningen te stellen. Er bestaat wel heel bereidheid om lokaal maatwerk te leveren indien er aan dergelijke woningen behoefte is. Om die reden ontraad ik deze motie. 

De heer Monasch (PvdA):

Als ik de minister goed versta, betekent de toepassing van wat de SP via haar tweede motie verzoekt dat de huren van deze woningen allemaal omhoog gaan. 

Minister Blok:

Die kans is groot. De kosten van alle woningen zouden omhoog gaan. Ik herhaal: alle woningen. Het Bouwbesluit is immers bindend. Dat vertaalt zich dus in hogere huren. 

De voorzitter:

De motie is van mevrouw Leijten, dus zij mag een vraag stellen. 

Mevrouw Leijten (SP):

Het is altijd een beetje flauw als de Partij van de Arbeid, die de huren samen met de VVD laat exploderen, een verzoek om woningen gemakkelijker ombouwbaar te maken voor mensen die rolstoelafhankelijk en ouder worden, te framen als "ze duurder maken". Dit kabinet laat de huren exploderen. Wij willen toegankelijke woningen. Daar wordt in deze motie om gevraagd. 

De heer Monasch (PvdA):

Het is een debat met de minister. Ik stel gewoon een vraag aan de minister. Het is aan de voorzitter om de orde te houden. Als een collega een vraag heeft, moet die aan de minister gesteld worden, want anders gaan we het debat heropenen. 

De voorzitter:

U was zelf ook het debat aan het heropenen, want u had de motie niet ingediend. Mevrouw Leijten heeft het woord en de minister kan reageren. 

De heer Monasch (PvdA):

Voorzitter, ik mag een toelichtende vraag stellen over elke ingediende motie. 

Mevrouw Leijten (SP):

Dan stel ik de vraag aan de minister. Het is toch zo dat er door het beleid van dit kabinet, onder andere de verhuurderheffing voor de corporaties, een huurexplosie plaatsvindt in het land? 

Minister Blok:

Ik ben altijd graag bereid om te antwoorden waar de bekende weg heen leidt. Inderdaad heeft het kabinet ruimte geboden voor huurverhoging. En inderdaad is het zo dat als je de bouwkosten verhoogt, die rekening ook bij huurders terechtkomt. 

In de motie-Monasch/Van der Linde op stuk nr. 136 wordt gevraagd om transformatie van zorgvastgoed te vergemakkelijken door een verruiming mogelijk te maken naar 25% voor het niet-DAEB-deel bij transformatie van zorgvastgoed en om corporaties die gebruik willen maken van deze mogelijkheid, binnen één jaar na inwerkingtreding van de novelle op de Woningwet nog vier jaar de tijd geven voor realisatie van de transformatie. Dit onderwerp is kort aan de orde geweest bij de bespreking van de novelle. Ik heb toen aangegeven hier positief tegenover te staan. Ik zou dat in de AMvB moeten vastleggen. Met een positieve grondtoon laat ik het oordeel over deze motie graag aan de Kamer. 

In de motie-Monasch/Otwin van Dijk op stuk nr. 137 wordt de regering opgeroepen om naar analogie van het actieplan studentenhuisvesting een integrale agenda transitie langer zelfstandig wonen in te richten en daarover medio 2015 aan de Kamer te rapporteren. De vergelijking met het actieplan studentenhuisvesting gaat naar mijn overtuiging mank, zoals ik ook in het algemeen overleg heb aangegeven. Voor een actieplan is het namelijk nodig dat alle betrokken partijen, in dit geval woningcorporaties, ouderenhuisvesters en gemeenten, instemmen en meewerken met die vorm van een actieplan, zoals bij het actieplan studentenhuisvesting is gehanteerd. Zij moeten die vorm steunen, maar op die manier is er geen steun voor. Er is wel steun voor de route die staatssecretaris Van Rijn en ik hebben gekozen: een aanjaagteam dat in nauw overleg met gemeenten en zorginstellingen zorgt voor lokaal maatwerk. Als ik de motie zo mag interpreteren dat we de Kamer medio 2015 zullen rapporteren over de aanpak die Van Rijn en ik hebben gekozen, dan laat ik het oordeel graag aan de Kamer. 

De heer Monasch (PvdA):

Ik vraag de minister om daar niet alleen lokaal maatwerk in mee te nemen. Het kan namelijk zijn dat blijkt dat er bovenregionale problemen zijn, waarbij echt de nationale overheid een rol dient te gaan spelen. Als de minister dat ook zo interpreteert, kan ik daarmee goed leven. 

Minister Blok:

Die nationale rol is er zeker. In de vorige motie van de heer Monasch werd terecht gevraagd om een nationale rol. Op die manier vul ik die graag in. Ik heb eerder aangegeven dat ik niet landelijk kan plannen dat er bijvoorbeeld 100 woningen komen in de ene plaats en 30 in de andere. Maar als er een rol is in de vorm van het aanpassen van regelgeving, dan zullen we die zeker nemen. 

Mevrouw Keijzer heeft een vraag gesteld over de verhuurderheffing. In het geval dat bestaand zorgvastgoed wordt omgezet naar sociale huurwoningen, kan een beroep worden gedaan op de korting op de verhuurderheffing die beschikbaar is voor transformatie van bestaande gebouwen naar sociale huurwoningen. Dat geldt ook voor deze sector. 

In haar motie op stuk nr. 138 verzoekt mevrouw Keijzer de regering met spoed concrete maatregelen voor te stellen op basis van het rapport van ActiZ, zodat de knelpunten rondom zorgvastgoed voortvarend worden aangepakt. Zij verzoekt de regering tevens om de Kamer daarover te informeren. Die transitieagenda wordt op dit moment vormgegeven mede op basis van het rapport van Actiz en de gesprekken met Actiz, de VNG, Aedes en andere organisaties, landelijk maar ook lokaal. Ik heb al eerder gezegd dat ik de Kamer daarover zal blijven informeren. Deze motie is daarom naar mijn mening overbodig. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Waarom is de motie-Monasch/Van Dijk dan niet overbodig? Daarin wordt eigenlijk hetzelfde gevraagd. 

Minister Blok:

Mevrouw Keijzer had ook haar naam onder die motie kunnen zetten. Misschien moeten wij het zo simpeler maken, want dan maak ik haar ook gelukkig. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik hoorde het woord "gelukkig", maar ik weet niet of dat voor mij geldt of voor de heer Monasch. 

Minister Blok:

Ik hoop altijd dat u gelukkig bent. Dat is een belangrijk streven in mijn leven. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

U kunt daaraan een bijdrage leveren. Begrijp ik goed dat de minister het oordeel over mijn motie aan de Kamer laat? 

Minister Blok:

Nee. Ik heb gezegd dat ik de motie overbodig acht, omdat ik dit in feite al doe. Over de motie-Monasch/Van Dijk heb ik gezegd dat ik de landelijke rol zal oppakken. Dat was de vraag van de heer Monasch en daarom zie ik die motie als aanmoediging. Dat wil zeggen dat ik het oordeel aan de Kamer laat. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik heb nog een vraag over het antwoord op mijn vraag in eerste termijn. Ik begrijp dus goed dat het niet waar is dat er geen verhuurdersheffing geldt voor woningbouwverenigingen die hun zorginstellingen willen omzetten in sociale huurwoning. Er wordt een korting gegeven. In plaats van de €25.000 die zij aan verhuurdersheffing moeten betalen, komt er een korting van €10.000. Zij betalen dus nog per woning die wordt omgezet in een zorgappartement, €15.000 verhuurdersbelasting. Is dat correct? Volgens mij wel, maar het is fijn als de minister dat kan bevestigen. Het is trouwens niet fijn, maar wel helder. 

Minister Blok:

De verhuurdersheffing zoals die door mijn ambtsvoorganger Spies aan de Kamer is voorgelegd, betreft alleen sociale huurwoningen. Het is dus afhankelijk van de vraag of bij de omzetting sociale huurwoningen worden gebouwd of vrije sectorwoningen. Als het sociale huurwoningen zijn, dan drukt daarop een verhuurdersheffing, maar geldt ook de korting als het de transformatie betreft die ik zojuist heb geschetst. 

Dan kom ik bij de eerste motie van de heer Krol waarin de regering wordt verzocht om een implementatieplan met een inventarisatie van knelpunten en een actieplan voorzien van een tijdpad. In lijn met de vorige motie over dit onderwerp, acht ik ook deze motie overbodig, omdat ik samen met collega Van Rijn een uitgebreid aanjaagteam aan het werk heb gezet en ik verder heb toegezegd dat ik de Kamer daarover zal blijven informeren. 

In de tweede motie van de heer Krol wordt de regering gevraagd het verlaagde btw-tarief voor het hele jaar 2015 te continueren. Ik heb tijdens het algemeen overleg gezegd dat iedereen altijd graag lage btw-tarieven ziet, maar dat dit wel een financieel gat slaat. De dekking zit er niet bij en een ongedekte motie moet ik altijd ontraden. 

Voorzitter. Ik hoop dat ik alle moties hiermee van een advies heb voorzien. 

De voorzitter:

De heer Krol zet een sprintje in, dus ik geef hem het woord. 

De heer Krol (50PLUS):

Is de minister het met mij eens dat als wij er alles aan doen om mensen die dat willen, langer thuis te laten wonen, het juist geld oplevert als wij daar iets in investeren? 

Minister Blok:

Als het zo gemakkelijk zou zijn, hadden wij nooit financiële problemen. 

De voorzitter:

Ik dank de minister voor zijn antwoorden. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Hiermee zijn wij aan het einde gekomen van dit VAO. De stemmingen over de ingediende moties zijn morgen. Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken, want hierna komt er een extra regeling van werkzaamheden. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Voorzitter: Van Miltenburg

Naar boven