16 Roc's die kwetsbare jongeren niet aannemen voor een beroepsopleiding

Aan de orde is het VAO Roc's die kwetsbare jongeren niet aannemen voor een beroepsopleiding (AO d.d. 09/10). 

De voorzitter:

Ik heet de minister van harte welkom. Fijn dat u er bent. Er zijn zes deelnemers aan het debat en twee van hen zullen spreken. De eerste is mevrouw Siderius van de fractie van de SP. 

Mevrouw Siderius (SP):

Voorzitter. Ik heb één motie en een vraag voor de minister. Ze gaan over het feit dat roc's leerlingen weigeren. De oorzaak daarvan zijn financiële prikkels. In het debat heeft mijn collega Jasper van Dijk aangegeven dat het mbo wel wat overprikkeld aan het raken is. Daarom dien ik de volgende motie in, over een prikkelvrije zone in het mbo. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat mbo-scholen soms leerlingen weigeren als gevolg van financiële prikkels; 

van mening dat een "prikkelvrije zone" — een gebied waarin scholen vrij zijn van financiële prikkels — mbo-scholen ertoe kan brengen om overbelaste leerlingen het beste onderwijs te geven; 

verzoekt de regering, een pilot in te stellen met een prikkelvrije zone waarin mbo-scholen alle ruimte krijgen om overbelaste leerlingen het beste onderwijs te geven, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Siderius en Jasper van Dijk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 231 (31524). 

Mevrouw Siderius (SP):

Dan heb ik nog één vraag. Ik heb de staatssecretaris van Onderwijs gevraagd om een reactie op een ondersteuningsprofiel van een mbo-school. De minister zou die reactie geven in een stuk dat zij afgelopen week aan de Kamer zond. Ik kan daar in dat stuk echter niks over vinden. Ik heb het een aantal keren doorgelezen. Het gaat erom dat een mbo-school leerlingen weigert op basis van het feit dat zij aangewezen zijn op allergeenvrije ruimten, zich niet zelfstandig zouden kunnen handhaven en verplaatsen, aangewezen zijn op verpleegkundige hulp, en een hele lijst met verdere afwijzingsgronden. De minister kent die lijst ook. Ik zou toch graag willen dat zij vandaag nog een uitspraak doet over de vraag of dit voor een mbo-school nou de manier is om afwijzingsgronden toe te passen. 

De voorzitter:

De tweede spreker heeft zich teruggetrokken, zodat dit de termijn van de Kamer was. De minister kan meteen antwoord geven. Het woord is aan haar. 

Minister Bussemaker:

Voorzitter. Ik ben niet voornemens om prikkelvrije zones in te stellen. Ik denk namelijk dat we in de afgelopen tijd juist ervaringen hebben opgedaan met financiële prikkels voor mbo-scholen. Die hebben ertoe bijgedragen dat ook kwetsbare jongeren goed terechtkomen. Denk daarbij alleen al aan de voortijdige schooluitval, die van 70.000 naar 28.000 is gedaald. Dat is gekomen door een combinatie van een financiële prikkel, goede programma's, regionale samenwerking en het feit dat mijn departement op de scholen is afgegaan en heeft gevraagd wat men nu eigenlijk gedaan heeft. Dat willen we voortzetten met de kwaliteitsafspraken, zodat scholen zelf laten zien wat hun profielen zijn en hoe zij met kwetsbare jongeren maar ook met excellentieprogramma's en dergelijke omgaan. Die aanpak heeft zich bewezen en daar gaan we dus mee door. 

Ik ben dus echt niet voor prikkelvrije zones in het algemeen, maar als u het hebt over experimenteerruimte of vrije ruimte voor regio's, dan kan ik mij daar wel iets bij voorstellen in die zin dat scholen, gemeenten en jeugdzorgpartijen geen obstakels moeten ervaren om goed samen te werken. En dat is nu juist het voornemen dat is opgenomen in mijn brief over kwetsbare jongeren die de Kamer eerder deze week heeft gekregen. Daarin kondig ik ook de start van een pilotproject aan, waarmee een aantal regio's de mogelijkheid krijgt om de regionale zorgmiddelen van gemeenten en mbo-instellingen te bundelen en op regionaal niveau sluitende afspraken te maken over de besteding. Dat idee werd eerder gesuggereerd door de opstellers van het rapport "Het kind van de rekening". Dus kortom, er gebeurt van alles, met pilots, met gerichte instrumenten. Ik ga er dus van uit dat dat resultaat zal opleveren. Vanuit die redenering ontraad ik deze motie. 

De Kamer heeft vorige week een debat met de staatssecretaris gevoerd over het passend onderwijs. Het klopt dat hij daarbij heeft aangegeven dat ik in mijn brief op het onderdeel mbo zal ingaan. Ik heb die brief hier niet paraat. Ik kan dus geen paginanummer aangeven, maar er staat wel degelijk een en ander in die brief, namelijk dat we de weigeringsgrond die mbo-instellingen nu nog formeel hebben, ondervangen door een toelatingsrecht. Daarmee moet men helderheid bieden aan jongeren en ouders. Uitgangspunt daarbij is een passende onderwijsvoorziening. We komen daar vast nog uitgebreid op terug, want die brief heeft de Kamer nog maar net ontvangen. Ik ga er eigenlijk voetstoots van uit dat de Kamer die brief ook met mij wil bediscussiëren. Dan zal dit punt verder besproken kunnen worden. 

De voorzitter:

Eén vraag van mevrouw Siderius. 

Mevrouw Siderius (SP):

In de brief wordt alleen gesproken over algemeenheden. Ik heb dit al voor het zomerreces aangekaart en toen de staatssecretaris dat ondersteuningsprofiel toegestuurd. Hij zou daar voor het vorige debat over passend onderwijs op reageren, ook specifiek op de afwijzingsgronden die in dat ondersteuningsprofiel worden genoemd. Hij heeft toen gezegd: nee, daar gaat de minister over, die komt daar deze week op terug. En dan krijg je een pagina met louter algemeenheden. Dat is toch niet de manier als ik om een specifieke reactie vraag op de concrete afwijzingsgronden in dit ondersteuningsprofiel van deze mbo-scholen. 

Minister Bussemaker:

Ik zou zeggen: u moet blij zijn. We pakken het probleem namelijk niet alleen voor deze ene leerling en voor deze ene school aan, maar we bieden een oplossing die voor alle mbo-scholen geldt. Daarmee denk ik dat we een stap vooruitzetten van een specifieke naar een algemene aanpak waar ook dit onderdeel onder valt. 

Maar nogmaals, ik praat er graag nog een keer over, maar daarvoor is het wel handig als ik zelf ook die bijzondere specifieke passages bij de hand heb die verwijzen naar het antwoord op de vraag van de SP. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Ik dank de minister voor haar aanwezigheid. Morgen stemmen wij over de ene motie. Ik schors tot de klok van 18.00 uur voor de ingelaste regeling van werkzaamheden. 

De vergadering wordt van 17.54 uur tot 18.11 uur geschorst. 

Voorzitter: Van Miltenburg

Naar boven