8 Milieuraad

Aan de orde is het VAO Milieuraad (AO d.d. 15/10). 

De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van harte welkom. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter. Sinds ik in de Tweede Kamer zit, maak ik me heel druk om microplastics. De staatssecretaris heeft al eerder actie ondernomen en wil er ook mee aan de slag. Dat doet ons deugd. Het is namelijk heel belangrijk dat we voorkomen dat onze waterschappen extra investeringen moeten doen, van miljoenen euro's, om de microplastics uit het water te kunnen zuiveren. Om dat te voorkomen, kunnen we veel beter aan de bron, dus waar de microplastics worden gemaakt, maatregelen nemen. Daarom dien ik de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de cosmeticabranche in Nederland in maart 2013 heeft uitgesproken dat in anderhalf jaar tijd 80% van haar leden in Nederland alternatieven zou vinden voor microplastics in cosmeticaproducten; 

overwegende dat de staatssecretaris bij de Milieuraad van 18 juni 2013 heeft gepleit voor een Europees verbod op microplastics in cosmetica; 

van mening dat microplastics een groeiend probleem vormen en dat bewustwording en het voorkomen van microplastics in het water en de voedselketen Europees moet worden aangepakt; 

verzoekt de regering om in beeld te brengen hoe microplastics bij de bron kunnen worden aangepakt door middel van Europese regelgeving en de Kamer hierover te informeren voor het einde van het jaar; 

verzoekt de regering tegelijk om met een stappenplan te komen om ervoor te zorgen dat microplastics in cosmetica in de komende drie jaar in de Europese Unie tot nul worden gereduceerd, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Agnes Mulder en Cegerek. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 529 (21501-08). 

Ik wilde het woord geven aan mevrouw Van Tongeren, maar zij is er nog niet. Ik geef nu het woord aan de heer Dijkstra. 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Voorzitter. De Europese Commissie heeft voorstellen gedaan om de circulaire economie te bevorderen. De VVD is voor een circulaire economie. Mijn fractie wil de kansen die in de afval- en recyclingsector liggen ook echt benutten. In het stuk heb ik gezocht wat het precieze probleem is. Dat heb ik niet goed kunnen vinden. Welk probleem moeten we met elkaar oplossen en wat stelt de Europese Commissie daarvoor dan voor? Neem bijvoorbeeld de doelstellingen. Die halen we in Nederland al ruimschoots. Daarvoor is dat pakket dus niet nodig. Als oplossing wordt gestreefd naar een instituut voor hulpbronneneffectiviteit. We gaan dus, kortom, als ambtenaren, vanuit Brussel of een andere stad waar dat instituut komt, bepalen hoe een producent zijn product moet samenstellen, hoeveel grondstoffen erin mogen zitten en met hoeveel watergebruik en energieverbruik dat gebeurt. Ik vind dat echt onzin en ik vind het niet goed. Dat aparte instituut ervoor oprichten, kost alleen maar geld. Gelukkig is de staatssecretaris het daarover met ons eens. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Volgens mij zijn er veel kritische geluiden in de Kamer over het instituut, maar alle taken die de VVD nu schetst, heb ik toch echt niet kunnen ontdekken in de plannen, dus nu blaast de heer Dijkstra de zaak wel een beetje op. 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Ik gebruik deze twee minuten om een paar dingen aan te stippen. Ik heb de stukken goed gelezen. Dat instituut staat er echt in en de hulpbronnenproductiviteit staat er echt in. Dat moeten we niet willen. Er staat nog iets anders in wat misschien wel goed is en waarin de VVD en D66 elkaar wel kunnen vinden, namelijk het harmoniseren van de definitieregels. Zo kunnen de recyclingresultaten per lidstaat worden vergeleken. Dat is iets positiefs; eigenlijk het enige positieve dat ik heb gevonden in het hele stuk. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Mijn opmerking had betrekking op de taken die de heer Dijkstra dit instituut toedicht. Er staat in de stukken nergens dat dit instituut bepaalt hoe een product moet zijn samengesteld of hoe een ondernemer zijn product in de markt moet zetten. Dat soort dingen staat echt niet in de stukken. Ik heb ze ook goed gelezen. Op dat punt blaast de heer Dijkstra de situatie dus een beetje op. Gelukkig kunnen we elkaar op een hoop andere punten goed vinden. 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Wat ik nou zo frappant vind aan deze opmerking van mevrouw Van Veldhoven is dat D66 nota bene iemand in Brussel heeft, de heer Gerbrandy, die rapporteur is op het onderwerp circulaire economie. Toch krijgen we dan zo'n stuk, dat vol staat met bureaucratisch geneuzel. Dat moeten we niet willen. Als we de afvalsector een kans willen geven voor recycling, moeten we de koppositie in Nederland uitbuiten, uitventen en ervoor zorgen dat onze bedrijven in de rest van Europa aan de slag kunnen. Dan moeten we niet alleen maar regels op papier verzinnen. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Dit is natuurlijk uitlokking. Ik mag verwachten dat de heer Dijkstra weet hoe het in Europa in elkaar zit. Een rapporteur, een parlementariër in het Europees Parlement, is niet degene die een stuk van de Commissie schrijft. Laten we die dingen uit elkaar houden. Laten we dit debatje afsluiten door te zeggen dat we samen de kansen willen pakken. Dan helpt het niet als de heer Dijkstra Europa op een soort opgeblazen manier de zwartepiet toespeelt wat betreft dingen waar het niet eens voor gepleit heeft. 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Het helpt evenmin als we klakkeloos achter die voorstellen aanlopen. Ik ben met mevrouw Van Veldhoven eens dat er heel veel verbetering mogelijk is in de huidige voorstellen, want die voldoen gewoon niet. We moeten de belemmeringen die er nu zijn, wegnemen. We moeten ervoor zorgen dat afval gemakkelijk geïmporteerd en geëxporteerd kan worden zodat verwerking kan plaatsvinden op de meest kosteneffectieve en milieuvriendelijke wijze. Met dit pakket zie ik de hele groene groei vanuit Europa echter somber in. Het Europese voorstel is, zoals het er nu ligt, niet goed en overbodig. We zien ruimte voor verbetering maar daar moet dan echt wat aan gedaan worden. Ik roep de staatssecretaris op om met name naar de regelgeving te kijken, zodat we op de meest efficiënte manier kunnen komen tot de circulaire economie waar we allemaal voorstander van zijn. 

Mevrouw Cegerek (PvdA):

Voorzitter. We hebben gisteren een uitvoerig debat gevoerd over de Milieuraad en de Nederlandse inbreng daarin, onder andere wat betreft het EU-pakket circulaire economie. De Partij van de Arbeid is blij met de toezeggingen van de staatssecretaris om bij dit pakket onder andere te pleiten voor een concreet actieplan circulaire economie. De staatssecretaris heeft enerzijds aangegeven dat dit onderwerp op de Europese agenda moet blijven staan, anderzijds dat dit pakket niet verder afgezwakt zal worden en juist verder uitgewerkt kan worden. Daarvoor is volop steun van de PvdA. 

Verder willen wij, zoals ook door mevrouw Mulder is aangekondigd, aandacht voor microplastics. Het is goed om dit in Europees verband goed te regelen. 

De heer Smaling (SP):

Voorzitter. Wij wensen de staatssecretaris veel succes in de Milieuraad. Er staat veel op het spel. Ik wil haar graag nog behagen met twee moties van de hand van de SP. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat een aantal grote, in Nederland actieve bedrijven zich uitspreken voor klimaat- en energiedoelen die ambitieuzer zijn dan hetgeen de regering bepleit; 

verzoekt de regering, dit feit onder de aandacht te brengen tijdens de Europese Milieuraad, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Smaling. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 530 (21501-08). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat het element fosfor onmisbaar is voor het bestaan van leven op aarde; 

constaterende dat de EU-landen bij elkaar fors netto-importeur zijn van fosfor; 

constaterende dat in EU-verband voorzichtige stappen worden gezet om te komen tot versterkte inzet op fosforrecycling; 

overwegende dat overheid, bedrijfsleven, kennisinstellingen en niet-gouvernementele organisaties in Nederland succesvol bouwen aan een brede coalitie gericht op hergebruik van fosfor; 

verzoekt de regering, de in Nederland gepraktiseerde ketenbenadering onder de warme aandacht te brengen van Europese collega's, soortgelijke initiatieven te bevorderen en/of participatie in de in Nederland opgezette coalitie te bepleiten, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Smaling. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 531 (21501-08). 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. De staatssecretaris en ik hebben wat van gedachten gewisseld over hout. Het moet geen selffulfilling prophecy worden dat de Nederlandse wet straks een kop op Europese regelgeving wordt, omdat wij ons eerst in Brussel tegen onze eigen wetgeving hebben verzet. Wij wachten de brief op dit punt af. 

Ik heb twee moties. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

verzoekt de regering, in Brussel te bespreken of hoogwaardige afvalstromen zoals lithium, waarvoor de recycler kan aantonen afzet voor de secundaire grondstof te hebben, onder een sneller of lichter regime kunnen vallen waar het gaat om intra-Europees afvaltransport, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 532 (21501-08). 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik heb toch nog een motie over het belangrijke klimaat- en energiepakket. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat energiebesparing zichzelf terugverdient, onze energieafhankelijkheid vermindert en de Europese kostenpost van meer dan 1 miljard euro per dag aan fossiele brandstoffen verlaagt; 

overwegende dat er nog altijd gesproken wordt over de verdeling van de taakstelling van de energiebesparingsdoelstelling over de lidstaten; 

overwegende dat in de inrichting van het ETS knoppen zitten om ook een hoger energiebesparingsdoel niet ten koste te laten gaan van een stabielere en hogere CO2-prijs; 

verzoekt de regering, zich niet te verzetten tegen een hogere Europese doelstelling voor energiebesparing, als dat met een terugverdientijd van twintig jaar niet tot onaanvaardbare kosten voor de Nederlandse samenleving leidt; 

verzoekt de regering, zich bij de onderhandelingen over het ETS vervolgens in te spannen om een hoger doel voor energiebesparing te vertalen in een adequaat instrumentarium, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 533 (21501-08). 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. De gekke figuur deed zich voor dat een brief van deze staatssecretaris en de minister van Economische Zaken over de inzet van de regering voor het Europese klimaat- en energiepakket gisteren met de minister-president is besproken. Dat was eigenlijk wel goed, want dit kabinet heeft de slechte gewoonte om aangenomen milieumoties niet uit te voeren. Dan merk je dat het helpt dat de schijnwerpers erop staan, de kranten erover schrijven en de minister-president zich erover moet uitlaten. Uiteindelijk gaat hij toch doen wat de Kamer heeft gevraagd, maar enthousiast was hij niet. Hij zei: ik ga er wel voor pleiten, maar we gaan het toch niet winnen. Dat vinden wij niet heel ambitieus. Deze staatssecretaris maakt het soms nog wat bonter en zegt over aangenomen moties: ik ga het niet eens proberen want ik ga het niet winnen. Het gaat daarbij over de Kameruitspraak dat een Europees importverbod op teerzandolie een goed idee zou zijn en waarin de staatssecretaris wordt gevraagd om zich daarvoor in te zetten. Wij komen daarover nog te spreken, maar omdat er nu een vrijhandelsverdrag met Canada is afgesloten, alvast deze motie. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat teerzandolie de meest vervuilende fossiele brandstof op aarde is, goed voor drie tot vijf keer de CO2-uitstoot van conventionele olie; 

constaterende dat de Kamer zich heeft uitgesproken voor een Europees importverbod op teerzandolie (21501-08, nr. 481); 

overwegende dat het recent door de Europese Unie afgesloten vrijhandelsverdrag met Canada (CETA) een importverbod op teerzandolie onmogelijk maakt; 

verzoekt de regering, het vrijhandelsverdrag met Canada niet te ratificeren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 534 (21501-08). 

Daarmee zijn wij gekomen aan het eind van de inbreng van de zijde van de Kamer. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Staatssecretaris Mansveld:

Voorzitter. Ik loop de moties af. Eerst de motie op stuk nr. 529 van mevrouw Mulder en mevrouw Cegerek over microplastics. U kent mijn standpunt over microplastics: ik omarm uw ambitie en ben daar zelf ook ambitieus in. Ik ben blij dat het bedrijfsleven ook zo ambitieus is en dat het grootste gedeelte zich hiervoor wil inzetten. Het gaat niet om de eerste de beste bedrijven, maar om echt grote multinationals. Deze motie is ondersteuning van beleid, dus het oordeel is aan de Kamer. 

In de motie op stuk nr. 530 wordt gepleit om de ambitieuze bedrijven onder aandacht te brengen van de Europese Milieuraad. Ik heb gisteren aangegeven dat ik heel blij ben met die steun. Het is goed dat er voorlopers zijn in de bedrijven en ik wil dat geluid graag geven. Ik gebruik dit actief in de aanloop naar Parijs. U weet dat wij niet voor een arrangement gaan of een klimaatakkoord met landen, maar dat wij ook vinden dat steden en bedrijven daarbij aangesloten zouden moeten zijn. Ik beschouw dit als ondersteuning van beleid, dus oordeel Kamer. 

Dan de motie op stuk nr. 531 van de heer Smaling om de gepraktiseerde ketenbenadering onder de warme aandacht te brengen van Europese collega's, een soortgelijk initiatief te bevorderen en participatie in de in Nederland opgezette coalitie te bepleiten. Graag! Nederland is oprichter van het EU Nutrient Platform. Daar dragen wij met name die ketenbenadering uit. Ik zie dit als ondersteuning van mijn beleid, dus oordeel Kamer. 

Dan de motie op stuk nr. 532 van mevrouw Van Veldhoven over hoogwaardige afvalstromen, zoals lithium. Ik vind dat een heel interessant idee. Ik wil de mogelijkheden hiertoe verkennen en een punt inbrengen bij de EU-besprekingen over afvalrichtlijnen, zowel in de komende Milieuraad als in de onderhandelingen nadien. Wat mij betreft is ook dit ondersteuning van beleid en is het oordeel aan de Kamer. 

Dan kom ik op de motie-Van Veldhoven op stuk nr. 533. Gisteren is inderdaad de situatie ontstaan dat wij een AO over de Milieuraad hadden maar dat de minister-president zelf al plenair met de Kamer sprak over de inzet van de onderhandelingen. Dat is ook juist, want hij doet die onderhandelingen. Hij heeft toen aangegeven dat het ophogen voor Nederland een heel spannende wedstrijd wordt, maar dat hij zich daar uiteindelijk niet tegen zal verzetten, mits het niet bindend is een geen schade toebrengt aan het ETS. Dat is een belangrijk element. Mevrouw Van Veldhoven weet hoe belangrijk ik versterking van het ETS vind. Daar zal ik mij nadrukkelijk voor inzetten. Dus ik zie deze motie als ondersteuning van beleid. 

Dan kom ik op de motie-Ouwehand op stuk nr. 534. De onderhandelingen over het vrijhandelsverdrag met Canada zijn twee maanden geleden afgerond. Ratificatie via de geëigende kanalen zal vermoedelijk twee jaar in beslag nemen. Het besluit daartoe zal de Kamer nog passeren. Ook het Europees Parlement moet instemmen. De richtlijn brandstofkwaliteit heeft niets van doen met het vrijhandelsakkoord met Canada. Die staat daar dus los van. Ik wil deze motie dan ook ontraden. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik ben in elk geval goed op tijd met mijn motie. Ik houd haar aan, want ik heb begrepen dat wij ook nog door de minister voor Buitenlandse Handel worden geïnformeerd over de vrijhandelsakkoorden. Ik wil de staatssecretaris wel nog vragen om terug te komen op de tussentijdse gesprekken met Canada over teerzandolie die zij had toegezegd, gelet op de uitvoering van de motie. Maar wij hebben na het reces de begrotingsbehandeling nog. De staatssecretaris weet vast waar een deel van onze vragen over zal gaan. 

Staatssecretaris Mansveld:

De retorische vraag van mevrouw Ouwehand aan het einde kan ik inderdaad bevestigend beantwoorden. 

De voorzitter:

Is het antwoord van de staatssecretaris voor mevrouw Ouwehand wellicht reden om haar motie niet alleen aan te houden maar ook in te trekken? 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Nee. De staatssecretaris zegt dat het ratificatieproces wel twee jaar kan duren, dus ik zeg: ik ben lekker op tijd met mijn motie. Als zij haar nu ontraadt, dan voel ik al aankomen dat zij het niet gaat halen. Dus ik houd haar aan, omdat er nog informatie komt over het vrijhandelsverdrag en het ratificatieproces, maar deze hangt alvast boven de markt. 

De voorzitter:

Zij blijft daar dreigend hangen. 

Op verzoek van mevrouw Ouwehand stel ik voor, haar motie (21501-08, nr. 534) aan te houden. 

Daartoe wordt besloten. 

Staatssecretaris Mansveld:

De heer Remco Dijkstra vroeg of ik nadrukkelijk wil blijven kijken naar Europese regelgeving. Het antwoord daarop is volmondig ja. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Dank u zeer. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven