7 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik deel mee dat ingevolge artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde de aangehouden moties 19637, nr. 1840 en 27858, nr. 269 zijn vervallen. 

Ik stel voor, hedenavond ook te stemmen over de aangehouden motie-Rudmer Heerema (29659, nr. 129), de aangehouden motie-Klein (34000, nr. 28), de aangehouden motie-Van Gerven (33791, nr. 12) en de aangehouden moties-Van Veldhoven (33529, nrs. 72 en 74) 

Ik stel voor om toe te voegen aan de agenda: 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op het onderwijstoezicht in verband met het registreren van leerlingen met een ontwikkelingsperspectief in het basisregister onderwijs (33971); 

  • -het wetsvoorstel Goedkeuring van het voornemen tot opzegging van het op 1 augustus 1989 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op erfopvolging (33854); 

  • -het wetsvoorstel Regels ten behoeve van een verantwoorde groei van de melkveehouderij (Wet verantwoorde groei melkveehouderij) (33979); 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW 2015) (33988); 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Wet werk en bijstand teneinde de eis tot beheersing van de Nederlandse taal tot te voegen aan die wet (Wet taaleis WWB) (33975); 

  • -het wetsvoorstel Herstel van wetstechnische gebreken en leemten alsmede aanbrenging van andere wijzigingen van ondergeschikte aard in diverse wetsbepalingen op het terrein van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Reparatiewet BZK 2014) (33951). 

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op: 

  • -maandag 17 november van 10.00 uur tot 16.00 uur van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu over het onderdeel Water van de begroting voor 2015; 

  • -maandag 24 november van 10.00 uur tot 18.00 uur van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu over het MIRT. 

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda: 

  • -Het VAO Arbeidsmarktbeleid naar aanleiding van het algemeen overleg gehouden op 15 oktober 2014, met als eerste spreker het lid Van Weyenberg van D66; 

  • -Het VAO Kindermishandeling/Geweld in afhankelijkheidsrelaties naar aanleiding van het algemeen overleg gehouden op 15 oktober, met als eerste spreker het lid Bergkamp. 

Mevrouw Bergkamp, gaat u ook fluisteren? 

Mevrouw Bergkamp (D66):

Zo mooi als u kan ik het niet, denk ik, voorzitter. Dit is een uniek moment. Ik wil graag voorstellen om het VAO Kindermishandeling nog voor het herfstreces in te plannen. Het gaat hier om een urgente beleidskwestie waarover in december duidelijkheid moet zijn. 

De voorzitter:

Prima, doen we. 

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda: 

  • -het VSO Overheveling specialistische geneesmiddelen 2015 (29248, nr. 275), met als eerste spreker het lid Leijten van de SP. 

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van heden: 

  • -het VAO Raad Buitenlandse Zaken naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 15 oktober, met als eerste spreker het lid Van Klaveren van de Groep Bontes/Van Klaveren. 

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten. 

De voorzitter:

Ik geef het woord aan mevrouw Hachchi. 

Mevrouw Hachchi (D66):

Voorzitter. Ik wens u beterschap. Ik sta hier mede namens de fracties van het CDA en de SP. Twee weken geleden heb ik een debat aangevraagd over de gang van zaken met betrekking tot de giftige stoffen waaraan Defensiemedewerkers zijn blootgesteld. Een ruime Kamermeerderheid heeft die aanvraag voor het debat gesteund. Vandaag doe ik het dringende verzoek om dat debat meteen in de eerste week na het herfstreces in te plannen. 

De heer Bosman (VVD):

Wij hebben het debat niet gesteund, maar het gaat toch gebeuren. De noodzaak van een snel debat zie ik echter niet zozeer. Het is verstandig dat er een debat wordt gehouden, maar ik snap niet de noodzaak om dat op zeer korte termijn te doen. 

De voorzitter:

Maar bent u voor het houden van een debat? 

De heer Bosman (VVD):

Nee, dat was al klaar. Het debat hoeft van mij echter niet op zeer korte termijn gehouden te worden. 

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Ik vind het juist typisch een onderwerp dat om een snelle behandeling vraagt, simpelweg omdat het veel mensen in onzekerheid en spanning houdt. Ik steun het voorstel dan ook, inclusief het verzoek om het debat onmiddellijk na het reces in te plannen. 

Mevrouw Günal-Gezer (PvdA):

Mijn fractie heeft het eerdere verzoek van mevrouw Hachchi voor het houden van een debat hierover gesteund. In dit geval steun ik haar verzoek dus ook. 

De voorzitter:

U bent al aan het woord geweest, mijnheer Bosman. 

De heer Bosman (VVD):

Ja, maar ik heb even een punt van orde, ook aan het adres van de heer Van Ojik. Het debat gaat namelijk niet over de inhoud, maar over het proces. Het is geen inhoudelijk debat. Het gaat er niet over of wij de mensen helpen, ja of nee. Voor de Kamer is dit puur een procedureel debat over wanneer wat bekend was. 

Mevrouw Hachchi (D66):

Mag ik daar even heel kort op reageren, voorzitter? Het gaat over de gang van zaken met betrekking tot dit dossier. Ik heb aangegeven dat het gaat om de informatievoorziening aan de Kamer en om het feit dat de Kamer iedere keer via de media wordt verrast met nieuwe feiten. Dit treft ook de doelgroep, dus de mensen om wie het gaat. Ook vanuit die optiek is het belangrijk dat wij dit debat snel inplannen. Ik ben dan ook blij met de steun van de collega's. 

De voorzitter:

Wij zullen kijken of wij dat debat kunnen inplannen. Ik zeg daar wel bij dat wij een overvolle agenda hebben. 

Het woord is aan de heer Smaling. 

De heer Smaling (SP):

Voorzitter. Ik heb medelijden met u omdat u bijna uw stem kwijt bent, maar ik heb ook medelijden met alle mensen die getroffen worden door ebola. Ik neem aan dat ik niet de enige ben. Mijn verzoek is om een debat te voeren over de situatie rond ebola, met name omdat er een nieuw feit aan het licht gekomen is, te weten dat verzekeraars ebolahulpverleners niet willen dekken. Zij kunnen daar dus niet heen en eventueel gerepatrieerd worden. De onbeheersbaarheid van ebola krijgt daarmee een nieuwe dimensie. Ik vind het daarom noodzakelijk er hier een plenair debat over te voeren. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Wij ondersteunen dit verzoek van de SP van harte. Wij zien dagelijks de berichtenstroom toenemen; het gaat van kwaad tot erger. Wij moeten het er dus snel met elkaar over hebben. 

De heer Van Laar (PvdA):

Wij willen geen debat, maar wel een oplossing. Wij verwachten dat die er nog is voor het einde van het reces. Vlak daarna staat het VAO over ebola op de rol. Als er voor het einde van het reces nog geen oplossing is, kunnen wij er tijdens het VAO over spreken. Geen steun voor het debat dus. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik heb wel behoefte aan een brief. Ik hoor dat er al debatten zijn gepland. Een extra debat is, ook gezien de overvolle agenda, niet heel realistisch. 

Mevrouw Klever (PVV):

De vaste commissie voor VWS heeft al het initiatief genomen tot een algemeen overleg over dit onderwerp. Geen steun voor een debat dus. 

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Wel steun van de fractie van GroenLinks voor dit verzoek. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Het is heel belangrijk dat wij hier snel over spreken. Volgens mij gaat voor de heer Smaling de snelheid boven de vorm. Als wij er snel over kunnen spreken in een algemeen overleg, heeft dat de voorkeur. Als dat lang gaat duren, heeft een debat mijn steun. Laten wij echter eerst met elkaar naar de tijdlijn kijken. 

De heer Rutte (VVD):

Geen steun voor een plenair debat. Ik kan mij wel voorstellen dat wij het kabinet vragen om een brief specifiek over die verzekeringskwestie. 

De voorzitter:

Mijnheer Smaling, u hebt geen steun voor een debat, maar wel voor een brief. 

De heer Smaling (SP):

Ik zou die brief dan graag heel snel willen ontvangen, zo mogelijk nog voor het reces, gezien de ernst van de situatie. Ik zie dat alle collega's er graag snel over willen spreken. Het is natuurlijk aan de collega's om de vorm en het forum waarin dat gebeurt aan te geven, maar ik hoop dat het snel kan. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan mevrouw Dik-Faber. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. Het aantal suïcides in Nederland neemt toe. Ik weet dat de hele Kamer zich betrokken voelt bij deze trieste zaak. Vandaag las ik het bericht dat er in de ggz sprake is van vermijdbare suïcides. Ik ben daarvan geschrokken, want het zegt ook iets over de zorg. Ik wil daarom heel graag een debat met de minister van VWS aanvragen, voorafgegaan door een brief over dit onderwerp. 

Mevrouw Leijten (SP):

Gisteren hebben we in de procedurevergadering afgesproken dat we nog voor het kerstreces een breed, groot algemeen overleg houden over de geestelijke gezondheidszorg. Het lijkt mij goed om dit onderwerp daarbij te betrekken, omdat dit een onderwerp is dat daarbij hoort. Daarom wat mij betreft geen steun voor een plenair debat. 

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Ik ben het eens met deze suggestie van de SP-collega. Dus geen steun voor een debat. Een brief voor het AO is prima. 

De heer Kuzu (PvdA):

Ook vanuit de fractie van de PvdA geen steun voor het debat, maar het zou wel goed zijn als het kabinet reageerde met een brief op de vraag hoe suïcides kunnen worden voorkomen. 

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Het CDA deelt de zorgen van mevrouw Dik-Faber, maar er is inderdaad voor het kerstreces een groot debat over de ggz gepland. Dat lijkt mij dan ook de goede gelegenheid om dit onderwerp te bespreken. Wel steunen we het verzoek om voorafgaand aan dat algemeen overleg een brief hierover naar de Kamer te sturen. 

De heer Van der Staaij (SGP):

Ook de SGP deelt deze zorg. Wij vinden daarom een debat een goede suggestie en dat geldt ook voor de brief voorafgaand daaraan. Dus steun voor het verzoek van mevrouw Dik-Faber. Mocht daar geen meerderheid voor zijn, dan is in ieder geval dat AO een goede terugvaloptie. 

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Heel recentelijk hebben we in een AO over suïcidaliteit ook over dit onderwerp gesproken, waarbij met name het aspect preventie aan de orde is geweest. Ik denk dat het heel goed is om er in het AO over de ggz op terug te komen. Ik heb zelf niet zo'n behoefte aan een aparte brief van de minister omdat preventie ook al in het AO over suïcidaliteit aan de orde is geweest. 

Mevrouw Klever (PVV):

Geen steun voor een debat. We spreken er binnenkort in een AO al over. 

De voorzitter:

Mevrouw Dik-Faber, u hebt geen steun voor een debat, wel voor een brief. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Het gaat hierbij heel specifiek om vermijdbare suïcide in de ggz. Dus ik vind het heel belangrijk dat ik steun heb gekregen van de Kamer voor een brief, die ik dan heel graag zou willen betrekken bij het AO dat reeds gepland is. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit deel van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Ik geef het woord aan mevrouw Leijten van de SP. 

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. In Europa worden richtlijnen gemaakt en als die eenmaal afgekondigd zijn, hebben lidstaten de tijd om die om te zetten in nationale wetgeving. Doen ze dat niet, dan worden ze op de vingers getikt door Europa. Over het verbeteren van de verzorging en huisvesting van proefdieren is inmiddels door Europa een richtlijn afgegeven, waarbij Europa ook veel snelheid maakt met de naleving ervan, in de zin dat de nationale lidstaten die richtlijn ook omzetten in wetgeving. Nederland heeft dat laatste nog niet gedaan en nu gaat de Europese Commissie naar het Europese Hof teneinde Nederland onder dwangsom te dwingen die wetgeving te maken. 

De voorzitter:

De vraag is? 

Mevrouw Leijten (SP):

Ik vraag om een debat met de staatssecretaris van Economische Zaken, die hierover gaat, over hoe we hiermee omgaan. Een boete van €50.000 per dag is namelijk echt zonde van het geld, dit nog los van de situatie van de proefdieren. 

Mevrouw Klever (PVV):

Steun voor een debat, niet vanwege de boetes vanuit Brussel maar omdat wij willen dat er minder gebruik wordt gemaakt van proefdieren en ze een beter leven krijgen. 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Van de VVD geen steun voor het debat. Er ligt nu een wetsvoorstel bij de Eerste Kamer; daar hoort het thuis. Als mevrouw Leijten het toch wil bespreken, kan dat heel goed bij het AO Dierproeven dat de volgende maand op de agenda staat. 

De heer Geurts (CDA):

Geen steun voor het debat, wel voor een eventuele brief waarin de staatssecretaris dit punt even opheldert, want we moeten het nu doen met een wat summiere berichtgeving in de media. 

De heer Van Dekken (PvdA):

Ook geen steun voor het debat. Een brief stellen we wel op prijs. En inderdaad is er al een algemeen overleg Dierproeven gepland. Bovendien moet de Eerste Kamer een wetsvoorstel dienaangaande nog behandelen. Tevens lag er nog een amendement dat al leidde tot allerlei vertraging. Dat is de achterliggende reden. 

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Het gaat voor het halen van een meerderheid voor een debat niet helpen, denk ik, maar de fractie van GroenLinks steunt het verzoek van mevrouw Leijten. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De ChristenUnie steunt de vraag om een brief, die dan betrokken kan worden bij het reeds geplande AO. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

D66 sluit zich daar graag bij aan. 

De voorzitter:

Mevrouw Leijten, er is geen meerderheid voor het houden van een debat. 

Mevrouw Leijten (SP):

Ik vind dat jammer. De kortste klap is het vragen om een reactie. Ik zou die wel graag voor het einde van het reces hebben. Los van inhoudelijke zaken rond dierproeven en de opvang waarover wij het in het algemeen overleg moeten hebben, gaat het ook gewoon over wat er gebeurt met onze verhouding met Europa. Als dat in het AO nog behandeld kan worden, dan nemen wij het daarin mee. Als uit de brief blijkt dat het allemaal veel sneller moet, dan zijn wij hier na het reces weer. 

De voorzitter:

Prima. Ik zal het stenogram van dit deel van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Daarmee zijn wij aan het einde gekomen van de regeling van werkzaamheden. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Voorzitter: Elias

Naar boven