10 Raad Buitenlandse Zaken

Aan de orde is het VAO Raad Buitenlandse Zaken (AO d.d. 15/10). 

De heer Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren):

Voorzitter. Mijn fractie roept al maanden dat Nederland zowel in Irak als in Syrië militair moet bijdragen in de strijd tegen ISIS. De Syrische Koerden in Kobani hebben onze steun keihard nodig. Steun in de vorm van rood-wit-blauwe bommen vanuit de lucht, steun in de vorm van westerse antitankwapens vanaf de grond. Wij roepen de minister op, hier tijdens de aankomende Raad Buitenlandse Zaken voor te pleiten. Ik heb één motie. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de Koerden rondom Kobani met verouderde wapens strijden tegen een goedbewapend terreurleger van ISIS; 

overwegende dat eerder de Iraaks-Koerdische peshmerga en de Syrische oppositie door het Westen zijn bewapend; 

verzoekt de regering, in overleg met internationale bondgenoten ook de Syrische Koerden te bewapenen, zodat zij zichzelf adequaat kunnen verdedigen tegen ISIS, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Klaveren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 1416 (21501-02). 

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Gisteren heeft de oppositieleider van Turkije met bewijzen in het parlement aangetoond dat nota bene vanuit Adana wapens aan ISIS geleverd zouden zijn en dat de officier van justitie daar onderzoek naar doet. Wat het CDA betreft is het dus tijd voor een onderzoek naar de mogelijke steun van Turkije aan jihadisten, aan ISIS-leden in Syrië en Irak. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat nu al langdurig sprake is van veelvuldige berichtgeving en beschuldigingen over steun van Turkije aan jihadisten in Syrië en Irak; 

constaterende dat de regering tot dusver stelde niet over indicaties te beschikken over dergelijke steun van Turkije; 

constaterende dat recentelijk zowel de Amerikaanse oud-ambassadeur in Turkije als de Amerikaanse vicepresident gesteld hebben dat Turkije jihadistische groeperingen in Syrië gesteund heeft, zoals Al-Nusra; 

constaterende dat bovendien sprake is van nieuwe berichtgeving en beschuldigingen over steun van Turkije aan IS bij de aanval op Kobani; 

overwegende dat niet langer genoegen genomen kan worden met de officiële ontkenning van de Turkse regering; 

verzoekt de regering, zich in te zetten voor onafhankelijk internationaal onderzoek naar de steun van Turkije aan jihadisten in Syrië en Irak, in het bijzonder naar de mogelijke steun aan IS bij de aanval op Kobani, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Omtzigt en Van Bommel. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 1417 (21501-02). 

Minister Timmermans:

Voorzitter. Zoals wij gisteren uitvoerig in het algemeen overleg met de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken hebben besproken, moeten we vaststellen dat aan het leveren van wapens aan strijdgroepen in Syrië, ook als wij het politieke en militaire doel steunen dat zij bijvoorbeeld voorkomen dat Kobani in verkeerde handen valt, te grote risico's kleven dat die wapens vervolgens terechtkomen bij terroristische organisaties, zoals PKK of andere. Dat is een lijn die de Nederlandse regering al twee jaar consistent volhoudt. Ik heb geen enkele reden om op dit moment van die lijn af te wijken, aangezien we dat risico nog steeds te groot achten. Daarom moet ik de motie op stuk nr. 1416 van het lid Van Klaveren ontraden. 

In de motie op stuk nr. 1417 van de leden Omtzigt en Van Bommel wordt een onderwerp genoemd dat wij al veelvuldig in de vaste commissie hebben besproken. Ik ken de opvattingen van de geachte afgevaardigden Omtzigt en Van Bommel op dit punt. Die zijn het afgelopen jaar zeer consistent naar voren gebracht. Ik zal even consistent de positie van de regering verdedigen dat wij geen indicaties hebben van de beschuldigingen waarnaar verwezen wordt ten aanzien van de Turkse regering. We zien dus ook geen enkele aanleiding om een internationaal onderzoek te starten. Daarom moet ik ook deze motie ontraden. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Hiermee komen we aan het einde van dit VAO en mogelijk ook aan het einde van de spreektijd van deze minister van Buitenlandse Zaken in dit Kamergebouw. Althans, mogelijk zien we hem wel terug, maar dan in een andere functie. Ik dank de minister van harte voor zijn bereidheid om elke keer hier in de Kamer te verschijnen en alle mogelijke en moeilijke vragen te beantwoorden. Wij wensen hem veel succes in zijn nieuwe functie als Commissaris. 

(Applaus) 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Voorzitter: Bosma

Naar boven