22 Onderzoeksrapport "Veiligheid van vreemdelingen" en suïcide Armeense asielzoeker

Aan de orde is het VAO Onderzoeksrapport "Veiligheid van vreemdelingen" en suïcide Armeense asielzoeker (AO d.d. 28/05). 

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Ik zie iets nieuws aan de staatssecretaris, maar ik weet nog niet goed wat het is. O, het is de bril. 

Nu de serieuze zaak van dit debat. Ik heb in het algemeen overleg al uitgebreid toegelicht dat de suïcide van de Armeense man in Schalkhaar in april van dit jaar in de politiek heel anders lijkt te vallen dan de suïcide van de heer Dolmatov. Dat is toch vreemd, want iedere persoon die suïcideert en die op dat moment onder de verantwoordelijkheid valt van de Nederlandse overheid, is iemands kind. Ik vind dat eenzelfde soort reactie van de politiek en van de staatssecretaris als na de dood van Aleksandr Dolmatov in januari 2013 op zijn plek zou zijn en dat er een onafhankelijk onderzoek naar deze situatie zou moeten komen. Op dit moment heb ik echter twee andere moties. Ik begrijp dat mevrouw Voortman straks een aantal moties zal indienen, die ik van harte zal ondersteunen. De eerste motie luidt als volgt. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie op 13 maart 2013 heeft toegezegd de Kamer te zullen informeren over de wijzigingen van protocollen bij terugkeergesprekken met vreemdelingen met een medische indicatie; 

constaterende dat de Kamer sindsdien nog niet door de staatssecretaris is geïnformeerd over deze wijzigingen; 

verzoekt de regering, de Kamer nog voor het zomerreces alsnog de toegezegde informatie te doen toekomen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Gesthuizen, Schouw, Voortman en Voordewind. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 1843 (19637). 

Mevrouw Gesthuizen (SP):

De tweede motie luidt als volgt. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat er een medische noodsituatie is ontstaan in de suïcidezaak van de heer G., zijn zorgdragers niet continu op de hoogte waren van zijn medische situatie en er niet met resultaat is ingegrepen door de IND noch is doorverwezen naar het BMA; 

van mening dat dit in de toekomst voorkomen moet worden en er voor advocaat en (andere) gemachtigde(n) een mogelijkheid moet zijn om melding te maken van een reële vrees voor het leven van hun cliënt bij onafhankelijke medische experts; 

verzoekt de regering, een crisispunt in te stellen dat 24 uur per dag bereikbaar is en bemand wordt door onafhankelijke medische experts die de medische situatie van vreemdelingen kunnen bekijken indien gemachtigde(n) en de IND er niet samen uitkomen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Gesthuizen, Schouw, Voortman en Voordewind. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 1844 (19637). 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de Onderzoeksraad Voor Veiligheid in zijn onderzoeksrapport Veiligheid van vreemdelingen stelt dat door onvoldoende informatie, veel nadruk op productiviteit en onvoldoende (vervolg)opleiding, het voor kan komen dat de veiligheid van de vreemdeling ondergeschikt raakt aan andere belangen; 

voorts constaterende dat bij de afweging tussen zorg of uitzetten, het uitzetten vaak prevaleert en iemand daardoor nodige zorg onthouden kan worden; 

verzoekt de regering, de toegang tot medische zorg voor asielzoekers en een zorgvuldige afweging van de asielaanvraag door middel van collegiale toetsing te waarborgen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Voortman en Gesthuizen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 1845 (19637). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat er verschillende lezingen zijn van de situatie en ware toedracht rondom de suïcide van de heer G.; 

verzoekt de regering, hiernaar een onafhankelijk onderzoek in te stellen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Voortman en Gesthuizen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 1846 (19637). 

De laatste moties worden gekopieerd. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Staatssecretaris Teeven:

Voorzitter. Ten aanzien van de motie van mevrouw Gesthuizen en anderen op stuk nr. 1843 merk ik het volgende op. Ik heb geen idee waarom deze informatie nog niet naar de Kamer is gestuurd. Ik wil dat even nakijken. Ik denk dat het geen probleem is om die informatie voor de zomer te verstrekken. De juiste reden weet ik niet. Ik moet dat eerst even helder krijgen. Wellicht is dat aanleiding om de motie aan te houden. 

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Ja natuurlijk, maar als ik tot de laatste week voor het zomerreces moet wachten op die informatie, kan ik mijn motie niet meer in stemming brengen. Ik wil dan uiterlijk de op een na laatste week voor het zomerreces van de staatssecretaris horen hoe het zit. 

Staatssecretaris Teeven:

Ik schijn mevrouw Gesthuizen in het algemeen overleg van 28 mei hierover te hebben geantwoord, maar ik ben zeker bereid voor het zomerreces die informatie schriftelijk naar de Kamer te sturen. Dat is het antwoord. 

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Dan verschillen de staatssecretaris en ik van inzicht over de manier waarop de motie die destijds ten grondslag lag aan de toezegging om een en ander te doen, moet worden uitgevoerd. Dan breng ik mijn motie zeker in stemming, als steun in de rug. 

Staatssecretaris Teeven:

Een steun in de rug is altijd goed voor het kabinet, dus ik zie de stemming met vertrouwen tegemoet. 

In de motie op stuk nr. 1844 wordt de regering verzocht een crisispunt in te stellen dat 24 uur per dag bereikbaar is en bemand wordt door onafhankelijke medische experts die de medische situatie van vreemdelingen kunnen bekijken. Ik zie hier echt de toegevoegde waarde niet van. Tijdens het algemeen overleg heb ik dat ook gewisseld. Advocaten kun nu al informatie aanbieden aan de medisch behandelaars of de crisisdienst. De IND heeft geen bemoeienis met de medische behandeling. Om die reden ontraad ik deze motie. 

Ik kom op de motie op stuk nr. 1845 waarin mevrouw Voortman en mevrouw Gesthuizen de regering verzoeken om de toegang tot medische zorg voor asielzoekers en een zorgvuldige afweging van de asielaanvraag door middel van collegiale toetsing te waarborgen. Het rapport van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid geeft wel iets meer informatie. Ik denk dat het ook niet helemaal het juiste beeld van de praktijk is. Het kan inderdaad voorkomen, maar het komt ook heel vaak niet voor. Vreemdelingen zijn niet structureel onveilig, om de hoofdconclusie van het rapport nog maar even naar voren te halen. Even los van de omstandigheden in praktijksituaties, zeker als medewerkers worden ingewerkt, denk ik dat wat in de motie wordt gevraagd, disproportioneel is en de werkdruk doet toenemen. In het rapport van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid stond als een van de aanbevelingen juist dat we de keten niet over moeten protocolleren en geen druk moeten uitoefenen als dat niet strikt noodzakelijk is. Ik ontraad deze motie dan ook. 

Naar aanleiding van de motie op stuk nr. 1846 kan ik iets nieuws melden dat tijdens het algemeen overleg niet bekend was maar pas zeer recentelijk bekend is geworden. De calamiteitencommissie heeft aanleiding gezien om de zaak van de heer G. te melden bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg. We kennen nu de procedure zoals uitgelegd door de minister voor Volksgezondheid in het algemeen overleg. De Inspectie voor de Gezondheidszorg moet hierover een standpunt innemen. Ik wacht dat oordeel van de onafhankelijke inspectie af. Ik ontraad de motie dan ook, want niet de regering is aan zet, maar de Inspectie voor de Gezondheidszorg. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

We hebben naar aanleiding van het IGZ-onderzoek naar Renata gezegd dat het eigenlijk geen onafhankelijk onderzoek was. Op zichzelf ben ik blij dat de IGZ onderzoek gaat doen, maar hoe zorgen wij ervoor dat het echt onafhankelijk is? Als we dat kunnen waarborgen, trek ik mijn motie natuurlijk meteen in. 

Staatssecretaris Teeven:

Volgens mij heeft de Kamer uitgebreid van gedachten gewisseld met de minister van Volksgezondheid over de onafhankelijkheid van dit soort onderzoeken door de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Destijds hebben Kamer en kabinet de inspectie ingesteld. Daarvoor is ook een procedure geschreven. Het kabinet gaat er in ieder geval van uit dat het een onafhankelijk onderzoek is. Het is gemeld en we zitten nu in de fase dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg een standpunt moet innemen. Dat is de procedure die we voor dit soort medische situaties met elkaar hebben afgesproken. Ik ontraad deze motie dan ook. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Is het kabinet dan bereid om ons te informeren over de manier waarop de inspectie dat onderzoek gaat uitvoeren? Dan kan ik in ieder geval tot die tijd mijn motie aanhouden. 

Staatssecretaris Teeven:

Het kabinet is niet bereid om te informeren over het hoe, maar uiteraard wel over de vraag of de inspectie het gaat doen. 

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Misschien kan de staatssecretaris zich nog herinneren, en kan hij de Kamer meedelen, hoe dat is gegaan naar aanleiding van de dood van de heer Dolmatov. Toen is er volgens mij een verzoek van het kabinet gekomen richting twee inspecties. Klopt dat? 

Staatssecretaris Teeven:

Natuurlijk kan dat. Dat kan altijd. Er is echter een verschil, en daarbij haal ik ook aan wat mevrouw Gesthuizen in haar inbreng heeft gezegd. Dat is het verschil tussen volledig aan de zorg van de regering, van de Staat zijn toevertrouwd op het moment dat je je in een detentiesituatie bevindt, en de situatie waarin je niet aan de zorg van de overheid bent toevertrouwd en kunt gaan en staan waar je wilt. Dat is, denk ik, precies het verschil. In die laatste situatie hebben we een ander feitencomplex en hebben we ook een andere procedure. Die heeft de Kamer in het algemeen overleg ook besproken met de minister van Volksgezondheid. 

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Dat klopt, maar ik constateer wel dat de diensten die er onder verantwoordelijkheid van de staatssecretaris bij betrokken waren, ook vallen onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Ik blijf me afvragen waarom destijds wel een keuze is gemaakt voor het daadwerkelijk aan de inspecties vragen om een onderzoek te verrichten, terwijl we ons nu moeten verlaten op datgene waartoe de inspectie zelf mogelijk aanleiding ziet. 

Staatssecretaris Teeven:

Indertijd lag het zwaartepunt op twee situaties. We hadden toen te maken met iemand die er in juridische zin niet had behoren te zitten. Daarnaast is in die situatie toen niet goed voor hem gezorgd, terwijl hij volledig aan de zorg van de overheid was toevertrouwd. De situatie van nu is een totaal andere. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Hiermee zijn we aan het einde gekomen van dit VAO. Over de ingediende moties zullen we volgende week dinsdag stemmen. 

De vergadering wordt van 17.20 uur tot 18.00 uur geschorst. 

Naar boven