4 Vragenuur: Vragen Sjoerdsma

Vragen van het lid Sjoerdsma aan de minister van Defensie over het bericht "Miljarden NAVO-euro's verdwijnen in zwart gat". 

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. De Algemene Rekenkamer luidt vandaag de noodklok en slaat alarm. Miljarden euro's verdwijnen in een boekhoudkundige brei bij de NAVO. Geldstromen zijn niet transparant, jaarrekeningen worden niet goedgekeurd en het stempel "geheim" wordt te pas en te onpas gebruikt om kritische ogen weg te houden van bepaalde financiële dossiers. Dat kan natuurlijk niet en dat mag natuurlijk niet. Complimenten aan de Rekenkamer om dit vandaag opnieuw aan de kaak te stellen. Ik zeg "opnieuw" omdat Nederlandse parlementariërs al sinds 2010 actief bezig zijn om dit aan de kaak te stellen, maar helaas met beperkt resultaat. Ook al is het belang van de NAVO boven alle twijfel verheven, het is toch schokkend dat over de uitgaven van dit belangrijke bondgenootschap vrijwel geen verantwoording wordt afgelegd. We weten niet of de Nederlandse financiële bijdrage goed wordt besteed. We weten niet hoe het met de investeringsprojecten van de NAVO staat, kortom, we weten niet hoe het ervoor staat met het huishoudboekje van de NAVO. Te veel is geheim. De Nederlandse defensiehuishouding is ook bepaald niet het voorbeeld van een heldere huishouding waarin alles op orde is, maar deze minister is daar eerlijk en transparant over. Bij de NAVO is er echter geen transparantie over de dingen die fout gaan. We weten wel dat er verspilling plaatsvindt bij de NAVO; neem alleen al het nieuwe NAVO-hoofdkwartier, waarvan de kosten exploderen en dat ruim een miljard euro gaat kosten. Daarom stel ik de volgende vragen aan de minister. Deelt de minister deze zorgen over de NAVO-boekhouding? Op welke manier gaat zij ondersteuning bieden aan dit initiatief van de Rekenkamer? Welk voorstel heeft de minister om eindelijk de verantwoording over deze publieke middelen echt te gaan verbeteren? 

Minister Hennis-Plasschaert:

Voorzitter. Ik dank de heer Sjoerdsma voor zijn vragen. Hij heeft in dezelfde krant ook kunnen lezen dat ik dit een goed initiatief vind van de Algemene Rekenkamer. Het kabinet staat hier zeer positief tegenover en ik zie het eigenlijk als een belangrijke steun in de rug van dit kabinet. Nederland vraagt voortdurend aandacht voor zo veel mogelijk financiële transparantie van de NAVO. Dat doen wij natuurlijk in de NAVO-ministeriële, maar ook in onze permanente vertegenwoordiging. Langzaam maar zeker zie je dat de NAVO wel degelijk een paar passen voorwaarts zet. Gaat dat snel genoeg? Nee, maar ik ben ervan overtuigd dat, als er voortdurend druk wordt uitgeoefend vanuit het parlement en vanuit de NAVO-ministeriële en vanuit de pv's, wij op een gegeven moment echt resultaten kunnen boeken. De eerste vruchten zijn bijvoorbeeld de reguliere auditrapporten, waarvan de publicatie aanstaande is. Vanaf het budgetjaar 2013 zal, weliswaar op een case-by-casebasis, worden besloten of een bepaald rapport wordt vrijgegeven. In concreto ligt het dan met een stilteprocedure voor bij de permanente Raad. Er ligt op dit moment een aantal dossiers voor. Ik kan die nu niet in het openbaar noemen, maar ik heb goede hoop dat de Kamer binnenkort kennis kan nemen van een aantal reguliere auditrapporten. Ik hoop echt van harte dat het initiatief van de Rekenkamer ertoe bijdraagt dat ook andere bondgenoten veel meer werk zullen maken van de benodigde transparantie. Wij hebben het uiteindelijk over een militair bondgenootschap, een veiligheidsorganisatie. Om bepaalde redenen kan niet alle informatie worden gepubliceerd. Dat spreekt voor zich. Dat neemt echter niet weg dat veel prima te combineren is met de mate van transparantie die de Algemene Rekenkamer suggereert. Wij zien dan ook graag dat dit initiatief ertoe bijdraagt dat de financiële transparantie van de NAVO wordt vergroot, zodat deze Kamer, de andere parlementen en de belastingbetalers in de 28 lidstaten meer zicht hebben op de wijze waarop de NAVO geld besteedt om onze veiligheid te waarborgen. 

Kortom: ik steun het initiatief en zal het ook volop uitdragen. Dat heb ik de afgelopen anderhalf jaar sowieso al gedaan. Ik zal het bij de eerstvolgende NAVO-ministeriële en misschien wel in aanloop naar de top duidelijk aan de orde stellen. 

De heer Sjoerdsma (D66):

Ik dank de minister voor haar antwoorden. Toch moet ik zeggen dat mij het gevoel bekruipt dat bij de minister het gevoel voor urgentie ontbreekt in deze casus. Ik weet dat wij hier zij aan zij staan, het kabinet en het parlement, maar toch. De minister noemt de website van de Rekenkamer een goed initiatief, zij staat er positief tegenover en zij hoopt dat dit ertoe bijdraagt dat ook andere bondgenoten zich zullen inspannen om meer financiële transparantie te bewerkstelligen. Dat vindt het Nederlands kabinet al jaren. Ik citeer nog maar even minister Hillen, die in 2012 al zei dat het hem niet verbaasde dat het een enorme bureaucratische rompslomp was in de NAVO, dat het onoverzichtelijk was, dat daar nodig iets aan moest worden gedaan. Dat verklaart niet waarom het allemaal zo lang moet duren, waarom geheimhouding eerder regel dan uitzondering is en waarom jarenlang sjorren van Nederlandse parlementariërs eigenlijk zo weinig oplevert. 

Natuurlijk, er is een en ander bereikt — dat zegt de minister terecht — maar dat zijn wel dwergenstappen vergeleken met de reuzensprong die nodig is op het gebied van transparantie. Daarom wil ik de minister nog twee vragen voorleggen. Ten eerste: gaat zij ervoor zorgen dat dit onderwerp, financiële transparantie, verantwoording over publieke gelden, prominent op de agenda komt van de NAVO-top in september? Ten tweede: welke consequentie trekt de minister als deze kwestie niet binnen afzienbare tijd wordt opgelost? Wij laten immers voortdurend hetzelfde geluid horen, maar consequenties worden nooit getrokken, ondanks het feit dat de NAVO slechts dwergenstappen zet waar reuzensprongen nodig zijn. 

Minister Hennis-Plasschaert:

De uitspraak dat ik de urgentie niet zou voelen, stelt mij teleur, want ik voel de urgentie wel degelijk. Ik heb het vanaf de allereerste NAVO-ministeriële die ik bijwoonde in mijn huidige functie volop aan de orde gesteld. Ik heb het ook tijdens de diverse AO's met de Kamer duidelijk gemaakt. Ik maak mij zeer sterk voor meer transparantie in de NAVO. Ik heb dit punt ook opgebracht tijdens het bezoek van secretaris-generaal Rasmussen aan Den Haag op 31 januari jongstleden. Dat heb ik wederom gedaan tijdens de NAVO-ministeriële van 26 februari en die van 3 juni jongstleden. Ik heb in Brussel gepleit voor meer openheid over de besteding van het gemeenschappelijk budget en over de tekorten op het vlak van capaciteiten. 

Op dit laatste punt heeft secretaris-generaal Rasmussen mij afgelopen 3 juni eindelijk mijn zin gegeven, want hij heeft ons aangemoedigd om daar open en transparant over te zijn in de communicatie met de parlementen. Dat is nog niet voldoende — dat realiseer ik mij goed — maar samen met vijf andere hervormingsgezinde landen, te weten Canada, Denemarken, Frankrijk, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk, en in coördinatie met de Verenigde Staten, heb ik er in mei vorig jaar bij de secretaris-generaal van de NAVO op aangedrongen om preciezer te plannen. Daarom is het laatste jaar ook heel veel energie gestoken in het uitvoeren van inspecties van projecten door de NAVO en in het oproepen van landen om projecten af te melden. Kortom: ik heb bij de afgelopen NAVO-ministeriële nog gezegd: reform transparency. Dat is geen one-off, maar een state of mind. Dat betekent dat het ook wordt meegenomen in de agenda voor de top in Wales in september. 

De heer Van Bommel (SP):

De heer Sjoerdsma verwees al naar het nieuwe hoofdkantoor van de NAVO in Brussel. Begin van dit jaar bleek dat dit hoofdkantoor niet ruim 1 miljard euro zal kosten, maar dat daar nog een kwart miljard bovenop komt. Nederland heeft toegezegd daarvan ongeveer 40 miljoen euro te zullen betalen. Hoe staat het met dit project? Dit is weer een voorbeeld van een project waarin planning en uiteindelijke uitgaven volledig niet met elkaar sporen, terwijl de lidstaten daarvoor verantwoordelijk zijn. 

Minister Hennis-Plasschaert:

In het AO ter voorbereiding van de NAVO-ministeriële van 3 juni jongstleden heb ik gezegd dat ook ik, net als de Kamer, zeer gebrand ben op meer informatie daarover. De onderhandelingen zijn nog steeds gaande. Ik heb dit kort besproken met mijn Belgische collega tijdens een bilateraal bezoek. Zodra ik de Kamer meer kan melden, zal ik niet aarzelen om dat te doen. Op dit moment echter kan ik niet meer melden. 

Mevrouw Eijsink (PvdA):

De Rekenkamer heeft op 24 mei jongstleden in het verantwoordingsonderzoek over 2013 laten weten dat Defensie in NAVO-investeringsprojecten geen aanwijzingen voor tekortkomingen kan vinden. Naar mijn mening voelt de minister de urgentie. In de afgelopen jaren hebben wij daar veel over gesproken. Er is hard aan getrokken, zowel door het parlement als door de minister en de voorgaande ministers. Ik stel de minister de volgende vraag. De NAVO Parlementaire Assemblee is ook actief op dit punt. Hoe kunnen wij elkaar versterken? Op welke wijze kan de minister haar voorstellen naar de Kamer sturen, zodat wij onderling, zowel de minister in haar overleggen als de parlementen onderling, elkaar kunnen aanspreken? Ik verwijs in dit verband naar de prachtige website van de Rekenkamer. Een prima website, in het Engels, maar ook keurig vertaald. Alles staat erop wat wij zouden willen weten. 

Minister Hennis-Plasschaert:

Dank. Ik realiseer mij heel goed dat ook leden van de Kamer zich steeds buitengewoon hebben ingezet om dit onderwerp op de agenda te krijgen. Ik ben ervan overtuigd dat het weliswaar een proces van zeer lange adem is, in een gremium waar 28 lidstaten bij elkaar zitten en waar in unanimiteit wordt besloten, maar dat de aanhouder uiteindelijk wint. Graag ben ik bereid om, voorafgaand aan de eerstvolgende NAVO Parlementaire Assemblee, bijvoorbeeld een factsheet mee te geven over wat er gedaan is, wat er nog nodig is en waar de Kamer behoefte aan heeft. 

De heer Vuijk (VVD):

De VVD ziet dat er sprake is van een ingewikkeld dossier, waarin een werkwijze wordt gehanteerd die gedurende vele decennia gegroeid is. Ik stel vast dat de minister de urgentie heel goed snapt en veel werk verzet. Ook de heer Ten Broeke en mevrouw Eijsink spannen zich in de NAVO Parlementaire Assemblee al vele jaren in voor meer transparantie. Er zijn toezeggingen losgepeuterd bij de secretaris-generaal, die binnenkort vertrekt. Kan de minister aangeven hoe zij met de opvolger van de secretaris-generaal aan de slag gaat om de door de heer Rasmussen gedane toezeggingen goed onder de aandacht te krijgen en die ook meteen maar op scherp te zetten, zodat in het najaar boter bij de vis kan worden verkregen? 

Minister Hennis-Plasschaert:

In mijn introductiegesprek met de opvolger van de heer Rasmussen zal ik er geen misverstand over laten bestaan dat dit een prioriteit is voor het kabinet, maar ook voor de Kamer. 

De voorzitter:

Ik dank de minister voor haar komst naar de Kamer en de beantwoording van de vragen. 

Naar boven