4 Landbouw- en Visserijraad

Aan de orde is het VAO Landbouw- en Visserijraad (AO d.d. 14/5).

De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris van Economische Zaken van harte welkom en geef het woord aan mevrouw Ouwehand, de eerste en enige spreker.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Ik verwoord dan vast wat iedereen in de Kamer vindt. Of niet? Nee, misschien niet. Wij hebben zojuist even kort gesproken over metam-natrium. De staatssecretaris heeft gezegd dat er binnen twee weken een brief komt. Ik krijg graag van haar de toezegging dat er in de tussentijd geen nieuwe toelating wordt verleend of dat de bestaande toelating niet wordt verlengd. Ik had anders mijn aangehouden motie in stemming moeten brengen.

Ik dien drie nieuwe moties in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er niet zoiets bestaat als een "welzijnskooi" voor konijnen;

verzoekt de regering, zich in te zetten voor een Europees verbod op kooihuisvesting voor vleeskonijnen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ouwehand en Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 784 (21501-32).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Platform Landbouw, Innovatie en Samenleving heeft geconstateerd dat de insleep van dierziekten via kalvertransport hoog is en daarmee een risico vormt voor de volks- en diergezondheid;

verzoekt de regering, zich in te zetten voor een Europees plan van aanpak voor regionalisering en het beperken van het aantal transporten met kalveren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ouwehand en Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 785 (21501-32).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat wetenschappers waarschuwen dat de "vergroeningscomponent" van het Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) ernstige averechtse gevolgen kan hebben voor de biodiversiteit en natuur in Nederland vanwege het verdwijnen van waardevolle akkerbiotopen en akkerranden;

verzoekt de regering, in de Nederlandse uitwerking van het GLB te voorkomen dat duizenden hectares wetenschappelijk aantoonbaar effectieve, echte vergroening verdwijnen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 786 (21501-32).

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik dank de staatssecretaris nogmaals voor haar toezegging om zich in te zetten voor gps-controle op Europese diertransporten. Wij zijn daar erg blij mee.

De voorzitter:

Wij wachten even tot de moties zijn gekopieerd.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Staatssecretaris Dijksma:

Voorzitter. Er zijn drie moties ingediend. Ik zal reageren op die moties en op de vragen over de metam-natriumbrief en over wat er in de tussentijd gebeurt. De motie op stuk nr. 784 gaat over de kooihuisvesting voor vleeskonijnen. Ik heb in het debat al aangegeven dat daar inmiddels door de sector aan wordt gewerkt en dat ik op basis daarvan wil bekijken of dat een toename van het welzijn oplevert voor de konijnen. Mocht dat niet zo zijn, dan moeten we overgaan naar een volgende stap. In dat licht wil ik deze motie ontraden.

De motie op stuk nr. 785 gaat over het LIS-rapport met betrekking tot de kalversector. Ik heb in het debat aangegeven dat ik de Kamer de reactie van het kabinet op dit belangrijke rapport heel graag in samenhang wil doen toekomen met de wijze waarop we in het gemeenschappelijk landbouwbeleid specifiek met deze sector aan de slag gaan. Ik zou mevrouw Ouwehand willen verzoeken om de motie aan te houden. Als zij dat niet doet, moet ik de motie ontraden.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik houd de motie aan.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Ouwehand stel ik voor, haar motie (21501-32, nr. 785) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Staatssecretaris Dijksma:

De motie op stuk nr. 786 gaat over de uitwerking van de vergroening in het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Ook daarvan heb ik in het debat gezegd dat de uitwerking ambitieus én werkbaar moet zijn. We overleggen op dit moment over die uitwerking. Er ligt dus nog geen voorstel bij de Kamer. Dat voorstel verwacht ik eind mei aan de Kamer te kunnen doen toekomen. Ik zou mevrouw Ouwehand dus willen voorstellen om ook deze motie aan te houden. Als zij dat niet doet, moet ik de motie ontraden.

De voorzitter:

Ik zie mevrouw Ouwehand heel diep nadenken.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Moeilijk! Ik houd de motie aan. Vooruit, ik ben vandaag in een goede bui.

De voorzitter:

Gelukkig!

Op verzoek van mevrouw Ouwehand stel ik voor, haar motie (21501-32, nr. 786) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Staatssecretaris Dijksma:

Wat metam-natrium betreft: ik heb de Kamer toegezegd om daarover en ook over de alternatieven binnen twee weken een brief te sturen. Ik heb niet de indruk dat het heel veel effect heeft als ik de toepassing in de komende twee weken zou tegengaan, maar ik kan het Ctgb vragen om, vooruitlopend op de brief, de komende twee weken af te zien van toepassing. Ik zeg echter heel eerlijk dat ik niet het idee heb dat dit een enorme wachtlijst voor toelatingen oplevert, omdat dit in principe in het voorjaar of verderop in het najaar gebeurt. Ik zou het debat met de Kamer willen aangaan over dit middel en over de vraag welke alternatieven er zijn. Ik wil dit dus neerleggen bij het Ctgb. Dat vind ik prima en dat kan ik doen. Het lijkt mij dan het beste om over het middel en over de mogelijke alternatieven op basis van de brief met elkaar te besluiten hoe het verder moet.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Op verzoek van een van de collega's vraag ik of er straks sowieso gestemd wordt, ook over de ene motie die ik in stemming wil laten brengen. Dat hoeft niet per se vandaag; dat zou bijvoorbeeld ook dinsdag kunnen. Heb ik het goed begrepen dat er sowieso gestemd wordt?

De voorzitter:

Er is een herzien schema. Daarop staat dat er zal worden gestemd over moties die zijn ingediend bij het VSO over de Informele Energieraad en het VAO Landbouw- en Visserijraad.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dan zeg ik tegen de heer Schouw: helaas, u moet straks toch komen stemmen.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

We zullen in de loop van de middag stemmen over de overgebleven motie. Ik dank de staatssecretaris voor haar antwoorden.

De vergadering wordt van 14.03 uur tot 14.30 uur geschorst.

Naar boven