9 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de aanvrager stel ik voor om het dertigledendebat over het bericht dat er te weinig geld is voor ouderenzorg van de lijst af te voeren.

Ik stel voor om vanmiddag ook te stemmen over de aangehouden motie-Lodders (33750-XIII, nr. 44) en de aangehouden motie-Rog (33750-VIII, nr. 29).

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen:

  • -de gewijzigde motie-Dik-Faber (30195, nr. 40, was nr. 38);

  • -de motie-Dik-Faber (30195, nr. 39);

  • -de motie-Dik-Faber c.s. (30872, nr. 138);

  • -de motie-Dik-Faber (29984, nr. 396);

  • -de motie-Dik-Faber c.s. (29984, nr. 354);

  • -de motie-Dik-Faber (21501-08, nr. 464).

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • -het VAO Internationalisering in het onderwijs, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 12 december jongstleden, met als eerste spreker de heer Duisenberg van de VVD;

  • -het VAO Eerstelijnszorg, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 12 december jongstleden, met als eerste spreker de heer Van Gerven van de SP;

  • -het VAO Externe veiligheid / handhaving, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 12 december jongstleden, met als eerste spreker mevrouw Van Tongeren van GroenLinks;

  • -het VAO EU-arbeidsmigranten, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 12 december jongstleden, met als eerste spreker de heer Van Klaveren van de PVV-fractie.

Ik stel de Kamer voorts voor om mij in de gelegenheid te stellen eventuele andere VAO's deze week toe te voegen aan de agenda, mocht daaraan behoefte zijn.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan mevrouw Dik-Faber.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. Het herlabelen van Noorse stroom uit waterkracht draagt niet bij aan de vergroening van onze energievoorziening. Wij hebben daarover tijdens de mondelinge vragen al even gesproken. Ik vond dat eerlijk gezegd niet heel bevredigend. Het pluspunt was wel dat wij nu een brief van de regering zullen ontvangen met berekeningen van de kosten als wij echt groene stroom gaan inkopen. Mijn voorstel is om een debat te voeren met de minister van Economische Zaken als die brief ontvangen is.

De voorzitter:

Een verzoek tot het houden van een debat over het sjoemelen met groene stroom.

De heer Paulus Jansen (SP):

Laten we nu gewoon ordentelijk werken: eerst de brief afwachten en daarna een besluit nemen. Mijn ervaring is dat een algemeen overleg in zo'n geval de kortste weg is naar een debat met de minister.

De voorzitter:

Geen steun voor een debat dus.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

De minister voor Wonen en Rijksdienst heeft mij in het mondelinge vragenuur een brief toegezegd. Die wacht ik graag af. Dan kunnen we op basis daarvan wat mij betreft bepalen of we nog een debat gaan doen.

De voorzitter:

Op dit moment geen steun voor het houden van een debat.

De heer Leegte (VVD):

De vaste commissie voor Economische Zaken onderzoekt bij zichzelf of zij de plenaire zaal minder kan belasten. Volgens mij is dit een goed voorbeeld van waar we dat minder kunnen doen, dus geen steun voor dit debat.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Wij wachten graag eerst de brief af. Als dat aanleiding geeft om alsnog een debat te voeren, hoor ik het verzoek graag opnieuw.

De voorzitter:

Mevrouw Dik, op dit moment hebt u geen steun voor het houden van een debat.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Nee, er is geen steun voor het houden van een debat. We krijgen natuurlijk wel de brief, die in de procedurevergadering aan de orde zal komen. Ik hoop dat we de brief dan spoedig kunnen agenderen, ofwel in een AO ofwel in een plenair debat.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Klaveren van de PVV.

De heer Van Klaveren (PVV):

Voorzitter. Uit onderzoek van het Duitse wetenschapsbureau WZB blijkt dat een meerderheid van de moslims in West-Europa er antiwesterse en pro-sharia-ideeën op na houdt. Het blijkt dat twee derde aangeeft dat de sharia boven nationale wetten gaat en dat 60% vindt dat we terug moeten naar de wortels van de islam. Eveneens is 60% homofoob en bijna de helft ronduit antisemitisch. Verder wordt in het onderzoek gesteld dat dit islamitisch antisemitisme en de homofobie een serieuze voedingsbodem zijn voor geweld. Gezien de reeds bestaande statistieken met betrekking tot islamitisch geweld is dit zeer zorgelijk. De PVV wil dan ook zo spoedig mogelijk een debat hierover.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat over moslimfundamentalisme in West-Europa.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Geen steun voor het debat. Morgen is er een algemeen overleg over terrorisme en extremisme. Daar past het buitengewoon goed in.

De heer Azmani (VVD):

Dit betreft onderzoeksgegevens van begin 2008, dus al bijna zes jaar geleden. Ik steun wel het verzoek om een brief, waarin wordt ingegaan op meer recente gegevens als deze beschikbaar zijn.

De voorzitter:

Geen steun voor het houden van een debat dus.

Mevrouw Keijzer (CDA):

De cijfers die zijn opgesomd, zijn verontrustend. Het lijkt me echter goed om het voorstel van mevrouw Berndsen te volgen en dit te bespreken in een AO.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Geen steun voor een debat. Ik doe de suggestie om D66 te volgen.

Mevrouw Yücel (PvdA):

Geen steun voor het debat, wel steun voor het voorstel van de VVD over een brief met een reactie op basis van recente gegevens.

De voorzitter:

Mijnheer Van Klaveren, u hebt op dit moment geen steun voor het houden van een debat. Er is wel behoefte aan een brief.

De heer Van Klaveren (PVV):

Ja. Allereerst vind ik het erg treurig dat de Kamer hier niet over durft te spreken. Daarbuiten klopt ook het punt van D66 niet, want dat AO is niet morgen. We wachten de brief af. De cijfers waren overigens vrij recent.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet voor de gevraagde reactie.

Het woord is aan mevrouw Dikkers van de Partij van de Arbeid.

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Voorzitter. Vorige week stond ik hier om een debat aan te vragen met de staatssecretaris van Economische Zaken over de misstanden bij VION. Nu blijkt dat het bij de misstanden bij VION niet alleen gaat om fraude met vlees, maar ook om voedselveiligheid. Er zijn botsplinters en plastic in het vlees aangetroffen. Daarom zouden wij de minister van VWS ook graag bij dit debat betrekken.

De voorzitter:

Ik zal uw verzoek doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Klaver van GroenLinks.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Ik zou graag een debat willen met de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het bericht dat Nederland steeds meer een claimparadijs wordt. De rechtsstaat geldt wel voor burgers, maar niet voor grote multinationals. Het lijkt mij goed dat de Kamer daarover spreekt.

De voorzitter:

Het gaat om een verzoek om steun voor het houden van een debat met de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het claimparadijs.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Het was een heel helder artikel. Dit is nu precies het gedrag dat wij niet willen van ons bedrijfsleven. Laten wij daar maar eens met elkaar over gaan debatteren. Steun voor het debat.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dat geldt ook voor de Partij voor de Dieren.

De heer Leegte (VVD):

Wij hebben deze week een algemeen overleg over economische missies. Dat lijkt mij een prima gelegenheid om ook hierover te praten, omdat het ook gaat over dit soort handelsrelaties.

De voorzitter:

U geeft geen steun aan het verzoek om dit aparte debat.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Steun.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Steun voor het debat.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik heb de collega's van de PvdA nog niet gehoord.

De voorzitter:

Dat is ook niet verplicht. Ik zie ook niemand van de PvdA opstaan. Dat betekent meestal geen instemming met het verzoek. Zeker nu ik dit heb geconcludeerd en er nog steeds niemand van de PvdA opstaat, stel ik vast dat u niet de steun van de meerderheid hebt voor het houden van een apart debat over dit onderwerp.

De heer Klaver (GroenLinks):

Helaas, want het is een belangrijk onderwerp. Het is jammer dat de PvdA het verzoek niet kan steunen.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Klaver voor zijn tweede verzoek.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik heb een rappel voor een heel setje onbeantwoorde vragen. Het is wat ongebruikelijk om dat op de dinsdag te doen, maar het debat is morgen al. Het betreft vragen onder nummer 23540, vragen onder nummer 22948 en vragen onder nummer 23782. Verder gaat het om de beantwoording van vragen, gesteld bij het schriftelijk overleg met het stuk nr. 178 (31066).

De voorzitter:

U wilt die antwoorden hebben voor het debat morgenmiddag. Hoe laat moeten de antwoorden dan binnen zijn? Voor 12.00 uur?

De heer Klaver (GroenLinks):

Het debat is om 14.00 uur, dus als ze om 12.00 uur binnen kunnen zijn, dan heel graag.

De voorzitter:

Ik zal het tijdstip toevoegen en het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Bergkamp.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Wij weten het denk ik allemaal wel, maar het kwam weer eens onder de aandacht bij EenVandaag, namelijk dat de overheidsregels de burgerparticipatie in de weg zitten. Een actieve rol voor burgers wordt gewenst door de overheid, maar diezelfde overheid bevordert dit soms niet. Zo worden vrijwilligers die met een initiatief komen om bijvoorbeeld een buurthuis op te zetten of die maaltijden willen serveren, tegengewerkt door regelgeving. Daarom zou ik graag een debat willen met staatssecretaris Van Rijn over de manier waarop wij initiatieven van burgers beter mogelijk kunnen maken. Ik zou van tevoren graag een brief willen ontvangen.

De voorzitter:

Het gaat om een verzoek om steun voor het houden van een debat met de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over burgerparticipatie en vrijwilligers.

Mevrouw Agema (PVV):

Wij zijn tegen alle bezuinigingen van het kabinet, maar als het kabinet die bezuinigingen doorzet, zal het wel de weg moeten vrijmaken voor burgers die willen participeren. Wij hebben daar eerder al een punt van gemaakt en zullen daarom het verzoek van mevrouw Bergkamp voor een debat steunen.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Het kabinet maakt het zelfs nog erger door onder andere ook tegenprestaties te eisen die ervoor zorgen dat vrijwilligerswerk juist belemmerd wordt. Dus van harte steun voor dit verzoek. Ik zou me kunnen voorstellen dat we de staatssecretaris van Sociale Zaken hier ook bij uitnodigen.

Mevrouw Leijten (SP):

Over de afbraak van de zorg spreken wij regelmatig en over de inzet van vrijwilligers ietsjes te weinig. Volgens mij is het goed om daarover te spreken. Of het uiteindelijk een plenair debat wordt, wil ik laten afhangen van wat de staatssecretaris in zijn brief schrijft.

De voorzitter:

Dat betekent dat u op dit moment nog geen steun geeft voor het houden van een debat.

De heer Van 't Wout (VVD):

Het afschaffen van overbodige regels moeten wij altijd doen. Daarom ook steun voor dit debat.

De voorzitter:

U steunt het debat.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Bij de behandeling van de Jeugdwet heb ik acht voorstellen ingediend om regels uit de wet te schrappen. Helaas heeft de fractie van D66 er maar drie van gesteund. Desalniettemin steun voor dit verzoek, want wij hebben echt veel te veel regels in onze samenleving. Ik denk dat het goed is dat de brief verstuurd wordt voordat de fractievoorzitters met elkaar debatteren over de participatiemaatschappij. Dat debat staat ook nog op de rol.

De heer Slob (ChristenUnie):

Daar kan ik mooi bij aansluiten. Steun voor de brief, want het lijkt mij goed dat wij dit op schrift krijgen. Misschien zou het debat kunnen worden gekoppeld aan een debat dat ik heb aangevraagd en dat wij begin 2014 zullen houden. Daar kan het volgens mij ook qua tijd goed bij worden meegenomen.

Mevrouw Tanamal (PvdA):

Wij steunen een debat, maar wij zouden liever zien dat het een AO wordt. Dat gaat gewoon wat sneller.

De voorzitter:

Mevrouw Bergkamp, u hebt de steun van een meerderheid voor het houden van een debat. Ik ga proberen dat zo snel mogelijk in te plannen.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Mooi. Ik ben blij dat iedereen het vanuit zijn eigen invalshoek een belangrijk onderwerp vindt. Ik verheug mij op het debat.

De voorzitter:

Er is het verzoek gedaan om het samen te voegen met het debat dat al is aangevraagd over de participatiesamenleving. Het hoeft niet — u hebt steun voor uw verzoek — maar de vraag is gesteld.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Ik zou het toch willen scheiden. De insteek van mijn debat is de positie van vrijwilligers, en dat is ook gelieerd aan VWS en de staatssecretaris. Ik vind het prima dat er op twee terreinen vanuit een andere invalshoek over gedebatteerd wordt. Ik ben in ieder geval blij met de steun voor mijn verzoek.

De voorzitter:

Het wordt een debat over burgerparticipatie en vrijwilligers in de aanwezigheid van de staatssecretaris van VWS en de minister van Sociale Zaken. De spreektijd bedraagt vier minuten per fractie. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Lodders.

Mevrouw Lodders (VVD):

Voorzitter. Mede namens PvdA-woordvoerder Jacobi verzoek ik u om het VSO Gewasbeschermingsmiddelen uit te stellen. Er worden namelijk nog twee rapporten nagestuurd naar de Kamer.

De voorzitter:

Er is een meerderheid voor dit verzoek.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik had verzocht om dit VSO. De PvdA en de VVD hadden zich niet als spreker ingeschreven. De Kamer wordt gebombardeerd door mailtjes van NOC*NSF, die graag uitstel wil van het verbod op het gebruik van hormoonverstorend gif, waar de organisatie kinderen blijkbaar wel op wil laten voetballen. Ik heb zomaar het vermoeden dat dit te maken heeft met dit verzoek, maar ik voel al aankomen waar eventuele moties op gaan stuiten, dus ik leg mij erbij neer dat de meerderheid dit pas in februari wil bespreken. Maar zuur vind ik het wel.

De voorzitter:

Waarvan akte. Het verzoek wordt gesteund door een meerderheid en daarom zal ik het debat van de agenda afhalen.

Het woord is aan de heer De Graaf van de PVV.

De heer De Graaf (PVV):

Voorzitter. Vanmorgen kopte het Algemeen Dagblad dat de werkloosheid volgend jaar naar jarentachtigniveaus zal stijgen. Daar kwamen de decemberramingen van het CPB nog overheen, die het beeld bevestigden. Het wordt tijd om daar een stevig debat over te voeren met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, want dat flauwe sociaal akkoord is natuurlijk lang niet voldoende. Er is veel meer nodig. Daarom graag de uitnodiging aan de collega's om mijn verzoek tot dit debat te steunen.

De voorzitter:

De heer De Graaf verzoekt om steun voor een debat over de werkloosheid die naar het niveau van de jaren tachtig stijgt.

De heer Ulenbelt (SP):

Onder deze minister loopt de werkloosheid alleen maar op. Dat is zorgelijk. Ik steun het debat.

De heer Klein (50PLUS):

Steun voor het debat, zeker waar het gaat over de positie van 55-plussers op de arbeidsmarkt.

Mevrouw Van Nieuwenhuizen-Wijbenga (VVD):

Steun voor het debat.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Ik realiseer mij dat wij hierover bij de begroting van Sociale Zaken al heel veel hebben gezegd, maar ik wil toch steun geven voor dit debat.

De heer Heerma (CDA):

Ook steun voor het debat.

De heer Van Weyenberg (D66):

Ook steun van D66.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Steun van GroenLinks.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Steun.

De voorzitter:

Mijnheer De Graaf, u hebt de steun van een meerderheid van de Kamer voor het houden van een debat. Ik zal het zo snel mogelijk proberen in te plannen met spreektijden van vier minuten per fractie.

Het woord is aan mevrouw Ouwehand van de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Volgens de stemmingslijst van vandaag zouden wij stemmen over moties die zijn ingediend tijdens het VSO Antibioticaresistentie. Het kabinet had beloofd om voor de zomer al een rapport met een brief te sturen over de aanpak van schimmelresistenties. Toen ik daarover tijdens het VSO sprak, zei de minister van Volksgezondheid dat die informatie voor de kerst zou komen. Ik vraag u om de brief te rappelleren en de stemmingen uit te stellen tot donderdag. Als de brief er dan nog niet is, moeten wij maar even bekijken wat wij doen. Maar de brief is voor kerst beloofd. Daarom zou ik het op prijs stellen als u aan de minister van VWS kunt vragen of de brief er donderdagochtend kan zijn.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Daarmee wordt voldaan aan uw verzoek om een rappel. De brief met het rapport moet voor donderdag 10.00 uur naar de Kamer worden gestuurd. Ik stel de stemmingen uit tot dinsdagmiddag. Sorry, ik stel de stemmingen uit tot donderdag. Ik hoop dat wij dinsdag reces hebben.

De heer Dijkgraaf heeft zijn verzoek voor de regeling ingetrokken. Het woord is aan de heer Omtzigt van het CDA.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Morgen hebben wij een debat over de Europese top. Het gaat daarbij om een woord: is er een "bindend" contract met de EU of niet? De premier zei vorige keer van niet. Wij mogen niet citeren uit de conceptconclusies. Dat vinden wij belachelijk, maar dat standpunt is bekend. De conceptconclusies zijn echter overal op het internet openbaar. Ik dien de conceptconclusies daarom hierbij in als een ingekomen stuk, met verzoek om het te agenderen voor de vergadering van morgenochtend 10.15 uur. Ik vraag de Nederlandse regering of er andere vertalingen van het woordje "binding" zijn dan "bindend".

De voorzitter:

Ik moet heel even kijken wat op het voorblad staat van het stuk dat u mij zojuist hebt aangeboden, mijnheer Omtzigt.

De heer Omtzigt (CDA):

Het stuk is openbaar op het internet te vinden, voorzitter.

De voorzitter:

Het stuk is publiek gemaakt op het internet, maar ik vraag mij af of het daarmee ook kan worden toegevoegd aan de agenda. Wij hebben al heel veel van dergelijke debatten gevoerd. Ik zal het stuk toevoegen aan de Handelingen, zoals u hebt verzocht.

De minister moet morgen zelf aangeven of hij zich vrij voelt, onder de gemaakte afspraken, om er met u over in debat te gaan. Ik weet het beter gemaakt: ik verzoek de minister om dit ons voorafgaand aan het debat schriftelijk te laten weten. Als hij zich niet vrij voelt om erover in debat te gaan, vraag ik hem om daarbij aan te geven waarom niet. Dit gedeelte van het stenogram zal ik doorgeleiden naar het kabinet. Dit stuk zal ik in ieder geval toevoegen aan de Handelingen, zodat mensen niet op internet hoeven te zoeken maar gewoon de Handelingen erbij kunnen pakken.

Ik neem aan dat er geen bezwaar tegen bestaat dat dit stuk ter inzage wordt gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Kamer.

(Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.)

De heer Van Bommel (SP):

Ik wil hier graag op reageren. Tijdens het vorige debat over dit onderwerp heb ik de minister-president gevraagd of de contracten al dan niet bindend zijn. De minister-president heeft dit toen krachtig ontkend en gezegd dat het woordje "engaged" verkeerd was vertaald. Daar heb ik toen een punt van gemaakt, maar de minister-president zei: het zij zo, de contracten zijn niet bindend. Behalve dat dit gedeelte van het stenogram wordt doorgestuurd naar de regering, zou ik graag zien dat de minister-president in zijn schriftelijke reactie ingaat op de vraag of hij zich vergist heeft, of er een vertaalfout is gemaakt of dat de Nederlandse regering een politieke inschattingsfout heeft gemaakt. De Nederlandse regering heeft er namelijk wel mee ingestemd.

De heer Segers (ChristenUnie):

Het gaat niet alleen om de vraag of de stukken worden vrijgegeven, maar ook om de vertaling van de woorden "engaged" en "binding". Met dat onderscheid steun ik het verzoek van de CDA-fractie.

De heer Madlener (PVV):

Ook wij steunen dit verzoek uiteraard. Het zou natuurlijk belachelijk zijn als een openbaar stuk, dat gelekt is door de Italianen, hier niet behandeld kon worden. Daarbij vraag ik u of wij al vandaag om 18.00 uur het antwoord kunnen krijgen, zodat wij ons nog kunnen voorbereiden voor het debat van morgen.

De heer Pechtold (D66):

Ik steun dat verzoek, inclusief de laatste aanvulling. Aangezien u het stuk nu al aan de Handelingen toevoegt, denk ik niet dat de minister-president, populair gezegd, kan wegkomen door te zeggen dat hij hierover niet kan delibereren. Europa staat vaak ver van mensen weg, maar als zij dit zouden volgen, snappen zij er helemaal niets meer van! Ik stel dus voor dat de minister-president de kans aangrijpt om zich nader te verklaren, nu dit stuk zo duidelijk aan onze Handelingen is toegevoegd.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik dank de heer Omtzigt voor deze creatieve wijze van opereren. Het is goed als de minister-president hierop reageert. Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering, inclusief alle opmerkingen en nadere vragen, doorgeleiden naar het kabinet. Ik zal daarin onderstrepen dat wij graag uiterlijk vandaag om 18.00 uur een reactie willen.

Mevrouw Leijten heeft ook een verzoek.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik verzoek om uitstel van de stemmingen over de motie op stuk 31016, nr. 61 over privéklinieken in de geestelijke gezondheidszorg en marktwerking.

De voorzitter:

Wij zullen dit verwerken in de stemmingslijst. Het gaat slechts om één punt en de motie was al aangehouden. Ik hoef daarvoor dus geen verdere steun meer te vragen aan de Kamer.

Naar boven