23 Internationale Veiligheidsstrategie

Aan de orde is het VAO Internationale Veiligheidsstrategie (AO d.d. 16/10).

De voorzitter:

Er zijn genoeg leden aanwezig. De voorzitter kan meegeteld worden. Wij kunnen dus verdergaan.

Er is een spreker, de heer De Roon.

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter. We hebben onlangs het algemeen overleg over de Internationale Veiligheidsstrategie van de regering gevoerd met de minister van Buitenlandse Zaken. Daar ligt een brief aan ten grondslag waarin allerlei ideeën zijn ontvouwd over de wijze waarop de regering de internationale veiligheid ten dienste van Nederland kan bevorderen. Daar staan allerlei goede ideeën in, maar het komt toch op mij over als een benadering van het verschijnsel vuur, waarin je zegt "we hebben een hekel aan vlammen, dus die gaan we doven, maar we kijken niet naar de brandstichter". Daar gaat mijn motie over. Die ga ik nu voordragen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Internationale Veiligheidsstrategie de dreiging uitgaande van islamitisch geweld onvoldoende onderkent;

constaterende dat islamitisch geweld het merendeel van de conflicten in de wereld in stand houdt;

overwegende dat een succesvol veiligheidsbeleid alleen kans van slagen heeft als het aanpakken en voorkomen van islamitisch geweld een constante wordt in het buitenlands beleid;

verzoekt de regering, een speerpunt aan de Internationale Veiligheidsstrategie toe te voegen, gericht op het terugdringen van islamitisch geweld en het beschermen van Nederland en de Nederlandse belangen daartegen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid De Roon. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 4 (33694).

Mevrouw Hachchi (D66):

Ik heb een verduidelijkende vraag. Gaat het de PVV-fractie alleen om islamitisch geweld? Is ander geweld voor haar niet aan de orde? Hoeven we daar niets tegen te doen? Ik vind de motie heel specifiek, terwijl we weten dat er heel wat geweld is in deze wereld. Dat is natuurlijk niet alleen vanuit islamitische hoek, zoals de PVV pretendeert.

De heer De Roon (PVV):

Ik ben het graag met mevrouw Hachchi eens dat de islam niet het alleenrecht of het patent op het verschijnsel geweld heeft. Ook anderen passen het te pas en vooral te onpas toe. Ik constateer wel dat veel van de branden die in onze wereld gaande zijn, woeden in de islamitische wereld en met name ook aan de randen van de islamitische wereld. Ik noem bijvoorbeeld de Centraal-Afrikaanse Republiek, waar de vlam van het islamitische vuur nu ook naar uitslaat. Er zijn dus veel geweldsconflicten waarin de islam een belangrijke rol speelt. De islam is de veroorzaker van al die branden. Als je de internationale veiligheid wilt bevorderen, moet je bij de grootste en meest voorkomende branden beginnen. Dat zijn op dit moment de branden die door de islam worden veroorzaakt, die zich afspelen in de islamitische wereld afspelen en vandaar uit ook over de niet-islamitische wereld uitslaan.

De voorzitter:

Mevrouw Hachchi, tot slot.

Mevrouw Hachchi (D66):

Ik begrijp dat de PVV-fractie toch een soort prioritering geeft. Ze erkent daarmee dat er ook andere vormen van geweld zijn. Ik vind wel dat ik afstand moet nemen van de interpretatie van de PVV dat de islam de reden is voor geweld. Het zijn nog altijd mensen die geweld gebruiken. Of zij religieus of anderszins geïnspireerd zijn, is een tweede. Dat wil ik nog even gezegd hebben.

De heer De Roon (PVV):

Toen we in de jaren dertig met het nazisme en het fascisme werden geconfronteerd, die ook enorme wereldbranden hebben veroorzaakt, konden we ook niet volstaan met zeggen: laten we dan maar zeggen dat we de SS slecht vinden en dat die aangepakt moet worden, en de SA en weet ik veel wat voor organisaties nog meer. Nee, je moet kijken waar het vandaan komt, wat de bron is van al dat handelen. Dan moet je gewoon durven zeggen: het is het nazisme, het is het fascisme. Het communisme heeft de wereld een hele tijd gevaarlijk gemaakt. Op dit moment vinden wij de islam een belangrijke gevaarlijke factor in de wereld. Dat moet je dan ook durven benoemen.

De heer Ten Broeke (VVD):

De minister gaat zo ongetwijfeld zijn eigen oordeel geven, maar stel nu eens dat hij straks gaat zeggen dat de Nederlandse regering serieus zou overwegen om deze dimensie aan de Internationale Veiligheidsstrategie toe te voegen. Is dat dan voor de PVV ook ineens reden om militair in te grijpen, dat wil zeggen met Nederlandse militairen?

De heer De Roon (PVV):

Als de regering het voorstel dat in deze motie besloten ligt, overneemt, dan moet dat natuurlijk nader uitgewerkt worden. Ik verwacht dan een voorzet van de regering en ik wil daar dan graag verder met de minister over spreken. Wat moeten we dan doen? Wat gaan we dan doen? Ik ga daar nu niet op vooruitlopen. Ik ga nu niet zeggen: dan staat dus het Nederlandse leger klaar om overal ter wereld islamitische landen aan te vallen. Dat zou onzin zijn en dat is op dit moment ook helemaal niet nodig. Ik wil echter wel bereiken dat onze regering gaat onderkennen dat de islam de bron is van veel branden en dat zolang we dat niet durven en willen benoemen, we eigenlijk onze ogen gesloten houden voor de brandstichter. Dat moeten we gewoon niet doen!

De heer Ten Broeke (VVD):

De Internationale Veiligheidsstrategie van dit kabinet is echter heel helder. Ik zou bijna zeggen: kraakhelder. Het kabinet probeert het Nederlands belang te beschermen door daar waar brandstichters zich opwerpen, met bluswater een oplossing te komen bieden en door mee te doen aan internationale acties. Als u zich richt op het terugdringen van islamitisch geweld en het beschermen van Nederland en de Nederlandse belangen, vraagt dat van u ook een opvatting daarover. Daarom nog een keer de vraag: houdt dit nu in dat de PVV, als dit wordt toegevoegd aan de Internationale Veiligheidsstrategie, ervoor is dat Nederland eventueel met militairen internationaal ingrijpt? Dat zou toch wel nieuws zijn.

De heer De Roon (PVV):

Militair ingrijpen zie ik als een laatste redmiddel. Daar moet je pas toe overgaan als je geen andere middelen meer ziet om de gevaren en de bedreigingen aan de kaak te stellen. Ik zie op dit moment nog heel veel andere mogelijkheden. Ik wil echter graag dat de regering het gevaar onderkent en benoemt en vandaaruit verder redeneert, samen met ons mag ik hopen.

De voorzitter:

Ik zie dat de minister van Buitenlandse Zaken, de heer Timmermans, direct kan antwoorden. Dat doet mij deugd. Het woord is aan hem.

Minister Timmermans:

Mevrouw de voorzitter. Als je de motie leest en je zou "islamitisch geweld" vervangen door "terrorisme" of "geweld" of "jihadisme", kan ik mij er van alles bij voorstellen. Dan gaat het nog steeds om de finetuning en de vraag of we daar nu wel of niet voldoende aan doen, maar dan hebben we een discussie. Als ik echter ook in het interruptiedebat hoor, in reactie op een vraag van mevrouw Hachchi, dat de motivering is dat de islam als zodanig de oorzaak is van al dit geweld en dat de motie daarom wordt ingediend, dan scheiden zich echt onze wegen. De islam is namelijk een wereldgodsdienst met meer dan een miljard gelovigen, van wie het overgrote merendeel niet gelooft in datgene wat extremisten in naam van de islam doen. Dus als de heer De Roon zijn motie zou aanpassen en van ons zou vragen om nog nadrukkelijker te kijken naar de bestrijding van extremisme en naar de bescherming van Nederland en de Nederlandse belangen tegen terroristen, dan hebben we een discussie. Daar kunnen we over praten, maar als de achterliggende gedachte — zo bespeur ik het toch een beetje — is dat we de islam de schuld moeten geven van alles wat er nu gebeurt, dan moet ik de motie ontraden, want dat is een gedachte die niet door het kabinet wordt gedeeld.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Daarmee zijn we aan het eind gekomen van dit VAO over de Internationale Veiligheidsstrategie. Ik dank de minister van Buitenlandse Zaken en de leden.

De vergadering wordt van 17.34 uur tot 18.30 uur geschorst.

Naar boven