Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | nr. 42, item 10 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | nr. 42, item 10 |
Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Ik deel mee dat ingevolge artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde, de volgende aangehouden moties zijn vervallen: 33400-XVI, nr. 9; 29389, nr. 42; 29389, nr. 43.
Het woord is aan de heer Heerma van het CDA.
De heer Heerma (CDA):
Voorzitter. Afgelopen vrijdag heeft de vicepremier en minister van Sociale Zaken in een interview enkele suggesties gedaan rond het stijgen van de lonen en het aantrekken van de koopkracht. Ik heb hierover zojuist tijdens het vragenuur ook al vragen gesteld. Wat mij betreft zijn de uitspraken onhandig en onverstandig. Ook nadat mijn vragen in het vragenuur zijn beantwoord, blijft er wat mist hangen. Wil het kabinet stiekem de koers volgen die door de vicepremier is ingezet? Of houdt het onverkort vast aan de lijn die in het regeerakkoord is afgesproken? Om de mist daarover weg te kunnen nemen, vraag ik een debat aan met de premier en de vicepremier.
De voorzitter:
De heer Heerma vraagt een debat aan. De heer Van Vliet wil hierop reageren.
De heer Van Vliet (PVV):
Uiteraard moeten we de lasten verlichten, en niet verzwaren. Ik steun daarom zeker de aanvraag voor een debat.
De heer Van Weyenberg (D66):
Voorzitter, ook D66 steunt de aanvraag voor een debat. Voorafgaand aan dat debat zou mijn fractie graag een brief ontvangen van het kabinet waarin staat wat de visie van het kabinet is op de loonontwikkeling. Ik zou ook graag willen dat er in die brief wordt ingegaan op de opmerking van minister Asscher, in hetzelfde interview, dat het heel goed gaat met de export naar opkomende markten. Ik wil graag dat hij daarop ingaat, omdat dit niet het beeld is dat mijn fractie heeft.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Ook GroenLinks wil graag weten hoe het volledige kabinet hierin staat. Mijn fractie steunt dus het debat.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Om de genoemde redenen steunt ook mijn fractie een debat.
Mevrouw Karabulut (SP):
Steun voor het debat.
Mevrouw Van Nieuwenhuizen-Wijbenga (VVD):
Mijn fractie steunt het debat niet. Wij hebben het hierover zojuist al tijdens het vragenuurtje gehad. Dit is wat ongelukkig gelopen. Toch staat de visie van het kabinet helder verwoord in het regeerakkoord. Over dat akkoord spreken wij bijna dagelijks. Wij hebben dus geen behoefte aan een debat dat specifiek hierover gaat.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Voorzitter, ook mijn fractie steunt het debat. Wij steunen ook de vraag om een brief. Ik verzoek de regering om in die brief ook aandacht te besteden aan de vergelijking tussen enerzijds Nederland en anderzijds Duitsland, en andere omliggende landen. Gezien over de afgelopen twintig jaar loopt Nederland wel degelijk uit de pas.
De heer Krol (50PLUS):
Mijn fractie steunt het debat en het verzoek om een brief.
Mevrouw Hamer (PvdA):
Mijn fractie steunt het verzoek om een debat niet. Volgens mij is de minister in het vragenuur zeer duidelijk geweest.
De voorzitter:
Mijnheer Heerma, u hebt niet voldoende steun voor een debat.
De heer Heerma (CDA):
Voorzitter, ik constateer dat er wel steun is voor een dertigledendebat. Ik heb er geen bezwaar tegen als het kabinet, voorafgaand aan dat debat, de Kamer een brief stuurt. Ik verzoek u dus om een dertigledendebat te plannen.
De voorzitter:
Wij zullen dit dertigledendebat toevoegen aan de lijst. Wij zullen daarin een spreektijd hanteren van drie minuten per fractie. Ik zal dit gedeelte van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet voor een reactie.
De heer Roemer (SP):
Voorzitter, mag ik hierop nog even reageren en hier een punt van maken? Ik kijk naar mijn collega's van de VVD en de PvdA. De voltallige oppositie, zo breed als mogelijk, wil hierover graag een debat voeren. Natuurlijk kunnen VVD en PvdA samen zeggen dat zij dat niet willen. Die bevoegdheid hebben zij. Dit wordt echter zeer breed gedragen. Op alle andere terreinen krijgen wij steeds het verhaal van de uitgestoken hand te horen. Tegelijkertijd krijgen wij niet eens de kans om het debat aan te gaan over een zo wezenlijk belangrijk onderwerp als dit. Ik denk dat wij daarom op deze manier verkeerd bezig zijn. Ik doe een beroep op PvdA en VVD om de rest van de Kamer dit debat te gunnen, ook al doen deze twee partijen zelf niet mee.
Mevrouw Hamer (PvdA):
Volgens mij heeft de Kamer een prachtig reglement. Als er behoefte is aan een debat, bestaat de mogelijkheid om een dertigledendebat aan te vragen. Mijn fractie zal uiteraard meedoen aan dit dertigledendebat. U kunt het plannen als dat kan op de agenda. Mijn fractie vindt het echter niet nodig om hierover een volwaardig debat te voeren. Hierover is zojuist in het vragenuur gesproken. Daarbij heeft iedereen zijn woordje kunnen doen.
Mevrouw Van Nieuwenhuizen-Wijbenga (VVD):
Ik sluit mij aan bij de woorden van mevrouw Hamer. Het betreft hoofdlijnen van beleid waarover wij vrijwel dagelijks debatteren, maar uiteraard doet de VVD graag mee aan het dertigledendebat.
De voorzitter:
Gelukkig is een dertigledendebat een volwaardig debat.
De heer Pechtold (D66):
Ik vind dat collega Roemer een terecht punt heeft. Ik neem aan dat de coalitie het geen enkel probleem vindt dat dit dertigledendebat, omdat het namelijk om hoofdlijnen van beleid gaat, zoals de VVD zojuist aangaf, deze week wordt gepland.
De voorzitter:
Dat staat het reglement niet toe.
De heer Roemer (SP):
Ik steun de opmerking van de heer Pechtold. Ik hoop dat een Kamermeerderheid u hiervoor de ruimte wil geven, voorzitter. Ik zie graag dat de andere fracties dit steunen.
Mevrouw Hamer (PvdA):
Als de heer Pechtold goed naar mij had geluisterd, dan had hij gehoord dat ik al heb aangegeven dat het de bevoegdheid van de voorzitter is om het debat te plannen.
Mevrouw Van Nieuwenhuizen-Wijbenga (VVD):
Ik heb hier eigenlijk ook niets aan toe te voegen. Het is uw bevoegdheid, voorzitter.
De voorzitter:
Dat klopt. Mevrouw Hamer wijst mij daar terecht op. Ik zei het zojuist verkeerd.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Mijn fractie hecht er zeer aan als wij het debat al deze week kunnen laten plaatsvinden.
De voorzitter:
Ik neem aan, mijnheer Heerma, dat u dat ook wilde zeggen. Ik zie dat dit het geval is. Ik ga mij hiervoor inspannen, maar ik zeg het niet toe. Het is een inspanningsverplichting.
Het woord is aan mevrouw Van Veldhoven.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Mijn fractie wilde snel praten over de situatie bij Thermphos. Die gelegenheid heb ik vandaag inmiddels gehad via de mondelinge vragen. De minister heeft mij een brief toegezegd. Ik stel de collega's daarom voor, dat wij het dertigledendebat uitstellen tot na ontvangst van de door de minister toegezegde brief.
De voorzitter:
U bedoelt dat u nu geen dertigledendebat wilt.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Het verzoek was om nog deze week te kunnen spreken over Thermphos. Dat verzoek blijft staan, maar de minister heeft mij zojuist bij de mondelinge vragen toegezegd – ik kon dat vorige week niet voorzien – dat hij de Kamer een brief zou sturen. Ik wil daarop wachten, dus stel ik de collega's voor om het debat uit te stellen.
De heer Roemer (SP):
Voorzitter …
De voorzitter:
Het debat was ook nog niet ingepland, mijnheer Roemer, maar dank voor het meedenken. Ik heb het verzoek gekregen om een beetje te temporiseren, eigenlijk om de lijst te handhaven. U mag er allemaal iets over zeggen, maar alle dertigledendebatten komen op een lijst en worden vervolgens geagendeerd. Het enige wat mevrouw Van Veldhoven zegt, is: handhaaf het gewoon.
De heer Jan Vos (PvdA):
Ligt er nu wel of niet een aanvraag voor een dertigledendebat? Volgens mij moeten wij dat nog eerst besluiten.
De voorzitter:
Oké, eigenlijk doet u gewoon een verzoek om een dertigledendebat, te houden op een nader te bepalen tijdstip, mevrouw Van Veldhoven.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Ja, alleen …
De voorzitter:
Nee, geen "alleen", want dat is voor mij te moeilijk.
De heer Jan Vos (PvdA):
Onze fractie geeft er de voorkeur aan om ook de sociale aspecten, zoals de werkgelegenheidsaspecten en het verlies van 1.000 banen in Zeeland, bij het overleg te betrekken. Wij willen dus graag een algemeen overleg met de vaste commissies voor Sociale Zaken en EZ.
De voorzitter:
U geeft dus geen steun aan een dertigledendebat, want een AO kunt u regelen via een procedurevergadering.
De heer Jan Vos (PvdA):
Geen steun.
De heer Van Gerven (SP):
Ik wil D66 de suggestie meegeven om de kwestie te bespreken tijdens de procedurevergadering EZ hedenmiddag, vanwege de snelheid.
Mevrouw Lucas (VVD):
Wij wachten graag de brief af. Dan kunnen wij bezien welk debat wij ervan maken. Een dertigledendebat staat al, maar eerst de brief. Daarna zien wij verder.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Ook het CDA wil eerst de brief afwachten en daarna een dertigledendebat.
De voorzitter:
U geeft nu steun voor een brief en u komt later terug op het dertigledendebat.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Steun voor een dertigledendebat, maar daar hoeft de minister van Sociale Zaken wat ons betreft niet bij te worden betrokken, want dit gaat in eerste instantie echt om de verzekerings- en milieuaspecten van nucleaire vervuiling.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
De fractie van de ChristenUnie steunt het voorstel van D66.
De voorzitter:
Ik stel vast dat u steun hebt voor een brief en dat de meeste leden later willen besluiten of zij een dertigledendebat of een AO willen.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Ik dacht dat ik de fractie van het CDA hoorde zeggen dat zij sowieso ook een dertigledendebat steunde.
De voorzitter:
Dat was mij niet duidelijk, want mevrouw Mulder reageerde niet meer. Zij zei: eerst een brief en dan wellicht een dertigledendebat. Toen concludeerde ik: dat betekent geen steun voor een dertigledendebat. Maar mevrouw Mulder gaf dus wel steun aan een dertigledendebat. In dat geval hebt u, mevrouw Van Veldhoven, steun voor een dertigledendebat. Ik zal het op de lijst zetten. Er geldt bij dit dertigledendebat een spreektijd van drie minuten per fractie. Ik ben blij dat we dit deel van de regeling achter de rug hebben; er was grote spraakverwarring! Mijn excuses daarvoor.
De heer Vos wil nog iets zeggen.
De heer Jan Vos (PvdA):
Ik zal het nog eens natellen, maar volgens mij is er geen steun.
De voorzitter:
GroenLinks, CDA, D66 en ChristenUnie hebben samen meer dan 30 leden. Ik had GroenLinks al genoemd, mevrouw Van Tongeren. Als u het tweemaal meldt, telt het niet dubbel. Zo werkt het niet!
Ik zal dit gedeelte van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.
Het woord is aan de heer Van Hijum van het CDA.
De heer Van Hijum (CDA):
Voorzitter. De CDA-fractie wil graag een debat voeren met de minister van Financiën over het bericht dat het IMF voorziet dat Griekenland in de jaren 2015 en 2016 5,5 miljard euro tot 9,5 miljard euro extra steun nodig heeft om te komen tot een houdbare overheidsschuld, ook als de afspraken die op dit moment gelden voor dat land volledig worden uitgevoerd. Mijn fractie is zeer verrast door dit bericht, aangezien we vlak voor het reces nog een uitgebreid debat hebben gehad over 43 miljard aan extra steun voor Griekenland. Daarbij is aangegeven, zeker ook door onze fractie, dat wij zeer hechten aan steun van het IMF. Die steun was volgens de minister van Financiën verzekerd. Het debat moet wat ons betreft gaan over de vraag of het bericht klopt dat het IMF dit heeft gezegd. Hoe zit het echt met de steun van het IMF voor het pakket dat nu voorligt? Wat zijn de consequenties voor de Nederlandse overheidsfinanciën?
De voorzitter:
Het verzoek is om een debat met de minister van Financiën.
De heer Van Vliet wil hier iets over zeggen. Neemt u mij niet kwalijk: de heer Van Dijck. Sorry. Ik haal jullie voortdurend door elkaar, excuses daarvoor.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Daar begrijp ik niets van, voorzitter …
De 50 miljard voor Griekenland van vorige maand is nog niet overgemaakt of het bericht is alweer dat ze bijna 10 miljard extra nodig hebben. Volledige steun dus.
De voorzitter:
Steun voor het debat.
De heer Merkies (SP):
Op zich was dit financieringsgat bekend. Ik heb daar al een heel debat over gevoerd met de minister. Het verbaast mij dus wel een beetje dat er hier nu verbazing over is. Leest u het maar na, mijnheer Van Dijck: het financieringsgat na 2014. Uiteraard steun ik echter dit verzoek om een debat.
De voorzitter:
Steun voor het debat.
De heer Harbers (VVD):
In het debat van december hebben we al even vooruitgeblikt naar 2014. Het is echter nog een open vraag. Het lijkt mij heel goed om over dit soort vraagstukken te spreken, maar dat hoeft wat mij betreft niet in een plenair debat. Over twee weken hebben we immers alweer een algemeen overleg over de Ecofin waarin al dit soort vragen en berichten besproken kunnen worden met de regering.
De heer Nijboer (PvdA):
We spreken bijna elke week over dit dossier. Over twee weken staat het AO al gepland. Daar wil ik het onderwerp bij betrekken. Ik kan me wel voorstellen dat de minister in een brief wat uitgebreider ingaat op de vragen die de heer Van Hijum hier heeft neergelegd.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Dit is een trieste maar helaas bekende zaak. We spreken inderdaad vaak met de minister. Die brief is prima. Dan kunnen we in een van de overleggen met de minister daarover overleggen.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Ook wat mijn fractie betreft is het goed dat er een debat wordt gevoerd over dit onderwerp. Ook is het goed dat er een brief komt. Wij steunen echter ook het verzoek van de heer van Hijum om dit debat te houden.
De heer Koolmees (D66):
Steun voor de brief. Laten we die inderdaad betrekken bij het AO Ecofin, over twee weken.
De heer Klaver (GroenLinks):
Van hetzelfde: steun voor de brief en die betrekken bij het AO Ecofin.
De voorzitter:
Mijnheer Van Hijum, ik proef steun voor een brief maar geen steun voor een debat.
De heer Van Hijum (CDA):
Inderdaad, voorzitter. Ik moet dus afwegen of ik het debat wil omzetten in een dertigledendebat. Gelet op het feit dat het AO Ecofin hoogstwaarschijnlijk eerder wordt gehouden dan dat dertigledendebat, gaat mijn voorkeur uit naar dat AO. Wel ontvang ik graag die brief met opheldering over deze punten.
De voorzitter:
Ik begrijp dat het AO al over twee weken is. Dank u wel.
Ik zal dit gedeelte van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet, met het verzoek om voor het AO een brief naar de Kamer te sturen.
De heer Van Hijum heeft nog een verzoek.
De heer Van Hijum (CDA):
Inderdaad. Dat betreft het akkoord dat het kabinet heeft gesloten met de VNG, het IPO en de Unie van Waterschappen over een aantal financiële maatregelen, de Wet houdbare overheidsfinanciën, het schatkistbankieren en het btw-compensatiefonds. Het betreft maatregelen die grote consequenties hebben voor de financiën van onze decentrale overheden. Ik wil graag over de uitkomsten van dat akkoord een debat aanvragen met de minister van Financiën en de minister van Binnenlandse Zaken. Dit debat moet gaan over de gevolgen van het akkoord voor de decentrale overheden, de omvang van de bezuinigingen, de beperking van de investeringsruimte, en de cumulatie met de decentralisatie en de kortingen die daarmee gepaard gaan. Dit verzoek doe ik mede namens de fractie van D66.
De voorzitter:
U doet een verzoek om een debat.
De heer Harbers (VVD):
Wat ons betreft is het prima om hierover te spreken. Wij geven steun aan dit verzoek.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Steun.
De heer Merkies (SP):
Steun voor het verzoek en daarbij doe ik het verzoek om het snel te doen.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Steun.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Steun.
De heer Groot (PvdA):
De wet wordt hier natuurlijk nog uitvoerig behandeld, maar ik steun het verzoek niettemin.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Steun.
De voorzitter:
Mijnheer Van Hijum, ik proef brede steun voor dit debat.
De heer Van Hijum (CDA):
Is het misschien mogelijk om het volgende week te plannen voordat de consultatie van decentrale overheden voltooid is?
De voorzitter:
Ik ga mij daarvoor inspannen, maar ik heb net ook al een inspanning toegezegd. Ik kan het dus niet beloven. Er staan een heleboel debatten op de lijst en ik probeer die in te plannen. Dit debat komt onderaan de lijst, maar ik heb uw verzoek genoteerd. Ik zal ernaar kijken. De spreektijden zijn vier minuten per fractie.
Het woord is aan mevrouw Agema van de PVV.
Mevrouw Agema (PVV):
Voorzitter. Ik wil een interpellatiedebat aanvragen met de staatssecretaris van VWS over het bericht dat de extra investeringsimpuls in de ouderenzorg verkeerd besteed wordt. Het zou me een lief ding waard zijn, want ik zou ook graag de gelegenheid hebben om de Kamer voor te stellen een parlementair onderzoek naar de besteding van de gelden te houden.
De voorzitter:
U doet dus het verzoek voor een interpellatie.
Mevrouw Bergkamp (D66):
D66 wil eerst een brief met alle feiten. Wij voeren liever een breed debat en geen interpellatiedebat gezien het belang van het onderwerp.
De voorzitter:
Dus geen steun voor een interpellatie, een debat zou goed zijn en graag eerst een brief.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
GroenLinks wil heel graag in debat met mevrouw Agema over de vraag hoe het komt dat dit geld niet op de juiste plek terecht is gekomen. Ik kan me al bij voorbaat aansluiten bij wat mevrouw Leijten gaat zeggen over het onderzoek.
Mevrouw Leijten (SP):
Ik wilde eigenlijk alleen maar mijn steun uitspreken voor het interpellatiedebat dat mevrouw Agema aanvraagt.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Dan moet ik nog even iets toevoegen. De Kamer heeft een onderzoek aangevraagd bij de Algemene Rekenkamer. Mevrouw Leijten heeft dat namens de Kamer gedaan.
Mevrouw Leijten (SP):
Dat hebben we als commissie inderdaad gedaan. Dat laat echter onverlet dat wij het verzoek van een fractie die zeer betrokken is bij dit onderwerp om informatie via een interpellatie steunen. Wij zouden eveneens kunnen leven met een debat, maar het verzoek van mevrouw Agema kunnen we ook steunen.
De voorzitter:
Steun dus voor een interpellatie.
De heer Otwin van Dijk (PvdA):
Dit is een belangrijk onderwerp dat veel stof heeft doen opwaaien. Ik denk dat het voorstel van mevrouw Bergkamp om hier een echt debat over te voeren op basis van feiten, misschien beter is dan het voeren van een interpellatiedebat op korte termijn terwijl er net vragen zijn beantwoord door de staatssecretaris. Ik steun dus het voorstel van mevrouw Bergkamp om er een echt debat van te maken op basis van feiten.
De voorzitter:
Dus liever een gewoon debat dan een interpellatie.
De heer Van Veen (VVD):
Ook wij hebben de staatssecretaris gehoord. Hij gaat op zoek naar de waarheid. Wij hebben behoefte aan een debat en steunen een interpellatie niet.
De voorzitter:
Maar u steunt wel het verzoek om een gewoon debat.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik steun het verzoek van mevrouw Bergkamp. Dus eerst een brief van de staatssecretaris met feitelijke informatie om op basis daarvan een feitelijk debat te voeren. Een interpellatiedebat steunen wij niet.
Mevrouw Keijzer (CDA):
Het CDA sluit zich aan bij wat de woordvoerder van de ChristenUnie zegt. Graag eerst alle informatie en daarna een debat over dit zeer belangrijke onderwerp.
De heer Van der Staaij (SGP):
Ook de SGP wil graag een debat naar aanleiding van informatie die we nog zullen krijgen. In antwoord op de vragen van mevrouw Agema in het vragenuur heeft de staatssecretaris aangekondigd dat hij met een brief zal komen. Het lijkt me logisch dat we die afwachten voordat we verder debatteren.
Mevrouw Leijten (SP):
Ik heb het verzoek van mevrouw Agema om informatie in de vorm van een interpellatie gesteund. Nu ik zie dat er een brede meerderheid is voor een debat zou ik toch aan mevrouw Agema willen voorstellen om er een debat van te maken. Dan kunnen we altijd nog bekijken of we voorbereidende vragen willen stellen, zodat we op basis van heel veel feiten kunnen debatteren. Als mevrouw Agema echter vasthoudt aan haar verzoek om een interpellatie, steunen wij dat ook.
Mevrouw Agema (PVV):
Ik dank de Kamer voor de Kamerbrede steun voor een debat, maar ik wil toch vasthouden aan een interpellatiedebat omdat ik met heel veel vragen zit.
De voorzitter:
We zullen het interpellatiedebat toevoegen aan de lijst. De spreektijd bedraagt drie minuten per fractie. Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.
Het woord is aan mevrouw Van Tongeren van GroenLinks.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Voorzitter. We hebben er vandaag al eerder plenair over gesproken. De Belenuxtrein is uit het schema gehaald, de reizigers zijn midden in de winter de dure Fyra ingejaagd en nu is het Fyraproject totaal ontspoord. Mijn partij vindt het bijzonder belangrijk om op korte termijn met de staatssecretaris in debat te gaan. Dit punt is vandaag aan de orde geweest in een procedurevergadering. Een ander verzoek was dat ook de minister van Financiën bij dit debat aanschuift omdat er grote financiële belangen en kosten mee gemoeid zijn. We hebben volgende week een hoorzitting samen met onze Belgische collega's in het Benelux-parlement. Dat is een unicum. Wij willen dat dit debat op zijn vroegst en op zijn laatst plaatsvindt in de week van 5 februari.
De voorzitter:
Het betreft een verzoek om een debat in de week van 5 februari over de problemen rondom de Fyra waarbij ook de minister van Financiën aanwezig zal zijn.
De heer De Rouwe (CDA):
Steun voor dit verzoek conform de uitkomst van de procedurevergadering hedenmiddag. Daaraan is toegevoegd dat we de eerder toegezegde brief van de staatssecretaris ontvangen.
Mevrouw De Boer (VVD):
Steun voor het verzoek en voor het debat, maar dan niet met de minister van Financiën. Eerst willen we over de Fyra zelf debatteren met de staatssecretaris.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik snap de inzet van GroenLinks. Veel fracties hebben vandaag al tijdens de procedurevergadering erop aangedrongen dat er zo spoedig mogelijk informatie komt van de staatssecretaris in een brief. Er is ook een AO gepland na de vergadering van het Benelux-parlement. Mijn voorstel is dat het debat dat nu wordt aangevraagd bij dat AO wordt betrokken, zodat we alles integraal op één moment met de staatssecretaris kunnen bespreken. Dat debat staat op zeer korte termijn, over anderhalve week, gepland.
De heer Hoogland (PvdA):
Steun voor het debat. Wat ons betreft vindt het plaats met de staatssecretaris, maar zonder de minister van Financiën.
De heer Klein (50PLUS):
Ik sluit aan bij de woorden van mevrouw Dik, met dien verstande dat het AO uiteindelijk ook kan leiden tot een debat in de plenaire zaal. De minister van Financiën hoeft er niet bij aanwezig te zijn.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Steun voor het debat.
De heer Bashir (SP):
Er is bij mijn weten geen algemeen overleg gepland, maar we zouden wel graag heel snel dit debat willen voeren. Nu lijkt een week niet zo lang, maar in dit geval gaat het om reizigers die iedere dag langer moeten reizen om op hun bestemming aan te komen. Ons verzoek is om dit debat volgende week al te houden. Maandag is een hoorzitting in Brussel. Volgende week kunnen we dan snel met de staatssecretaris spreken en de dinsdag daarop kunnen stemmingen plaatsvinden. Dat is al heel lang. Mijn verzoek is om het debat volgende week te houden, want anders staat de reiziger nog heel lang in de kou.
De voorzitter:
Mijnheer Bashir, u doet een geheel nieuw voorstel. Ik begrijp dat u geen steun verleent aan het verzoek van mevrouw Van Tongeren.
De heer Bashir (SP):
Ik doe een nieuw voorstel, namelijk om volgende week al het debat te houden.
De voorzitter:
Nu is het voorstel van mevrouw Van Tongeren aan de orde om pas na volgende week een debat te houden. De vraag is of u dat steunt.
De heer Bashir (SP):
Dan zal ik zo direct een nieuw verzoek voor de regeling aanmelden.
De voorzitter:
Dat kan.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Ik houd het bij het besluit in de procedurevergadering van vanmiddag: hoorzitting, brief en dan een debat.
De heer Bisschop (SGP):
Geen steun voor het debat waar mevrouw Van Tongeren om vraagt. De lijn van mevrouw Dik is het meest evenwichtig en vruchtbaar.
De voorzitter:
Mevrouw Van Tongeren, ik begrijp dat een meerderheid steun geeft aan het verzoek om een brief en aan een debat. Uw verzoek is om dat aansluitend op de week waarin de hoorzitting plaatsvindt, te doen. Dat is niet volgende week, maar de week erna. Dat verzoek kan ik niet zonder meer honoreren. Ik begrijp dat u dit verzoek doet, maar u hebt tijdens deze regeling al bij vrijwel elk verzoek gehoord dat het gelijk gepland moet worden. U snapt dus ook de problemen waarmee ik geconfronteerd word. Ik zal mijn best doen.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Dat is de inspanningsverplichting. Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. De spreektijd zal vier minuten per fractie zijn.
Ik geef het woord aan mevrouw Ouwehand.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter. Ik heb twee verzoeken. Ten eerste spreken wij morgen in een algemeen overleg over de Landbouw- en Visserijraad die aanstaande maandag begint. Afhankelijk van de uitkomst, willen wij dat de Kamer een uitspraak doet. Ik wil u dus vragen om rekening te houden met een VAO inclusief stemmingen op donderdag.
De voorzitter:
Ik snap het. Dat zal ik doen. De stemmingen zullen plaatsvinden op donderdag na de regeling van werkzaamheden; dat is na de middagpauze.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Dat is prima. Dank u wel, voorzitter.
Ten tweede heb ik vorige week met steun van de Kamer gevraagd om een brief van het kabinet met een reactie op het rapport van de EFSA over neonicotinoïden en bijensterfte en mijn aangehouden motie op dit punt. De Kamer vond dat die brief er snel moest zijn. Afgesproken was dat de brief er vandaag om 12.00 uur zou zijn, maar ik heb de brief nog niet gezien. Wilt u er bij de staatssecretaris op aandringen dat die brief vandaag komt?
De voorzitter:
Ja, ik zal namens u een rappel voor de brief sturen.
Ik geef het woord aan de heer Tony van Dijck.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Voorzitter. Ik wil vandaag niet het linkse eurofiele feestje bederven, maar ik wil toch een debat aanvragen over de benoeming van onze minister van Financiën tot "mister euro". Dat is namelijk slecht voor Nederland. Je kunt niet twee belangen tegelijkertijd dienen: het Nederlandse en het Europese belang. Dat ondermijnt onze positie in Brussel. Voor de PVV is dit onacceptabel. Daarom willen wij snel een debat.
De heer Harbers (VVD):
Van ons hoeft dat niet. De wijze van benoeming en de voorwaarden waaronder de benoeming heeft plaatsgevonden, zijn in lijn met hetgeen vorige week donderdag al door een brede meerderheid van de Kamer is gesteund. Er heeft zich na gisteren niets nieuws op dit gebied voorgedaan. Wij geven dus geen steun voor dit verzoek.
Mocht er toch nog over gesproken moeten worden, dan kan dat in het algemeen overleg over de eurogroep dat binnen twee weken alweer is gepland. Daarin is alle gelegenheid om hierover met het kabinet te spreken.
De heer Koolmees (D66):
Normaal gesproken zou ik geen steun geven aan dit verzoek om een debat, maar de heer Van Dijck heeft vorige week in het AO aangekondigd dat hij een motie van wantrouwen zou indienen als minister Dijsselbloem de benoeming zou accepteren. Wil de heer Van Dijck inderdaad een motie van wantrouwen indienen?
De voorzitter:
Dit is geen debat. Het verzoek is …
De heer Koolmees (D66):
Als dat het geval is, zou ik namelijk een spoeddebat willen. Excuus, dat heet tegenwoordig dertigledendebat. Dit kan niet boven de markt blijven hangen.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Wij hebben heel duidelijk aangegeven dat wij niet willen dat de minister deze functie accepteert. Wij zijn inderdaad van plan om het vertrouwen in deze minister op te zeggen.
De heer Koolmees (D66):
Dan stel ik voor om nog deze week een dertigledendebat te houden met een korte spreektijd om hierover helderheid te krijgen.
De voorzitter:
Op deze manier wordt mijn inspanningsverplichting een beetje overruled, maar ik begrijp het punt van de heer Koolmees.
De heer Van Hijum (CDA):
Ik had dezelfde vraag en hetzelfde dilemma als de heer Koolmees. Vanuit staatsrechtelijk oogpunt denk ik dat deze kwestie snel de wereld uit moet zijn.
De heer Klaver (GroenLinks):
Daar sluit ik mij graag bij aan. Ik vind dat dit debat, als het kan, vandaag nog gehouden moet worden.
De heer Nijboer (PvdA):
Wij hebben hierover vorige week uitgebreid gesproken. De posities in de Kamer zijn bekend. Wij hebben hier te maken met de verhouding tussen Kamer en regering. Als een fractie voornemens is, een motie van wantrouwen in te dienen, dient dat zo spoedig mogelijk en misschien wel direct te gebeuren. Als vandaag nog een VAO wordt geagendeerd, kunnen wij hierover vandaag nog spreken.
De heer Merkies (SP):
Ik sluit mij geheel aan bij de vorige sprekers. Als het een motie van wantrouwen betreft, moeten wij daarover vandaag nog spreken.
De heer Dijkgraaf (SGP):
De feiten zijn bekend. Gezien de intentie van de PVV om een motie van wantrouwen in te dienen, stel ik voor een spoeddebat te houden met een spreektijd van één minuut per fractie.
De voorzitter:
Het spoeddebat is iets uit het verleden; dat kennen wij niet meer. Een gewoon debat kennen wij wel.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Dan wordt het inderdaad een gewoon debat met een spreektijd van één minuut per fractie, want dit moet wel de wereld uit geholpen worden.
De heer Klein (50PLUS):
Ik steun de woorden van de heer Dijkgraaf. Laten wij een gewoon debat houden, met een spreektijd van één minuut per fractie.
De heer Harbers (VVD):
De heer Van Dijck heeft in zijn aanvankelijke verzoek niets gezegd over een motie van wantrouwen, maar als hij die wil indienen, denk ik dat wij hem daartoe zo snel mogelijk de gelegenheid moeten geven. Wat mij betreft, kan het een heel kort debat zijn.
De voorzitter:
Mijnheer Van Dijck, er is brede steun voor een debat. Gezien het spoedeisende karakter zal ik bezien of ik dit vandaag nog kan inplannen. Ik zal de leden daartoe een herzien agendavoorstel doen en raad hen alvast aan om rekening te houden met stemmingen.
Mijnheer Elias, ik ben ervan uitgegaan dat de heer Harbers op dit punt het woord heeft gevoerd.
De heer Elias (VVD):
Ik wilde u helpen.
De voorzitter:
Nee, liever niet, dank u wel. Ik meld nog dat ik bij het debat spreektijden van twee minuten per fractie zal hanteren. Iedereen die daar geen gebruik van wenst te maken, hoeft dit ook niet te doen.
Het woord is aan mevrouw Voortman van GroenLinks.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Voorzitter. Ik heb twee verzoeken. Mijn eerste verzoek gaat over de uitzending van de Slag om Nederland van gisteravond. Daaruit blijkt dat er ondanks een wettelijk verbod hierop sinds 1 januari 2012 nog steeds durfkapitalisten actief zijn in de kinderopvang. De minister heeft vorig jaar een expliciete toezegging gedaan in dit verband. Ik wil daarover heel graag een debat voeren.
De voorzitter:
Mevrouw Voortman verzoekt om een debat over durfkapitalisten in de kinderopvang.
Mevrouw Smits (SP):
De SP steunt dit verzoek.
Mevrouw Yücel (PvdA):
Wij willen eigenlijk een reactie van de minister in een brief. Dan zullen wij beoordelen of er een debat nodig is.
Mevrouw Tellegen (VVD):
Mijn fractie wil ook graag een brief, omdat wij behoefte hebben aan duidelijkheid over de nieuwe financieringconstructie waarvan hier sprake zou zijn.
De heer Van Weyenberg (D66):
De fractie van D66 steun zowel het verzoek om een brief als het verzoek om een debat.
De heer Heerma (CDA):
Mijn fractie steunt het verzoek om een debat. Graag krijgen wij daaraan voorafgaand ook een brief.
De voorzitter:
Er is geen meerderheid voor een debat. Er is wel steun voor een brief.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Precies, ik hoorde verschillende mensen vragen om een brief en daarna snel een debat. Ik voeg daaraan toe dat in die brief in ieder geval de volgende zaken aan de orde gesteld moeten worden: de rol van het Waarborgfonds Kinderopvang, de positie van werknemers en een beschrijving van wat dit voor de veiligheid van kinderen betekent. Dat wil ik graag toevoegen aan dit verzoek.
De voorzitter:
Ik zal dit gedeelte van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Ik neem aan dat ik mevrouw Voortman hier weer terugzie als de brief er is.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Ik had nog een tweede verzoek. Wij hadden net een debat over de vraag of er een debat of een interpellatiedebat moest komen over de intensiveringsmiddelen langdurige zorg. Ik heb toen letterlijk aangegeven dat GroenLinks hierover graag een debat wil aangaan. GroenLinks wil dus graag een debat hierover.
De voorzitter:
Ik heb u horen zeggen dat u zich aansloot bij de SP. De SP steunde nadrukkelijk een interpellatiedebat.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Nee, voorzitter, ik heb letterlijk gezegd dat ik graag het debat wil aangaan. Wat betreft het onderzoek kon ik mij aansluiten bij wat de SP daarover zei.
De voorzitter:
Ik stel vast dat de SP en de PVV samen dertig leden hebben. Voor een interpellatiedebat heb je de steun van 30 leden nodig en dat was het verzoek.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Oké.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Leijten.
Mevrouw Leijten (SP):
Voorzitter. Nadat wij van de zomer verblijd werden met een conceptadvies van het College voor zorgverzekeringen om zeldzame ziekten niet meer te vergoeden, is er vandaag een conceptrapport uitgelekt waarin staat dat de helft van de geestelijke gezondheidszorg maar uit het basispakket moet worden geschrapt. Los van de inhoud is dit mijns inziens voor de tweede keer binnen een jaar een verkeerde gang van zaken. Ik zou daarover graag een debat voeren met de minister.
De voorzitter:
Wilt u een debat voeren over het uitlekken van rapporten?
Mevrouw Leijten (SP):
Ja, over het uitlekken van die adviezen. Telkens opnieuw zijn er forse bezuinigingen. Waar is de basis of de inhoud? Het zijn conceptadviezen. Het is een zbo, een zelfstandig bestuursorgaan. De minister draagt de verantwoordelijkheid. Ik wil daarover graag een debat met haar voeren.
De voorzitter:
Ik wil niet met u in debat of discussie gaan. Ik probeer alleen te formuleren waarover het debat zal gaan. Het moet gaan over het uitlekken van conceptadviezen van het CVZ.
Mevrouw Pia Dijkstra (D66):
Volgens D66 is dat verspilde tijd, want er ligt nog helemaal geen advies. Wij willen graag praten over de adviezen. Ik vind het wel interessant om van de minister te horen wat zij vindt van het terugkerende effect van het uitlekken van adviezen en het oplaten van proefballonnetjes. Moeten wij dat zo blijven doen?
De voorzitter:
En wilt u een debat of een brief?
Mevrouw Pia Dijkstra (D66):
Een brief, graag.
De voorzitter:
Dank u. Geen steun voor een debat, maar een verzoek om een brief.
Mevrouw Bruins Slot (CDA):
Een debat lijkt mij ook te veel van het goede. Ook de vorige keer, toen er een advies van Pompe en Fabry was uitgelekt, stonden veel mensen op hun achterste benen. Achteraf bleek dat onterecht te zijn. Wij zouden graag een reactie van de minister zien. Dit begint een trend te worden en dat is niet wenselijk.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
GroenLinks steunt het verzoek.
Mevrouw Leijten (SP):
Ik leg mij neer bij een brief …
Wacht, ik zie mevrouw Bouwmeester. Misschien krijg ik nog onverwachte steun.
Mevrouw Bouwmeester (PvdA):
Wij willen natuurlijk eerst het advies hebben om te weten waarover wij kunnen spreken. Een brief lijkt mij wel heel goed, want misschien raken veel mensen hierdoor onnodig in paniek. Ik steun dus het verzoek van mijn collega's en volgens mij ook het verzoek dat mevrouw Leijten nu wilde gaan formuleren.
De voorzitter:
Op voorhand steun geven is gevaarlijk, hoor.
Mevrouw Leijten (SP):
Ik leg mij neer bij het feit dat het een brief wordt. Ik zou die graag snel krijgen. Deze zomer hebben wij echt gemist dat de minister iets zei over het conceptadvies, dat niet het uiteindelijke advies bleek te zijn. Dit leidde tot heel veel onrust. Wat mij betreft moet er snel een brief komen. Wie weet geeft die toch nog aanleiding tot een debat.
De voorzitter:
We zien elkaar weer! Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.
Het woord is aan de heer Van Vliet.
De heer Van Vliet (PVV):
Voorzitter. Vandaag behandelen wij dan toch nog een thema dat iedere Nederlander aangaat: de koopkracht. Het is eind januari 2013, iedereen krijgt zijn loonstrookje binnen en het ziet er rampzalig uit. Vorige week hadden wij een dertigledendebat over koopkrachtontwikkeling gepland. Ook deze minister heeft er iets over geroepen. Ik verzoek de voorzitter om dit dertigledendebat in het belang van iedere Nederlander zo spoedig mogelijk in te plannen.
De voorzitter:
Ik span mij in.
De heer Elias stond als eerste bij de interruptiemicrofoon.
De heer Elias (VVD):
Ik ging daarnet al staan omdat ik iets voor mijn beurt wilde zeggen, maar dat was goed bedoeld.
Mijn fractie heeft behoefte om het plenaire debat over rijden onder invloed van drugs van de agenda af te voeren. Wij hebben behoefte aan een nadere schriftelijke ronde. Wij zullen die uiteraard aanvragen tijdens de procedurevergadering. De reden is dat wij meer willen weten over de wetenschappelijke houdbaarheid van gedragsgerelateerde grenswaarden en over de nadere argumenten om de zogeheten nullimiet te verlaten. Ten slotte waren er bezwaren vanuit de Raad van Hoofdcommissarissen. Die zouden zijn weerlegd, maar er is een nieuwe korpsleiding. Ook hierover zouden wij meer willen weten voordat wij het debat kunnen aanvangen. Vandaar het verzoek tot uitstel.
De heer Krol (50PLUS):
Volgens mij hadden we het over het verzoek om een debat over de koopkrachtontwikkelingen. Aangezien er zo veel meldingen bij ons binnenkomen, voeren wij graag dat debat.
De voorzitter:
Ik had al beloofd dat ik mij zou inspannen, maar dank voor uw steun.
De heer Van der Staaij, in reactie op het verzoek van de heer Elias.
De heer Van der Staaij (SGP):
Ik steun het verzoek van de heer Elias. Ik heb gisteren nog een amendement ingediend om een nulnorm voor drugs in het verkeer te bepleiten. Ik vind het prima als op deze punten nog wat nadere gedachtewisseling plaatsvindt.
De heer De Rouwe (CDA):
Ik steun het verzoek schoorvoetend. U weet hoe graag ik dit wetsvoorstel wilde behandelen, maar als ik de heer Elias hoor zeggen dat de VVD misschien wel mee wil met het amendement van SGP en CDA, wil ik wel een kansje wagen.
De voorzitter:
Ik heb de heer Elias dat niet horen zeggen, maar misschien heeft hij het tegen u gezegd.
Mevrouw Helder (PVV):
Ik steun het verzoek om uitstel van harte. Alles wat richting zerotolerancebeleid gaat, steunen wij graag.
Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):
Voor mij had het debat ook niet uitgesteld hoeven te worden, maar als een collega meer informatie wil, is dat prima. Ik hoop dat het debat daarna wel snel gepland wordt, want het staat al heel lang op de rol.
Mevrouw Kooiman (SP):
Als een fractie vraagt om meer informatie, gunnen we haar dat natuurlijk. Daarom steunen wij het verzoek.
Mevrouw Kuiken (PvdA):
Ook steun voor het verzoek.
De voorzitter:
Goed, twee dingen. Ik heb brede steun gehoord voor dit verzoek om uitstel. Normaal word ik er nooit zo blij van als het op dezelfde dag plaatsvindt, maar gezien de vele andere verzoeken die ik ook heb gekregen komt het mij vandaag goed uit. In het algemeen vraag ik u allen om eens goed te kijken naar de langetermijnplanning. Als er dingen zijn die u nog niet ingepland wilt hebben, laat dat dan even weten. Dan voorkomen we dat er gaten ontstaan die soms niet opgevuld kunnen worden, maar vandaag gaat dat ongetwijfeld wel lukken.
Het woord is aan mevrouw Schouten.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Voorzitter. Zojuist lazen wij in Het Financieele Dagblad uitspraken van minister Dijsselbloem van Financiën dat er geen landen uit de eurozone gezet moeten worden. Er is een breed aangenomen motie-Slob, waarin het kabinet wordt verzocht om zich binnen de EMU sterk te maken voor het opstellen van exitcondities. Daarnaast staat in het regeerakkoord dat uittreding uit een gemeenschappelijk Europees arrangement tot de mogelijkheden moet behoren. Ik wil dus graag van het kabinet weten of het regeerakkoord hiermee opengebroken is. Ik vraag daarom een debat aan, voorafgegaan door een brief. Ik doe dit verzoek mede namens het CDA.
De voorzitter:
Mevrouw Schouten verzoekt om een debat met de minister van Financiën.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Ik geef van harte steun aan dit verzoek, want het is inderdaad een heel opmerkelijke lijn. Ik hoop dat dit geen voorbode is van nog meer dingen die de voorzitter van de eurogroep anders gaat zeggen dan een lid van het kabinet.
De heer Harbers (VVD):
Mevrouw Schouten vraagt om te beginnen ook om een brief. Daar wil ik steun aan geven. Het wordt een beetje eentonig. Als wij die brief hebben, kunnen wij die ook betrekken bij het algemeen overleg dat plaatsvindt over twee weken en dan de minister bevragen.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Steun voor het verzoek en uiteraard steun voor de brief, maar ik schat zomaar in dat er, zelfs als die brief er is, nog heel veel vragen te beantwoorden zijn. Dus ook alvast steun voor het debat.
De heer Nijboer (PvdA):
Steun voor een brief en om die bij het AO van 7 februari te betrekken, en dus geen steun voor het debat.
De heer Koolmees (D66):
Steun voor de brief en om die bij het AO te betrekken.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Steun voor de brief en voor het debat.
De heer Klaver (GroenLinks):
Steun voor de brief en om die bij het AO te betrekken.
De heer Klein (50PLUS):
Steun voor de brief, maar ook voor een debat.
De voorzitter:
Mevrouw Schouten, u hebt geen steun voor een debat, wel voor een brief.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
De eerste reactie zou kunnen zijn: dan maar een dertigledendebat. Ik vrees echter dat het AO Ecofin eerder valt dan een nog in te plannen dertigledendebat. Ik ga er dus mee akkoord dat wij dit punt betrekken bij het AO Ecofin.
De voorzitter:
Dan hebt u allicht wat meer spreektijd.
Ik zal dit gedeelte van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Het woord is aan de heer Marcouch.
De heer Marcouch (PvdA):
Voorzitter. Aanstaande donderdag staat een debat gepland over voortvluchtige criminelen. Dat willen wij graag uitstellen, omdat de staatssecretaris ons nog informatie moet toezenden die wij nodig hebben om bij dat debat te betrekken.
Mevrouw Helder (PVV):
Dit wordt een beetje flauw, want dit staat al heel lang op de agenda. Eerst stond erbij "na ommekomst van een brief". Toen was die brief eraf en is het ingepland. Dan ga ik nu echt niet het verzoek tot uitstel steunen. Debatteren of helemaal weg.
De heer De Wit (SP):
Volgens mij kunnen wij de regering gewoon vragen om per ommegaande de brief te sturen. Dan is dat nog op tijd voor donderdag. Voor mij is dat geen reden om het uit te stellen.
De voorzitter:
Ik hoor: als de brief er niet is, is dat geen probleem.
Mevrouw Van Toorenburg (CDA):
Wij hebben ook geen enkele behoefte aan uitstel, behalve wanneer al die mensen die voortvluchtig zijn zo snel mogelijk kunnen worden ingesloten. Dan hebben we namelijk ook geen cellen over.
Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):
Ook D66 heeft geen behoefte aan uitstel.
De voorzitter:
Mijnheer Marcouch, ik proef geen steun … Oh, mijnheer Van der Steur.
De heer Van der Steur (VVD):
Voorzitter, excuses. Uiteraard steun van de VVD-fractie voor het verzoek.
De voorzitter:
Is het deze fracties bekend dat wij de week van tevoren altijd een conceptschema rondsturen? Ook deze krijg ik overigens weer vol. Het debat over het bericht dat veel veroordeelde criminelen hun vrijheidsstraf ontlopen, gaat van de agenda af. U weet allen dat er een nieuw schema komt. Er komt vast wel iets voor in de plaats. Ik kijk even rond. Volgens mij zijn wij gekomen aan het einde van de regeling en kunnen wij overgaan tot de stemmingen. Ook over de stemmingen zijn nog een aantal op- en aanmerkingen.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik wil graag bij punt 8 van de stemmingslijst mijn motie op stuk 32813, nr. 31 aanhouden.
De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Ouwehand stel ik voor, haar motie (32813, nr. 31) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Ik zou graag motie (33400-A, nr. 42) willen aanhouden.
De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Van Tongeren stel ik voor, haar motie (33400-A, nr. 42) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
Mevrouw Klever (PVV):
Onder punt 4 op de stemmingslijst wil ik graag mijn motie op stuk nr. 42 aanhouden.
De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Klever stel ik voor, haar motie (33400-XIII, nr. 42) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Aangezien de motie-Oskam (24077, nr. 303) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van behandeling meer uit. Dat had hij al tijdens het debat gedaan, maar wij hadden dat niet goed geregistreerd op de lijst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20122013-42-10.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.