8 Herdenking

Aan de orde is de herdenking naar aanleiding van het overlijden van oud-fractievoorzitter R.J.H. (Roelof) Kruisinga (CHU/CDA).

De voorzitter:

Ik heet de minister van Defensie en de familieleden van de heer Kruisinga welkom. Ik verzoek de leden en onze gasten op de tribune, indien dat voor hen mogelijk is, te gaan staan.

Waarde medeleden! Vandaag herdenken wij dr. Roelof Kruisinga, oud-lid van deze Kamer, oud-fractievoorzitter van de Christelijk-Historische Unie (de CHU), oud-lid van de Eerste Kamer, oud-staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid, oud-staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en oud-minister van Defensie. De heer Kruisinga overleed vrijdag 7 december. Hij is 90 jaar geworden. Mede vanwege zijn uitdrukkelijke wens om in zijn geliefde Engeland, waar hij een woonboerderij had, begraven te worden, vindt de herdenking pas heden plaats.

Dr. Kruisinga werd voor het eerst lid van deze Kamer op 11 mei 1971 voor de CHU-fractie. Hij was toen tevens demissionair staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid in het kabinet-De Jong, een post die hij had bekleed vanaf april 1967. Op 6 juli 1971 werd hij gekozen tot fractievoorzitter van de CHU. Maar drie weken later liet hij de groene bankjes weer achter zich om staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat te worden in het kabinet-Biesheuvel. Toen dat kabinet eind 1972 viel, keerde hij na de verkiezingen weer terug in de Kamer. Op 1 juli 1973 werd hij opnieuw gekozen als fractievoorzitter van de CHU.

In die rol en als woordvoerder Buitenlandse Zaken en Sociale Zaken voerde hij stevig oppositie tegen het kabinet-Den Uyl. Dit in tegenstelling tot zijn collega's van de Anti-Revolutionaire Partij en de Katholieke Volkspartij, die zich opstelden als gedoogpartners-avant la lettre. Het weerhield hem er niet van om met deze partijen actief mee te werken aan de totstandkoming van het Christen Democratisch Appèl.

Ook op andere punten koos hij voor een eigen koers, soms met ingrijpende gevolgen. Hij was in december 1977 tot zijn teleurstelling minister van Defensie geworden in het eerste kabinet-Van Agt. Echter, in maart 1978 diende hij zijn ontslag in, omdat hij zich niet kon verenigen met het standpunt van het kabinet dat de aanschaf van de neutronenbom niet op voorhand uitsloot.

Ook in de tien jaar dat hij lid was van de Eerste Kamer, van 1981 tot 1991, nam hij in de CDA-fractie regelmatig een minderheidsstandpunt in. Kruisinga was van mening dat Nederland het Amerikaanse besluit om de neutronenbom in productie te nemen, moest afwijzen.

Roelof Kruisinga was echter veel meer dan een politieke dwarsligger. Als staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid stond hij samen met minister Roolvink aan de wieg van de AWBZ. Hij diende het wetsvoorstel in dat de hygiëne in zwembaden ging regelen en was ook betrokken bij tal van andere wetten op het gebied van milieu – een toen nog nauwelijks populair onderwerp – en op het gebied van volksgezondheid en, later, van maritieme zaken.

Hij had een specifieke opvatting van de politiek, die volgens hem kwam door zijn achtergrond. Ik citeer uit een interview in de Haagse Post uit 1977: "Ik ben ontzettend dankbaar voor twee dingen: dat ik altijd op plattelandsscholen zat en dat ik arts geweest ben. Ik heb altijd met de mensen moeten praten, altijd heb ik moeten proberen in te voelen wat de zorg van de mensen was. Ik kijk eerst naar wat de mensen ervan vinden en dan wat ik zelf vind. Op die manier vorm ik mijn mening." Daarmee gaf Roelof Kruisinga toen al aan hoe belangrijk het is voor een volksvertegenwoordiger om contact te houden met zijn of haar achterban. Om te kunnen begrijpen wat er in de samenleving speelt.

Na zijn politieke loopbaan kwam hij weer terug op het terrein waarin hij zich tijdens zijn studie had bekwaamd, de volksgezondheid. In 1955 was hij op dat terrein cum laude gepromoveerd, nadat hij vijf jaar eerder cum laude was afgestudeerd. Die studie was onderbroken door de Tweede Wereldoorlog, waarin Roelof Kruisinga actief was in het verzet. De Wereldgezondheidsorganisatie was een van de zeer vele nationale en internationale organisaties die geprofiteerd heeft van zijn vele talenten, grote betrokkenheid en bijna grenzeloze inzet.

Vandaag gaan onze gedachten uit naar zijn familieleden en alle andere mensen die hem dierbaar waren en voor wie hij dierbaar was.

Minister Hennis-Plasschaert:

Voorzitter, geachte afgevaardigen, geachte familie Kruisinga. Wij gedenken vandaag een markant Nederlands politicus, een verzetsman, arts en wetenschapper. Roelof Kruisinga was niet alleen een kundig politicus, met grote inhoudelijke vakkennis, maar ook een bevlogen politicus met een vooruitziende blik. Hij had haarfijn in de gaten wat de grote kwesties van de toekomst zouden worden. Zo maakte Roelof Kruisinga zich zorgen over de stijgende kosten van de gezondheidszorg, een thema dat nog altijd zeer actueel is, en maakte hij zich grote zorgen om het milieu. Zoals hij het in die tijd zelf omschreef, ging hij op de bres voor het milieu.

Dat het kabinet van Piet de Jong baanbrekend werk verrichtte in de strijd tegen de verontreiniging was vooral aan de heer Kruisinga te danken. En het was Kruisinga die het uitgangspunt "de vervuiler betaalt" introduceerde. In 1977 – de voorzitter zei het al – werd Kruisinga benoemd tot minister van Defensie in het kabinet-Van Agt. Dagelijks loop ik langs zijn portret in de bewindsliedengalerij schuin tegenover mijn werkkamer op het departement. Als minister van Defensie kwam Roelof Kruisinga al snel tot de conclusie dat zich tal van financiële knelpunten aandienden. Ook hierin gaf hij blijk van een vooruitziende blik.

Voorts zag hij heel scherp het belang van een stevige verankering van de krijgsmacht in de Nederlandse samenleving. Ook vandaag is de verbinding tussen krijgsmacht en samenleving een belangrijk aandachtspunt.

Als ik zeg dat de politicus Kruisinga een markant politicus was, dan heb ik het natuurlijk over zijn bevlogenheid en zijn vooruitziende blik, maar ook over zijn eigenstandige wijze van opereren. De voorzitter zei het al, de neutronenbom bracht Roelof Kruisinga in een diep gewetensconflict. Hij kon zich niet verenigen met de mogelijkheid dat de Verenigde Staten zo'n bom zouden ontwikkelen. President Carter wilde dit wapen in 1977 toevoegen aan het NAVO-arsenaal. Kruisinga was daartegen. Vragen daarover beantwoordde hij altijd met een beslist "U kent mijn standpunt". Uiteindelijk wachtte hij een kabinetsbesluit niet af. Op weg naar Noorwegen voor een bezoek aan een training van het Korps Mariniers schreef hij zijn ontslagbrief aan toenmalig premier Van Agt.

Gelukkig bleef Roelof Kruisinga behouden voor de Nederlandse publieke zaak, onder meer als vicepresident van de Wereldgezondheidsorganisatie en ook als lid van de Eerste Kamer.

Het kabinet is dankbaar voor wat Roelof Kruisinga voor Nederland heeft betekend. Hij was een pionier op het terrein van de volksgezondheid en een pionier op het terrein van de milieubescherming. De verdiensten van Kruisinga voor Nederland zijn groot. Namens het kabinet wens ik de nabestaanden alle sterkte bij de verwerking van het verlies.

(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.)

De voorzitter:

Ik schors nu de vergadering, opdat de leden de mogelijkheid hebben om de familie van de heer Kruisinga te condoleren. Dat zal plaatshebben in het Ledenrestaurant.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven