4 Vragenuur

Vragen van het lid Van Veldhoven aan de minister van Economische Zaken over het bericht dat het fosforbedrijf Thermphos failliet is.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. Het fosforbedrijf Thermphos lijkt nu definitief failliet, nu een overnamepoging gestrand is. Dat is allereerst een heel hard gelag voor de ruim 400 werknemers die nu hun baan kwijt zijn en een economische klap voor de regio Vlissingen. Er is echter meer aan de hand. Bij Thermphos blijkt radioactief materiaal te liggen dat opgeruimd moet worden. RTL berichtte hierover al voor de kerst. Naar verluidt, is er sprake van een gelekt document van het ministerie van Economische Zaken. Volgens RTL kost de ontmanteling van de fabrieksinstallaties en het opruimen van de vervuilde grond, honderden miljoenen euro's. Die rekening komt nu, direct of indirect, waarschijnlijk bij de belastingbetaler te liggen.

Ik vraag de minister of het faillissement inderdaad definitief is. Of bestaat er misschien toch nog de mogelijkheid van een gedeeltelijke doorstart? De bedrijfsvoering ligt al sinds de jaarwisseling stil. Is de veilige opslag van het radioactieve materiaal geborgd? Worden, indien nodig, maatregelen genomen om de omgeving goed te beschermen? Hoeveel gaat de saneringsoperatie de Nederlandse belastingbetaler kosten? Komt het op rekening van de gemeente, de provincie of het Rijk? Is dat dan Economische Zaken of wordt het door minister Dijsselbloem opgevangen?

Minister Kamp:

Mevrouw de voorzitter. Terecht begint de vragensteller eerst over het drama voor de ruim 400 werknemers. Dit zijn mensen die zich vaak tientallen jaren voor dit bedrijf hebben ingezet, die nu zien dat het bedrijf failliet is en dat de curator afgelopen vrijdag heeft laten weten dat hij de kans op een doorstart minimaal acht, na het afhaken van een potentiële koper. De vragen die nu worden gesteld, zijn dan ook reëel. Wij hebben, net zoals de vakbeweging, de provincie Zeeland, andere lokale overheden en naar mijn overtuiging ook de curatoren en de directeur van het inmiddels failliete bedrijf, tot dusver met alle krachten geprobeerd om tot een doorstart of tot een vorm van voortzetting te komen. Op het moment dat dit niet lukt, moeten we ons op de nieuwe situatie concentreren. In geval van een doorstart zou er een vergunning zijn geweest en zou er geen sprake zijn van een probleem met het opruimen. Als het bedrijf niet meer functioneert – dat zal eerst door de curatoren moeten worden vastgesteld – is er een nieuwe vergunning nodig. Die vergunning zal inhouden dat een ontmantelingsplan moet worden opgesteld, waarbij rekening wordt gehouden met de veiligheid van mensen in de omgeving en mensen die werkzaamheden op het terrein moeten verrichten.

Vervolgens moet ook worden bekeken wat er moet worden gedaan om een en ander op te ruimen en wat dat gaat kosten. Zo ver zijn we nog niet. Dat moet allemaal nog gebeuren. Zodra de kosten daarvan in beeld zijn, is het aan de curatoren om ervoor te zorgen dat die kosten gedekt worden. De kosten voor het opruimen moeten naar mijn overtuiging op de boedel drukken. Vervolgens zullen we zien hoe dit verder gerealiseerd kan worden. Het moet wat mij betreft uiteindelijk betaald worden uit de boedel. Die kan de komende tijd nog gevuld worden door het verkopen van dochterbedrijven van Thermphos in het buitenland. We zullen zien of de opbrengst daarvan voldoende is. Als die niet voldoende is, is allereerst de grondeigenaar, Zeeland Seaports, in beeld. We zullen bekijken of er dan nog iets extra's moet gebeuren, maar dan zijn we al twee stappen verder. Het lijkt mij niet zinvol om daar nu al op te speculeren.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Wanneer verwacht de minister dat hier meer helderheid over is?

Dit is een principieel punt. Op dit moment zijn namelijk alleen kerncentrales verplicht om zich te verzekeren tegen de ontmantelingskosten en het opruimen van vervuild afval, maar er zijn veel meer bedrijven in Nederland zoals Thermphos die een vergunning hebben om te werken met radioactieve en gevaarlijke stoffen en die niet onder de wetgeving vallen die hen verplicht tot het instellen van een soort reservepotje en waarvoor de kosten bij een faillissement dus niet gedekt zijn. Ik noem bijvoorbeeld Chemie-Pack. Om hoeveel bedrijven gaat het? Waarom is er geen regeling voor dit soort bedrijven om net zoals bij kerncentrales te voorzien in de kosten van het opruimen?

Minister Kamp:

Mevrouw Van Veldhoven vraagt om helderheid. De curatoren komen mogelijk tot de conclusie dat de site gesloten moet worden. Ze hebben die conclusie nog niet getrokken, maar ze hebben wel laten weten dat een doorstart wat hen betreft niet aan de orde zal zijn, althans de kans daarop achten zij minimaal. Dat moet eerst afgewikkeld worden. Zij moeten tot de conclusie komen dat de site wordt gesloten. Als die gesloten wordt, dan moeten we vervolgens de vergunning veranderen, moet er een ontmantelingsplan worden opgesteld en eisen worden gesteld. Dan moet onderzocht worden wat het kost en moet bekeken worden hoe het betaald kan worden. Of hier snel duidelijkheid over is, is dus afhankelijk van het besluit dat de curatoren moeten nemen en de onderzoeken die daarnaar moeten plaatsvinden.

Mevrouw Van Veldhoven stelt terecht een breder punt aan de orde. De vraag waarom het in het verleden wel of niet is gedaan, is op een gegeven moment ook interessant, maar wat mij vooral interesseert, is de vraag wat we nu moeten doen. Met mijn collega van I en M ben ik al bezig om de mogelijkheden en de wenselijkheid voor het stellen van financiële zekerheid te onderzoeken. We kunnen dat eisen, maar dat leidt onmiddellijk tot hogere kosten en heeft mogelijk gevolgen voor de werkgelegenheid. We zullen de wenselijkheid en de mogelijkheden voor alle andere installaties in beeld brengen. Ik weet niet hoeveel dat er zijn, maar het zouden er mogelijk enkele tientallen zijn.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik begrijp het antwoord van de minister. Ik begrijp ook dat hij vandaag geen duidelijkheid kan geven over de kosten. Laten we met elkaar hopen dat de kosten voor de rijksbegroting heel beperkt zullen blijven. Kan de minister in ieder geval toezeggen dat hij de Kamer informeert, zodra de curatoren het hebben afgewikkeld en zodra er helderheid is over de verdeling van de kosten en de mogelijke risico's voor de rijksbegroting, of het nou gaat om Economische Zaken of het Rijk in den brede? Kan hij ook toezeggen dat hij snel met een brief komt over de afweging die hij samen met zijn collega van I en M maakt over het bredere punt?

Minister Kamp:

Het lijkt mij nuttig om de Kamer over beide punten te informeren zodra ik over de benodigde informatie beschik. Daar ben ik toe bereid.

De heer Jan Vos (PvdA):

In vervolg op hetgeen is gezegd, heb ik een tweetal punten. Het eerste punt betreft de persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurders die rommel op hun terrein hebben liggen. Ik vraag me af in hoeverre ernaar kan worden gekeken dat deze mensen aansprakelijk worden gesteld voor het feit dat ze het op deze wijze hebben gedaan en dit ter opruiming achterlaten voor de samenleving. Het tweede punt betreft het volgende. Er staan nu direct 450 mensen op straat, maar indirect worden er nog veel meer gezinnen en werknemers geraakt. Vorig jaar is ook Zalco failliet gegaan in Zeeland. Ik schat dat er in totaal zo'n 2.000 banen …

De voorzitter:

U moet nu een vraag stellen.

De heer Jan Vos (PvdA):

… in deze provincie verloren zijn gegaan. Kan de minister aangeven of hij hieraan aandacht wil besteden – zo ja, op welke manier – om deze gezinnen en de provincie tegemoet te komen en wellicht ook te compenseren?

Minister Kamp:

Ten aanzien van het punt van de persoonlijke aansprakelijkheid kunnen we vaststellen dat men op dit moment op dat terrein tot nu toe heeft gehandeld conform de vergunning. Voor zover dat niet het geval is, zijn ook daarvoor de procedures gevolgd. Wat er nu aan materiaal op het terrein aanwezig is, is conform de vergunning waarover men beschikte. Als het bedrijf niet meer draait, is er een nieuwe situatie, een nieuwe vergunning. Dan kun je daar weer mensen op aanspreken. Nu zie ik echter geen reden om bestuurders persoonlijk aansprakelijk te stellen voor wat daar zou zijn gebeurd.

Iets anders is, zoals ik net al tegen mevrouw Van Veldhoven zei, dat je je kunt afvragen of het maken van toekomstige opruimingskosten misschien in de prijs van de producten van dit soort bedrijven moet worden meegenomen. Ik zal dat nagaan op de wijze zoals ik net aan mevrouw Van Veldhoven heb toegezegd.

Het aandacht hebben voor de mensen is een zeer terecht punt van de heer Vos. We zijn van plan om het mobilliteitscentrum dat we voor het bedrijf Zalco in het leven hebben geroepen in Zeeland, nu ook in te zetten voor de medewerkers van Thermphos.

De voorzitter:

Ik dank de minister voor zijn komst naar de Kamer.

Naar boven